“Geachte
Reizigers,”
Zo worden
mensen nu aangesproken als ze met de trein gaan. Niet meer met “Dames en heren”,
maar met “geachte reizigers”. Volgens de NS worden daar meer mensen door
aangesproken. Tja. Misschien is dat zo, of niet. Daar mag u verder van vinden
wat u wil.
Toch moet ik
zeggen: het is wel een vondst, “geachte reizigers”, want het leven is een reis. De Kerk heette,
voordat de leden ervan ‘christenen’
genoemd werden, “de Weg”.
Christenen
zijn mensen van de Weg, ze zijn op
pad, zij zijn op het goede spoor, op
weg om God te vinden.
Het
evangelie van vandaag beeldt datzelfde idee uit. We komen twee mensen tegen. Ze
zijn waarschijnlijk niet onbemiddeld maar alles wat ze hebben is er niet zomaar.
Wat ze
hebben en wat ze doen heeft een doel. Het zijn schatzoekers, ze zijn op weg naar iets bijzonders. Iets wat je
nergens anders vinden kan. Wat ze doen heeft een doel, en wat ze hebben heeft
een doel: alle rijkdom is er om dat éne ding te vinden. Die schat in de akker,
die parel van grote prijs.
Die éne
schat ligt in díe ene akker. Díe parel van grote waarde vind je enkel op één
bepaalde plek. Díe schatten zijn je doel, en alles wat je hebt en kan en
meeneemt heeft ook een doel. Op weg gaan naar die schat, om die te vinden. Dát
is het leven van een reiziger.
Nu zijn er
in onze cultuur veel verhalen over schatzoekers en schatvinders. Één van die
verhalen ben ik onlangs tegengekomen. Het verhaal van de Nibelungenring, de opera
van Wagner gebaseerd op oude heidense verhalen, over de zoektocht naar een
magische ring die heel de wereld met zich meesleurt en uiteindelijk de hele
wereld van de Germaanse goden doet instorten, vanwege dat éne juweel.
De
Nibelungenring is een bijzonder juweel: iedereen heeft er alles voor over om
het te vinden. Het is een ring van macht: wie hem heeft kan anderen laten doen
wat hij wil en heeft de wereld in zijn greep.
Maar als je
de mácht van de ring wil bezitten moet je voor altijd de liefde afzweren, je
kan nooit meer van iemand anders houden. De ring zélf neemt de plaats in van
alles waar je ooit om gaf, vertekent alles waar je ooit in geloofde. Wie de ring in zijn macht heeft, wordt
geknecht door de ring.
Iedereen wil
de ring hebben, men heeft er alles voor over…. Maar niemand die hem heeft
wordt er gelukkig van. De ring brengt alleen maar ongeluk. Het is een symbool
voor macht en rijkdom zonder ziel, zonder liefde. Macht en rijkdom die geen
doel meer hebben buiten zichzelf. Die mensen die op díe manier rijk zijn hebben
echter geen geld, het geld heeft hén. Hier is een wijze les uit te leren.
Als we dan
kijken naar het verhaal van het evangelie kunnen we zeggen: zo`n ring is eerder
een soort anti-schat, een soort anti-parel.
Een bijbelse
schat is precies het omgekeerde.
Die parel en die schat uit het Evangelie zijn beelden.
Ze staan voor het Koninkrijk van God. Gods Koninkrijk, de tegenwoordigheid van de liefde van God, is groter dan we ons
kunnen voorstellen, dus we kunnen enkel door middel van beelden een idee
krijgen van waar het om gaat.
Ze wijzen
naar het oneindige: naar de onuitputtelijke liefde van God, als we die ervaren,
dan is dat een schat. Een schat die niemand van ons afpakken kan. Met een ring
van macht aan je vinger kun je nooit rustig slapen, elk moment zou iemand hem
van je vinger kunnen grissen! Maar vind je de schat van God vind je niet alleen
rust voor je ziel, ware rijkdom, maar ook vreugde, liefde en geborgenheid.
Alleen in God,
zegt de H.Augustinus, vindt ons hart de rust waarnaar het verlangt.De
menselijke wil is eindeloos groot, daarom kan niets in de wereld het
verzadigen! Erger nog: er zal altijd
iemand zijn die meer heeft, of het beter heeft! Als we daar op letten spenderen
we ons leven terwijl we opgesloten raken in een cirkel van afgunst. En die
cirkel wordt kleiner, en kleiner, en wordt uiteindelijk een kleine gouden ring
die óns volledig in zijn macht krijgt.
Als we God zoeken
worden we vrij, en worden we ook bevrijd van alle verwachtingen van de wereld. Wat
andere mensen vinden doet er dan niet zoveel meer toe, want God is de énige
maatstaf voor ons handelen.
En als we
dan niet aan die wereld vastgeplakt zitten dan is onze bagage licht genoeg om
op pad te gaan, op reis. Op reis om die Liefde te vinden die ons hele bestaan
wil verlichten en verheffen.
Laat ons samen
díe reis aangaan.
Amen.