Saturday, 25 January 2020

Kom, Volg Mij!



Het gerestaureerde "Lam Gods" van de gebroeders van Eijck
 
Toen Jezus vernam dat Johannes was gevangen genomen,
week Hij uit naar Galilea.
Met voorbijgaan echter van Nazaret,
vestigde Hij zich in Kafarnaüm
aan de oever van het meer,
in het grensgebied van Zebulon en Naftali,
opdat in vervulling zou gaan het woord van de profeet Jesaja:
“Land van Zebulon, land van Naftali,
liggend aan de zee, Overjordanië:
Galilea van de heidenen!
Het volk dat in de duisternis zat,
heeft een groot licht aanschouwd;
en over hen die in het land
van doodse duisternis gezeten waren,
over hen is een licht opgegaan.”
Van toen af begon Jezus te prediken en te zeggen:
“Bekeert u, want het rijk der hemelen is nabij.”


Eens, toen Hij zich bij het meer van Galilea ophield,
zag Hij twee broers, Simon, die Petrus wordt genoemd,
en diens broeder Andreas.
Zij waren bezig het net uit te werpen in het meer;
het waren namelijk vissers.
Hij sprak tot hen:
“Komt, volg Mij;
Ik zal u vissers van mensen maken.”
Terstond lieten zij hun netten in de steek en volgden Hem.
Iets verder zag Hij nog twee broers,
Jakobus, de Zoon van Zebedeüs, en diens broeder Johannes;
met hun vader Zebedeüs waren zij in de boot
de netten aan het klaarmaken.
Hij riep hen,
en onmiddellijk lieten zij de boot en hun vader achter
en volgden Hem.
Jezus trok rond door geheel Galilea,
terwijl Hij als leraar optrad in de synagogen,
de Blijde Boodschap verkondigde van het Koninkrijk
en alle ziekten en kwalen onder het volk genas.


Broeders en zusters in Christus, 

We lezen deze zondag over het begin van het openbare leven van de Heer, hoe hij er toe gekomen is om na de arrestatie van Johannes de Doper te gaan prediken, op te roepen tot bekering en op zoek te gaan naar zijn eerste volgelingen die hem zullen helpen bij de verkondiging van het Rijk Gods.
We weten niet precies wat er gebeurd is aan het meer van Galilea, maar de ontmoeting met Jezus moet voor de vissers Simon en Andrea en Jacobus en Johannes zoveel indruk hebben gemaakt dat ze – letterlijk – alles uit hun handen hebben laten vallen om Hem te volgen.

In de tijd van Jezus was de verhouding tussen leraar en leerling een zeer nauwe. Er was geen afstandelijkheid in. De leerling moest zich volledig ter beschikking stellen van de leraar, aan wiens voeten hij de Wet leerde. De keuze om een leraar te volgen was dan ook heel verstrekkend. De band tussen leraar en leerling werd zelfs belangrijker gevonden dan een familieband.

Het is al niet niks dat de eerste leerlingen van Jezus hun negotie achterlieten, maar dat is dus nog maar de helft van het verhaal. Ze laten eigenlijk nog veel meer achter dan dat. Kennelijk moet het appel, de aantrekking van de leraar Jezus zo groot zijn dat de leerling er alles voor achterlaat. Huis en haard, familie, carrière, bedrijf, welvaart. De ontmoeting van de Heer moet dermate indrukwekkend zijn geweest dat ze geen moment meer hoefden na te denken of Jezus volgen wel een goed idee was.
Tegelijkertijd is de respons van de eerste leerlingen geheel vrij .

Jezus hypnotiseert hen niet, manipuleert ze niet. Hij haalt geen psychologische trucjes met hen uit. Jezus is de Zoon van God, maar Hij zal zijn macht nooit tegen onze vrijheid inzetten. Wat hij wil geven kan alleen in vrijheid worden aanvaard.

Hoe begrijpen we de oproep van de Heer, kunnen we die ooit echt begrijpen? Misschien dat we het enkel kunnen ervaren.
Ik las deze week in de krant over de restauratie misschien wel het meest complexe en belangrijkste kunstwerk in het Nederlandse taalgebied: het Lam Gods van de gebroeders van Eijck dat in de kathedraal van Gent hangt. Het is een kunstwerk met een bewogen geschiedenis, waar veel mysteries om heen hangen die nog niet allemaal ontsloten zijn.

Het is een enorm schilderij, minutieus opgebouwd rond een middelpunt dat onze aandacht vraagt: het centrale paneel: de Aanbidding van het Lam, we zien het Lam Gods op een altaar staan, en om Hem heen staan engelen en heiligen om Hem te aanbidden.

Het paneel is onlangs ingrijpend gerestaureerd, het Lam zelf was in de zestiende eeuw al eens overgeschilderd. Het zag er – weten we nu – daardoor realistisch uit, in de zin van – het soort schaap dat je in de wei tegen kan komen. Maar dat is er de bedoeling niet. Het Lam Gods is geen schaap in de wei, en zo hadden de gebroeders van Eijck het ook niet bedacht.

Ik kom tot mijn punt: het gerestaureerde Lam van God, heeft een bijzonder intense, menselijke, blik. Hij kijkt je rechtstreeks aan met liefdevolle ogen. Een allesverzengende, nietsontziende liefde. En een liefde die je alles wil geven is ook een liefde die alles aan je vraagt. En dat alles wordt geconcentreerd in die blik van het Lam. Het Lam dat je aankijkt. Zijn blik is een oproep om het oude achter te laten en Hem te volgen, zodat we bij Hem kunnen zijn in zijn Koninkrijk met alle engelen en heiligen.

Er is in de krant druk geschreven over deze geïnspireerde kunst. Veel mensen schrokken omdat het anders was dan waar ze al eeuwen aan gewend waren. Alsof we al eeuwen meedraaien, denken dat we God in onze vestzak hebben zitten als zo`n horloge aan een kettinkje. (een beetje een ouderwets, maar wel stijlvol accessoire)  en dan opeens staat Hij voor ons zoals Hij is.
Als we niet zouden schrikken zou er misschien iets mis zijn met ons.
In de krant stonden er in ieder geval wat verschrikte commentaren. Een kunstkenner zei dat hij bijna niet naar de afbeelding van het Lam kon kijken, de ogen van het Lam konden ontmoeten, het was hem te confronterend. Ik heb ook van anderen gelezen dat ze diep geroerd waren door de afbeelding en dat het hun geestelijk leven had verdiept.

En dit is dan nog maar kunst, mensenwerk uiteindelijk: geïnspireerd mensenwerk, maar mensenwerk. Zelfs het meest indringende kunstwerk is geen substituut voor een werkelijke ontmoeting met de Heer.

Wat gebeurt er dan als we de blik van de Heer zouden ontmoeten? De leerlingen laten alles uit hun handen vallen. Anderen worden radeloos en weten niet meer wat ze moeten doen. Het kwaad vindt de blik van de Heer onverdragelijk: boze geesten kunnen niet in Zijn aanwezigheid bestaan, en worden schreeuwend teruggeworpen in waar ze vandaan kwamen.

Bij weer anderen, mensen die geobsedeerd zijn door zichzelf, door hun gelijk of door macht en geld kan de blik van de Heer juist vijandigheid oproepen. Want de blik van de Heer openbaart niet alleen wie Hijzelf is, maar ook wie wij zijn. Hij legt ons hart bloot. We kunnen als mensen onszelf eindeloos verstoppen voor anderen en voor onszelf, maar uiteindelijk ontmoeten we een blik die ons doorheeft, die ons ontmaskert.

Hij ontmaskert ons in alle liefde, maar dat maakt de ontmaskering niet minder echt. Met alle gevolgen van dien.

In de leerlingen ontmaskert Hij hun verlangen hun leven in dienst te stellen van de waarheid, van het koninkrijk van God. In de farizeeën ontmaskert hij de pijnlijke waarheid dat alle vroomheid aan de buitenkant niet overeenkomt met wat er echt in het hart leeft…. Wat ontmaskert Hij in ons?
Als we op één of andere manier geraakt worden door een ontmoeting, een ontmoeting met een mens, een ontmoeting met een kunstwerk, een ontmoeting met God, dan zegt dat iets over ons. Als we ons ontsteld voelen of verontrust dan betekent dat dat er iets gebeurt, en dat is goed.
Wat wordt wakker in ons? Wat zegt de liefde ons? Wat zegt de blik van de Heer ons? Hij ziet ons, hij weet van al ons goed en kwaad. Van onze hoop en onze pijn. Van onze liefde en onze eenzaamheid..

Hij wil ons wakkermaken, wakkerschudden. Hij is er niet om ons in onze sluimer te laten!

Mogen we dan geraakt te worden door zijn Ontmoeting, en we de kracht krijgen om vernieuwd door die ontmoeting het leven in te gaan, het goede te omarmen en afscheid te nemen van alles wat ons wil hypnotiseren, manipuleren of in slaap wil brengen.

Zo wakker geworden mogen wij ook uiteindelijk Hem niet alleen maar ontmoeten, maar werkelijk bij Hem zijn. Van aangezicht tot aangezicht.

Amen.  







Saturday, 18 January 2020

Zien en Getuigen


In die tijd
zag Johannes de Doper Jezus naar zich toekomen
en zei:
“Zie het Lam Gods dat de zonde van de wereld wegneemt.
Deze is het van wie ik zei:
Achter mij komt een man die vóór mij is,
want Hij was eerder dan ik.
Ook ik kende Hem niet,
maar opdat Hij aan Israël geopenbaard zou worden,
daarom kwam ik met water dopen.”
Verder getuigde Johannes:
“Ik heb de Geest als een duif uit de hemel zien neerdalen
en Hij bleef op Hem rusten.
Ook ik kende Hem niet,
maar die mij gezonden had om met water te dopen,
Hij had tot mij gesproken:
Op wie gij de Geest zult zien neerdalen en blijven rusten,
Hij is het die doopt met de heilige Geest.
Ik heb het zelf gezien en ik heb getuigd:
Deze is de Zoon van God.”

Broeders en zusters

We lezen deze zondag over Johannes de Doper die kernachtig vertelt over de opdracht die hij van God heeft gekregen, en hoe hij deze opdracht tot een goed einde heeft gebracht, ondanks dat Hij zelf niet wist hoe het allemaal zou verlopen.

Het verhaal van Johannes de Doper is een heel menselijk verhaal. Hoe vaak is het niet dat wij in ons leven aan iets begonnen zijn, een levenskeuze hebben gemaakt  - waarvan we niet dan met de grootste omzichtigheid kunnen zeggen dat we “weten hoe het af gaat lopen”
Of het nu een studiekeuze is, of een keuze voor een beroep of een bepaalde carrière, een partnerkeuze is, een keuze om te verhuizen, de toekomst op een andere plaats te zoeken, onze kinderen op deze of gene manier op te voeden en te adviseren. Al deze levenskeuzes hebben één ding gemeen: we weten niet exact hoe het leven dat zich om en door deze levenskeuzes ontwikkelt zal verlopen.

Zelfs als we het gevoel hebben dat we in onze levenskeuzes antwoord geven op een diepe aandrang, of zelfs een roeping van God ligt de toekomst nog wijd voor ons open. We kunnen later alleen maar terugkijken in verwondering over hoe het allemaal toch goed gekomen is.

Zo is het voor ons, en zo was het ook voor Johannes de Doper. Een man met een sterk gevoel van roeping, die door God werd geroepen om de oude bedeling af te sluiten en de weg vrij te maken voor een nieuw begin, een tijdperk van genade en vergeving.

Vol vuur heeft hij zijn taak opgepakt, maar hij weet - net zo min als wij dat doen - hoe de toekomst er uit zal zien. Die onzekerheid in het midden van ons leven, in het midden van ons doen en laten kan moeilijk zijn. We weten – met Johannes – dat we doen wat we moeten doen, maar zien we ook het resultaat, zien we ook de vrucht van ons werken? Toch niet altijd, niet op elk moment. Soms duurt het heel lang, soms zelfs pas na je werkzame leven. En soms zelfs dan nog niet. Of erger nog, hoewel het haast ondenkbaar is, hebben we toch ook verkeerde keuzes gemaakt.

Maar gelukkig krijgen zowel wij als Johannes meer dan waar om gevraagd is. De vraag naar duidelijkheid in ons leven, de vraag naar bevestiging van onze levenskeuzen mag een zien worden.

Wat is dat zien? Het is niet de bevestiging dat alle levenskeuzen gelukkig waren, of zelfs maar goed. Het betekent niet dat alles wat we gedaan hebben de toets van kritiek kan doorstaan. Zien, betekent dat we – samen met Johannes – Jezus mogen ontmoeten als het Lam Gods dat de zonden van de wereld wegneemt.

Er is een mooi woord in de Nederlandse taal:  serendipiteit – dat betekent dat je op zoek bent naar het één en je vindt iets veel beters en mooiers er voor in de plaats.

We zijn – zoals wij zijn – op zoek naar bevestiging in het leven en vinden daarvoor de Heer, die

1 Zichzelf gegeven heeft  als het Lam Gods om  
2 de zonden van de wereld , alle onze helaasheden, onzekerheden en onvolkomenheden
3 weg te nemen  

Als we dat zien, dan laat dat ons niet onveranderd. Sommige dingen die je ziet veranderen je, als persoon. Die zetten je op een nieuwe taak met een nieuwe energie. Die energie noemen we soms inkeer, of bekering. En in het Evangelie van Johannes wordt dat uitgelegd door twee woorden aan elkaar te verbinden:

Zien en getuigen.

U moet maar goed opletten als u het Johannesevangelie leest, die twee zie je steeds in samenhang staan. Zien en getuigen. Als je de waarheid ziet in het leven en voorbeeld van Jezus Christus, en hebt ervaren dat dat je bevrijden mag van onzekerheid, angst en pijn dan kún je die waarheid niet alleen maar voor jezelf houden.

Als je goed nieuws krijgt over een examen of een promotie, of je een gouden horloge krijgt na veertig jaar  trouwe dienst, dan is dat allemaal heel mooi – maar het is iets wat je maar beperkt delen kan.

Het goede nieuws van Jezus Christus is er echter voor de hele wereld, en we worden alleen maar rijker als we het delen. Als je jezelf bevrijd voelt wil je het niet eens voor jezelf houden.

In de woorden van de bekende Nederlandse filosoof Johan Cruijff: Je gaat het pas zien als je het door hebt .

Wij zijn natuurlijk niet Johannes de Doper: dus we krijgen in ons leven niet de belofte mee dat we automatisch de Heilige Geest zullen zien neerdalen.
Aan de andere kant hebben wij méér dan Johannes de Doper de kans om de Heer door de Geest te ontmoeten. In het horen van Gods Woord, in zijn sacramenten.

Mogen deze ontmoetingen ons sterken om steeds beter te zien met de ogen van het geloof, en te kunnen getuigen van de liefde die ons bevrijdt.

Amen.



Saturday, 11 January 2020

Doop van de Heer 2020



In die tijd kwam Jezus uit Galilea
naar de Jordaan tot Johannes om zich door hem te laten dopen.
Maar Johannes wilde Hem tegenhouden met de woorden:
“Ik heb uw doopsel nodig, en Gij komt tot mij?”
Jezus antwoordde:
“Laat het nu zijn; want zo past het ons
al wat is vastgesteld te volbrengen.”
Toen liet Johannes Hem toe.
Nadat Jezus gedoopt was,
steeg Hij terstond uit het water.
En zie, daar ging de hemel open
en Hij zag de Geest Gods neerdalen
in de gedaante van een duif
en over zich komen.
En een stem uit de hemel sprak:
“Dit is mijn Zoon, mijn veelgeliefde,
in wie Ik welbehagen heb.”

Broeders en zusters in Christus

Ik hoor de laatste tijd vaker geluiden dat het niet goed gaat met de kerk, of liever met de boodschap van Jezus. De mensen vinden die, zo is mij verteld, niet aantrekkelijk. Vaak volgen daarop dan gesprekken over wat je daaraan zou kunnen doen. Ik denk dat het Evangelie van vandaag ons een begin van een antwoord geeft.

Het Evangelie neemt ons vandaag mee naar de oevers van de Jordaan, waar Johannes en zijn leerlingen bijeen gekomen zijn om een doopsel van bekering aan te bieden aan mensen die een nieuw begin in hun leven willen maken. Er treedt echter een grote verrassing op wanneer Jezus aan Johannes vraagt om datzelfde doopsel. Johannes wil dit in eerste instantie weigeren. We weten welke grote woorden Johannes gebruikte om Jezus aan te duiden! Als het Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt, als “Hij die na mij komt”, “Hij die groter is dan mij”, en “degene van wie ik het nog niet waard ben om zijn schoenen los te maken”.  

En zo is het ook. Het doopsel van Johannes is een doopsel van bekering, en als er één persoon is die geen bekering nodig heeft, omdat hij zonder zonde is, dan is het Jezus wel.

Toch laat Jezus het zo gebeuren. Hij gaat het water in als elk eenieder mens. Johannes weet hoe groot de kloof is tussen God en Mens, en Jezus komt van God. Zoveel is duidelijk! Maar Jezus is niet alleen maar God, Hij is ook volledig mens! Jezus wil God en de mensen weer bij elkaar brengen. Helen wat is stukgemaakt door het kwaad en de zonde. Hij doet dit niet door machtswoorden te spreken, op zijn strepen te gaan staan. 

Ook voor ons kan het een verleiding zijn om op Gods strepen te gaan staan  (Zeg zeg mannetje, weet jij wel wie Jezus is, nou, hij is heel belangrijk hoor, en wist jij dat ik voor Hem werk, hmm? Nou ik zou maar eens opletten als ik jou was! Chop chop!)

Jezus kiest integendeel een pad van nederigheid , dat betekent niet – voetveeg – maar het gaan van de weg van ontvankelijkheid, en solidariteit met zwakke en zieke mensen. Het is een weg van nabijheid. God is niet mens geworden om op afstand van ons te komen staan, maar om dichterbij te komen.

We kunnen zeggen: het zich laten dopen in de Jordaan is zijn manifest. Het Evangelie vertelt ons dat als Jezus uit het water komt de Hemel open gaat, de Stem van de Vader wordt gehoord en de Geest als een duif op hem neerdaalt. Dit is allemaal prachtige Bijbeltaal die wil zeggen: zo begint Jezus aan zijn taak, zijn missie.

Hij gaat door het water van de boete, de vernedering om een pad te kunnen vrijmaken naar de mensen toe. En zo zal zijn hele ‘publieke leven’ er uit zien. Zijn missie van redding en genade voor alle mensen is geen tour met gelikte optredens, of een serie marketingtrucs – die er op gericht om zoveel mogelijk mensen binnen de tent te krijgen.

Hij is geen krijgsheer die een militie gaat oprichten om zo de macht te kunnen grijpen, geen politicus die verkiezingen te winnen heeft. Hij is eenvoudig zichzelf, enkel en alleen gewapend met de waarheid. Zonder lawaai of stemverheffingen ontfermt Hij zich over iedereen die in de kreukels ligt.  Dienaar van alle mensen.

Jezus mag op die manier ook ons voorbeeld zijn voor hoe wij in het leven mogen staan, zeker wanneer we ons willen inzetten voor datgene waar we in geloven, Hij die ons voortdrijft. We mogen zeker vasthoudend zijn in wat we te zeggen hebben maar tegelijkertijd vriendelijk zonder arrogantie of andere vormen van opdringerigheid.

De boodschap van Jezus Christus wordt er niet aantrekkelijker op als christenen zelf er vooral op uit lijken te zijn om anderen de les te lezen. Jezus bekend maken onder de volkeren is in de eerste plaats een weg van navolging. 

Als we Jezus in ons leven meer navolgen, in gebed en in concrete werken van naastenliefde, dan wordt onze boodschap ook geloof-waardiger. Missie gaat niet over wie er de gladste tong heeft of het snelste allemaal theologische knopen weet te ontwarren. Missie gaat over nabijheid.
Zo mogen we dan onze eigen doop ervaren, beleven en uit-leven. Ook bij onze doop is een opdracht ingesloten. Een opdracht van gemeenschap van Christus zijn, een opdracht Jezus onder de mensen te brengen, en een opdracht om bezield te blijven door de Heilige Geest.

Amen.

Saturday, 4 January 2020

Driekoningen 2020


Driekoningen 2020

Beste Kinderen, Papa’s en Mama’s, Oma’s en Opa’s. Beste Parochianen.
Een paar dagen geleden, bij Oud& Nieuw was er heel veel mist. Dat hebben jullie vast wel gemerkt. Ik zeker want ik moest nog met de auto onderweg terug naar Alkmaar. Dan moet je heel rustig rijden, de mistlamp aanzetten en hopen dat andere mensen ook voorzichtig zijn!

Het vuurwerk was ook wat minder goed te zien, maar dat is niet erg – als je maar veilig thuisgekomen bent en er geen ongelukken gebeuren in de mist! En wat is het fijn als je de volgende ochtend alles weer helder kan zien!

We lezen in deze mis voor het feest van Driekoningen een verhaal over een ander licht dat ons de weg wijst. Ook een soort mistlamp – maar dan niet één die zegt: “Kijk uit! Straks bots je nog ergens op!” , maar meer een soort vuurtoren of een baken aan de kust. “Hier moet je zijn, hier moet je naartoe”

Het gebeurt heel vaak dat mensen de weg kwijt zijn. Dat het op één of andere manier donker is om hen heen. Niet alleen dat ze écht slecht kunnen zien maar ook: dat ze de weg niet weten. Dat mensen de weg niet weten omdat ze niet weten wat ze moeten doen, of waar ze naar toe zouden moeten gaan. Ze weten niet meer wat goed is en wat slecht. Maar als mensen maar wat doen, zo het eerste wat in hun opkomt, dan gaat het best vaak mis. Dat is een beetje als je op weg gaat ergens heen, en je slaat nu eens linksaf en dan eens rechtsaf, zo als op dat moment in je opkomt.  Dan gaan al je mooie plannen de mist in.

Je komt ongetwijfeld ergens uit, maar waarschijnlijk niet op de plek waar iedereen op je zit te wachten. Je moet kunnen zien waar je naar toe gaat voordat je ergens kan komen, dat gaat zo in de auto, en zo gaat het ook in het leven. Bij alles wat we doen.

Maar soms lukt het niet om de weg in het leven te vinden, hoe goed je je best ook doet.

De Bijbel zegt dat als je je best doet, maar de weg niet kan vinden, dat God je dan helpt. Bij de Drie Koningen doet Hij dat heel letterlijk. Het zijn wijze mensen die op zoek zijn naar een nieuwe koning die de hele wereld nieuw gaat maken. Maar hoe ze ook studeren op kaarten en rekenen op de computer, ze komen er niet uit. Dan stuurt God ze een teken, zodat ze op pad kunnen – en ze vinden het kind waar ze naar op zoek waren, zodat ze het geschenken kunnen geven. En een cadeau, dat is de snelste manier om te zeggen: ik ben blij dat je er bent. Ik ben blij dat ik je gevonden heb.

Ook als wij niet weten wat we moeten doen in het leven dan mogen we aan God vragen om licht. Mogen we vragen dat we wat beter om ons heen mogen kijken. Zo kunnen we dan leren zien wat goed is en wat verkeerd. We mogen kijken wat Jezus zelf gedaan heeft, hoe hij met andere mensen omging. Als we ons best willen doen om steeds meer op Hem te lijken, zijn voorbeeld na te volgen dan gaat in ons leven nooit alles de mist in.

Als we helder om ons heen kijken kunnen we zelf ook weer op zoek gaan naar andere mensen, ze geven wat ze nodig hebben en zo tegen ze zeggen: ik ben blij dat je er bent. Ik ben blij dat ik je gevonden heb.

Amen.