Saturday, 20 March 2021

Jezus Zien.

 

Onder degenen
die bij gelegenheid van het feest optrokken ter aanbidding
waren ook enige Grieken.
Deze nu klampten Filippus van Betsaïda in Galilea aan
en vroegen hem:
“Heer, wij zouden Jezus graag spreken.”
Filippus ging het aan Andreas vertellen
en tenslotte brachten Andreas en Filippus
de boodschap aan Jezus over.
Jezus echter antwoordde hun:
“Het uur is gekomen,
dat de Mensenzoon verheerlijkt wordt.
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u:
als de graankorrel niet in de aarde valt,
blijft hij alleen;
maar als hij sterft,
brengt hij veel vrucht voort.
Wie zijn leven bemint, verliest het;
maar wie zijn leven in deze wereld haat,
zal het ten eeuwigen leven bewaren.
Wil iemand Mij dienen dan moet hij Mij volgen;
waar Ik ben, daar zal ook mijn dienaar zijn.
Als iemand Mij dient, zal de Vader hem eren.
Nu is mijn ziel ontroerd.
Wat moet Ik zeggen?
Vader, red Mij uit dit uur?
Maar daarom juist ben Ik tot dit uur gekomen.
Vader, verheerlijk uw Naam.”
Toen kwam er een stem vanuit de hemel:
“Ik heb Hem verheerlijkt
en zal Hem wederom verheerlijken.”
Het volk dat er bij stond te luisteren,
zei dat het gedonderd had.
Anderen zeiden:
“Een engel heeft tot Hem gesproken.”
Maar Jezus sprak:
“Niet om Mij was die stem,
maar om u.
Nu heeft er een oordeel over de wereld plaats,
nu zal de vorst dezer wereld worden buiten geworpen;
en wanneer Ik van de aarde zal zijn omhoog geheven
zal Ik allen tot Mij trekken.”
Hiermee duidde Hij aan
welke dood Hij zou sterven.

 

Beste mensen, broeders en zusters

Het is feest in Jeruzalem! Heel veel mensen zijn op pad om de pelgrimstocht naar de tempel te maken. En in dat gedrom lopen allerlei mensen rond, het is net als de Lange Nieuwstraat op koopzondag – en dan zonder virus en met God.

Mensen van allerlei slag lopen naar Jeruzalem, naar de Tempel toe en hopen daar iets te vinden. Hoop of wijsheid, verlichting – nieuw leven.

Ondertussen gonst het in de groep van een leraar die een nieuwe boodschap brengt. Jezus. En de mensen die van ver komen – het Evangelie noemt die ‘de Grieken’ – vragen aan de eerste de beste leerling die ze tegenkomen:

“Wij willen Jezus zien”, in de Nederlandse vertaling lezen we: “we willen Hem graag spreken”, maar dat staat er niet. Er staat in het Grieks: we willen hem zien. En dat is ook waar het om draait deze zondag. Jezus zien.

“Wij willen Jezus zien”, dat zijn woorden die ook wij zo mee kunnen nemen. Want dat is ook de reden dat we hier zijn. Wat doen we hier op zondagochtend in de kerk of thuis ingeschakeld via de nieuwe stream: we willen Jezus zien, we willen zien wie Hij is, we willen weten wie Hij is. We willen Hem beter leren kennen.

Die “Grieken” blijken helemaal niet zo ver weg te zijn. Ze zijn best dichtbij. Sterker nog: zij zijn wat wij zijn – mensen uit de hele wereld die opgaan naar God.

De een komt elke week naar de kerk, de ander maar een paar keer per jaar – zo met Kerst en Pasen – een derde komt zo af en toe voor de mooie muziek en een derde is misschien pas katholiek geworden en is super-enthousiast over alles. Zo was dat ook met de Grieken uit de tijd van Jezus (maar dan Joods, en nog niet katholiek)

Daar zaten felle bekeerlingen tussen, of Griekssprekende Joden die elk weekend meededen en vrijwilliger waren, of Joden die dat van geboorte waren en hoewel iets minder actief – het geloof toch belangrijk vonden - en tenslotte ook mensen die “de muziek volgden”: heidenen die dat allemaal wel interessant vonden: Één God met een boodschap voor alle mensen! Ze werden dan misschien niet officieel Joods maar ze deden wel mee. Dat alles waren de Grieken, mensen net als wij.  

En hun woorden, hun nieuwsgierigheid, mag ook de onze zijn: wij willen Jezus zien

Maar Jezus loopt niet direct naar ze toe om zich voor te stellen en visitekaartjes uit te delen.

(Dat zou wat zijn, visitekaartjes van Jezus: J. Christus, Leraar en Wonderwerker, en dan een kantooradres in Kafarnaüm en het telefoonnummer van zijn secretaresse – nee hé, we voelen het al aan, dat is niet hoe Jezus zichzelf laat zien, zelfs al hadden er al visitekaartjes bestaan)

Hoe gaat Jezus zichzelf wél laten zien? Niet op een afstandelijke manier, met een website en een visitekaartje, een Linkedinprofiel met endorsements – dat mensen bijvoorbeeld vertellen dat je heel goed bent in storytelling en het genezen van melaatsen.  

Onze vraag blijft: wij willen Jezus zien, maar wat is het antwoord. Wat krijgen we te zien? Wat krijgen we te horen?

We krijgen tekens en symbolen te horen. We horen over Jezus die omhooggeheven wordt met de armen wijd uitgestrekt, en een symbool: het zaad dat in de Aarde valt en sterft. Als het zaad zichzelf blijft , dan wordt het niks. Maar als het zaad sterft – ophoudt zaad te zijn – dan is er ruimte voor nieuw leven.

Die twee dingen samen wijzen vooruit. Ze wijzen vooruit naar de Goede Week, naar de Passie van de Heer. Naar zijn dood aan het Kruis.

Waar Hij omhoog geheven zichzelf openbaart als de redder van de wereld. Zo laat hij zichzelf zien.

Niet met interviews in glossy’s of bijdehante opmerkingen op sociale media of een gelikt webformulier waarna je – als je dat hebt ingevuld – elk jaar op je verjaardag een e-mailtje krijgt met felicitaties en een mooie aanbieding van Jezus. Drie voor de prijs van één. Nee.

Hij openbaart zich niet als de succesvolle – maar als degene die zijn leven geeft, en het op Pasen terugwint omdat hij het verliest.

Op de vraag: laat ons Jezus zien – is maar één antwoord mogelijk, en dat is het kruis. Dáár kun je Jezus zien. Dat is wat Hij is. De man aan het kruis die zijn leven geeft voor de hele wereld. Voor pretletters en pechvogels, succesverhalen en mislukkingen, voor wappies en wijzen, voor farizeeërs en losbollen, voor verloren zoons en oudere broers.

Je moet hem zó zien, anders zie je hem niet.

En als je Hem zo ziet, en als je zo in Hem gelooft – die vreemde boodschap dat Jezus wint door te verliezen – dan zijn we ook vrij om te doen.

Letterlijk vrij om te doen, want dan worden we ook bevrijd van het idee dat je alleen maar kan slagen als je altijd wint.

Dan kun je geven zonder elk moment iets terug te moeten verwachten. Kun je liefhebben zonder boekhouding.

En als je je niet meer angstig vastklampt aan jezelf zul je zien dat er ruimte is voor nieuw leven, nieuwe groei.

En met alle mensen om ons heen, die we dan met nieuwe ogen mogen leren zien kunnen we dan samen opgaan naar onze woning.

Het nieuwe Jeruzalem.

Amen.

 

 

Saturday, 13 March 2021

Omhooggeheven

 

In die tijd sprak Jezus tot Nikodemus:

“De Mensenzoon moet omhoog worden geheven,
zoals Mozes eens de slang omhoog hief in de woestijn,
opdat eenieder die gelooft
in Hem eeuwig leven zal hebben.
Zozeer immers heeft God de wereld lief gehad,
dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven,
opdat al wie in Hem gelooft niet verloren zal gaan,
maar eeuwig leven zal hebben.
God heeft zijn Zoon
niet naar de wereld gezonden om de wereld te oordelen,
maar opdat de wereld door Hem zou worden gered.
Wie in Hem gelooft, wordt niet geoordeeld,
maar wie niet gelooft, is al veroordeeld,
omdat hij niet
heeft geloofd in de Naam van de eniggeboren Zoon Gods.
Hierin bestaat het oordeel:
het licht is in de wereld gekomen,
maar de mensen beminden de duisternis meer dan het licht,
omdat hun daden slecht waren.
Ieder die slecht handelt, heeft afschuw van het licht
en gaat niet naar het licht toe
uit vrees dat zijn werken openbaar gemaakt worden.
Maar wie de waarheid doet, gaat naar het licht,
opdat van zijn daden moge blijken dat zij in God zijn gedaan.”

 

Broeders en zusters

Het is een mysterieuze tekst die we deze zondag horen in het Evangelie. Jezus openbaart aan Nicodemus, een joodse leraar de nieuwe werkelijkheid die Hij zal inleiden. Hij gebruikt symbolen uit het Oude Testament om dat  uit te leggen. Maar u zult het met me eens zijn dat het Nicodemus misschien allemaal niet één twee drie duidelijk was. En ons misschien ook niet.

Grote woorden: heil, licht, oordeel, een omhooggeheven slang..

Zoals dat vaak gaat met de woorden van Jezus, de leerlingen en naasten snapten het vaak ook niet. Pas in het licht van Pasen kan men terugkijken en wordt duidelijk wat Jezus allemaal bedoelde.

Als we het af en toe allemaal moeilijk vinden bevinden we ons dus in goed gezelschap!

In deze lezing zien we een hele mooie beweging van de aarde naar de Hemel en weer terug. We zien drie thema’s die alles met elkaar te maken hebben.  

Het Kruis als openbaring van het heil

De zelfgave van Jezus

En het wezen van het oordeel.

Allereerst: zonder kruis geen redding.

Toen Mozes met het Joodse volk in de woestijn was. Gebeurde er eens iets verschrikkelijks. Door grote onvoorzichtigheid werden veel mensen door slangen gebeten en het gif zou hen fataal worden. God vertelde toen aan Mozes om een bronzen slang op een paal op te heffen in de woestijn en iedereen die naar dat beeld op keek zou worden genezen.

In de Joodse traditie wordt dan gezegd: het zijn niet de slangen die doden of levend maken, het is het je hart richten op God, dat brengt leven.

Jezus gebruikt het symbool om zijn kruisiging uit te leggen, net als de opgeheven slang een symbool van Goddelijke genezing was, zo zal de kruisiging de realiteit daarvan zijn.

En dat is zo omdat de kruisiging de volledige zelfgave van God in Jezus Christus is, hij is gekomen om te redden, dat is zijn enige doel – en de kruisiging en de Opstanding zijn daar de voltooing van.

En waar red Hij ons van, van de duisternis, van het negatieve oordeel. Want het oordeel, zo zegt Hij, dat is niet als een onderzoek van een forensische accountant, van een soort Goddelijke FIOD, die je boeken komt controleren om te kijken of je niet ergens eens een keer een komma verkeerd hebt gezet in je leven, maar een liefdevol licht dat ons uitnodigt om thuis te komen.

Wat betekent dit alles voor ons: we hebben hier grote vergezichten van de eeuwigheid tot Pasen en weer terug, maar wat mogen we hiermee doen?

We gaan op naar de Goede Week, een tijd waarin we onders bijzonder mogen verenigen met Jezus’ lijden en sterven aan het Kruis, en dan is het goed dat doel van redding onder ogen te houden. Het kruis maakt het Licht zichtbaar en wij worden uitgenodigd in dat licht te gaan staan.

Dat kan soms even moeilijk zijn, want als je in het licht staat zie je ook wat er allemaal nog niet goed gaat in het leven, al onze onhebbelijkheden,  onze tekortkomingen.

Maar staan we eenmaal in het licht dan kunnen we er ook steeds dichterbij komen, de duisternis heeft dan geen greep meer op ons. Niet blijvend in ieder geval.

Als je éénmaal in het licht staat wordt het makkelijker blijven we op weg, onder het teken van de Omhooggehevene mogen we uiteindelijk mee omhoog. Naar God,

Amen.

 

Saturday, 6 March 2021

Een Plaats voor God

Toen het Paasfeest der Joden nabij was,
ging Jezus op naar Jeruzalem.
In de tempel trof Hij de verkopers aan
van runderen, schapen en duiven
en ook de geldwisselaars die daar zaten.
Hij maakte van touwen een gesel,
dreef ze allemaal uit de tempel,
ook de schapen en de runderen;
het kleingeld van de wisselaars veegde Hij van de tafels
en Hij wierp die omver.
En tot de duivenhandelaars zei Hij:
“Weg met dit alles!
Maakt van het huis van mijn Vader geen markthal!”
Zijn leerlingen herinnerden zich dat er geschreven staat:
De ijver voor uw huis zal mij verteren.
De Joden richtten zich tot Hem met de woorden:
“Wat voor teken kunt Gij ons laten zien,
dat Gij dit doen moogt?”
Waarop Jezus hun antwoordde:
“Breekt deze tempel af
en in drie dagen zal Ik hem doen herrijzen.”
Maar de Joden merkten op:
“Zesenveertig jaar is aan deze tempel gebouwd;
zult Gij hem dan in drie dagen doen herrijzen?”
Jezus echter sprak over de tempel van zijn lichaam.
Toen Hij dan ook verrezen was uit de doden,
herinnerden zijn leerlingen zich dat Hij dit gezegd had,
en zij geloofden in de Schrift
en in het woord dat Jezus gesproken had.
Terwijl Hij bij gelegenheid van het Paasfeest in Jeruzalem was,
begonnen er velen in zijn Naam te geloven
bij het zien van de tekenen die Hij deed.
Maar Jezus van zijn kant had geen vertrouwen in hen,
omdat Hij allen kende.
Hij wist wat er in de mens stak
en daarom was het niet nodig

dat iemand Hem over de mens inlichtte. 

Broeders en zusters

Een paar maanden geleden, net voor Kerst was er discussie of de kerken überhaupt wel open mochten zijn, en of ze niet beter dicht konden gaan. U herinnert het zich misschien nog wel. Wat in ieder geval wel duidelijk was, was dat de supermarkten hoe dan ook open moesten blijven, wát er verder ook dicht moest rond Kerst, de Albert Heijn niet!  

Ik weet nog dat de gedachte door mijn hoofd spookte: dan zul je zien dat op Eerste Kerstdag de kerken dicht zijn, en de Albert Heijn open. En dan denk je aan al die jonge mensen die geen Kerst mogen vieren met hun familie omdat ze dan moeten werken.  En je voelt haast een knoop in je maag. De zondag is al verdwenen, maar mogen er dan niet eens een paar dagen overblijven waar de drang van werk en handel ophoudt? Je zou er haast begrip voor hebben als iemand een flink fietsslot op de winkelkarretjes zet. 

Zijn er dan geen vrijplaatsen meer in de tijd, of sowieso vrijplaatsen waar de vanzelfsprekendheid waarmee alles wordt opgemeten, vertaald naar euro’s en daarna gedeclareerd niet opgaat?

De Bijbel laat ons zien dat er nood is aan dergelijke vrijplaatsen. We kunnen niet zonder werk, zonder handel, zonder geld. Iedereen die het geprobeerd heeft anders te doen is linksom of rechtsom vastgelopen, maar het domein van werk en geld mag zich niet overal over uitstrekken!

Er zijn vrijplaatsen in de tijd – de Sabbatdag, daar hebben we over gehoord in de eerste lezing van de Tien Geboden – en er was een bijzondere vrijplaats in Jeruzalem. De Tempel.

Maar vrijplaatsen zijn kwetsbaar. Het zit hem al in de naam. Altijd als we ergens een vrijplaats voor maken, geven we toe dat de vrijplaats een uitzondering is, en de drang van werk, handel en macht de vanzelfsprekendheid die alleen met grote moeite tegengehouden kan worden om werkelijk álles in de samenleving over te pakken.

Als we makkelijk een tijd of een ruimte konden vrijmaken tegen de druk van die machten of belangen in, dan hoefden er geen vrijplaatsen te zijn.

Als de zondag niet meer wordt vrijgehouden, ook maatschappelijk niet, voor andere zaken dan wordt het één dag onder vele, en de facto dus een dag waarop we gewoon aan het werk zijn. Dat is voor veel mensen al een harde werkelijkheid. Inmiddels zijn ook Pasen en Kerst al aan de beurt. En de enige reden dat de winkels op nieuwjaarsdag dicht zijn is omdat dan alle prijsplakkertjes moeten worden vervangen.

God laat zich vooral zien in die vrijplaatsen. Je moet je vrijmaken van een stuk wereld om goed te kunnen werken aan de relatie met God. Het is net als met een huwelijk: als je allebei alleen maar aan het werk bent, of erger nog: alleen maar bezig bent met hoe je zo veel mogelijk eigen voordeel uit de relatie kan halen – dan gaat het mis.  Er is vrijheid en rust nodig om de relatie te laten bloeien.

We vinden vandaag drie vrijplaatsen waar het in de lezingen over gaat;

De Sabbatdag – de vrijplaats in de tijd

De Tempel – een heilige plaats, die een vrijplaats in de wereld is

Jezus Christus zelf

Over de vrijplaatsen in de tijd hebben we het gehad. Over de vrijplaats in de wereld van Jezus, de Tempel, gaat het in het Evangelie. We horen dat Jezus wordt geconfronteerd met een praktijk die hij niet eerder heeft gezien. We weten dat er handel was rond de tempel, en het onreine Romeinse geld moest voor de offergave worden omgewisseld in tempelgeld, dat wel door de beugel kon, maar kennelijk kregen de handelaren veel meer ruimte dan eerder, en was dat iets waar gelovige Joden zich heel erg aan stoorden. Jezus wordt zelfs woedend. Want als de vrijplaats in gevaar komt, is er geen plek meer voor God onder de mensen. Jezus overdrijft echt niet als hij wat tafels omgooit en wat handelaren met een zweep achter de vodden zit.

Daarna wijst Hij vooruit naar zichzelf, als nieuwe vrijplaats als nieuwe Tempel. De oude vrijplaatsen gaan langzaam stuk, elke keer brokkelt er een stukje van af.  De sabbat wordt gecorrumpeerd, de Tempel zelf is in gevaar en zal – al weten de mensen dat nog niet – over veertig jaar geheel verwoest worden. Er is een nieuwe, definitieve, Vrijplaats nodig.

Jezus Christus zelf is – dat is een oude leerstelling uit de theologie – zowel Priester, degen die offert, het Lam, degene die geofferd wordt, maar ook het Altaar. Jezus Christus is zelf de plaats waar de grenzen tussen God en mens doorbroken worden.  Daarmee is Hijzelf de ultieme vrijplaats geworden wanneer Hij zijn lijden en sterven binnengaat om op de derde dag te verrijzen.

Jezus spreekt voor de omstanders mysterieuze woorden als Hij het heeft over de “Tempel van Zijn Lichaam” – ze kunnen het nog niet begrijpen – maar dit is wat ze betekenen. Elke vrijplaats in de wereld die de vrijheid van de mens in hun relatie met God moet beschermen is uiteindelijk krachteloos. Enkel in Jezus vinden wie die plaats.

Als we in Jezus die ruimte vinden krijgen we ook zelf de mogelijkheid om vrijplaatsen in te richten in ons leven. Leren we dat de meest belangrijke dingen niet uit te drukken zijn in de taal van macht en geld. Dan kunnen we – met kracht van boven – vrijplaatsen herkennen. Onze kerk, de zondagen waarop we samen kunnen komen. Leren we ze waarderen en maken we zelf de vrijplaatsen in ons leven.  Heiligen we de uren van de dag door het gebed, zodat onze dagen niet veranderen in één grote tijdsbrei waarin we alleen maar virtueel achter onze zoomvergaderingen en –afspraken aanrennen.

In deze Vastentijd zijn we uitgenodigd om te werken aan onze relatie met God. Laten we dan ook die kostbare vrijplaatsen koesteren, dat alles wat we op die plaats zaaien, en rustig laten groeien ook vrucht mag dragen zodat we ook in vrijheid op kunnen gaan naar het Paasfeest, bij de verrezen Heer.

Amen.