Saturday, 30 March 2024

Paasnacht 2024

 Toen de sabbat voorbij was kochten Maria Magdalena,
Maria de moeder van Jakobus,
en Salome
welriekende kruiden om Hem te gaan balsemen.
Op de eerste dag van de week,
heel vroeg,
toen de zon juist op was,
gingen zij naar het graf.
Maar ze zeiden tot elkaar:
“Wie zal de steen
voor ons van de ingang van het graf wegrollen?”
Opkijkend bemerkten ze echter dat de steen weggerold was;
en deze was zeer groot.
Binnengetreden in het graf
zagen ze tot hun ontsteltenis
aan de rechterkant een jongeman zitten in een wit gewaad.
Maar hij sprak tot haar:
“Schrikt niet.
Gij zoekt Jezus de Nazarener die gekruisigd is.
Hij is verrezen,
Hij is niet hier.
Kijk, dit is de plaats waar men Hem neergelegd had.
Gaat aan zijn leerlingen en aan Petrus zeggen:
Hij gaat u voor naar Galilea;
daar zult gij Hem zien, zoals Hij u gezegd heeft.”
De vrouwen gingen naar buiten en vluchtten weg van het graf,
want schrik en ontsteltenis hadden hen overweldigd.
En uit vrees zeiden ze er niemand iets van.

Beste vrienden


Op Stille Zaterdag las ik in een krant dat het niet goed ging met de kerk. Die stond op uitsterven, zo wist  de krant me te vertellen. Er stond ook een behulpzaam grafiekje bij. Met zo`n lijn die recht naar beneden gaat. Ik vond dat heel treffend, om juist op Stille Zaterdag dat de lezen. Op Goede Vrijdag zijn we meegegaan op de Kruisweg. We horen het Passieverhaal. Iedereen die íets te zeggen heeft –  is het opeens roerend met elkaar eens. Die Jezus, daar moet het klaar mee zijn.

Aan het kruis met hem, en dan een diep graf. Goed aanstampen ook. Dan hebben we geen last meer van Hem. En op Stille Zaterdag is het dan missie volbracht! Het is stil. De lijn liep recht naar beneden, het graf in. Eindelijk rust. Dat zie je de machthebbers denken, Pilatus, Herodes, de Hogepriesters. Eindelijk eens  een rustige Zaterdag. Pantoffels aan, voetjes omhoog. De zaterdagkrant met kruiswoordpuzzel...

En misschien stond er in de Nieuwe Jeruzalemsche Courant van die dag ook nog een grafiekje, “Volgelingen van Jezus” staat er dan boven. Met zo`n lijn die recht naar beneden gaat.

Maar die Stille Zaterdag, beste mensen, dat ís geen Rustige Zaterdag. Die stilte is maar buitenkant. In de diepste diepten gebeurt er van alles. In de geloofsbelijdenis bidden we altijd Hij is nedergedaald ter helle, en dat is wat die dag gebeurt. Jezus gaat het Dodenrijk in, niet als machteloos en onttakeld mens, zoals iedereen die Hem daarin is voorgegaan. Nee, hij treedt daar binnen in macht.

Hij breekt de poorten daar open en keert het Dodenrijk binnenstebuiten. Wij weten wat het betekent als er mensen op bevrijding wachten. En dat zijn dan nog de levenden die wachten op verlossing. Maar de doden wachtten daar ook op. En nú is het zover. Aan de buitenkant is nog niks te zien, maar de dood is al overwonnen.

Over het moment zelf dat Jezus in overwinning terugkeert van die bevrijding van de mensen uit het dodenrijk lezen we niks. Dat blijft een geheim van de binnenkant van het graf. Maar het geheim blijft niet in het graf, het wordt niet in het graf meegenomen. Het zijn de vrouwen die het ontdekken. Ook daar worden alle verwachtingen weer omgedraaid.

De eerste mensen die bevrijd worden, dat zijn de doden. De meest machteloze mensen die er zijn, want wie dood is kan écht niets meer. De eerste getuigen zijn de vrouwen. Zij zijn de eersten die het verhaal laten rondgaan. En dan moet je weten dat de verklaring van een vrouw geen rechtswaarde had. Dat gaat nog wat verder dan wij gewend zijn. In die tijd en plaats kon je niet zomaar zeggen dat je iets geloofde omdat een vrouw het zei.

Als we puur in menselijke categorieën zouden denken had je kunnen overwegen: als Jezus zo graag had gewild dat hij geloofd zou worden zou hij toch wél eerst verschenen zijn aan een respectabele mannelijke leerling (een apostel natuurlijk, een leerling eerste klas!) met alle juiste kwalificaties. Zijn getuigenis is dan boven alle kritiek verheven!

Maar als Jezus zo zou denken, dan zou Hij Jezus niet geweest zijn. Jezus werkt niet van boven naar beneden. Hij roept zichzelf niet uit tot keizer om de wereld aan zijn wil te onderwerpen. Hij werkt van onderop. Hij begint zijn bevrijdingstocht bij de doden, de mensen die niemand horen kan, en maakt zich daarna bekend via de vrouwen, de mensen die niemand horen wil. Ze durven het zelfs niet te zeggen. Maar het verhaal vindt zijn weg.

De lijn naar beneden is evengoed een lijn naar boven. Je ziet niet altijd wat er gebeurt. De harde feiten zijn soms het meest misleidend! Aan de buitenkant zie je een onbeweeglijke steen die geen mens van zijn plaats kan krijgen. Maar achter onbeweeglijke stenen, harde feiten en de oordelen van mensen werkt God op ongeziene wijze. En God houd je niet tegen. Zelfs als je Hem dood maakt houd je Hem niet veilig in het graf.

En nu staan we bij het lege graf, en we weten niet wat we zien. De werkelijkheid is te groot voor ons om het zomaar te vatten. We moeten dus met de leerlingen mee, in deze komende Paastijd. Mee naar Galilea - om Jezus opnieuw te leren kennen, nu Hij alles overwonnen heeft: de Wereld en het Dodenrijk.

Amen. Zalig Pasen!

 

 

Wednesday, 27 March 2024

Witte Donderdag 2024

 Het paasfeest was op handen.
Jezus,
die wist dat zijn uur gekomen was
om uit deze wereld over te gaan naar de Vader,
en die de zijnen in de wereld bemind had,
gaf hun een bewijs van zijn liefde tot het uiterste toe.
Onder de maaltijd,
toen de duivel reeds
aan Judas Iskariot, de zoon van Simon,
het plan had ingegeven om Hem over te leveren,
stond Jezus van tafel op.
In het bewustzijn
dat de Vader Hem alles in handen had gegeven
en dat Hij van God was uitgegaan
en naar God terugkeerde,
legde Hij zijn bovenkleren af,
nam een linnen doek en omgordde zich daarmee.
Daarop goot Hij water in het wasbekken
en begon de voeten van de leerlingen te wassen
en ze met de doek waarmee Hij omgord was af te drogen.
Zo kwam Hij bij Simon Petrus,
die echter tot Hem zei:
“Heer, wilt Gij mij de voeten wassen?”
Jezus gaf hem ten antwoord:
“Wat Ik doe, begrijpt ge nu nog niet,
maar later zult gij het inzien.”
Toen zei Petrus tot Hem:
“Nooit in der eeuwigheid zult Gij mij de voeten wassen!”
Jezus antwoordde Hem:
“Als gij u niet door Mij laat wassen,
kunt gij mijn deelgenoot niet zijn.”
Daarop zei Simon Petrus tot Hem:
“Heer, dan niet alleen mijn voeten,
maar ook mijn handen en hoofd.”
Maar Jezus antwoordde:
“Wie een bad heeft genomen, behoeft zich niet meer te wassen,
tenzij de voeten,
hij is immers helemaal rein.
Ook gij zijt rein,
ofschoon niet allen.”
Hij wist immers wie Hem zou overleveren.
Daarom zei Hij:
“Niet allen zijt gij rein.”
Toen Hij dan hun voeten had gewassen,
zijn bovenkleren had aangetrokken
en weer aan tafel was gegaan
sprak Hij tot hen:
“Begrijpt gij wat Ik u gedaan heb?
Gij spreekt Mij aan als Leraar en Heer,
en dat doet gij terecht, want dat ben Ik.
Maar als Ik,
de Heer en Leraar, uw voeten heb gewassen,
dan behoort ook gij elkaar de voeten te wassen.
Ik heb u een voorbeeld gegeven,
opdat gij zoudt doen zoals Ik u gedaan heb.”

 Beste vrienden

Weinig dingen zijn belangrijker in het leven dan dat je op bepaalde momenten samen eet. Dat je elkaar ontmoet en met elkaar datgene deelt wat leven geeft. Voedsel is niet zomaar brandstof, geen uitgewogen verzameling calorieën en voedingsstoffen. Voedsel, en het delen van voedsel bij maaltijden geeft ook betekenis aan ons leven. Geen maaltijd in ons leven is betekenisloos, en sommigen blijven ons ons hele leven bij.

Voedsel voedt niet alleen ons lichaam maar ook onze ziel. Dat maakt het Laatste Avondmaal dan ook zo belangrijk. Het is de meest betekenisvolle maaltijd die er was want we vieren op deze avond de instelling van de eucharistie (en daarmee van het priesterschap, want het één bestaat niet zonder het ander)

Over de volle betekenis van de eucharistie kun je boeken vol schrijven, ik wil er kort, hier en nu aan het begin van het Triduum van Pasen een aantal punten uitlichten. Want net zo min als Witte Donderdag op zichzelf staat, staat de eucharistie op zichzelf. Álles wat betekenis heeft wijst naar iets dat verder gaat dan de uiterlijkheid en de oppervlakte. De betekenis van dingen gaat voorbij wat we met eigen ogen zien, met eigen oren horen.

Er zijn voor de eucharistie veel woorden en namen. De catechismus noemt negen verschillende namen. Ik wil er een paar uitlichten die voor vanavond en voor de rest van het Triduum : Goede Vrijdag en Paasnacht van bijzonder belang zijn.

Allereerst zoals gezegd de eucharistie is maaltijd des Heren. Niet zomaar één maaltijd onder anderen maar één van de definiërende momenten in het leven van Jezus en Zijn leerlingen. Als maaltijd, samenkomst rond de tafel verbindt het ons met het leven van het Volk van God van het vroegste verleden tot de verste toekomst. De eucharistie wijst terug naar de Joodse Paasmaaltijd waarmee de bevrijding uit Egypte gevierd werd, de bevrijding die wij ook benoemen in de Paasnacht (in de Paasjubelzang en de lezing uit Exodus 14). De eucharistie wijst ook vooruit, naar de kerk in de Hemel, naar het bruilofstmaal van het Lam. De eucharistie bindt ons samen in de tijd.

Met de woorden gedachtenis en Heilig Offer drukken we uit dat de Eucharistie niet zomaar symbolisch verwijst naar Gods heilsplan maar dat het daadwerkelijk gegrond is in de gebeurtenissen van Goede Vrijdag en Pasen. De eucharistie herhaalt het offer van Jezus aan het kruis niet, maar stelt het werkelijk tegenwoordig. Waar de eucharistie gevierd wordt, vinden we het lijden en de verrijzenis van de Heer. Niet als numerieke herhaling, dat kan niet. Maar zoals in het Jodendom wordt gezegd – het Jodendom dat ook deze dagen zijn Paasfeest viert – wanneer je je iets plechtig herinnert wordt het tegenwoordig gesteld voor je – dan ben je er werkelijk bij aanwezig. Het is niet meer ver weg, maar je verbindt het met je leven.

Daarom is Witte Donderdag ook niet los verkrijgbaar: we sluiten de viering niet af met een zegen en een slotlied maar gaan straks in stilte uiteen, de nacht van Goede Vrijdag zal na deze viering direct beginnen. Het altaar wordt ontbloot, er blijft slechts een kale offersteen over. Het tabernakel wordt  leeggehaald. Het eucharistische brood gaat naar het rustaltaar zoals Jezus naar de Tuin van Olijven.

Er is geen eucharistie zonder gedachtenis, er is geen eucharistie die geen offer is.

Als dit alles is geschied en we van de vrouwen horen dat Jezus is verrezen dan wordt de werkelijkheid van de eucharistie ons duidelijk. Dan pas! Niet eerder. De leerlingen in Emmaus ontmoeten Jezus bij het Breken van het Brood. Als we horen breken en delen dan is dát de werkelijke betekenis. Jezus als gastheer zegent het brood, breekt het brood en deelt het brood, zodat wij Hem kunnen herkennen als de Verrezene.

Als we dit weten kunnen we zeggen dit is de eucharistie , want dat woord betekent niet meer dan dankzegging. We zeggen God dank voor alles wat Hij voor ons doet, al Zijn werken. De schepping, onze verlossing, en onze heiliging. Die drie dingen is wat God voor ons bewerkt, voor die drie dingen zeggen wij dank.

Tenslotte is de eucharistie de Mis. Als we eucharistie gevierd hebben worden we op missie gestuurd, dat is hetzelfde woord. We worden uitgezonden in de wereld om alles wat God voor ons doet en voor ons wil waar te maken in ons leven en in de wereld.

Mogen wij ons deze dagen gereed maken voor deze missie: verbonden met het Bijbelse verleden en alle mensen om ons heen, de Heer ontmoeten en Hem verkondigen, al onze dagen.

Amen.

Saturday, 16 March 2024

Vijfde zondag in de Vastentijd

 

Onder degenen
die bij gelegenheid van het feest optrokken ter aanbidding
waren ook enige Grieken.
Deze nu klampten Filippus van Betsaïda in Galilea aan
en vroegen hem:
“Heer, wij zouden Jezus graag spreken.”
Filippus ging het aan Andreas vertellen
en tenslotte brachten Andreas en Filippus
de boodschap aan Jezus over.
Jezus echter antwoordde hun:
“Het uur is gekomen,
dat de Mensenzoon verheerlijkt wordt.
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u:
als de graankorrel niet in de aarde valt,
blijft hij alleen;
maar als hij sterft,
brengt hij veel vrucht voort.
Wie zijn leven bemint, verliest het;
maar wie zijn leven in deze wereld haat,
zal het ten eeuwigen leven bewaren.
Wil iemand Mij dienen dan moet hij Mij volgen;
waar Ik ben, daar zal ook mijn dienaar zijn.
Als iemand Mij dient, zal de Vader hem eren.
Nu is mijn ziel ontroerd.
Wat moet Ik zeggen?
Vader, red Mij uit dit uur?
Maar daarom juist ben Ik tot dit uur gekomen.
Vader, verheerlijk uw Naam.”
Toen kwam er een stem vanuit de hemel:
“Ik heb Hem verheerlijkt
en zal Hem wederom verheerlijken.”
Het volk dat er bij stond te luisteren,
zei dat het gedonderd had.
Anderen zeiden:
“Een engel heeft tot Hem gesproken.”
Maar Jezus sprak:
“Niet om Mij was die stem,
maar om u.
Nu heeft er een oordeel over de wereld plaats,
nu zal de vorst dezer wereld worden buiten geworpen;
en wanneer Ik van de aarde zal zijn omhoog geheven
zal Ik allen tot Mij trekken.”
Hiermee duidde Hij aan
welke dood Hij zou sterven.

 

Beste mensen,

Het is feest in Jeruzalem! Velen zijn op pad om de pelgrimstocht naar de tempel te maken. En in dat gedrom lopen allerlei mensen rond, het is net als de Lange Nieuwstraat op koopzondag – maar dan met God erbij.

Mensen van allerlei slag lopen naar Jeruzalem, naar de Tempel, en hopen daar iets te vinden. Hoop of wijsheid, verlichting – nieuw leven.

Ondertussen gonst het in de groep van een leraar die een nieuwe boodschap brengt. Jezus. En de mensen die van ver komen – het Evangelie noemt die ‘de Grieken’ – vragen aan de eerste de beste leerling die ze tegenkomen:

“Wij willen Jezus zien”, in de Nederlandse vertaling lezen we: “we willen Hem graag spreken”, maar dat staat er niet. Er staat in het Grieks: we willen hem zien. En dat is ook waar het om draait deze zondag. Jezus zien.

“Wij willen Jezus zien”, dat zijn woorden die ook wij zo mee kunnen nemen. Want dat is ook de reden dat we hier zijn. Wat doen we hier op zondagochtend in de kerk of thuis ingeschakeld via de livestream: we willen Jezus zien, we willen zien wie Hij is, we willen wéten wie Hij is. We willen Hem beter leren kennen.

Die “Grieken” staan dus helemaal niet zo ver af van ons. Ze zijn ons best dichtbij. Sterker nog: zij zijn wat wij zijn – mensen uit de hele wereld die opgaan naar God.

De een komt elke week naar de kerk, de ander maar een paar keer per jaar – zo met Kerst en Pasen – een derde komt zo af en toe voor de mooie muziek en een vierde is misschien pas katholiek geworden en is super-enthousiast over alles. Zo was dat ook met de Grieken uit de tijd van Jezus (maar dan Joods, en nog niet katholiek)

Daar zaten hele felle bekeerlingen tussen, voor wie het niet streng genoeg kon.  Of Griekssprekende Joden die elk weekend meededen en vrijwilliger waren, of Joden die dat van geboorte waren en hoewel iets minder actief – het geloof toch belangrijk vonden - en tenslotte ook mensen die achter “de muziek aanliepen”: heidenen die dat allemaal wel interessant vonden: Één God met een boodschap voor alle mensen! 

Ze werden dan misschien niet officieel Joods maar ze deden wel op hun manier  mee. Dat alles waren de Grieken: mensen net als wij.  

En hun woorden, hun nieuwsgierigheid, is ook de onze: wij willen Jezus zien

Maar Jezus loopt niet direct naar ze toe om zich voor te stellen en visitekaartjes uit te delen.

(Dat zou wat zijn, visitekaartjes van Jezus: J. Christus, Leraar en Wonderwerker, en dan een kantooradres in Kafarnaüm en het telefoonnummer van zijn secretaresse – nee hé, we voelen het al aan, dat is niet hoe Jezus zichzelf laat zien)

Hoe gaat Jezus zichzelf wél laten zien? Niet op een afstandelijke manier, geen gepoch met een website en een visitekaartje, een Linkedinprofiel met endorsements – dat mensen bijvoorbeeld vertellen dat je heel goed bent in storytelling en het genezen van melaatsen. Of een account op Strava met een  verse prestatie: wereldrecord Over-Water-Lopen.)

Onze vraag blijft: wij willen Jezus zien, maar wat is het antwoord. Wat krijgen we te zien? Wat krijgen we te horen?

We krijgen tekens en symbolen te horen. We horen over Jezus die omhooggeheven wordt met de armen wijd uitgestrekt, en een symbool: het zaad dat in de Aarde valt en sterft. Als het zaad zichzelf blijft , dan wordt het niks. Maar als het zaad sterft – ophoudt zaad te zijn – dan is er ruimte voor nieuw leven.

Die twee dingen samen wijzen vooruit. Ze wijzen vooruit naar de Goede Week, naar de Passie van de Heer. Naar zijn dood aan het Kruis.

Waar Hij omhoog geheven zichzelf openbaart als de redder van de wereld. Zo laat hij zichzelf zien.

Niet met interviews in glossy’s of bijdehante opmerkingen op sociale media of een gelikt webformulier waarna je – als je dat hebt ingevuld – elk jaar op je verjaardag een e-mailtje krijgt met felicitaties en een mooie aanbieding van Jezus. Drie voor de prijs van één. Nee.

Hij openbaart zich niet als de succesvolle – maar als degene die zijn leven geeft, en het op Pasen terugwint omdat hij het verliest.

Op de vraag: laat ons Jezus zien – is maar één antwoord mogelijk, en dat is het kruis. Dáár kun je Jezus zien. Dat is wat Hij is. De man aan het kruis die zijn leven geeft voor de hele wereld. Voor pretletters en pechvogels, succesverhalen en mislukkingen, voor wappies en wijzen, voor farizeeërs en losbollen, voor verloren zoons en oudere broers.

Je moet hem zó zien, want anders zie je hem niet.

En als je Hem zo ziet, en als je zo in Hem gelooft – die vreemde boodschap dat Jezus wint door te verliezen – dan zijn we ook vrij om te dóen.

Letterlijk vrij om te doen. Want dan zijn we ook bevrijd van het idee dat je alleen maar kan slagen als je altijd wint. Die gedachte alleen al zou je verlammen. 

Dan kun je geven zonder elk moment iets terug te moeten verwachten. Kun je liefhebben zonder boekhouding.

En als je je niet meer angstig vastklampt aan jezelf zul je zien dat er ruimte is voor nieuw leven, nieuwe groei.

En met alle mensen om ons heen, die we dan met nieuwe ogen mogen leren zien kunnen we dan samen opgaan naar onze woning.

Het nieuwe Jeruzalem.

Amen.

Thursday, 7 March 2024

Vierde zondag in de Vastentijd

 

“De Mensenzoon moet omhoog worden geheven,
zoals Mozes eens de slang omhoog hief in de woestijn,
opdat eenieder die gelooft
in Hem eeuwig leven zal hebben.
Zozeer immers heeft God de wereld lief gehad,
dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven,
opdat al wie in Hem gelooft niet verloren zal gaan,
maar eeuwig leven zal hebben.
God heeft zijn Zoon
niet naar de wereld gezonden om de wereld te oordelen,
maar opdat de wereld door Hem zou worden gered.
Wie in Hem gelooft, wordt niet geoordeeld,
maar wie niet gelooft, is al veroordeeld,
omdat hij niet
heeft geloofd in de Naam van de eniggeboren Zoon Gods.
Hierin bestaat het oordeel:
het licht is in de wereld gekomen,
maar de mensen beminden de duisternis meer dan het licht,
omdat hun daden slecht waren.
Ieder die slecht handelt, heeft afschuw van het licht
en gaat niet naar het licht toe
uit vrees dat zijn werken openbaar gemaakt worden.
Maar wie de waarheid doet, gaat naar het licht,
opdat van zijn daden moge blijken dat zij in God zijn gedaan.”

 

Beste vrienden,

Het is een mysterieuze tekst die we deze zondag horen in het Evangelie. Jezus openbaart aan Nicodemus, een joodse leraar de nieuwe werkelijkheid die Hij zal inleiden. Hij gebruikt symbolen uit het Oude Testament om dat  uit te leggen. Maar u zult het met me eens zijn dat het Nicodemus misschien allemaal niet één twee drie duidelijk was. En ons misschien ook niet.

Grote woorden: heil, licht, oordeel, een omhooggeheven slang..

Zoals dat vaak gaat met de woorden van Jezus, de leerlingen en naasten snapten het vaak ook niet. Pas in het licht van Pasen kan men terugkijken en wordt duidelijk wat Jezus allemaal bedoelde.

Als we het af en toe allemaal moeilijk vinden bevinden we ons dus in goed gezelschap!

In deze lezing zien we een hele mooie beweging van de aarde naar de Hemel en weer terug. We zien drie thema’s die alles met elkaar te maken hebben.  

Het Kruis als openbaring van het heil

De zelfgave van Jezus

En het wezen van het oordeel.

Allereerst: zonder kruis geen redding.

Toen Mozes met het Joodse volk in de woestijn was. Gebeurde er eens iets verschrikkelijks. Door grote onvoorzichtigheid werden veel mensen door slangen gebeten en het gif zou hen fataal worden. God vertelde toen aan Mozes om een bronzen slang op een paal op te heffen in de woestijn en iedereen die naar dat beeld op keek zou worden genezen.

In de Joodse traditie wordt dan gezegd: het zijn niet de slangen die doden of levend maken: het is het hart richten op God dat leven brengt.

Jezus gebruikt het symbool om zijn kruisiging uit te leggen, net als de opgeheven slang een symbool van Goddelijke genezing was, zo zal de kruisiging de realiteit daarvan zijn.

En dat is zo omdat de kruisiging de volledige zelfgave van God in Jezus Christus is, hij is gekomen om te redden, dat is zijn enige doel – en de kruisiging en de Opstanding zijn daar de voltooiing van.

En waar red Hij ons van, van de duisternis, van het negatieve oordeel. Want het oordeel, zo zegt Hij, dat is niet als een onderzoek van een soort Goddelijke FIOD, die je boeken komt controleren om te kijken of je niet ergens eens een keer een komma verkeerd hebt gezet in je leven, maar een liefdevol licht dat ons uitnodigt om thuis te komen.

Wat betekent dit alles voor ons: we hebben hier grote vergezichten van de eeuwigheid tot Pasen en weer terug, maar wat mogen we hiermee doen?

We gaan op naar de Goede Week, een tijd waarin we ons bijzonder mogen verenigen met Jezus’ lijden en sterven aan het Kruis, en dan is het goed dat doel van redding onder ogen te houden. Het kruis maakt het Licht zichtbaar en wij worden uitgenodigd in dat licht te gaan staan.

Dat kan soms even moeilijk zijn, want als je in het licht staat zie je ook wat er allemaal nog niet goed gaat in het leven, al onze onhebbelijkheden,  onze tekortkomingen.

Maar staan we eenmaal in het licht dan kunnen we er ook steeds dichterbij komen, de duisternis heeft dan geen greep meer op ons. Niet blijvend in ieder geval.

Als je éénmaal in het licht staat wordt het makkelijker blijven we op weg, onder het teken van de Omhooggehevene mogen we uiteindelijk mee omhoog. Naar God,

Amen.