Toen Elisabeth zes maanden zwanger was,
werd de engel Gabriël van Godswege gezonden
naar een stad in Galilea, Nazaret,
tot een maagd, die verloofd was met een man die Jozef heette,
uit het huis van David;
de naam van de maagd was Maria.
Hij trad bij haar binnen en sprak:
“Verheug u, de Heer is met u.”
Zij schrok van dat woord
en vroeg zich af wat die groet toch wel kon betekenen.
Maar de engel zei tot haar:
“Vrees niet Maria, want gij hebt genade gevonden bij God.
Zie, gij zult zwanger worden en een Zoon ter wereld brengen
en gij moet Hem de naam Jezus geven.
Hij zal groot zijn
en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden.
God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David schenken
en Hij zal in eeuwigheid koning zijn over het huis van Jakob
en aan zijn koningschap zal nooit een einde komen.”
Maria echter sprak tot de engel:
“Hoe zal dit geschieden daar ik geen man beken?”
Hierop gaf de engel haar ten antwoord:
“De heilige Geest zal over u komen
en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen;
daarom ook zal wat ter wereld wordt gebracht
heilig genoemd worden, Zoon van God.
Weet dat zelfs Elisabeth, uw bloedverwante,
in haar ouderdom een zoon heeft ontvangen
en, ofschoon zij onvruchtbaar heette,
is zij nu in haar zesde maand;
want voor God is niets onmogelijk.”
Nu zei Maria:
“Zie de dienstmaagd des Heren;
mij geschiede naar uw woord.”
En de engel ging van haar heen.
Broeders en zusters in Christus
Misschien heeft u op uw werk op een training wel eens de vraag gekregen waar je jezelf ziet over vijf jaar. Die vraag is bedoeld om te leren plannen te maken voor het leven, onze ambities onder woorden te brengen en uit te zoeken hoe we deze grote plannen in de praktijk gaan brengen. Dat is op zich een hele verstandige vraag, en een verstandige opdracht.
Men kiest vaak bij zulk soort opdrachten voor een periode van vijf jaar omdat men denkt dat dat nog een periode is waarbij je nog enige zekerheid hebt over de toekomst. Plannen maken voor tien jaar of twintig jaar, dat is wel een beetje riskant, maar plannen van vijf jaar? Dat klonk heel redelijk. Tot dit jaar.
Ik weet zeker broeders en zusters. Iedereen die vijf jaar geleden die vraag heeft geprobeerd te beantwoorden, had het fout. En iedereen die vier jaar geleden zo`n opdracht gemaakt heeft zal het ook fout hebben. Het is niet anders!
Al onze plannen broeders en zusters zijn ondersteboven gekegeld. Er komen misschien weer andere plannen voor terug, en dat is niet verkeerd want plannen is leuk en zinvol, maar we hebben wel geleerd dat onze plannen maar zo ver gaan, en zo kunnen wegwaaien als de wind van de geschiedenis plotseling keert.
Maar wat gebeurt er als we ons leven zo leiden dat we niet vooral bezig zijn met onze eigen plannen maar met het Plan van God dat Hij voor ons leven heeft. God heeft namelijk ook een plan, en dat plan dat komt wél uit.
Het is geen vijfjarenplan, geen tien jaar of twintig, zelfs geen honderd. Het is een eeuwigheidsplan, het komt van eeuwig af, en het gaat naar de eeuwigheid toe. Wij mensen lijken nietig en onbelangrijk te zijn, maar toch wil God ons roepen om een rol te spelen in al die eeuwigheidsplannen die Hij voor ons heeft.
We horen vandaag het bijzondere verhaal van de Aankondiging, van de komst van de engel Gabriël bij Maria, een jonge vrouw – een meisje nog. Misschien had zij ook veel plannen, voor vijf jaar, tien jaar, twintig jaar. Wie weet? De Bijbel zegt het ons niet.
Maar haar verhaal vertelt ons over het grote Plan dat van alle eeuwen is voorbereid. De komst van God onder de mensen. En dat Plan wordt opeens heel concreet. Het onmetelijke Mysterie maakt zichzelf heel concreet, als een klein mensje in Maria. Als we de geboorte van Jezus Christus al een onbegrijpelijk en prachtig wonder vinden, dan mogen we het wonder van de Annuntiatie, de Aankondiging, als een nog groter wonder beschouwen. Het is een gebeurtenis in de heilsgeschiedenis waarmee je een heel geestelijk leven kan vullen, enkel door dat te overwegen.
Maar hoe groot het wonder ook is, alles komt samen bij wat Maria zegt: “Mij geschiede naar uw Woord”. Tot de Aankondiging had ze misschien allerlei plannen, maar die wijken. Niets blijft hetzelfde. Als Gods Plan onze plannen raakt, en doorkruisen, dan kunnen we twee dingen doen: koppig volhouden en proberen tegen de klippen op de dingen te doen die we ons voorgenomen hadden, of zeggen: nee, er waait een nieuwe wind, we varen uit naar een nieuwe zee, om een nieuw land te vinden. We weten niet hoe het er uit ziet, maar God leidt ons er heen en Hij wil al het goede voor ons leven. Hij kent ons beter dan wij onszelf kennen.
Door die woorden uit te spreken aanvaard zij in volledige overtuiging welk plan God voor haar leven heeft. Ze stapt een nieuwe wereld in, ze weet niet hoe het allemaal zal verlopen. Bij haar staan niet de eigen ambities centraal maar de zoektocht naar Gods ambitie, Gods plan, Gods idee voor ons leven. En als ze dat plan hoort, aanvaard ze het direct.
Wij gewone mensen als wij levenskeuzes maken gaat daar een lange tijd aan vooraf, we zoeken en peilen naar tekens en signalen of wat we willen gaan doen de juiste optie is. Dat komt omdat wij als mensen gauw afgeleid zijn en onze goede kanten altijd moeten strijden met onze slechte. Daardoor zien wij de dingen niet helder, niet zoals ze werkelijk zijn
De leer van de Kerk is dat Maria zonder zonde is, van haar geboorte af was haar hart en haar geest volledig zuiver. Vrij van valse hoop of grote angst, vrij van hebzucht, vrij van tomeloze ambitie. Volledig open voor wat God haar aanreikt. En ze herkent de boodschap van de Engel in één keer, en heeft direct de volledige overtuiging van hart en hoofd paraat om die keuze te maken. God te vertrouwen op zijn woord. Hem te volgen. Niet meer varen op ons eigen kompas, maar op het licht van een nieuwe ster die ons de weg wijst naar het beloofde land.
Broeders en zusters we staan voor Kerst, en het is een moeilijke tijd. Wij zijn makkelijk afgeleid, onze aandacht gaat alle kanten op. We voelen ons misschien onrustig. We blijven ons ook in moeilijke tijden te lang vastklampen aan plannen, ambities en ideeën die eerder zinnig leken maar ons nu alleen maar in de weg staan. Maar misschien kunnen we leren dat alles los te laten.
Laten we dan straks voor deze Kerst en in het nieuwe jaar onszelf dat cadeau geven, dat we oplettender worden, scherper leren luisteren. Niet naar het kabaal van onze eigen plannen, maar naar Gods adem, Gods geest, Zijn aanwezigheid in ons leven. Dat wij langzaam maar zeker duidelijk wordt wat wij mogen geloven, mogen hopen, en kunnen doen in liefde.
Met Maria als ons voorbeeld, voorvrouw, de vrouw die zoveel moed heeft om altijd de goede beslissing te nemen op het juiste moment kunnen wij op reis gaan. Met Maria als ster in de nacht waarop wij ons oriënteren.
Maria, Sterre der Zee, bid voor ons.
Amen.