Sunday, 31 December 2023

Oudjaar 2023

 

Broeders en zusters,
toen de volheid van de tijd gekomen was,
zond God zijn eigen Zoon,
geboren uit een vrouw,
geboren onder de wet
om ons, slaven van de wet, vrij te maken,
zodat wij de rang kregen van zonen.
En omdat ge zonen zijt,
heeft God de Geest van zijn Zoon, die “Abba, Vader!” roept
in ons hart gezonden.
Ge zijt dus niet langer slaaf, maar zoon
en als zoon ook erfgenaam
en wel door toedoen van God.

Broeders en zusters, een kort woord op de drempel van het nieuwe jaar, het hoogfeest van Maria, Moeder van God dat wij vandaag samen mogen vieren. Wij leven nu tussen de jaren in, het oude gaat voorbij het nieuwe komt. 

Wij sluiten het jaar af dat en we zien uit naar het nieuwe jaar, ook al is er nog zo veel onzeker is. Het verleden staat vast, er is niks meer aan te veranderen. en wie weet wat de toekomst brengt? We kunnen voornemens maken en plannen, net zoals we vorig jaar deden, maar hoe het volgend jaar verlopen zal is niet in onze hand.

Maar als we die gedachte te ver doortrekken dan zou de moed je in de schoenen zinken. We willen toch geen speelbal zijn op de golven van de tijd. Voortgedreven door elke windvlaag die voorbijkomt? Door een virus uit China. Een oorlog in Oekraïene, geweld in het Midden-Oosten. Een verkiezing in Nederland?

Als de toekomst zo onzeker is, en wijzelf steeds afhankelijk van wat er ergens anders gebeurt, hoe kunnen wij nog vrij zijn?

Sommige mensen zeggen: al onze problemen worden opgelost door de tijd. Want die tijd, de gang van de jaren gaat maar één kant op, de kant van de vooruitgang. Als we maar lang genoeg wachten bereiken we ooit dat moment. De volheid van de tijd waarin mensen elkaar respecteren en altijd in vrede en veiligheid kunnen leven. En toen kwam er een olifant met een lange snuit en die blies het verhaaltje uit.

Beste vrienden, het idee dat de tijden alleen maar beter worden, is bijgeloof. Het is spijtig maar waar. Het kan lang beter gaan, het kan ook weer slechter worden. Het is niet anders. De gang der jaren is geen vaccin tegen onzekerheid en kwaad.

De tijd zal ons niet verlossen van alles wat ons onvrij maakt. De tijd is geen lift waar we in kunnen stappen en die ons dan meeneemt naar de hoogste en beste verdiepingen waar je het fijnste leven kan hebben, dat dan ook nog eens alleen maar beter wordt.

Dus waar komt ons heil vandaan? Uit de slagen van de klok of de knallen van de vuurwerk?

Waar komt ons Heil vandaan? Van het laatste blaadje van de kalender die we afscheuren? Uit de nieuwe kalender die we ophangen? Komt het op 1 januari, de datum die ons een nieuw begin belooft? 

Waar komt ons heil vandaan? Van de belofte van een verre toekomst met vliegende auto’s en wereldvrede?

Nee broeders en zusters. Nee! Daar komt ons heil niet vandaan. We lazen in de eerste lezing uit de Galatenbrief. Paulus verwijst daarin niet naar een verre toekomst. Paulus wijst naar Bethlehem. Hij wijst naar de stal. Hij wijst naar Gods Zoon, het Kind Jezus Christus dat gezonden is, geboren uit de Maagd Maria, bij het komen van de volheid van de tijd. We hoeven niet meer te wachten op een ver moment. De tijd is al vervuld!

We hoeven niet te leven in eindeloze verwachting van een toekomst die zich niet vastgrijpen laat. Want die volheid van de tijd? Die is er al! Wij hoeven er niet op te wachten. Wij leven al in dat licht dat ons geopenbaard is. De kennis dat dit kind in de stal in Bethlehem ons vrij maakt van de eeuwige wederkeer van tijd en wet en ons door alle eeuwen heen terug te brengen tot God.

We zijn geen slaven van de wet, en geen slaven van de tijd. De tijd kan ons toewerpen wat het wil. Maar alles wat ons raakt, raakt ons als vrije mensen. Raakt ons kinderen van God. Gaat het goed met ons land en in de wereld? Dan vieren wij mee. Gaat het slecht? Dan maken wij onze roeping als christenen in de wereld waar en doen we wat we kunnen om het leed te verzachten.

Ik kan u geen beloftes doen voor het nieuwe jaar. Wie weet wat het ons brengt? Maar in onze wensen voor het nieuwe jaar spreekt ook onze hoop: dat niet alles blijft zoals het nu is. Ook de donkere dagen gaan weer voorbij. En het licht dat de hele wereld verlicht licht ook ons bij, geeft ons moed en kracht, al onze dagen.

Amen. Een goed uiteinde en een zalig nieuw jaar!

Saturday, 30 December 2023

Heilige Familie 2023

 

 Nadat de dagen van hun reiniging vervuld waren
volgens de wet van Mozes,
brachten zijn ouders Jezus naar Jeruzalem
om Hem op te dragen aan de Heer,
volgens het voorschrift van de Wet des Heren:
Elke eerstgeborene van het mannelijk geslacht
moet aan de Heer worden toegeheiligd,
en om volgens de bepaling van de Wet des Heren
een offer te brengen,
namelijk een koppel tortels of twee jonge duiven.
Nu leefde er in Jeruzalem een zekere Simeon,
een wetgetrouw en vroom man,
die Israëls vertroosting verwachtte,
en de Heilige Geest rustte op hem.
Hij had een godsspraak ontvangen van de Heilige Geest
dat de dood hem niet zou treffen,
voordat hij de Gezalfde des Heren
zou hebben aanschouwd.
Door de Geest gedreven
was hij naar de tempel gekomen.
Toen de ouders het kind Jezus daar binnenbrachten,
om aan Hem het voorschrift der Wet te vervullen,
nam ook hij het kind in zijn armen
en verkondigde Gods lof met de woorden:
“Uw dienaar laat gij, Heer,
nu naar uw woord in vrede gaan:
mijn ogen hebben thans uw Heil aanschouwd,
dat Gij voor alle volken hebt bereid;
een licht dat voor de heidenen straalt,
een glorie voor uw volk Israël.”
Zijn vader en moeder stonden verbaasd
over wat van Hem gezegd werd.
Daarop sprak Simeon over hen een zegen uit
en hij zei tot Maria, zijn moeder:
“Zie, dit Kind is bestemd
tot val of opstanding van velen in Israël,
tot een teken dat weersproken wordt,
opdat de gezindheid van vele harten
openbaar moge worden;
en uw eigen ziel
zal door een zwaard worden doorboord.”
Er was ook een profetes, Hanna,
een dochter van Fanuël, uit de stam van Aser.
Zij was hoogbejaard
en na haar jeugd
had zij zeven jaren met haar man geleefd.
Nu was zij een weduwe van vierentachtig jaar.
Ze verbleef voortdurend in de tempel
en diende God dag en nacht door vasten en gebed.
Op dit ogenblik kwam zij naderbij,
dankte God en sprak over het Kind tot allen
die de bevrijding van Jeruzalem verwachtten.
Toen zij alles volbracht hadden
volgens de wet des Heren,
keerden zij terug naar Galilea, naar hun stad Nazaret.
Het Kind groeide op
en werd sterk, vol van wijsheid,
en de genade van God rustte op Hem.
 

 

Beste vrienden,

Als we terugkijken naar dit jaar dat voorbij is dan kunnen onze gedachten een aantal verschillende kanten opgaan. Misschien was het afgelopen jaar een heel zegenrijk jaar. Voor anderen was het misschien zo-zo. Een derde groep kan misschien de woorden van de hoofdpersoon uit de roman “de Avonden”, van Gerard Reve naspreken: “Het gaat slecht, verder gaat het goed”.

Geen enkele tijd is alleen maar goed of kwaad. Ook nu niet terwijl zo`n grote crisis gaande is.  We kunnen terugkijken en denken: wat gek hoe het allemaal gelopen is, hoe onvoorspelbaar was dit allemaal wel niet, wat werden verrast door dit en door dat… En toch, waren de tekens eigenlijk wel duidelijk. De tijd er rijp voor was dat er een grote omwenteling in onze wereld stond te gebeuren.

Na de vette jaren is er een magere tijd. Dat is de gang van de geschiedenis. En datgene waarvan we eerst dachten : “wat was dat alles onverwacht” – zo denken we misschien over een paar jaar. “Wat vreemd dat we het al die tijd niet zagen komen!”. De tekens waren toch duidelijk..”

Ik wil vandaag op het feest van de Heilige Familie ingaan op de woorden van Simeon, een oude man die zoveel Geestvervulde levenservaring had dat de toekomst voor hem niet versluierd was. En die van de profetes Hannah die door haar hele leven waarin ze Gods nabijheid had gezocht ook de werken van God leerde herkennen.

Simeon en Hannah herkennen het kind Jezus op hun eigen manier. Wie Hij is en wat Hij gaat betekenen. Het oude loopt op zijn einde, het nieuwe komt er aan. Als dat gebeurt, het oude loopt vast en het nieuwe moet nog komen, gebeuren er moeilijke dingen en zijn er veel conflicten. Niemand weet dan hoe het verder moet. Men moet wachten op wat of wie er komt. Iemand die een brandpunt wordt van alle hoop en verwachting, die de nieuwe tijd inluidt.

En als hij komt dan moet men een standpunt innemen. Voor of tegen. Met hem of tegen hem. Het nieuwe avontuur aangaan of tegen de klippen op verdedigen wat al voorbij is.

Jezus is niet alleen het Christuskind, hij is ook crisiskind. Hij wordt geboren op het moment dat het oude óp is. De tempeldienst, de politieke onafhankelijkheid van het Joodse volk, alles wat men belangrijk vond was aan zijn einde. De macht was gecorrumpeerd en de wrede Romeinen konden doen en laten wat ze wilden.

Elke crisis heeft zijn eigen tijd en duur. Zoals alles heeft een crisis een begin, een middenstuk en ook een einde. Een crisis kan niet voortijds worden opgelost of afgesloten, het heeft alle tijd nodig die er voor staat. Er komt een moment waar álles op scherp wordt gezet. Voor Simeon is het duidelijk. Jezus zal met dát moment te maken hebben.

Een crisis maakt alles zichtbaar, om te beginnen wat er in het harten van de mens leeft. Je kan geen  masker meer op houden. Wat in het hart leeft wordt openbaar.  Dat is voor sommige mensen een grote ramp, maar voor ons is het een bevrijding om niet meer gegijzeld te worden door de buitenkant.

Sommigen die altijd sterk leken blijken opeens zwak en behoeftig. Andere mensen blijken tegen alle verwachtingen in energiek en initiatiefrijk. Die mensen weten er ook bij anderen de moed in houden en kunnen anderen helpen. Ze kunnen natuurlijk niet alles doen maar ze doen toch heel wat. En ook als ze het zelf wel eens moeilijk hebben weten ze toch de lichtpuntjes te vinden en helpen ze zichzelf en anderen vooruit. Daar wordt iedereen beter van!

En een jaar geleden misschien nog van die mensen dacht dat ze maar heel gewoontjes waren, of misschien zelfs een beetje achteraan liepen qua begaafdheid of innerlijke kracht. De eersten blijken zo de laatsten, en de laatsten de eersten. De eersten vallen, de laatsten staan op.

En in de eerste jaren van onze jaartelling, in het land van Israël, gebeurt dat alles omdat er iemand komt die zichtbaar maakt hoe de harten er werkelijk voorstaan. Maskers vallen af, spiegels worden voorgehouden. Jezus maakt alles anders. Hij bevraagt de mensen wat ze doen, en waarom. Hij laat door zijn voorbeeld zien dat mooie alleen geen weg naar de toekomst banen. Hij pakt de verwachtingen van zijn tijd bij de lurven en keert ze ondersteboven.

Mensen die dat doen maken veel los, en nog veel meer als ze de Zoon van God zijn, en spreken met gezag. Hij komt onverwachts. Hij is iemand die er gewoontjes uitzag, niks bijzonder. “Is dat niet de zoon van de timmerman?” Zullen de mensen in Nazareth zeggen. “Wie denkt hij wel niet dat hij is?”. “Iemand die zo eenvoudig  is”, zegt iemand anders, ”moet maar niet zoveel praatjes hebben.” En een derde wil de landvoogd al bellen, zo`n onruststoker kunnen ze hier niet gebruiken!

Christus’ woorden brengen twee dingen. Ze brengen vijandschap, want de eersten vinden het niet leuk om opeens de rode lantaarn in de handen gedrukt te krijgen en ze brengen ook bevrijding – bevrijding voor iedereen die altijd laatste kwam maar nu in de eindsprint opeens iedereen inhaalt.

Laten we deze zondag dus in onszelf keren. Wat voelen wij? Voelen wij ons bedrukt? Tekort gedaan? Zijn we boos? En op wie dan? Of voelen we toch blijdschap, om de goede dingen in het leven? Blijdschap omdat we weten dat ook grote rampen weer voorbij gaan. Blijdschap omdat we kleine wonderen zien die de Heer in ons midden doet. Blijdschap misschien ook omdat we die spiegel voorgehouden kregen en er uit hebben mogen leren. Vallen is spijtig, maar niemand dwingt je te blijven liggen.

Broeders en zusters, ik kan u geen gouden bergen beloven voor volgend jaar. Sommige dingen gaan goed, andere dingen slecht. Zo was het vroeger en zo zal het in de toekomst ook zijn. Moge onze ontmoetingen met God in deze tijd vruchtbaar zijn, dat we door Hem kunnen opstaan en niet krachteloos  neervallen wanneer Hij voorbijkomt. Christus de Heer.

Amen.

Sunday, 24 December 2023

Kerstnacht en Kerstochtend 2023

In die dagen kwam er een besluit van keizer Augustus,
dat er een volkstelling moest gehouden worden in heel zijn rijk.
Deze volkstelling vond plaats
eer Quirinius landvoogd van Syrië was.
Allen gingen op reis,
ieder naar zijn eigen stad, om zich te laten inschrijven.
Ook Jozef trok op
en omdat hij behoorde tot het huis en geslacht van David,
ging hij van Galilea, uit de stad Nazaret,
naar Judea, naar de stad van David, Betlehem geheten,
om zich te laten inschrijven,
samen met Maria zijn verloofde, die zwanger was.
Terwijl zij daar verbleven,
brak het uur aan waarop zij moeder zou worden;
zij bracht een Zoon ter wereld, haar eerstgeborene.
Zij wikkelde Hem in doeken en legde Hem neer in een kribbe,
omdat er voor hen geen plaats was in de herberg.
In de omgeving bevonden zich herders,
die in het open veld gedurende de nacht hun kudde bewaakten.
Plotseling stond een engel des Heren voor hen
en zij werden omstraald door de glorie des Heren,
zodat zij door grote vrees werden bevangen.
Maar de engel sprak tot hen:
“Vreest niet, want zie,
ik verkondig u een vreugdevolle boodschap,
die bestemd is voor heel het volk.
Heden is u een Redder geboren,
Christus de Heer,
in de stad van David.
En dit zal voor u een teken zijn:
gij zult het pasgeboren kind vinden
in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe.”
Opeens voegde zich bij de engel een hemelse heerschare;
zij verheerlijkten God met de woorden:
“Eer aan God in den hoge
en op aarde vrede onder de mensen
in wie Hij welbehagen heeft.”

Beste vrienden

Met Kerstmis vieren we het Licht. Dat is niet alleen maar geestelijk licht, of een fijn gevoel dat we van binnen hebben. We willen het ook werkelijk licht maken, in de kerk, in huis. We maken het gezellig. We steken kaarsen aan! Dat warme kaarslicht maakt ons blij. Er hangen lichtjes in de Kerstboom, lichtjes voor het raam. 

Ook als mensen niet meer geloven en niet meer naar de Kerk komen vieren ze nog steeds het Licht. Zo diep zit dat. Wij zijn er niet op gebouwd om in de duisternis te blijven zitten, zo zijn we zijn er ook niet op gebouwd om alleen te zijn. Met Kerst zoeken we elkaar op, er wordt plaats gemaakt voor iedereen.

 Het Lukasevangelie, waar het geboorteverhaal van Jezus in staat neemt ons mee naar het verhaal van licht en duisternis, van warmte en kou.  

Augustus, keizer Augustus, daar begint het mee. De keizer wil zijn licht laten schijnen op al zijn onderdanen. Dat is een ander licht dan waar wij aan denken. Dat is geen vriendelijk licht maar een schijnwerper waar de mensen niet uit kunnen ontsnappen. Van dat kunstlicht krijg  je het niet warm. Het het koude schijnsel van de macht. Neplicht, we laten het gauw achter ons. Dat is niet het licht waar we naar op zoek zijn.

Jozef en Maria gaan op reis naar Bethlehem. Ze willen niet, maar ze moeten! Ze moeten in Bethlehem worden ingeschreven in het belastingregister. Het moet een zware reis zijn, zeker voor Maria die hoogzwanger is. En als ze in Bethlehem aankomen is er ook nog geen plaats voor hen in de herberg.

Ik heb wel eens horen zeggen, Bethlehem zat gewoon vol. Jozef had eerder moeten reserveren op booking.com! Maar dat staat er denk ik niet zo. Er staat niet, “er was geen plaats”, er staat niet “Bethlehem zat boordevol en er kon niemand meer bij”. Er staat: “er was geen plaats voor hen.” En dat betekent in het Grieks hetzelfde als in het Nederlands. Er was geen plaats voor hen.

Er staat niet bij waarom, maar we kunnen het wel raden: uit andere teksten in het Evangelie weten we dat Jozef en Maria niet veel geld hadden. Dan gebeurt het wel vaker dat er geen plek is voor je.

Ter illustratie: ik kwam in mijn aantekeningen een krantenbericht tegen van een paar jaar geleden over een basisschool ergens in het land. Zeven kinderen mochten niet bij het kerstdiner zijn. Hun ouders konden de ouderbijdrage namelijk niet betalen. En als je niet betaalt, dan is er geen plaats voor jou aan tafel. Dan mag je niet mee op schoolreisje en ben je niet welkom bij het kerstontbijt.

Dat artikeltje is me bijgebleven. Het is al een paar jaar oud, maar ik denk niet dat het nu niet meer gebeurd. Misschien halen zulk soort berichten de krant gewoon niet meer. Hoe dan ook. Het is dan niet zo dat er geen plaats is. Natuurlijk is er plaats aan tafel. Er is altijd ruimte voor een stoeltje, wat kadetjes en een extra blikje knakworstjes.

Nee, er is geen plaats voor hen. 

Het zal je maar gezegd worden. 

“Er is hier geen plaats voor jou”. 

Dan wordt het wel erg donker, en koud. 

Het kindje Jezus is er al. Hem vieren we. Maar Kerst zèlf lijkt dan nog erg ver weg te zijn. Maar dat is niet zo, het is heel dichtbij. En het toont zich. Het gaat zich laten zien. Op spectaculaire wijze. Met vuurwerk. 

Na de geboorte van Jezus horen van de herders. Een andere groep mensen voor wie “geen plaats is”. Herders waren net als tollenaars en zondaars uitgestoten uit de samenleving. Ze deden vies werk en roken vast niet erg lekker. Maar zíj zijn het juist die als eerste het Goede Nieuws krijgen. Dat nieuws wordt hen gebracht met alle licht en warmte, door de Engel die vertelt wie Jezus werkelijk is. 

Zoveel gloed, zoveel licht, daar moeten ze van geschrokken zijn! Vandaar dat de Engel zegt “vrees niet, ik kom van God, ik kom je goed nieuws vertellen, over de Koning, die de Redder wordt van het Joodse volk en de hele wereld. De Messias, de Christus, de man die hemel en aarde weer bij elkaar gaat brengen”. 

Maar als je dan verwacht, dat je die koning moet zoeken in een groot paleis? Nee, in de stal moeten ze zijn, in de kribbe is het te doen, daar ligt hij omzwachteld in de kribbe. 

En ik stel me voor, beste vrienden, hoe daar voor het eerst Kerst gevierd werd. In die donkere stal met Jozef en Maria, de herders en het kindje Jezus. Het was geen kerst omdat er veel eten op tafel stond. Het was geen Kerst omdat de stal zo mooi versierd was. Maar ze vonden licht en warmte omdat ze bij elkaar kwamen rond Jezus, en rond dat kind vonden ze hun plek, mochten zij er zijn.  

Hier is een plaats voor jou , er zal altijd een plaats zijn voor jou. Dát is de boodschap van de stal.

Hier is plaats voor jou: het tegenovergestelde van wat de mensen tegen Jozef en Maria zeiden, het tegenovergestelde van wat de herders misschien al hun hele leven te horen krijgen.

Hier is plaats voor jou. 

Voor Jozef, Maria en de herders is er plek. En als ze weer moeten opbreken voor hun volgende reis, dan nemen ze die plek met zich mee. 

God geeft ons in Jezus Christus een plek die niemand meer van je af kan nemen. Dat is een verzekering, en een opdracht. 

Een verzekering, want als God tegen jou zegt: ik heb jou als mens lief, ik heb welbehagen in jou (in de wat ouderwetse woorden van het Evangelie: in de mensen een welbehagen, dan heb je een plek die niemand anders van je af kan pakken. Ook al is het donker in huis, en hangen er geen lichtjes op. Ook dan is Kerst van jou. Niemand kan je dat afnemen.

Het is een verzekering, maar óók een opdracht. Als God ons een nieuwe plaats geeft, in een nieuwe wereld, naast het Koningskind, dan moeten wij op onze beurt ook plaats maken voor elkaar, moeten we licht brengen waar het duister is, warmte brengen waar het koud geworden is. 

Het licht van Kerstmis hebben wij niet gemaakt. Het is, zoals het Evangelie zegt,  “de stralen van de glorie des Heren”: ongeschapen licht van God. Dát is het licht dat op de velden neerstroomde voor de ogen van de verblufte herders. Het Kerstlicht komt van God. 

Wij mogen zorgen voor dat licht, meewerken om het brandend te houden.

Als we dat doen, dan geven we dat vuurtje door, dat licht en die warmte die te zien en te voelen was in Bethlehem. Dan geven we iets van God zélf door aan elkaar en maken we de boodschap van het Kerstfeest waar. 

Zalig Kerstfeest! Amen!

 

Kerstochtend B

 

In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in het begin bij God. Alles is door Hem geworden en zonder Hem is niets geworden van wat geworden is. In Hem was leven en dat leven was het licht der mensen. En het licht schijnt in de duisternis, maar de duisternis nam het niet aan. 

Er trad een mens op, een gezondene van God; zijn naam was Johannes. Deze kwam tot getuigenis, om te getuigen van het Licht, opdat allen door hem tot geloof zouden komen. Niet hij was het Licht, maar hij moest getuigen van het Licht. Het ware Licht, dat iedere mens verlicht kwam in de wereld. Hij was in de wereld; de wereld was door Hem geworden en toch erkende de wereld Hem niet. Hij kwam in het zijne, maar de zijnen aanvaardden Hem niet. 

Aan allen echter, die Hem wel aanvaardden, aan hen, die in zijn Naam geloven, gaf Hij het vermogen kinderen van God te worden. Zij zijn niet uit bloed, noch uit begeerte van het vlees of de wil van een man, maar uit God geboren. Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond. Wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, zulk een heerlijkheid als de Eniggeborene van de Vader ontvangt, vol genade en waarheid. 

Wij hebben Johannes’ getuigenis over Hem toen hij uitriep: “Deze was het van wie ik zei: Hij die achter mij komt is vóór mij, want Hij was eerder dan ik.” Van zijn volheid hebben wij allen ontvangen; genade op genade. 

Werd de wet door Mozes gegeven, de genade en de waarheid kwamen door Jezus Christus. Niemand heeft ooit God gezien; de Eniggeboren God, die in de schoot des Vaders is, Hij heeft Hem doen kennen.

 

Beste vrienden,

Van harte welkom op deze viering op Eerste Kerstdag. Jezus is geboren, hij is op Aarde verschenen om het licht te maken om licht te brengen. We hebben in het evangelie de grote lofzang uit het  Johannesevangelie gelezen: over het Woord, dat bij God was, het woord dat ook het Licht is dat alle mensen komt verlichten.

Licht in de duisternis. Wat hebben we dat allemaal nodig. Hoe mogen we dat begrijpen? Het licht en de duisternis?

Misschien kunt u zich een situatie voorstellen, of heeft u het zelf meegemaakt dat u een geweldig voornemen heeft, een groots plan tussen uw oren. En hoe meer u er over nadenkt hoe helderder die plannen worden,u bent al druk met het schetsen van blauwdrukken!

Maar hoe geweldig uw ideeën ook zijn, bij het eerste contact met de realiteit verpulveren ze tot stof. En als u dan tegen uw vrienden of familie verteld over hoe u daar geschokt door bent zeggen ze: ja, dat had ik je wel van tevoren kunnen vertellen dat zoiets niet zou werken. En dat is niet enkel leedvermaak. Je dacht het allemaal zo helder te zien, maar eigenlijk liep je in duisternis rond. Wat een deceptie!

We hebben andere mensen nodig om de dingen om ons heen beter te zien, beter op waarde te kunnen schatten. Als mensen met elkaar overleggen, elkaar ontmoeten, in dialoog elkaars standpunten bevragen dan is de kans veel groter dat er van een plan of project iets terecht komt.

Maar mensen kunnen dat niet altijd uit zichzelf, zich openstellen voor de ander. Sterker nog: als je niet uitkijkt ben je je hele leven bezig met blijven oefenen in spreken en vooral luisteren. Soms komt het zelfs voor dat de kunst van het luisteren en het zien van de ander helemaal verloren lijken te zijn gegaan. Waarin iedereen alleen maar met zichzelf bezig is, of als het echt moet de paar mensen direct om zich heen.  Een volk zo zou de Bijbel zeggen dat in duisternis wandelt.

Maar daar kan het niet bij blijven: het volk dat in duisternis wandelt zal een groot licht zien. En dan wordt alles helder als de dag, en kunnen we elkaar werkelijk ontmoeten voor wie we zijn.

Jezus Christus is dat licht. Hij breekt deze Kerst door. Hij leert ons helder te zien wat er toe doet. We hoeven geen dertig jaar te wachten, totdat Hij volwassen is. Hij leert het ons nu al. De Kribbe is de eerste leerstoel van de Heer.

Welke les mogen we meenemen uit de stal van Bethlehem?

Om te beginnen onze eigen plannen en blauwdrukken zijn niet het belangrijkste wat er is – fundamenteel aan ons bestaan zijn de plannen van God – die zijn eindelozer en matelozer dan wat wij kunnen verzinnen.

De plannen van God verwerkelijken zich op plaatsen en mensen die we niet zien, die niet opvallen. Mensen waarvan velen zullen zeggen: die doen er niet toe. Maar zij doen er juist het meest toe. Het is de omgekeerde wereld!

Als we dat weten, die lessen leren weten we ook dat we niet op de wereld gezet zijn om alleen aan onszelf te denken. Laten we dan altijd – ook wanneer we knutselen aan al onze eigen ambities – open staan voor anderen, de ander respecteren en naar anderen luisteren.

Dan kunnen wij ook dichter naderen tot het leven van de Heer en leren leven uit de liefde die Hij ons geven wil.

Amen.