Friday, 19 July 2024

Zestiende Zondag door het Jaar B

 

In die tijd voegden de apostelen zich bij Jezus
en brachten Hem verslag uit
over alles wat zij gedaan en onderwezen hadden.
Daarop sprak Hij tot hen:
“Komt nu eens zelf mee
naar een eenzame plaats om alleen te zijn
en rust daar wat uit.”
Want wegens de talrijke gaande en komende mensen hadden zij zelfs geen tijd om te eten.
Zij vertrokken dus in de boot naar een eenzame plaats
om alleen te zijn.
Maar velen zagen hen gaan en begrepen waar Hij heenging;
uit al de steden kwamen mensen te voet daarheen
en ze waren er nog eerder dan zij.
Toen Jezus aan land ging
zag Hij dan ook een grote menigte.
Hij voelde medelijden met hen,
want zij waren als schapen zonder herder;
en Hij begon uitvoerig te onderrichten.

 

Beste vrienden

Er gebeurt verschrikkelijk veel in de wereld op dit moment. In Amerika hadden veel mensen hun hoop gesteld op president Biden, dat die het land en de wereld zou gaan redden. Een ervaren man met stevige  schouders! En dan opeens – want een maand geleden was daarover spreken nog taboe – ligt de werkelijkheid op tafel.

Het is niet meer te ontkennen. Hij lijkt niet meer die beschermer waar mensen zo`n behoefte aan hebben. En nu voel je als het ware zo`n koude wind door de wereld gaan. Mensen voelen onzekerheid, een beetje ontzetting. Wat nu? Wie beschermt ons nu?

In de kerk zijn we ook weer opgeschrikt, al weet ik niet of u er iets van meegekregen heeft, van Abbé Pierre een hele bekende Franse priester. Een echte held. Grootse dingen gedaan. Absoluut! Hij werd zo bewonderd, dat er zelfs gepraat werd over een zaligverklaring!

Daar wordt nu toch onderzoek naar gedaan, naar Abbé Pierre, want misschien was niet alles in de haak. Met zijn zuiverheid. De schok is groot. Het is een nationale held in Frankrijk! De grote held valt neer, het beeld spat uiteen. Iemand die zó goed was, zó spiritueel, zo betrokken bij de mensen, zó inspirerend…  Hoe zou zo iemand kunnen vallen? We gaan het horen. Het onderzoek loopt. Maar de ontzetting is groot.

Ontzetting: over mensen die om wat voor reden ook niet zijn wat we er van hoopten. Dat is een diepe, belangrijke emotie. Ontzetting. En wat vertelt die emotie ons? Dát is de belangrijke vraag. Emoties zijn namelijk altijd intelligente gemoedsbewegingen. Ze vertellen ons iets!  Iets over de wereld maar nog meer over ons zelf. Over wie wij zijn als mens. Wat we belangrijk vinden, waar we op hopen. Ze zijn soms slimmer dan wijzelf, want het hart kent geen uitvluchten, geen excuusjes, geen theorieën waarmee het alles wegverklaren kan.

Het hart voelt wat het voelt.

Zijn we boos? Dat zegt iets over ons. Over wat wij als eerlijk ervaren en wat niet.

Zijn we jaloers? Nog beter, dat zegt iets over wat wij écht ten diepste willen. Of we dat hardop durven zeggen of niet. Voorbij alle praatjes of sociaal wenselijk geklets.

Zijn we ontzet… Dan zegt dat iets over onze behoefte aangaande andere mensen! We hebben het nodig dat er mensen aan wie wij ons kunnen optrekken, die ons op één of andere manier kunnen beschermen. Voor ons in kunnen staan… Totdat ze dat niet doen. En dan slaat ons de angst ons om het hart!

Maar nooit voor lang, want in recordtempo wordt het oude afgeschreven. Niemand kan zich nog herinneren enthousiast meegelopen te hebben of iemand mee het schild op te hebben getild of mee te hebben gedragen!

En is het oude van het schild geworpen, zo rennen we daarna rondjes om iemand anders leider over ons te maken: (Ja, iemand zal zijn broer uit het huis van zijn vader vastgrijpen [met de woorden]: “Jij hebt nog een mantel! Word leider over ons en neem deze puinhoop onder je hoede!” (Jesaja 3:6)

Leiders staan nooit op zichzelf, ze kunnen er zijn omdat anderen hen volgen. Omdat anderen hun behoeften, tekorten, angsten op hen projecteren. De volgeling maakt de leider of werkt minstens met hem mee. Je kan alle bevoegdheden hebben die je wil, als niemand naar je luistert, dan ben en blijf je een lege huls, ook al zit je op een gouden troon! Dat legt ons ook een verantwoordelijkheid op. Daar gaan we het deze vandaag over hebben.

Voor leidende mensen, mensen die beschermen, mensen die voor een ander instaan, of échte leraars aan wie anderen zich kunnen optrekken, is een woord voor in de Bijbel. Die noemen we herders. Dat kan van alles zijn. Koningen zijn ook "herders" in de Bijbel.

En herders, leiders, voorbeelden, daar hebben we een enorme behoefte aan. Binnen en buiten de kerk! Dat is deels terecht. Die hebben we inderdaad nodig. Maar elk gezond menselijk gevoel kan verwrongen raken. Of beter raakt verwrongen. Dat is een zekerheid dat dat gebeurt.

Dat zien we ook terug in de Bijbel: want de Bijbel is een boek met grote  realiteitszin. Het eerste wat we horen van die herders, in de OT-lezing, Jeremia 23,1-6 dat ze werkelijk een recept voor teleurstelling kunnen zijn.

Wee de herders, door wie de schapen van mijn kudde
omkomen en verloren lopen – godsspraak van de Heer -,
Daarom zegt de Heer, Israëls God, tot de herders
die mijn volk weiden:
Door uw schuld zijn mijn schapen verloren gelopen
en uiteen gedreven; ge hebt er niet op gelet.
Maar ik let wel op u om al uw misdaden!

Herder is een riskant beroep! Die mantel pak je niet zomaar lichtzinnig aan! Maar hoe kunnen we dat herdersschap, dat leiderschap wél beleven in de kerk? Voorbeelden van hoe het mis gaat te over, maar hoe moet het wel?

In het Evangelie horen we een verhaal over Jezus. Het is het vervolg van het verhaal van vorige week (ik blijf het zeggen, u moet elke week komen! Want het is met het Evangelie als met Netflix, je slaat een aflevering over en je denkt: wat is er nu weer gebeurd?)

De leerlingen werden vorige week twee aan twee uitgezonden in de ommelanden om wonderen te doen, duivels uit te drijven, mensen te genezen. Tekenen van macht over het kwaad te doen. Maar heel belangrijk: ze doen dat niet uit zichzelf. Vorige week lazen ze: ze gaan twee aan twee: dat betekent: ze zijn getuigen. In het Joodse recht breng je getuigenis altijd met zijn tweeën. Ze verkondigen zichzelf niet, maar treden op namens Jezus. (zie ook 1 Korinthen 3:3-11)

Vandaag horen we het vervolg daarop. Twee aan twee komen ze terug bij Jezus en brengen hem verslag uit, getuigenis, over wat zij in zijn naam gedaan hebben. Ze hebben fantastische dingen gedaan, grote resultaten behaald. Maar dat gaat allemaal terug naar Jezus. Het gaat niet om hen.

Leiderschap in de kerk, of dit nu een officiële positie is, of een meer informele positie die je kan hebben, is altijd te leen. Het is niet van jou. Het is van de Heer, je oefent het uit voor de kerk en de wereld als geheel en heb je je functie uitgeoefend dan breng je verslag uit aan degene die je gezonden heeft.

En daarna, heb je dat gedaan, zie je weer naar Jezus zelf die naar de mensen toegaat die Hem opwachten, en hij is bewogen door medelijden. Jezus is zuiver in zijn intenties. Hij is niet op zoek naar waar het meeste voordeel ligt, maar naar wat hij het beste geven kan. Nu, in dit geval, vandaag, onderricht. Maar ook op Hem worden zaken geprojecteerd die niet bij Hem horen. Daar horen we volgende week over als het volk hem tot koning wil kronen. Dan is Jezus’ antwoord een resoluut neen. Maar daarover volgende week meer. Terug naar het hier en nu.

Zuiver zijn in je intenties houdt dus ook zelfkennis in. Het betekent ook grenzen stellen in wat mensen bij jou kunnen en mogen neerleggen. Je moet zekerheid hebben over wat je gaat doen, en wat je niet gaat doen. Waar je roeping toe dient, en waar je roeping niet toe dient. Je kan nog eens experimenteren met het een of ander, je moet ook dingen uitproberen, maar je mag je niet laten meesleuren door je eigen machtsfantasieën óf de projecties en verwachtingen van anderen.

Want het is een harde wet van het samenleven dat degenen die het luidst worden binnengehaald als “redder” en “verlosser” óók als eerste weer buitengeworpen wordt als die verwachtingen van de mensen worden ontmaskerd voor wat ze zijn: plakkerige koortsdromen die niks hebben uitstaan met Gods plan voor de wereld.

Dat het losgeslagen volk dan ook wat later met 130 per uur van “Hosanna” naar “Kruisigt Hem!” schiet hoeft dan ook niet te verbazen. In beide gevallen denk je dat Hosanna! en Kruisigt Hem! iets over de ánder zegt, maar het is ten diepste schaduw uit het eigen hart, de eigen pijn de eigen angst die uitgeschreeuwd moet worden.

Zo welbeschouwd kunnen we ook zien hoe Jezus zijn medelijden bleef houden, ook aan het kruis. Hoe hij neerkeek van het kruis, denkend: arm volk….zo op drift! Vader, vergeef ze. Ze weten niet wat ze doen.

Samenvattend. Als dingen niet goed gaan. Als leiders falen, wat ze doen, dan hebben we ook samen een verantwoordelijkheid. De leiders als eersten want zij hebben de meeste bevoegdheden en de meeste verantwoordelijkheid. Zij moeten zich elke keer opnieuw afvragen waar ze mee bezig zijn. Of ze hun taak – die ze te leen hebben – nog goed voor zich zien dan wel zijn gaan geloven dat die betrekkelijke macht hen toekomt. We hebben alles te leen, brengen we het wel terug bij de Leenheer? Bij Jezus?

Maar ook, ten tweede, het is de volgeling die de leider maakt! Wie heffen wij op een schild? Wie maken wij tot idool? Zien we wel dat we dat doen? Zijn onze verwachtingen op orde? Als we wonderen verwachten, ja, dan zal het leven áltijd een teleurstelling zijn!

Hoeveel “Grote Beloftes” hebben we al niet te pletter zien lopen in de kerk? Als je mensen tot brandpunt maakt van jouw eigen kolkende gevoelens, dan gebeuren er ongelukken. Zelfs (of misschien: juist) wanneer die persoon écht bovengemiddeld is!

Blijven we over en weer zuiver in onze intenties? Zijn we wel bewogen door de juiste gevoelens? Niet door angst, wellust of ambitie, maar bewogenheid? En dat kan alleen vanuit een zelfkennis die met de jaren komt. Weten wie je bent, waar je kracht ligt, waar je zwaktes, en ook waardoor je verleid zou kunnen raken.

Jezus kan zijn taak pas op zich nemen nadat hij door de verleidingen in de woestijn gegaan is. Eerder niet. Jezus wordt niet als Übermensch of halfgod geboren. Hij mag als mens op-groeien, leren. Fouten maken. En wij moeten dat ook. Als mensen. Als kerk. Werkend uit de opdracht die de Heer ons gegeven heeft, voortgedreven door betrokkenheid, altijd bewogen door de nood van de ander.

Amen.