In die
tijd zei Johannes tot Jezus:
“Meester, we hebben iemand, die ons niet volgt,
in uw Naam duivels zien uitdrijven,
en we hebben getracht het hem te beletten,
omdat hij geen volgeling van ons was.”
Maar Jezus zei:
“Belet het hem niet,
want iemand, die een wonder doet in mijn Naam,
zal niet zo grif ongunstig over Mij spreken.
Wie niet tegen ons is, is voor ons.
Als iemand u een beker water te drinken geeft,
omdat gij van Christus zijt, voorwaar Ik zeg u:
zijn loon zal hem zeker niet ontgaan.
Maar als iemand
een van deze kleinen die geloven, aanleiding tot zonde geeft,
het zou beter voor hem zijn
als men hem een molensteen om de hals deed en in zee wierp.
Dreigt uw hand u aanleiding tot zonde te geven,
hak ze af;
het is beter voor u verminkt het leven binnen te gaan
dan in het bezit van twee handen in de hel te komen,
in het onblusbaar vuur.
Het is beter voor u kreupel het leven binnen te gaan
dan in het bezit van twee voeten in de hel te worden geworpen.
Het is beter voor u met één oog het Rijk Gods binnen te gaan
dan in het bezit van twee ogen in de hel te worden geworpen,
waar hun worm niet sterft en het vuur niet gedoofd wordt.”
Iedereen zal met vuur gezouten worden.
Het zout is iets goeds; maar als het zout zoutloos wordt, waarmee zult ge het dan zijn smaak hergeven?
Hebt zout in uzelf en leeft in vrede met
elkaar.”
Beste vrienden,
We horen vandaag harde woorden van Jezus. Woorden waar je bang van zou kunnen worden. Als we zulke woorden tegenkomen moeten we goed opletten. Wat is er dan aan de hand? Wat zeggen die woorden écht. Wat zegt ónze reactie erop?
In uw kindertijd bent u misschien wel eens met hel en verdoemenis bedreigd als u een verboden ding toch deed, of geen enthousiasme had voor iets wat juist wél moest. Ik denk niet dat dat voor u een fijne herinnering was. Als dit heel vaak gebeurt kom je daar als kind zelfs beschadigd uit.
Dreigen is geen fijne manier om je zin te krijgen. Als je moet teruggrijpen op dwang heb je het pleit eigenlijk al verloren. Het werkt misschien eventjes, maar de weerzin en opstand die je oproept blijven nog heel lang doorwerken.
Dat zie je
goed terug in landen die gebouwd waren op dwang. Als u in Duitsland op vakantie
bent en u bent eerst in het westen en dan in het oosten zie je veel verschil.
Oost-Duitsers zijn zelfs dertig jaar na de Wende allergisch voor autoriteit en
voelen vaker wantrouwen als iemand hen vraagt iets te doen waar ze geen zin in
hebben. En als het dan toch moet gooit men de kont tegen de krib. Vaak werkt dreigen dus zelfs averechts.
Als we ons bedreigd voelen gaan de luiken dicht in ons hoofd. Daar voel je je niet vrijer door. En als we ons bedreigd voelen ín de kerk of zelfs dóór de kerk dan gaat het helemaal mis. We moeten dus goed kijken wat hier gebeurt in dit evangelie.
De kerk heeft altijd als regel gehad dat je in principe elke zondag naar de kerk moet komen. U kent dat misschien nog wel van vroeger. Daar zijn goede redenen voor. Niet in het minst dat als we maar een keer af en toe komen de woorden van God in isolement gaan zien en ze dan niet goed kunnen begrijpen. Deze zondag, is dat risico extra groot.
Als we deze woorden in isolement lezen gaan ze een eigen leven leiden en dat is ongezond. Geen enkele tekst staat op zichzelf er gaat altijd iets vooraf en er komt altijd wat na. Vorige week hoorden we wat er aan vooraf ging. Weet u het nog?
De apostelen
ruziën over wie de grootste is onder hen en Jezus zet dan een kind in
hun midden en zegt tegen hen, wees maar niet bezig met wie de belangrijkste
moet zijn maar wees als zo`n kind. En als Jezus zo spreekt weet je: het gaat nooit alleen maar letterlijk om kinderen. Het gaat om veel meer mensen dan dat. Mensen die er misschien nog niet meedoen maar er ergens wel bijhoren.
Maar wat doen de apostelen nadat ze die mooie, wijze les van Jezus krijgen? Die gaan buiten op straat zo iemand lastig vallen. Iemand die andere mensen geneest in de naam van Jezus. Maar hij hoort niet bij de Jezusgroep. Hij heeft geen bevoegdheid om dat te doen. Zo lijken ze te denken. Genezen zonder licentie van de BV Jezus en Co.
Dat is wat geesten uitdrijven hier namelijk betekent. Mensen genezen van hun ziektes. En de leerlingen laten zich niet raken door wat er gebeurt, maar zijn met zichzelf bezig. Ze denken nog steeds dat álles alleen om hen draait. En ze zijn boos. Ze zijn boos omdat een buitenstaander wél mensen kan genezen, terwijl we eerder in het Marcusevangelie kunnen lezen dat het de apostelen zélf op eigen houtje niet lukt.
En wat hadden ze dat graag
wel gekund. Want kunnen genezen is niet alleen een vorm van mensen helpen, het is ook een vorm van macht hebben, en aanzien verkrijgen.
Ze lijken begaan om de eer van Jezus, maar eigenlijk is het om henzelf te doen. Jozua beklaagde zich in de eerste lezing over Eldad en Medad want als eerste dienaar van Mozes straalt een statusdaling direct op jou af. Het maakt nogal uit of je de dienaar bent van zomaar iemand, of de eerste dienaar van een koning (zo iemand noemen we namelijk normaal minister-president!)
Ik denk dat we wel kunnen raden waarom de Heer hen die kracht nog niet gegeven heeft. Want als ze dat zouden kunnen worden die ego’s nog groter. Het tegen elkaar opbieden gaat dan nóg harder door. Maar óh wat zouden ze het graag willen, om zo te bewijzen dat ze groter zijn dan anderen.Groter dan elkaar. Die macht zou een twistappel worden.
En dan is er een buitenstaander. Die geneest. Zelf geneest. In naam van Jezus.
Beste vrienden, de twaalf zijn ziedend van afgunst.
En zij zijn
het die de harde woorden van Jezus te horen krijgen. Die hebben ze nodig.
Want Jezus gaat hen een belangrijke opdracht geven, om de Kerk te leiden, en dat kan alleen goed gaan als ze niet denken dat het om hén draait. Want op kift, achterklap en afgunst, daar kun je geen kerk op bouwen.
Als je jezelf namelijk groter maakt dan maak je ánderen kleiner. Op een gegeven moment zijn die anderen zo klein dat ze er voor jou niet meer toe doen. Als je je zó gedraagt dan nemen mensen aanstoot aan je en gaan ze het geloof verliezen. Die bitterheid gaan ze nog lang met zich meedragen, misschien zelfs doorgeven.
Ik denk dat er wel voorbeelden genoeg liggen in de recente geschiedenis beste vrienden. Binnen en buiten de Kerk van mensen die andere mensen opjagen. Er zijn slechte leken geweest, en slechte priesters, en slechte bisschoppen. En sommige mensen zijn nu ook slecht.
Dat is niks nieuws, dat
is altijd zo geweest. Als u een middeleeuws schilderij ziet over het Laatste
Oordeel zal het u opvallen; er wordt altijd een stevig contingent priesters,
bisschoppen en kardinalen aan het spit geregen. Van de buitenkant leken ze de grootste, maar beter waren ze gehandicapt geweest dan dat ze onder het oordeel waren gekomen.
Wie macht heeft in de Kerk moet al voorzichtig zijn. Maar wie macht wil en daar de grootste wil zijn die is in groot gevaar. Ongeacht (gebrek aan) positie!
Dus ja, Jezus
dreigt met hel en verdoemenis, maar hij bedreigt niet zomaar wat gewone mensen om
hem heen. Hij zet zijn hak níet op de nek van kleine mensen. Integendeel, Hij wijst
mensen die macht willen over anderen op wat er kan gebeuren als hun vurige ambitie een realiteit wordt.
Dat vuur van afgunst, dat vuur van valse ambitie wat nu al in hen brandt, dat vuur gaat alles in je leven kapot maken als je het niet weet te doven. Lichaam en ziel gaan daaraan onderdoor. En aan het einde van de rit heb je niks bereikt.
Je kan beter kreupel of blind zijn dan toegeven aan dat vuur van afgunst en machtswellust, dát is veel minder erg.
Mocht u afgunstig zijn, of verteerd worden door valse ambitie (niet positieve ambitie, die iets constructiefs bereiken wil, maar de valse die anderen klein wil maken of houden), als u dat voelt. Ga onder een koude douche staan, word vrijwilliger in het bejaardentehuis (en probeer niet de grootste vrijwilliger te worden, of voorzitter van de vrijwilligersraad!), verzin een rustige hobby maar in Godsnaam zet geen stap verder op die weg. Die is heilloos.
We zijn allemaal door God geschapen en geroepen om belangrijke dingen te doen. Grote en kleine belangrijke dingen, dát maakt niet uit. Wat voor de één klein lijkt kan in werkelijkheid groot blijken (Mt 25:31-46) We zijn al belangrijk voor God – in alles wat we uit liefde doen – we hoeven het niet meer te worden.
Moge dat inzicht ons vrede geven en vreugde in alles wat we doen, door Christus de Heer.
Amen.