Saturday, 24 May 2025

Zesde zondag Paastijd C

 

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
“Als iemand Mij liefheeft
zal hij mijn woord onderhouden;
mijn Vader zal hem liefhebben
en Wij zullen tot hem komen en verblijf bij hem nemen.
Wie Mij niet liefheeft
onderhoudt mijn woorden niet;
en het woord dat gij hoort is niet van Mij
maar van de Vader die Mij gezonden heeft.
Dit zeg Ik u terwijl Ik nog bij u ben,
maar de Helper,
de heilige Geest, die de Vader in mijn Naam zal zenden,
Hij zal u alles leren
en u alles in herinnering brengen wat Ik u gezegd heb.
Vrede laat Ik u na;
mijn vrede geef Ik u.
Niet zoals de wereld die geeft, geef Ik hem u.
Laat uw hart niet verontrust of kleinmoedig worden.
Gij hebt Mij horen zeggen:
Ik ga heen maar Ik keer tot u terug.
Als Gij mij zoudt liefhebben,
zoudt gij er blij om zijn dat Ik naar de Vader ga
want de Vader is groter dan Ik.
Nu, eer het gebeurt, zeg Ik het u,
opdat gij, wanneer het gebeurt, zult geloven.”


Beste vrienden,

Hemelvaart komt er aan, en we gaan op naar het feest van Pinksteren. Jezus keert terug naar de Vader, maar stuurt de Helper, de Heilige Geest. Nu voelt de Heilige Geest een beetje een schimmig onderwerp. In tegenstelling tot Jezus is hij per definitie niet te zien, niet aan te raken. Je hebt veel verhalen, maar niet zo veel over de Heilige Geest. Wat kunnen we over de Geest zeggen?

Gelukkig komt de Geest zelf ons te hulp: Hij is het die de Helper genoemd wordt. Het Griekse woord dat in het evangelie gebruikt wordt is paracleet, en dat heeft naast Helper nog een paar bijbetekenissen. De Trooster bijvoorbeeld, of de Voorspreker – een woord dat je op zijn beurt weer zou kunnen vertalen met de advocaat. Iemand die je bijstaat als het spannend is, als je aangeklaagd bent voor iets – of dat nu terecht of onterecht is.  

Helpers, troosters en advocaten hebben een aantal dingen gemeen. Ze zijn er voor jou, je kan ze vertrouwen en je kan wat van ze leren.

Die drie dingen wil ik kort uitpakken.

Allereerst, helpers, troosters, voorsprekers zijn er voor jou. Iemand die je helpt, troost of voor je spreekt is niet als een anonieme voorbijganger die per ongeluk iets uit zijn zak laat vallen waar jij wat aan hebt. Hij richt zich op jou. Hij ziet je nood en strekt zijn hand uit. Soms helpen mensen ons voor korte tijd. Als je op straat ten val komt helpt iemand je overeind. Misschien zie je die persoon daarna niet meer, maar voor dat moment is hij of zij er geheel en al voor jou.

Zo is ook de Geest geen anonieme Kracht, niet een soort goddelijk stopcontact waar je je af en toe eens aan mag opladen. Nee, de Geest is een persoon , net als God de Vader, dat is, net als Jezus – de Zoon is. En niet in het voorbijgaan, niet om je fiets recht te zetten, je overeind te helpen en je boodschappen bij elkaar te rapen als je eens gevallen bent, maar altijd.

De Heilige Geest, zo zegt Jezus iets eerder, in vers 17, verblijft in je en zal bij je zijn. Hij is aanwezig in ons leven, ongeacht of we dat nu altijd voelen of niet. Soms zeggen mensen: als je de Heilige Geest hebt, dan voel je dat altijd. Nu denk ik zeker dat je de Geest soms kan voelen. Maar we lezen hier waarom het niet zo kan zijn dat de Geest er niet is als we dat even niet zo aanvoelen. Onze gevoelens zijn soms zwak, ongeordend, kunnen ons misleiden. De Geest is stabiel, consistent, volledig zichzelf.

Hij helpt ons overeind, niet als wij één keer vallen, maar elke keer. Hij helpt ons ook als we het niet zien, als we het niet voelen. Hij verblijft bij ons, ook als wij het niet begrijpen. Hij vliegt niet weg omdat we met onze gedachten ergens anders zijn.

In de wereld heb je voorwaardelijke liefde, wanneer iemand zegt: ik houd van je – maar alleen als je zo of zo bent.  De Geest werkt niet zo. Die houdt van ons zoals wij zijn, en wil ons hooguit nóg beter maken, ons nóg dieper in de relatie brengen met Vader en Zoon, door de Geest.

De Geest is dus de adem van Gods intimiteit. De Geest leert ons wat we moeten doen, verlicht ons verstand en ons geweten, maar berispt ons niet. Omdat de Geest tot doel heeft relaties te herstellen is de Geest niet bestraffend, of berispend. De Geest spreekt met een zachte stem. Hij is niet luid, Hij is niet passief-agressief. Dat is misschien ook een reden dat we Hem moeilijk horen. Wij zijn gewend vooral aandacht te geven aan de mensen die het meeste lawaai maken. Zo maken we het onszelf moeilijk.

De Geest verblijft in ons en zal bij ons zijn. Dat is mooi, maar wat doet Hij dan – terwijl Hij bij ons is? Helpen, troosten, voorspreken. Allereerst: helpen, ons de zaken van God in herinnering brengen. Maar ook troosten. Vaak maken wij het moeilijk voor onszelf. We hebben grandioze plannen! Alles moet anders! Maar dan struikelen we over onze veters en waren we eerst overtuigd van onze grootsheid, zo kunnen we vijf minuten later er even overtuigd er van zijn dat we mislukkingen zijn, dat we er nooit wat van gaan maken. Wij zijn soms onze eigen ergste aanklagers. De Geest helpt ons weer op pad en geeft ons weer een vriendelijk duwtje. Hij is geen lawaaierige lifecoach die ons door een toeter toeschreeuwt dat succes een keuze is, maar Hij vergeet nooit wie wij zijn in de ogen van God, en dat is iets moois. Nog mooier is, dat Hij het ook aan ons wil laten weten.

Bovenal brengt de Geest ons dat in herinnering. Hij laat het niet gebeuren dat wij blijvend zouden vergeten wie we zijn, kinderen van God, verlost door Christus de Heer, bijgelicht door de Geest, op weg naar die nabijheid en weg van de verdeeldheid.

Als de Heilige Geest ons steeds in gedachten houdt, mogen wij zelf ook denken aan de Geest. Proberen die rustige stem te horen. Daar moet wel wat voor gebeuren. Oplettender worden in het leven,  weg van afleiding. Als we ons laten belegeren door lawaai dan horen we de wijsheid van binnen onze eigen muren niet. Dan ziet de vijand er al gauw onoverwinnelijk uit, terwijl de oorlog ten diepste al gewonnen is met Pasen.

Mogen wij door het werk van de Geest Hem leren zien en horen. Die Geest van liefde, die onze zeilen wil zien opbollen, de dag tegemoet.

Amen.