Sunday, 25 June 2017

Twaalfde Zondag door het Jaar A



Broeders en zusters.

Misschien heeft u deze week op de TV beelden gezien van de slag om Mosoel. Het Irakese leger heeft de aanval ingezet op de laatste ISIS bolwerken in deze stad. Als een laatste wanhopige daad hebben de aanhangers van ISIS de grote moskee van Mosoel: de al-Noerimoskee, opgeblazen. Het is te hopen dat dit het begin is van het einde van het kwaadaarde IS-regiem.

Het is eigen aan het kwaad om, als het einde nabij is, een zo groot mogelijke verwoesting aan te richten. Alles wordt dan ineens een doelwit, ook de eigen voorzieningen, de eigen gebedshuizen, de eigen bevolking. Dit is haast een natuurwet, en we moeten er maar voor bidden dat deze beweging gauw wordt verslagen: christenen zijn geroepen om altijd te bidden, en te werken voor vrede.

Ook in ons leven, op veel kleinere schaal, hebben wij ook te maken met situaties die niet vredig zijn. We zien strijd en afwijzing om ons heen en ervaren het soms ook aan den lijve in ons eigen leven. De lezingen van vandaag spreken over hoe we om moeten gaan met deze situaties.

In de eerste lezing zien we Jeremia, de profeet. Hij was geroepen om de waarheid te verkondigen aan het Joodse volk dat afgedwaald was. Zijn verkondiging leverde hem echter veel problemen op.  Zijn eerdere vrienden wilden niks meer met hem te maken hebben, en erger nog – ze waren zijn ergste vijanden geworden en waren continu bezig te proberen om hem uit te schakelen.Ze noemen hem zelfs "Ontzetting-overal"!

Uit de context is ook wel duidelijk dat het gaat om een overmacht. Het is niet vijf tegen één, of tien tegen één, het is één tegen honderd en je mag geen jokers inzetten. Er is geen machtige groep die Jeremia uit de wind gaat houden. Indien dit alleen maar een sociale of een politieke strijd was, was er maar één conclusie mogelijk: Houd er maar mee op Jeremia. Die strijd van jou, die strijd voor de waarheid, tegen de machthebbers van jouw tijd, die win je nooit. Geef het maar op, dat is het makkelijkst voor iedereen.

Wanneer  u in de Bijbel dit hoofdstuk van Jeremia leest wordt duidelijk dat Jeremia grote moeite heeft met zijn roeping. Hij gebruikt daar harde woorden voor. Hij stelt zichzelf hele existentiële vragen bij: waarom heb ik ooit geboren moeten worden? Waarom heb ik dit allemaal moeten meemaken? Vragen die wij ons ook stellen als we geconfronteerd worden met moeilijke situaties. Jeremia is er moedeloos van geworden.

.Dit is een moedeloosheid die ons allemaal kan raken. Wanneer wij proberen goed proberen te doen, is het goed mogelijk dat we geen bedankje krijgen, maar dat de zaken juist helemaal uit de hand lopen.

Ook kan het zijn dat wat we geprobeerd hebben te doen consequenties blijkt te hebben die wij niet kunnen overzien. Dan kijken we naar de puinhopen en denken: hoe zijn we hier nu weer in terechtgekomen?

Dat onze goede intenties soms tot vervelende situaties leiden is ook onontkoombaar: we lezen vandaag bij Paulus hoe we allemaal geraakt zijn door de erfzonde, door de gebrokenheid waar alle mensen mee te maken hebben. Indien we allemaal zouden krijgen wat we verdienen, zou dat eerlijker zijn, maar we leven in een gebroken wereld, dus is het soms helaas onontkoombaar dat nietsnutten lof wordt toegezwaaid en mensen die zich altijd voor hun naaste hebben ingezet nog een trap na krijgen. Heel soms is het omgekeerd, en daar mogen  we dan blij mee zijn.

Maar we hoeven niet bevreesd te zijn. God let op ons, niet om ons te bespioneren, maar om ons bij te staan, om met ons mee te gaan. Omdat Hij aandacht voor ons heeft. Juist als niemand meer naar ons wil luisteren wordt Gods aandacht voor ons des te actiever.

Ook de kleinste dingen ontgaan hem niet. Niets wat Hij ons ingeeft, hoe klein of onbeduidend het ook mag lijken, zal verborgen blijven. Gods plan met de mensen zal zich voltrekken, ongeacht wie zich er tegen zal verzetten.

Gods Woord is geen geheime leer die alleen maar voor ingewijden bestemd is! Het is er voor iedereen!

Daar mogen we ons door laten bemoedigen; door de woorden van Jeremia die zegt: de Heer is een machtige strijder – Hij laat ons niet los! En door de woorden van Jezus die zegt dat iedereen die zich niet laat afschrikken door anderen om zijn naam bekend te maken, die zal door Jezus zelf worden erkend bij de Vader die in de Hemel is.
Wanneer we altijd het goede proberen te doen, zullen we zeker niet altijd de populariteitsprijs winnen – maar daar hoeven we niet wakker van te liggen.

Niets gaat zo snel voorbij als applaus of afwijzing - maar God blijft altijd. Hij is eeuwig, ongebonden aan tijd of plaats houdt Hij alles in zijn hand en laat niemand verloren lopen die Hem met een oprecht hart zoekt. Wat er dan ook tegen zit: God zelf staat borg voor ons.
Ik wil afsluiten met de woorden van de profeet Habakkuk.

Habakkuk is een beetje een vreemde profeet, want niemand lijkt te weten wie hij was of waar hij vandaan kwam. Al die feiten zijn verloren gegaan in de mistbanken van de geschiedenis. Maar de woorden die hij opgeschreven heeft, waren ingegeven door de Geest en worden nu nog gelezen en gebeden in het getijdengebed:

De vijgeboom bot niet uit, de wingerd draagt geen vrucht, de olijvenoogst is mislukt en de dorre akkers geven geen voedsel meer; de schapen zijn uit de kooien verdwenen en er staat geen rund meer op stal. Ik echter, ik verheug mij in Jahwe, ik jubel om de God die mij redt. Jahwe, de Heer, is mijn kracht, Hij maakt mijn voeten als de voeten van hinden en doet mij de hoogten betreden.

Amen.