Broeders en
zusters in Christus, beste medegelovigen.
Als ik een
preek moet voorbereiden lees ik zo vroeg mogelijk in de week de evangelielezing
voor de komende zondag. Dat geeft mij de tijd om er eens op te kauwen. Ik vind
de lezing van deze zondag een lastige, want ik kon me gewoon helemaal niks
voorstellen bij de domme meisjes. Als je op pad gaat bereid je je toch voor? Ik
ga op reis en ik neem mee… een lege koffer, geen paspoort en een verlopen
treinkaart en een lege mobiele telefoon. Zonder oplader.
Nu wil het
toeval dat ik afgelopen maandag een studiedag had in Heiloo. Daar heeft u mij
vast wel eens over horen mopperen. Over studiedagen. En terwijl ik al mopperend
naar Heiloo reed ging er opeens een rood lampje branden op mijn dashboard. U
raadt het al. De benzine was bijna op. En natuurlijk net op zo`n stuk weg waar geen
benzinepompen zijn.
Ik was zo bezig met van alles en nog wat dat ik helemaal
niet had gemerkt dat de wijzer van de benzinetank een steeds diepere duikvlucht
nam. Tot je wordt geconfronteerd met een rood teken dat dwingend om je aandacht
vraagt!
Na een voor
mijn gevoel flinke omweg lukte me het toch om nog op tijd in Heiloo te zijn,
nèt voor de deur op slot ging, zogezegd. Het was ook nog eens een interessante
bijeenkomst. Het zou jammer zijn als ik er iets van gemist had.
Zo zie je
maar weer. In ons eigen hart woont ook een dom meisje. En als je niet uitkijkt
mis je de afslag naar de plaats waar je moet zijn.
Het
evangelie van deze zondag gaat natuurlijk niet over benzine, het gaat zelfs
niet over olie. Het gaat erom dat wij bewust
en aandachtig in het leven moeten staan.
Alle goede
en mooie dingen in ons leven vinden niet op elk moment in ons leven plaats. Het
leven heeft een vorm. Bepaalde dingen kunnen pas gebeuren op een bepaalde tijd.
En je bent dus ook op een bepaalde moment gereed bent voor een nieuwe stap, een
nieuwe ontwikkeling. Niet eerder, en niet later.
Sommige ontwikkelingen kun je zien aankomen,
en kun je je dus goed op voorbereiden. Voor andere ontwikkelingen moet je beter
opletten, de tekenen van de tijd leren duiden en dán een stap durven zetten.
Dit geldt zowel
voor ons persoonlijk geloofsleven, als voor ons kerkelijk leven, ons leven als
parochiegemeenschap, als kerk in Nederland en Europa.
Voor ons
persoonlijk geldt dat God zelf zich niet altijd op dezelfde manier aan ons toont. Hij
ontmoet ons altijd op zíjn voorwaarden, niet de onze. Het is aan ons om in
ieder geval de deur van ons hart open te houden, om Hem te verwelkomen als het
uur daar is dat ons geloofsleven een nieuwe stap mag nemen, een nieuwe
verdieping krijgt. We moeten er zelf voor werken, maar we dwingen zijn
aanwezigheid in ons leven niet af. Als de bruidegom komt, moet er in ieder
geval genoeg olie in de lamp zitten!
Voor ons als
Kerk geldt ook dat alles zijn tijd heeft. Het helpt niet om op deuren te blijven
bonzen die al lang dichtgegaan zijn. Het pad dat je wél moet gaan zal je niet
vinden als je je blindstaart op datgene wat er vroeger was, of vroeger wèl
werkte. Het omgekeerde is evenmin aan te raden: je maar gooien op elke
vernieuwing die zich aandient, zonder beraad of kritische gedachte.
Dan
verliezen we de kern uit het oog.
Bij alles wat
we doen – als persoon of als parochie – moeten we ons afvragen: hoe gaan we nu,
vandaag, straks in 2018, de weg van God? Waar klamp ik me tegen beter weten aan
vast? Aan welke dichte deur sta ik nog te trekken? Zit er wel genoeg olie in
mijn lamp om de weg die ik wél moet gaan te kunnen zien?
Het is dan
ook goed te bedenken dat het verhaal van de wijze en domme meisjes een
uitnodiging is: de kern van het verhaal is uiteindelijk niet de dichte deur,
maar het bruiloftsfeest.
Daar zijn we
allemaal voor uitgenodigd, laten we dan met open hart en open ogen op weg gaan
naar Hem die met open armen op ons wacht.
Amen.