Saturday, 12 November 2022

Geen Steen Blijft op de Ander?

In die tijd merkten sommigen op hoe de tempel daar prijkte
met zijn fraaie stenen en wijgeschenken.
Toen zei Jezus:
“Wat ge daar ziet:
er zal een tijd komen,
dat er geen steen op de andere gelaten zal worden:
alles zal verwoest worden.”
Zij vroegen Hem nu:
“Meester, wanneer zal dat dan gebeuren?”
Maar Hij zei:
“Weest op uw hoede, dat gij niet in dwaling gebracht wordt.
Want velen zullen optreden in mijn Naam
en zij zullen zeggen: Ik ben het, en: Het ogenblik is nabij.
Loopt niet achter hen aan.
En wanneer gij hoort van oorlogen en onlusten,
laat u dan niet uit het veld slaan.
Dat alles moet wel eerst gebeuren,
maar het einde volgt niet terstond.”
Toen sprak Hij tot hen:
“Er zal strijd zijn van volk tegen volk
en van koninkrijk tegen koninkrijk;
er zullen hevige aardbevingen zijn,
en hongersnood en pest,
nu hier dan daar,
schrikwekkende dingen
en aan de hemel geweldige tekenen.
Maar nog vóór dit alles geschiedt
zullen zij u vastgrijpen en vervolgen;
zij zullen u overleveren aan de synagogen en gevangen zetten,
u voor koningen en stadhouders voeren
omwille van mijn Naam.
Het zal voor u uitlopen op het geven van getuigenis.
Welnu, prent het u in,
dat gij dan uw verdediging niet moet voorbereiden.
Want Ik zal u een taal en een wijsheid geven,
die geen van uw tegenstanders
zal kunnen weerstaan of weerspreken.
Ge zult zelfs door ouders en broers,
door bloedverwanten en vrienden overgeleverd worden
en sommigen van u zullen ze ter dood doen brengen.
Ge zult een voorwerp van haat zijn voor allen
omwille van mijn Naam:
geen haar van uw hoofd zal verloren gaan.
Door standvastig te zijn zult ge uw leven winnen.”

 

Beste vrienden,

 

Aan alles komt een eind.

Die woorden speelden door mijn hoofd toen ik deze week in de krant las over een jonge  multimiljardair die vorige maand nog tweeëntwintig miljard dollar waard was, en vandaag niet eens genoeg geld heeft voor een blikje cola. Hij ging in veertien dagen volledig failliet. Zo snel kan het gaan in deze wereld! Alles wat onwankelbaar lijkt, in beton gegoten en volstrekt vanzelfsprekend kan van het één op het andere moment verdampen en verdwijnen als een mistbank in het ochtendlicht.

Dit is iets wat we allemaal weten, niks hier op aarde is er voor de eeuwigheid! Maar toch, diep in ons hart willen we daar niet aan. We willen het niet geloven. Ons hart is daar op tegen!

Wij staan daarmee in de schoenen van de leerlingen van Jezus, samen met Jezus staan ze in de buurt van de Tempel, voor de Joden uit de tijd van de Bijbel de belangrijkste plek ter wereld. Het is ondenkbaar dat daar wat mee gaat gebeuren. En toch is dat precies wat er gaat gebeuren.

De tijd van de Tempel raakt op. Het is onvermijdelijk. En als het eenmaal gebeurd is, zo’n veertig jaar nadat Jezus deze woorden gesproken heeft zullen de leerlingen en de eerste christenen terugkijken en dát zeggen: Ja. Dat was vanzelfsprekend, dat kon op geen enkele andere manier aflopen.

Als iets aan zijn eind komt heeft dat twee aspecten. Een voorspelbaar en een onvoorspelbaar deel. Deze lopen soms op een verwarrende manier door elkaar heen, daardoor denken we vaak dat het onvermijdelijke misschien nog heel lang uitgesteld kan worden, of misschien wel overgeslagen kan worden. Maar zo kun je jezelf ook makkelijk bedotten. Daar komen veel ongelukken uit voort. Als mensen zich toch vastklampen aan wat voorbij is.

Een bekende schrijver over organisaties, meneer Dornbusch, formuleerde drie wetten voor hoe het afloopt met organisaties die voorbij hun houdbaarheidsdatum zijn, en die leggen goed uit waarom het komt dat we ons toch niet verzoenen met wat voorbij gaat.

De eerste wet is heel eenvoudig. Wat onhoudbaar is stopt. Een organisatie die niet meer beantwoordt aan de eigen opdracht, of de tekenen van de tijd niet meer kan verstaan die loopt volledig vast en heeft geen toekomst meer. Dit geldt in het klein voor videoketens en andere winkels en in het groot voor alles om ons heen, tot onze manier van kerk-zijn aan toe.

 Maar de tweede wet, die leidt ons om de tuin. De tweede wet van Dornbusch is: “wat onhoudbaar is, kan langer doorgaan dan je denkt”. De Tempel in Jeruzalem was al lang failliet, de tempelmachthebbers trokken het volk leeg, en de Joodse Bijbel, onze Oude Testament, is heel duidelijk – het voortbestaan van een Tempel, en het voortbestaan van het volk in het land is niet vanzelfsprekend. Word je ontrouw aan God, dan is je overleven niet gegarandeerd. Hoe groot je Tempel ook is, en hoe hard hij ook glinstert in de zon. Je leeft op geleende tijd, en de deurwaarder komt er aan.  

Maar na dat Jezus dit oordeel over de Tempel uitsprak duurde het nog veertig jaar. Het is niet zo vreemd dat mensen dachten. Ach, die waarschuwing van Jezus, dat was al… twintig jaar geleden. En nóg staat de Tempel er! Het zal onze tijd wel duren. Maar het duurt onze tijd niet, beste vrienden.

Maar dan treedt de derde wet in werking. Als wat onhoudbaar is stopt, zegt meneer Dornbusch, dan stopt het ook sneller dan je je inbeelden kan. Dan komt van de één op de andere dag het hele dak naar beneden. En wij staan er versufd naast. Hoe heeft dat nu kunnen gebeuren? Het zou onze tijd toch wel duren?

Nu gaat de lezing van vandaag eerst over de Tempel, dat lang verdwenen gebouw. Maar dat is niet waar het uiteindelijk om draait. Jezus gebruikt de vernietiging van de Tempel – heel slim – als een soort kapstok. Daar hangt hij een ándere boodschap aan:

Niet alleen de Tempel, nee, maar alle dingen komen aan hun eind. Ooit worden ze onhoudbaar en zullen ze stoppen. Alles, zonder uitzondering.  

Zelfs, het moet gezegd, de manier waarop we nu Katholieke Kerk zijn is tijdgebonden en komt aan zijn eind. Dat is moeilijk om te erkennen, maar de pijn die we daarbij voelen maakt het niet minder waar. Ook in onze kerk is veel onhoudbaar, en dat gaat stoppen. Dat kan niet anders. Het kan langer doorgaan dan we denken, maar als christenen hebben we de plicht om de tekenen van de tijd te verstaan. Zó gaat het in ieder geval niet verder.

En als wij als christenen, betrokken op het kerkelijke leven, voelen aan waar het heen gaat. We voelen ons verontrust, en niet per se getroost. Misschien ook niet direct getroost door de woorden van de Schrift.  “Standvastig zijn” is het devies in het laatste vers. Maar het kan voelen als een uitzichtloze strijd, een lange nederlaag.

Veel mensen verzinnen dan verdedigingsmechanismen, we gaan zaken wegverklaren. Of zeggen dat een nadeel eigenlijk een voordeel is. Dat is geen boze opzet: dat is gewoon hoe ons hoofd werkt. Soms wordt er bijvoorbeeld gezegd dat “de besten overblijven”, en dat is natuurlijk allemaal heel goed bedoeld. En juist begrepen is het een troostend woord – maar het kan ons ook op het verkeerde pad zetten. Alsof de “heilige rest”, de weinige christenen die er zijn een soort keurkorps zijn, Goddelijke mariniers die trots zijn op hun training en expertise in hun strijd tegen de overmacht.

Maar als in de Bijbel over een keurkorps gesproken wordt, dan is dat niet de commando’s, of de Amerikaanse Navy Seals – maar dan is dat een Gideonsbende: een klein groepje mensen dat door God uitgezocht is om op een wonderlijke manier – wie begrijpt hoe – het toch te winnen van een overmacht. Zij winnen niet door hun eigen kracht, eigen intelligentie, maar omdat ze in hun kleinheid volledig open staan voor wat God van hen vraagt.

Dat lezen we hier ook: Jezus zegt: jullie gaan worden bedreigd maar God geeft je in wat je zeggen moet – het is dus niet je eigen wijsheid die je gaat redden!

God kiest altijd het kleine, het machteloze en dat wat verloren lijkt uit om een nieuwe toekomst te maken. Dat zijn niet per sé de beste – in de zin van de slimsten, de rijksten of de energieksten, maar het verhaal gaat wel door hen verder. En dat is goed.

De Bijbel staat vol met beelden als het gebogen riet, de walmende vlaspit, iets wat geen toekomst kán hebben maar toch nieuw leven krijgt. Menselijk gesproken is dat onmogelijk, maar met God is álles mogelijk.

Dat is als het ware de vierde wet. Geen wet van Dornbusch, dat waren er drie, en die zijn allemaal waar.

Maar de vierde wet: de wet van God.

Wat stopt, houdt de toekomst niet tegen, want de toekomst is van God alleen.

Mogen wij in de komende weken, maanden, jaren, standvastig zijn. Standvastig in dat geloof dat God nooit ophoudt te werken voor alle mensen, voorbij al onze trots, angst en verwachting heen.

Amen.