Beste vrienden,
“In elk kind begint een nieuwe wereld”, die uitspraak van Augustinus vertelt ons iets over wat er vanavond gebeurt. Jezus wordt geboren in een stal te Bethlehem zodat een nieuwe wereld van start kan gaan.
En die nieuwe wereld waar Jezus de spil van is wordt verkondigd door de engel aan de herders.
Heden
is u een Redder geboren,
Christus, de Heer,
in de stad van David.
En dit zal voor u een teken zijn:
gij zult het pasgeboren kind vinden
in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe
In die wereld is er redding voor het volk, door Jezus, en Hij is te vinden in de gedaante van een kind dat in een voerbak is gelegd. En als de engel klaar, is er fijne muziek van het leger. Er komt een “hemelse heerschaar”, een mooi woord voor een heel legioen aan engelen, en zijn verkondigen Gods glorie en macht. Zij houden een feestelijke parade van Gods macht. Net zoals een president op de Nationale Feestdag duizenden soldaten en matrozen langs volle tribunes laat marcheren zo houden nu Gods soldaten een taptoe voor een kluitje herders.
Maar dan gebeurt er iets bijzonders! De engelen verdwijnen weer. En als de herders in Bethlehem komen vinden ze daar een heel gewoon jongetje, in een voerbak van de Boerenbond. Er staat geen engel bij met een groot zwaard, zelfs geen groepje opvallend onopvallende engelen met oortjes in hun oren om toe te zien dat niemand een hand naar de Koning uitsteekt. Niks daarvan. Jezus ligt er kwetsbaar bij. Verontrustend kwetsbaar.
De nieuwe wereld van Jezus is een kwetsbare wereld. En vanaf het moment dat het Gloria gezongen is schittert het engelenleger door afwezigheid. Hooguit op de achtergrond zie je nog wel eens een klein vleugeltje. Als Jezus getroost moet worden bijvoorbeeld. Maar geen machtig engelenleger meer, in heel zijn leven niet. Geen stoottroep die voor hem uit gaat, geen lijfwachten om hem heen. Jezus is kwetsbaar.
In het evangelie wordt er nog twee keer naar verwezen. Op het moment dat de duivel hem probeert te verleiden in de woestijn en later in de Olijftuin. Misschien herinnert u het zich nog, de derde verleiding. De duivel zet Jezus neer bovenop de tempel en nodigt hem uit om er van af te springen en zich te laten redden door het Engelenleger. Dat is handig, dan weet iedereen meteen hoe machtig Jezus eigenlijk is en dat scheelt vast een hoop gedoe. Dan was het Evangelie ook een stuk korter geweest. (Of gewoon niet bestaan)
Later, als Jezus gearresteerd wordt in de Tuin van Olijven benoemt hij het nog een keer. Jezus en zijn leerlingen omsingeld. Petrus wil terugvechten met een zwaard dat hij verstopt had. En Jezus zegt. “denk je dat ik niet mijn Vader kan aanroepen en hij dan géén twaalf legioenen engelen tot mijn beschikking stelt?”
Ze zijn er wel, maar ze zijn er niet. Dat klinkt heel raar.
Maar het is allebei waar.
Jezus is de Grote Koning, de Redder van de Wereld… die er voor kiest om kwetsbaar te zijn. Het is allebei waar.
Jezus doet heel goed zijn best om kwetsbaar te zijn. Het is geen machteloosheid. Dat is iets anders. Machteloos zijn betekent dat er straffeloos met je gesold kan worden omdat je toch niks terug kan doen. Jezus is zeker niet machteloos. Hij zou met een vingerknip iedereen op de knieën kunnen dwingen. En toch doet Hij dat niet. Het kind Jezus gaat je niet dwingen tot wat dan ook. En de volwassen Jezus ook niet.
Als we dus naar dat kleine mannetje in de voerbak kijken dan weten we: “wat je ziet is wat je krijgt”. De stal en de voerbak laten in het klein al het hele leven van Jezus zien. In de kribbe vinden we de hele Jezus.
En waartoe dient die machtige kwetsbaarheid? Kwetsbaarheid is het fundament van Jezus’ leven, want liefde kan alleen op díe basis worden opgebouwd. Kun je echt ten diepste van houden die je elk moment bewust of onbewust je er aan herinnert hoe afhankelijk je van hem of haar bent? Vriendschap, liefde vraagt íets van gelijkwaardigheid en dat brengt kwetsbaarheid met zich mee. Liefde brengt kwetsbaarheid met zich mee.
Willen we de wereld van Jezus leren kennen, moeten we die kwetsbaarheid leren verstaan. Kwetsbaar in de kribbe, kwetsbaar op de vlucht naar Egypte, kwetsbaar als jongeman, kwetsbaar in zijn openbare leven, tot het laatst toe.
Laten we dus vannacht de kwetsbaarheid vieren. Kwetsbaarheid doet soms pijn maar het is de enige weg die je kan volgen als je een pad van liefde op wil gaan, en het maakt niet uit welke liefde dat is. Liefde voor je levenspartner, voor je kinderen of familie. Liefde voor je vrienden, liefde voor God. Al die liefde gaat maar over één pad – en dat is het zelfde pad van kwetsbaarheid dat in Bethlehem begint. In Bethlehem, in die stal, in die voerbak begint die wereld waarin we liefde in kwetsbaarheid mogen wagen.
Komt
laten wij aanbidden.
Amen. Zalig Kerstmis.