Saturday, 17 December 2016

Vierde Zondag van de Advent



Vierde zondag van de Advent – 18 december ’16

Broeders en zusters in Christus

In de laatste maanden is de brief van de paus over het familieleven Amoris Laetitia , veel in het nieuws geweest. Er is veel commentaar op gekomen en ook veel discussie over geweest. Maar zoals dat gaat bij discussies is het altijd moeilijk om écht iets te zeggen als je niet alle feiten kent. Hoe zou je een mening kunnen hebben over Amoris Laetitia als je het bijvoorbeeld niet gelezen hebt? En het is nogal lijvig. Zo`n tweehonderdvijftig bladzijden. Dat duurt wel even dan, voor je kan bepalen wat je er van vindt.

Dat geldt natuurlijk niet alleen voor teksten en boeken maar voor alles in dit leven. We kunnen pas bepalen wat we er van vinden als we ons best hebben gedaan om de feiten te achterhalen. Dan kunnen we er nog naast zitten, maar de kans dat we een goede beslissing maken is een stuk groter geworden
Wat wij denken en wat wij doen staat niet diametraal tegenover elkaar. Het maakt uit hoe wij over dingen denken. Dat we daar de tijd voor nemen om een situatie op waarde te schatten, zodat we het goede kunnen doen.

In de lezingen van vandaag zien we een voorbeeld van hoe dat niet moet, en een voorbeeld van hoe het wel kan. We zien in de eerste lezing koning Achaz. En koning Achaz heeft zich in de nesten gewerkt. Het land is in gevaar. De vijand staat aan de poorten van Jeruzalem. De profeet Jesaja vertelt Achaz dat hij de Heer moet vragen hoe het verder moet gaan. En Achaz zegt nee. Achaz weigert die vraag aan God te stellen. Hij meet zich een air aan van valse nederigheid: Gód moet je niet lastig vallen met zulk soort vragen, zegt hij.

Achaz draait de zaken helemaal om: als hem door God, via de profeet Jesaja, de kans wordt geboden om de waarheid te leren kennen en zó het goede te doen, loopt hij weg. Hij wil zijn verantwoordelijkheid niet nemen. Want de waarheid is wel iets wat verplicht. Het is niet vrijblijvend.

En dan zet Jesaja door: of je het nu wil of niet, je krijgt de waarheid op je bord: en dit is wat er gaat gebeuren. Er gaat een verlosser komen voor het volk van Israël. De waarheid is altijd groter dan onze wil of onwil om die waarheid te ontvangen. De waarheid is niet afhankelijk van wat wij er van vinden. We kunnen er voor wegduiken, maar uiteindelijk blijft er niets anders over dan die waarheid.

Meer dan zevenhonderd jaar na koning Achaz ontmoeten we Jozef en Maria.  En ook zij hebben een probleem. Maria is zwanger, maar niet van Jozef. Ze heeft volmondig “ja” gezegd tegen de Heilige Geest. “Mij geschiedde naar uw woord”. Maar Jozef dan? Die heeft alleen het woord van Maria om op af te gaan, en dat is voor hem toch niet genoeg bewijs.

Er wordt niet vaak gepreekt of gesproken over deze periode, de periode waarin Maria door Jozef verdacht werd van overspel. Jozef is een rechtvaardige man. Hij wil Maria niet te schande zetten als overspelige vrouw. Hij wil in alle discretie een einde maken aan de relatie. Met de feiten die hij kent is dat de beste optie. Maar hij kent niet de hele waarheid. Het is voor ons té ongemakkelijk. Maar het is wel gebeurd. Ook als je twee mensen hebt die allebei in-en-in-goed zijn kan één van hen toch op het punt staan om de verkeerde beslissing te nemen omdat hij niet de volledige waarheid kent.

Als God hem dan in een droom vertelt hoe het werkelijk zit geeft ook Jozef zijn eigen ja aan Gods plan voor hem en zijn familie. Hij loopt niet weg. Hij neemt zijn verantwoordelijkheid en wordt degene die wij kennen.
En als Maria haar “ja” tegen God heeft gegeven, en Jozef zich daar met zijn 
“ja” bij aansluit, gebeurt er iets heel nieuws.

Ze weten allebei niet wat er gaat gebeuren, zoals dat altijd gaat met alle grote dingen. Je hoeft dus ook niet álle feiten te kennen om de goede beslissing te maken. Als dat zo zou zijn zou je verlamd raken. Wie kan alle gevolgen van een keuze overzien? Dat is onmogelijk!

Maar als God je ingeeft dat je een bepaalde weg op mag gaan, dan weet je genoeg. Daar mag je dan op vertrouwen, al weet je niet wat er nog op je pad komt. Je weet wel dat het de juiste weg is.

Als je als man en vrouw met elkaar gaat trouwen, weet je nog niet wat er allemaal in de toekomst verborgen ligt. Dat is niet alleen onbekend maar zelfs onvoorstelbaar. En dat is misschien maar goed ook. Als je zou weten wat er allemaal in de toekomst besloten zou liggen zou je het grote avontuur misschien niet eens meer aandurven! En toch is het goed zoals het gaat.

En zo is het ook met Maria en Jozef. Het avontuur dat ze met elkaar aangaan is een radicaal nieuw begin. Wát het plan van God met Jezus is, dát weten ze niet. Maar ze weten wel dat God iets nieuws maakt. God bij zijn volk wil komen wonen, en dat Jezus daar een rol in gaat spelen: dat het zonder Jezus niet zal gaan.

Dat is uiteindelijk onze belangrijkste taak: iets nieuws in beweging zetten, al weten we niet waar datgene uitkomt.Nu wij uitzien naar Kerst mogen we ook weer ruimte nemen en ruimte maken voor alles wat nieuw is. We kunnen altijd een zaadje planten, en zelfs al we het zaadje niet meer zien uitgroeien tot een boom, dan is ons planten er niet minder belangrijk om. Zonder ons was die grote boom er niet geweest. En die boom wordt er ook niet minder groot om.
 Ook dat is vertrouwen op God, vertrouwen dat wat we zaaien een toekomst heeft, wat er ook gebeurt.

En zo maken we ons gereed voor Kerst, wanneer we zien dat God in de wereld komt, dat zijn Licht altijd bij ons blijft. En bijgeschenen door dat grote licht, blijven wij altijd geïnspireerd om het goede te kunnen doen. 

Amen.