Vierde
zondag van de Advent – 18 december ’16
Broeders
en zusters in Christus
In de
laatste maanden is de brief van de paus over het familieleven Amoris Laetitia , veel in het nieuws
geweest. Er is veel commentaar op gekomen en ook veel discussie over geweest.
Maar zoals dat gaat bij discussies is het altijd moeilijk om écht iets te
zeggen als je niet alle feiten kent. Hoe zou je een mening kunnen hebben over
Amoris Laetitia als je het bijvoorbeeld niet gelezen hebt? En het is nogal
lijvig. Zo`n tweehonderdvijftig bladzijden. Dat duurt wel even dan, voor je kan
bepalen wat je er van vindt.
Dat
geldt natuurlijk niet alleen voor teksten en boeken maar voor alles in dit
leven. We kunnen pas bepalen wat we er van vinden als we ons best hebben gedaan
om de feiten te achterhalen. Dan kunnen we er nog naast zitten, maar de kans
dat we een goede beslissing maken is een stuk groter geworden
Wat wij
denken en wat wij doen staat niet diametraal tegenover elkaar. Het maakt uit
hoe wij over dingen denken. Dat we daar de tijd voor nemen om een situatie op
waarde te schatten, zodat we het goede kunnen doen.
In de
lezingen van vandaag zien we een voorbeeld van hoe dat niet moet, en een
voorbeeld van hoe het wel kan. We zien in de eerste lezing koning Achaz. En
koning Achaz heeft zich in de nesten gewerkt. Het land is in gevaar. De vijand
staat aan de poorten van Jeruzalem. De profeet Jesaja vertelt Achaz dat hij de
Heer moet vragen hoe het verder moet gaan. En Achaz zegt nee. Achaz weigert die
vraag aan God te stellen. Hij meet zich een air aan van valse nederigheid: Gód moet je niet lastig vallen met zulk soort
vragen, zegt hij.
Achaz
draait de zaken helemaal om: als hem door God, via de profeet Jesaja, de kans
wordt geboden om de waarheid te leren kennen en zó het goede te doen, loopt hij
weg. Hij wil zijn verantwoordelijkheid niet nemen. Want de waarheid is wel iets
wat verplicht. Het is niet vrijblijvend.
En dan
zet Jesaja door: of je het nu wil of niet, je krijgt de waarheid op je bord: en
dit is wat er gaat gebeuren. Er gaat een verlosser komen voor het volk van
Israël. De waarheid is altijd groter dan onze wil of onwil om die waarheid te
ontvangen. De waarheid is niet afhankelijk van wat wij er van vinden. We kunnen
er voor wegduiken, maar uiteindelijk blijft er niets anders over dan die
waarheid.
Meer dan
zevenhonderd jaar na koning Achaz ontmoeten we Jozef en Maria. En ook zij hebben een probleem. Maria is
zwanger, maar niet van Jozef. Ze heeft volmondig “ja” gezegd tegen de Heilige
Geest. “Mij geschiedde naar uw woord”. Maar Jozef dan? Die heeft alleen het
woord van Maria om op af te gaan, en dat is voor hem toch niet genoeg bewijs.
Er wordt
niet vaak gepreekt of gesproken over deze periode, de periode waarin Maria door
Jozef verdacht werd van overspel. Jozef is een rechtvaardige man. Hij wil Maria
niet te schande zetten als overspelige vrouw. Hij wil in alle discretie een
einde maken aan de relatie. Met de feiten die hij kent is dat de beste optie.
Maar hij kent niet de hele waarheid. Het is voor ons té ongemakkelijk. Maar het
is wel gebeurd. Ook als je twee mensen hebt die allebei in-en-in-goed zijn kan
één van hen toch op het punt staan om de verkeerde beslissing te nemen omdat
hij niet de volledige waarheid kent.
Als God
hem dan in een droom vertelt hoe het werkelijk zit geeft ook Jozef zijn eigen
ja aan Gods plan voor hem en zijn familie. Hij loopt niet weg. Hij neemt zijn
verantwoordelijkheid en wordt degene die wij kennen.
En als
Maria haar “ja” tegen God heeft gegeven, en Jozef zich daar met zijn
“ja” bij
aansluit, gebeurt er iets heel nieuws.
Ze weten
allebei niet wat er gaat gebeuren, zoals dat altijd gaat met alle grote dingen.
Je hoeft dus ook niet álle feiten te kennen om de goede beslissing te maken.
Als dat zo zou zijn zou je verlamd raken. Wie kan alle gevolgen van een keuze
overzien? Dat is onmogelijk!
Maar als
God je ingeeft dat je een bepaalde weg op mag gaan, dan weet je genoeg. Daar
mag je dan op vertrouwen, al weet je niet wat er nog op je pad komt. Je weet
wel dat het de juiste weg is.
Als je
als man en vrouw met elkaar gaat trouwen, weet je nog niet wat er allemaal in
de toekomst verborgen ligt. Dat is niet alleen onbekend maar zelfs onvoorstelbaar.
En dat is misschien maar goed ook. Als je zou weten wat er allemaal in de
toekomst besloten zou liggen zou je het grote avontuur misschien niet eens meer
aandurven! En toch is het goed zoals het gaat.
En zo is
het ook met Maria en Jozef. Het avontuur dat ze met elkaar aangaan is een
radicaal nieuw begin. Wát het plan van God met Jezus is, dát weten ze niet.
Maar ze weten wel dat God iets nieuws maakt. God bij zijn volk wil komen wonen,
en dat Jezus daar een rol in gaat spelen: dat het zonder Jezus niet zal gaan.
Dat is
uiteindelijk onze belangrijkste taak: iets nieuws in beweging zetten, al weten
we niet waar datgene uitkomt.Nu wij
uitzien naar Kerst mogen we ook weer ruimte nemen en ruimte maken voor alles
wat nieuw is. We kunnen altijd een zaadje planten, en zelfs al we het zaadje
niet meer zien uitgroeien tot een boom, dan is ons planten er niet minder
belangrijk om. Zonder ons was die grote boom er niet geweest. En die boom wordt
er ook niet minder groot om.
Ook dat
is vertrouwen op God, vertrouwen dat wat we zaaien een toekomst heeft, wat er
ook gebeurt.
En zo
maken we ons gereed voor Kerst, wanneer we zien dat God in de wereld komt, dat
zijn Licht altijd bij ons blijft. En bijgeschenen door dat grote licht, blijven
wij altijd geïnspireerd om het goede te kunnen doen.
Amen.