Saturday, 27 June 2020

Geven en Nemen


In die tijd zei Jezus tot zijn apostelen:
“Wie vader of moeder meer bemint dan Mij,
is Mij niet waardig;
wie zoon of dochter meer bemint dan Mij,
is Mij niet waardig.
En wie zijn kruis niet opneemt en Mij volgt,
is Mij niet waardig.
Wie zijn leven vindt, zal het verliezen,
en wie zijn leven verliest om Mijnentwil,
zal het vinden.
Wie u opneemt, neemt Mij op;
en wie Mij opneemt,
neemt Hem op die Mij gezonden heeft.
Wie een profeet opneemt, omdat het een profeet is,
zal ook het loon van een profeet ontvangen;
en wie een deugdzaam mens opneemt,
omdat het een deugdzaam mens is,
zal ook het loon van een deugdzame ontvangen.
En wie een van deze kleinen,
al was het maar een beker koud water geeft,
omdat hij mijn leerling is,
voorwaar, Ik zeg u:
zijn loon zal hem zeker niet ontgaan.”
Woord van de Heer.
Wij danken God.

Broeders en zusters,

Lang geleden, toen ik nog student was had ik een bijbaan op de beleggingslijn van een grote bank. Mensen die aandelen of opties wilden kopen belden ons dan en wij handelden die transactie af. De studenten die daar werkten waren natuurlijk vaak geïnteresseerd in allerlei soorten financiële producten en beleggingsstrategieën. Op een gegeven moment was er iets wat heel populair was. Het heette een “winstverdriedubbelaar”: een soort product dat beloofde dat je nóg sneller geld kon verdienen! 

Het kwam er op neer dat je met geleend geld opties ging kopen om zo te speculeren op koerswinst. Zo kun je inderdaad veel geld verdienen…. Tot het misgaat. En natuurlijk ging het ook mis en bleven veel mensen met grote schulden achter. 

Maar tot het misging was het razend populair. Want met een trucje veel geld verdienen, in plaats van hard werken of met zorg en voorzichtigheid beleggen, dat zien veel mensen wel zitten.

De winstverdriedubbelaar is alweer lang verleden tijd, maar niet voordat het veel schade heeft aangericht. Maar de onderliggende valse belofte, snel en moeiteloos rijk worden, komt altijd terug – in steeds andere vormen. 
Ik las laatst een verhaal over Amerikaanse voorgangers die een aparte boodschap hebben. Ze zeggen dat als je hun leer navolgt en hen veel geld geeft dat je dan veel zegen terugkrijgt in deze wereld. Als je ze honderd dollar geeft krijg je een goede beoordeling op je werk, als je duizend dollar geeft ga je écht carrière maken en met tienduizend dollar kun je maar beter een eigen bedrijf beginnen, want dan gaan de Hemelse geldsluizen pas écht open! 

Die leer wordt het “welvaartsevangelie” genoemd en is vooral in Amerika heel populair. Het is een leer die aansluit bij onze eigen natuurlijke wensen en gedachten. We willen het goed hebben in dit leven, we willen dat onze ouders en kinderen het goed hebben, en als ons welzijn – en onze welvaart! – ook nog een zetje van boven kan krijgen dan is dat mooi meegenomen! 

En als we dan ook nog eens God voor het karretje van onze wereldse ambities kunnen spannen wordt het leven nóg mooier, zo lijkt het toch. Niet eens meer: voor wat hoort wat , maar “voor wat hoort nog veel meer”. Dat is dus een soort religieuze winstverdriedubbelaar! 

Ik kan u verzekeren: ook dat zal niet goed aflopen. Veel teleurgestelde mensen zullen met een kater achterblijven wanneer de dollardominee met zijn privé-jet naar de Noorderzon vertrokken is. 

Jezus spreekt in het Evangelie van deze zondag over het gevaar van dit soort valse beloftes en houdt zijn eigen Goede Boodschap voor. Hij lijkt stevige woorden te spreken maar het is ook een stevig probleem.  

“Wie vader of moeder meer bemint dan Mij,
is Mij niet waardig;
wie zoon of dochter meer bemint dan Mij,
is Mij niet waardig.
En wie zijn kruis niet opneemt en Mij volgt,
is Mij niet waardig.
Wie zijn leven vindt, zal het verliezen,
en wie zijn leven verliest om Mijnentwil,
zal het vinden.

Als we alleen maar bezig zijn met de zaken van deze wereld -  en de wereld in de tijd van de Bijbel bestond vooral uit het belang van de familie! – dan missen we de boodschap van Jezus, de boodschap van de Heer. De boodschap van de Heer is groter en belangrijker dan de belangen van onszelf en de belangen van de wereld. Als we onze wereldse belangen vooraan zetten, belangrijker vinden dan het Evangelie, dan kunnen we die boodschap van bevrijding nooit begrijpen. 

Als we het evangelie volgen zijn we vrijgemaakt van de angst om iets tekort te komen, de angst dat we alles om ons heen maar moeten vastgrijpen om ons bestaan veilig te stellen. Vanuit het Evangelie krijgen we de empathie, en de kracht om anderen die wij tegenkomen te geven wat ze nodig hebben, als ook de kracht om te ontvangen wat je toekomt als je grote ambities hebt opgegeven. 

Maar in plaats van de hoop op winst en macht mogen we nu hopen op goede en vrije gaven, zoals wij ook de gaven die wij ontvangen hebben weer beschikbaar stellen voor anderen. Zo wordt het leven een plaats waar niet de ambitie en de zucht naar rijkdom heerst maar de bereidheid om te geven centraal staat. 

Paus Franciscus sprak kort geleden hier heel mooi over. Hij zei: de boom eet niet zijn eigen vruchten, de rivier drinkt niet haar eigen water. Alles wat leeft, bestaat omdat het zichzelf aan anderen geeft. 

Mogen wij ook die wijsheid, de wijsheid die de Heer ons in het Evangelie om niet schenkt, dan ook vrij ontvangen en op onze beurt gevend in het leven gaan staan.

Amen.   

Saturday, 20 June 2020

Goed Nieuws vanaf de Daken


In die tijd zei Jezus tot zijn apostelen:
“Weest niet bang voor de mensen.
Niets is bedekt of het zal onthuld,
niets verborgen of het zal bekend worden.
Wat Ik u zeg in het duister, spreekt dat uit in het licht,
en wat ge u in het oor hoort fluisteren,
verkondigt dat van de daken.
Weest niet bevreesd voor hen, die wel het lichaam kunnen doden
maar niet de ziel;
vreest veeleer Hem,
die én ziel én lichaam in het verderf kan storten in de hel.
Verkoopt men niet twee mussen voor een stuiver?
En toch zal buiten de wil van uw Vader
niet één mus op de grond vallen.
Bij u echter is zelfs iedere haar van uw hoofd geteld.
Weest dus niet bevreesd;
gij zijt toch meer waard dan een zwerm mussen.
Ieder die Mij bij de mensen belijdt,
zal ook Ik als de mijne erkennen bij mijn Vader, die in de hemel is.
Maar ieder die Mij zal verloochenen tegenover de mensen,
zal ook Ik verloochenen
tegenover mijn Vader die in de hemel is.”


Broeders en zusters in Christus



Ik sprak een tijdje geleden een vriend. Het is iemand die heel goed is onderlegd hij weet heel veel over politiek en maatschappelijke problemen. We hadden het over de coronacrisis en wat dat allemaal met mensen deed. En waarom juist nu er zoveel onrust is, en zoveel onlusten uitbreken. 


Hij zei toen: in een crisis wordt alles zichtbaar en vooral hoe bij mensen en in landen de zaken er werkelijk voorstaan. 


In een crisis wordt alles zichtbaar. Alle energie die er normaal is om maskers op te houden en vermommingen uit te zoeken ontbreekt nu. De maskers vallen op de grond en de schmink loopt uit in de regen. Dan is er geen schone schijn meer en zie je waar je mee te maken hebt: van aangezicht tot aangezicht.


Een wijs inzicht, denk ik. Als u het mij al eens vaker heb horen gebruiken is het omdat ik die uitspraak gelijk geleend heb voor eigen gebruik.


Als alles in de wereld zichtbaar wordt, alle geweld, ongeduld en lelijkheid niet meer weggeduwd kan worden – dan is dat geen vrije keuze geweest. Er is geen moment geweest dat de wereld zei: “nu laat ik mijn masker vallen”. Nee, het wordt voor ze gedaan. Mooie woorden en bezweringen werken niet meer.


Nu staat de wereld voor de spiegel, onder een TL-balk en het is niet fraai. Het zal nog een lange weg zijn voordat men weer op adem gekomen is en kan proberen aan zichzelf te werken. Hopelijk grijpt men deze kans en gaat men niet zo gauw mogelijk weer maskers dragen.


Ook in de Kerk bestaan dit soort problemen, maar dan omgekeerd. Daar gaat het over in het Evangelie. Jezus spreekt zijn leerlingen toe. De boodschap die hij voor hen heeft is dat ze niet bang moeten zijn voor de wereld en transparant moeten zijn over wat ze van Jezus geleerd hebben. Je ja moet een ja zijn en je nee een nee!


Als je openlijk spreekt over God, over de noodzaak dat de wereld verdwaald is geraakt en zich weer met God moet verzoenen, over dat je waardigheid als mens niet afhangt van je leeftijd, of waar je wiegje staat of hoeveel geld je uit kan geven, dan kun je veel kritiek krijgen. Misschien worden er dan zelfs lelijke dingen over je gezegd. Je kan je baan kwijtraken. En in sommige landen dreigen nog ergere dingen. 


Het is dan heel makkelijk om ook een soort masker op te zetten, niet zo zeer om anders te worden dan wie je bent, maar om niet zo op te vallen. Een soort camouflagemasker. Dat kan heel veilig voelen, zeker in een land waar schuilkerken eeuwenlang de gewoonste zaak van de wereld waren. De katholieke emancipatie is alweer een tijdje achter ons (maar ook weer niet zó lang geleden) maar hoezeer de katholiek ook uit de schuilkerk gehaald is, de schuilkerk is nog niet uit de katholiek. Nog steeds niet. Die schuilkerk woont nog steeds in ons hoofd. 


Een camouflagemasker valt niet zomaar af, zelfs een grote crisis kan ons daar niet toe dwingen. De Kerk is immers niet de wereld. De Kerk, alle gedoopte christenen, hebben een radicale vrijheid gekregen om de Heer na te volgen, of om het wat rustiger aan te doen. Om antwoord te geven op de roepstem van de Heer, of om het luisteren naar zijn stem nog even uit te stellen. Niemand dwingt ons maskers op te zetten en niets dwingt ons ze af te nemen. 


We mogen vrij zijn, als kinderen van het Licht om te spreken over wat ons ter harte gaat, voortbewogen door de Geest die leven geeft, tot heil van alle mensen. Vrij van angst, gedragen door de Vader.


Amen.














Saturday, 13 June 2020

Vernederd en hongerig...


Broeders en zusters.

Vandaag vieren we het hoogfeest van het lichaam en bloed van Christus, Sacramentsdag.

Een bijzondere dag omdat het op de dag af drie maanden geleden is dat het kerkelijke vieren ophield omwille van de maatregelen tegen het Coronavirus. Drie maanden lang zijn de gelovigen verstoken geweest van het sacrament van de Eucharistie, de werkelijke tegenwoordigheid van Christus zelf.

We hebben niet alleen het vieren gemist, en de ontmoeting met elkaar gemist maar toch vooral het sacrament gemist. Jezus Christus zelf.
Vandaag moet ik bijzonder denken aan de woorden uit de eerste lezing, uit het boek Deuteronomium. Die raakten mij. 

Deuteronomium: het boek waar de regels van de Wet instaan, hoe mensen met elkaar moeten omgaan. Het boek wijst terug naar de tocht van het Joodse volk door de woestijn – veertig jaar lang. Een tijd van dorheid en onzekerheid. Een tijd waarin men niet goed wist waar men als volk van God heen ging. 

Een tijd die veel lijkt op de onze. 

Ook wij zijn een volk onderweg. De coronacrisis heeft voorlopig een einde gemaakt aan de samenleving die we kenden, die hebben we moeten verlaten. En hoe onbezorgd lijkt die tijd ons nu! Maar toch bleek dat tijdvak waar we vandaan komen ook een soort Egypte te zijn. Hoe we toen leefden was kennelijk niet vol te houden, dat zien we nu wel. 

We hebben op toch moeten gaan, het onbekende in. En op zijn eigen manier is het een tocht met veel ontberingen. Een tocht met eenzaamheid, het achterlaten van verwachtingen , met angst voor ziekte en bezorgdheid om onze naasten. 

En ook hier in onze parochies zijn mensen ziek geworden en sommigen zijn aan deze ziekte komen te overlijden. Het afscheid van dierbaren moest heel beperkt zijn. Soms kon er zelfs geen afscheid genomen worden. Hoe verdrietig is dat niet, als alles haastig moet? 

Het doet denken aan het Joodse volk in Egypte dat haastig moest inpakken, staand moest eten, en gauw weg. Geen tijd om afscheid te nemen van buurvrouw of buurman. En elk enthousiasme wát er was verdampte al gauw in die hete woestijn – waar ontberingen waren, honger en dorst.

Maar ook ontberingen, honger en dorst, hebben hun betekenis voor ons. Een crisis maakt namelijk alles zichtbaar. Het slaat alle illusies weg die we over onszelf hadden. Onze comfortabele zekerheid dat we wisten dat we sterk genoeg zouden zijn wanneer het eens tegenzat. 

Zelfs een samenleving die dacht dat hun macht en gelijk vanzelfsprekend was wordt nu verscheurd door onlusten. Zo komt de waarheid aan het ligt. En dat doet pijn.  

Maar de Hemel blijft niet altijd gesloten, ontberingen zijn geen straf voor wanneer wij tekortgeschoten hebben in hoop, in geduld, in aandacht voor de ander. God laat zijn Volk, God laat óns, niet in de steek: 
In de woorden van de eerste lezing:


[De Heer] heeft u toen vernederd en op de proef gesteld
om uw gezindheid te leren kennen;
Hij wilde zien of ge zijn geboden zoudt onderhouden of niet.
Hij heeft u vernederd en honger laten lijden,
maar u ook het manna te eten gegeven,
dat gij noch uw vaderen ooit hadden gezien.
Hij wilde u daardoor laten beseffen,
dat de mens niet leeft van voedsel alleen,
maar van alles wat uit de mond van de Heer komt.

Zoals dat gaat met proeven, situaties waarin alles zichtbaar wordt, dat kan wel eens behoorlijk pijn doen. We waren toch niet we dachten dat we waren. Onze goedheid en zelfs de vastheid van ons geloof blijkt soms pijnlijk afhankelijk van de alledaagsheid van de samenleving.
Maar wij blijven niet eenzaam achter. Zoals het Joodse volk het manna kreeg in de woestijn, zo krijgen wij nu weer het sacrament van de Eucharistie. Het lichaam en bloed van Jezus Christus dat onze ziel weer mag voeden. 

De Heer ontfermt zich over zijn volk. We worden gered, niet alleen maar uit de moeilijkheden van onze tijd, maar onze moeilijkheden van altijd: zonde, en dood. De heilige communie is geen sportvoedsel zodat je nog beter presteren bij de uitdagingen die de wereld op je bord schuift. Van de communie wordt je niet de snelste, de sterkste, de handigste of zelfs maar de slimste. 

Maar met het sacrament, met de heilige communie word je wel de beste die je kan zijn in dit leven. Het is het voedsel van het geloof, de hoop en de liefde. Het is het voedsel voor onderweg voor zolang als onze tocht naar het Beloofde Land duurt. 

Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt,

(Zegt de Heer.)

blijft in Mij en Ik in hem.
Zoals Ik door de Vader die leeft, gezonden ben
en leef door de Vader,
zo zal ook hij die Mij eet, leven door Mij.
Dit is het brood, dat uit de hemel is neergedaald.
Het is niet zoals bij de vaderen, die het manna gegeten hebben
en niettemin gestorven zijn;
wie dit brood eet, zal in eeuwigheid leven.”

Amen.