Wednesday, 26 April 2023

Vierde Zondag in de Paastijd (A)

 

In die tijd zei Jezus:
“Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u:
wie niet door de deur,
maar langs een andere weg de schaapskooi binnengaat,
hij is een dief en een rover.
Maar wie door de deur binnengaat,
is de herder van de schapen.
Hem doet de deurwachter open.
De schapen luisteren naar zijn stem;
hij roept zijn schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten.
En als hij al zijn schapen naar buiten heeft gebracht,
trekt hij voor hen uit,
terwijl zij hem volgen, omdat zij zijn stem kennen.
Een vreemde echter zullen zij niet volgen;
integendeel, zij zullen van hem wegvluchten,
omdat ze de stem van vreemden niet kennen.”
Deze gelijkenis vertelde Jezus hun,
maar zij begrepen niet wat Hij hun wilde zeggen.
Een andere keer zei Jezus tot hen:
“Voorwaar, voorwaar Ik zeg u:
Ik ben de deur van de schapen.
Allen die vóór Mij zijn gekomen, zijn dieven en rovers,
maar de schapen hebben niet naar hen geluisterd.
Ik ben de deur.
Als iemand door Mij binnengaat, zal hij worden gered;
hij zal in- en uitgaan en weide vinden.
De dief komt alleen maar om te stelen,
te slachten en te vernietigen.
Ik ben gekomen, opdat zij leven zouden bezitten,
en wel in overvloed.”

 

Op het internet, waar ik wel eens kom, laat zich van alles vinden. Eén account in het bijzonder volg ik erg graag. Dat is een kennis van mij en die volgt allerlei charlatans, pillendraaiers, toverkollen, Vinex-sjamanen en sterrenwichelaars die op internet hun diensten aanbieden aan goedgelovige mensen. Dat doen ze niet om niet. Integendeel: daar verdienen ze heel veel geld mee. Die kennis van mij laat dan zien welke goochelarij en andere doortrapte psychologische trucs ze gebruiken om mensen geld af te troggelen voor een ingestraalde wondersteen of een dubieus “coachingstraject”. Hij ontmaskert ze op een erg grappige manier en dat is leuk om te lezen. Toch moet ik ook wel eens zeggen als ik weer een aflevering van hem lees: we lachen om niet te moeten huilen, want eigenlijk is het verschrikkelijk dat mensen opgelicht worden met valse beloftes over heil, persoonlijke vervulling, of genezing van lichaam of geest.

Daar moest ik aan denken toen ik het evangelie van vandaag was. Een rijke tekst met veel beelden die echter ook de mogelijkheid van een groot conflict uitdrukken. We horen over de herder en de schaapsstal, de deur waardoor moet worden binnengegaan en die deur is Jezus zelf. Maar we horen ook over sluikwegen, inbrekers. Over dieven die hun hand uitstrekken naar de schapen. We zien zowel licht als duister voor ons afgebeeld.

Dit chiaroscuro - dit spel van licht en schaduw - hoort bij het evangelie dat we lezen. Dit hoort bij Johannes. Naar mate Jezus zichzelf meer en meer openbaart, steeds zichtbaarder wordt wie Hij is, worden ook de contouren van de duisternis van de gevallen wereld, de wereld die het Evangelie bestrijdt,  steeds duidelijker. We kunnen dus ook niet enkel maar over het licht spreken. Het zou mooi zijn als we enkel hoefden te spreken over de mooie dingen maar er zijn dit leven en in het christelijke leven niet alleen maar mooie dingen. We moeten licht én duister samen overwegen. Alleen sámen vormen zij een beeld waarvan wij de volheid van de boodschap kunnen vatten.

Jezus gebruikt levendige Bijbelse beelden die ook bij ons veel herkenning oproepen. Het beeld van de herder, de schapen en de schaapstal.  De herder en zijn schapen, dát is het beeld bij uitstek van de relatie tussen het Volk van God en God zelf. Zoals we nu zouden zeggen: God en de kerk of zelfs God en alle mensen. Want ieder mens staat in een relatie tot God.  

God werkt echter nooit alleen, hij roept mensen om zijn kudde te weiden. Mensen die zorg moeten dragen voor anderen. Deze moeten – zo is de Bijbelse verwachting - échte herders zijn naar het beeld van Jezus Christus. Mede door hun boodschap en hun voorbeeld brengen ze de schapen naar de volheid van het leven. Maar er zijn ook kapers op de kust. Dat is óók een Bijbelse en historische realiteit. We mogen niet doen alsof dat iets is wat eigenlijk niet gebeurt. Dan vervalsen we de boodschap en laten de luiken wijd open staan opdat er van alles binnen kan komen.

Er zijn ook mensen die niet willen voldoen aan dat beeld. Die wél verlangen naar de vachten en het vlees van de kudde, maar hun rol niet willen innemen naar het voorbeeld van Jezus Christus. Om het even scherp te stellen, geen enkele herder zal hieraan kunnen voldoen. Die lat ligt altijd te hoog. Jezus waarschuwt ons niet tegen het niet-kunnen – want niemand kan dat uit zichzelf - maar tegen het niet-willen. Tegen het werkelijk iets volledig ánders doen dan wat de Heer ons heeft voorgezegd en voorgedaan.

In het evangelie is een scherpe scheiding, er is de Herder, die ook de Deur is, Jezus Christus, en er zijn dieven en rovers. Uit de andere Bijbelse teksten kennen we ook nog de categorie van de huurlingen. Die werken wel, maar niet uit liefde. En als het spannend wordt zijn ze weg.

Wie toegang tot de kudde probeert te krijgen door een andere deur dan die van Jezus Christus, die is in het in het beste geval huurling, maar er zijn ook échte dieven. En in de geschiedenis van de kerk hebben we genoeg met dieven te maken gehad. Priesters, bisschoppen maar ook andere raadgevers en allerhande kerkelijke ambtenaren die zich door de eeuwen heen tegoed hebben gedaan aan de wereldlijke vruchten van de kerk. Dit is niet iets uit de oude geschiedenis en het is niet iets van de laatste jaren. Dieven en huurlingen zullen altijd bij ons zijn, dus moet je als kerk ook altijd waakzaam zijn.

Bij het aantreden van paus Franciscus sprak de Heilige Vader zijn hoop uit dat de kerk een arme kerk kon zijn, voor arme mensen. Bijzondere woorden. Hij gebruikt ze niet voor niets. Dat zei hij niet om armoede te verheerlijken of uit een vreemde romantische overtuiging dat het intrinsiek beter is om weinig te hebben. Armoede bij mensen is een gesel, armoede verwringt de menselijke ziel als je overal tekort aan hebt. 

Maar een kerk of welke religieuze gemeenschap dan ook die eindeloos vermogen opstapelt loopt dodelijk gevaar haar roeping te verliezen. Dat is een langzaam, sluipend proces. Je merkt er van dag tot dag niks van maar uiteindelijk sta je op een heel ander pad. Wie er een voorbeeld van wil zien hoeft maar naar onze oosterburen kijken. Er zijn daar bisdommen met miljardenvermogens aan de ene kant, maar is er geestelijk sprake van een gapende leegte.   

Maar het kan nog erger. Er zijn naast huurlingen nóg ernstigere gevallen: er zijn ook degenen die actief jacht maken op de schapen. Die hen oplichten, uitzuigen of misbruiken. We kennen de afgelopen 12-13 jaar voorbeelden genoeg, want alles wat in de duisternis verricht is zal aan het licht komen.Soms in één keer.

En zo zijn er ook mensen die aankomen met valse boodschappen om mensen te verwarren, of personen die uit ijdelheid zichzélf willen verkondigen. In het uiterste geval lopen er zelfs hele en halve criminelen rond. Net als in de rest van de wereld. Het schokt ons als wij er van horen, omdat wij het zó graag anders zouden willen zien, maar we hoeven ons niet geschokt te voelen. 

Dit is namelijk niet iets van de laatste jaren en niet iets van de voorbije geschiedenis. Jezus waarschuwt er ons al tegen. In deze wereld, in de kerk op aarde is er geen licht zonder duisternis. We vinden het bij elkaar en pas op de jongste dag wordt de oogst van het onkruid gescheiden.

Wij moeten hier ons dus niet door laten verontrusten. In de schaapsstal zijn wij beschermd als wij luisteren naar Jezus’ stem en altijd blijven opletten dat wie er ook naar ons toekomt Zíjn woorden spreekt, in Zijn naam optreedt. Jezus Christus ís de Deur, er is geen andere deur. Verleidelijk sprekende mensen die het op ons en evt. onze portemonnee voorzien hebben met nieuwe, vreemde boodschappen of doortrapte plannen kunnen ons éven op het verkeerde been zetten, dat is waar, maar zij kunnen ons niet weghouden van die deur. Zij kunnen hun medemens beschadigen, soms ernstig, maar de dief is niet groter dan de Herder.

Wie het ook is die kwaad wil, hij kan ons niet uit zichzelf weghalen uit de schaapsstal. Zij kunnen ons niet op een ander pad brengen dan datgene waar wij door Jezus Christus, vanuit Gods genade, verlicht door het Evangelie en door het geloof bevestigd op geplaatst zijn. Dat stáát.  

Laat ons hart dus nooit verontrust worden als we horen over dieven en huurlingen. Zij behoren tot de dingen die voorbijgaan. Verbinden wij ons met de Levende die heerst in de eeuwen der eeuwen. Bij Hem is leven in overvloed.  

Amen.

 

 

Saturday, 22 April 2023

Derde Zondag van de Paastijd (jaar A)

 

Beste vrienden,

Het is soms moeilijk om te preken over een bekende lezing, en misschien is het ook extra moeilijk om naar zo`n preek te luisteren. We kunnen heel makkelijk denken dat het evangelie dat we vandaag lezen voor zichzelf spreekt, dat de symboliek ons volledig duidelijk is. Wat voegt een preek dan nog toe? 

Toch, en dat is het mooie van het voorbereiden van een preek, zie je altijd dingen in een tekst die je eerder niet zag. Laten we dus meegaan met de twee leerlingen, op weg naar Emmaus. 

Ze gaan naar huis. Weg van Jeruzalem. Dáár hebben ze niks meer te zoeken. Ze waren nog bij de nasleep van de kruisiging, en ze waren er bij toen de vrouwen op de ochtend van de derde dag van het graf kwamen en vertelden dat ze de verrezen Heer hadden ontmoet. 

Maar hier zijn ze nu, weg van Jeruzalem, weg van de andere leerlingen en de vrouwen, op weg naar Emmaus. Ze kunnen niet geloven dat wat de vrouwen hebben gezegd waar is. Integendeel: ze zeggen zelfs dat ze door de vrouwen “in de war gebracht zijn”. Zelfs als er andere leerlingen bevestigen dat het graf leeg is geloven ze de vrouwen nóg niet. Ze lopen zelfs weg. Ze zeggen hun lidmaatschap van de groep van Leerlingen van Jezus op. Zoals zij het voelen is het spel voor hen klaar. Ze pakken hun koffers in en gaan op weg. 

Er wordt wel gezegd, de leerlingen lopen naar Emmaus, en dat komt omdat ze zo teleurgesteld zijn, maar er is veel meer aan de hand, dat is maar de helft van het verhaal. Ze lopen weg omdat ze niet geloven wat de vrouwen te zeggen is, zij wijzen hun ervaring af. Natuurlijk zijn ze teleurgesteld, maar ze geven alle aanwijzingen dat dit het einde niet is geen kans. Dát is het echte probleem. Ze hebben zich afgesloten voor wat het getuigenis van de vrouwen en daarmee loopt voor hen de weg dus dood. De weg naar Emmaus is geen opening naar de wereld toe, het is een impasse.

Nu was dit ongeloof op zich niet helemaal onverklaarbaar. Volgens de Joodse wet was het getuigenis van een vrouw niet rechtsgeldig. In een rechtszaak kon een vrouw niet als gelijkwaardige getuige worden opgeroepen.

We kunnen dus zien hoe radicaal de keuze van Jezus was om de vrouwen aan te stellen als de eerste verkondigers van de verrijzenis het is de wereld op zijn kop. 

Het is een radicale keuze die ook laat zien dat het in de nieuwe bedeling, in het christelijke leven, christenen gevraagd worden anders met elkaar om te gaan. En Jezus had die verwachting al, want in het Markusevangelie kunnen we lezen dat de leerlingen flink op hun kop kregen omdat ze de vrouwen niet hadden geloofd. Jezus rekent ze dat aan!

Maar de tekortkomingen van de leerlingen zijn niet het einde van het verhaal. Waar ze ook naar toe gaan, Jezus blijft bij ze. Ze herkennen hem niet, op dezelfde manier waarop ze de waarheid van wat de vrouwen hen vertelden niet erkenden, maar de waarheid breekt toch door!

De waarheid breekt door, op de manier waarop Jezus de schriften ontsluit, de waarheid breekt door in het breken van het brood. En als de waarheid erkend is dan volgt daar ook uit wat nodig is. De leerlingen keren spoorslags terug naar Jeruzalem om zich weer bij hun vrienden aan te sluiten en het verhaal dat zij zelf eerst weigerden te geloven door te vertellen.

De les voor ons is dat we niet te makkelijk moeten denken dat we het hele verhaal wel kennen, dat alles in kannen en kruiken is. Het leven is verrassender, en ingewikkelder dan dat. De waarheid die zich aan ons wil tonen komt soms uit onverwachte hoek – en we zien soms niet wat er recht voor ons staat.

Tegelijkertijd hebben wij een God die zichzelf wil openbaren, die zich niet laat intimideren door ons ongeloof, door onze eigen betweterij. Een God die ons geeft wat wij nodig hebben, een God die zich laat zien aan de vrouwen bij het Graf, aan de Ongelovige Thomas in zijn wonden, en in de leerlingen in Emmaus door het breken van het brood.

Ook wij mogen Hem ontmoeten, in het breken van het brood, en op de manier waarop hij zichzelf aan ons uitdeelt. Dat mogen we elke zondag doen, en elke zondag weer mogen we ons geloof dan ook handen en voeten geven, en op pad gaan naar de plek waar we nodig zijn.

Amen.

Saturday, 8 April 2023

Paaszondag 2023

 

Beste vrienden,

De lente is één van mijn favoriete seizoenen. Dat komt niet alleen omdat alles weer tot leven komt, en het weer wat aangenamer is maar ook omdat ik een bijzondere hekel heb aan de winter.  Het staat verder iedereen vrij om de winter een gezellig of mooi seizoen te vinden maar, ik deel die mening niet. 

Ik ben dus blij met de lente, het voelt alsof het leven weer opstart, dat wat dood en donker was weer tot leven komt, weer in het licht staat. Het zaad dat in de aarde begraven was draagt nieuw leven met zich mee en mag zich weer tooien, mag zich laten zien aan de wereld. 

En ook onder de dieren is het nieuwe leven weer begonnen. Zo maken wij elk jaar opnieuw deze cyclus mee. Elk jaar een nieuw begin. 

We vieren ook elk jaar Pasen. Het is voor ons een echt lentefeest. De symboliek van dood en leven zit zo in het feest verweven dat wij het ons niet zouden kunnen voorstellen het in een ander seizoen te vieren.

Maar Pasen is ook meer dan dat, het is niet het zoveelste hoofdstuk van een oneindig verhaal, het vieren van een nieuwe ronde van een eeuwigdurende cyclus van opgaan, blinken en weer vergaan. 

 Het leven van Jezus was namelijk een echt mensenleven. En mensenlevens zijn uniek,  mensen zijn onvervangbaar en hun levens zijn dus ook onherhaalbaar. 

Het verhaal van je leven is een onvervangbare schat die in je hart leeft voor God. Een schat zoals er geen tweede van is. Daarom doet het ook zo`n pijn als we afscheid moeten nemen van iemand, we weten dan dat het verhaal van die persoon, dat unieke onvervangbare verhaal voor ons nu voorbij is. 

Zo dachten de leerlingen van Jezus er ook over. De elf, de vrouwen, de grotere kring van leerlingen. Ze waren Jezus kwijt, het was allemaal voorbij. In dit leven zou er geen toekomst meer zijn, geen hoop, behalve misschien ergens heel ver weg, in een onnoembare toekomst als God alles nieuw maakt. 

Als het ongelofelijke geschied is, denken ze aan elke mogelijkheid behalve dat Jezus zijn beloften vervuld heeft, zijn spreken over het verrijzen uit de dood. Jezus’ verrijzenis is zo ongelofelijk dat Maria Hem niet eens ziet. Ze denkt dat het de tuinman is. 

We zien het beeld voor ons, het is een rijk, een bijbels beeld. Adam was in de Tuin van Eden geroepen om die tuin te bewaren. Tuinman te zijn. En Jezus wordt niet voor niets de nieuwe Adam genoemd. Degene die herstelt wat onder de oude Adam verloren is gegaan. De plek waar Jezus begraven is, krijgt dan nu al iets van de paradijstuin mee. Het is niet vanzelfsprekend, je moet het zien. 

En de eerste die hem ziet, is Maria Magdalena. In de bijbel wordt ze beschreven als iemand die leed onder zeven duivels, we weten nu niet meer wat voor kwaad dat precies betekende. Maar het moet heel erg geweest zijn. Het getal zeven is een symbolisch getal, het drukt een volheid uit. We zouden dus misschien kunnen zeggen: Maria Magdalena was een vrouw die onder zoveel lasten gebukt ging, verslavingen zouden we tegenwoordig misschien zeggen, dat ze niet meer verder kon. 

Zoals dat gaat met mensen die onder veel problemen gebukt gaan, die worden niet meer gezien door mensen. Bewust of onbewust wordt er afstand geschapen. We kunnen ons voorstellen dat Maria van Magdala al in haar leven met één been in de dood stond, dat het net was alsof ze niet meer bestond. 

Maar één man had oog voor haar en heeft haar genezen, en haar haar leven teruggegeven. In de wonderen die Jezus doet zien we al wie hij zélf is. Hij geneest niet zomaar mensen: hij geeft ze hun leven terug. 

In alle mensen die hij op wonderbaarlijke wijze genezen heeft of een demoon uitgeworpen, - wat dat ook mag zijn -  die krijgen een nieuw leven. Die verrijzen als het ware. Die maken al een paaservaring mee, hier en nu. Ze hebben al een verrijzeniservaring mogen hebben. 

En alle leerlingen van Jezus, in de jaren dat ze samen met Hem waren, hebben ook oog voor Hem gekregen. Als Jezus verrezen is krijgen zij Hem te zien. Als je zelf een nieuw leven gekregen hebt, kun je de Verrezene leren zien.

Maar zij ziet Hem het eerst, Maria van Magdala het eerst: ze herkent hem misschien niet direct, maar na eens extra knipperen wordt toch duidelijk wie er voor haar staat. 

En dan leren we ook direct het geheim van dit nieuwe leven: het is niet meer het hernemen van het leven dat er was. Het is niet alsof de cyclus van het leven weer opnieuw hernomen wordt. Het wordt niet meer zoals het was. Dat zou een herhaling zijn, maar het leven is niet gemaakt om zich te herhalen, het is gemaakt voor een eeuwigheid bij God.  

Houdt me niet vast , zegt Jezus. Het nieuwe leven is meer dan wat we hier op Aarde hebben mogen beleven. Het bevindt zich op een hoger plan. Bij de Vader.

Jezus mag het zijn leerlingen in de Paastijd uit gaan leggen, maar eerst mag Maria de leerlingen gaan vertellen wat zij gezien heeft, zo wordt zij als het ware de eerste Evangelist, zij mag het Goede Nieuws verder brengen.

De dood is verslagen, en het oude is voorbij. We mogen nu allemaal gericht zijn op wat nieuw is, op onze eeuwige hoop. Daar mogen we vrij over spreken, dat moet zelfs, de tijd van het benauwde graf is voorbij, de tijd van schaduwen, tekens en beloften is voorbij. Die tijden komen nooit meer terug.

We mogen de tuin in, we mogen genieten van de Lente, van het nieuwe leven, en uiteindelijk mogen we binnentreden in het eeuwig leven. Door de poort gaan die Jezus zelf voor ons geopend heeft, dan mogen we baden in het licht dat God zelf ons geeft. Herfst en Winter zijn dan voorgoed voorbij. Alles wat leeft komt dan werkelijk tot bloei, en deelt in  het leven dat God zelf aan hen schenk, in de tuinen van het hemels Jeruzalem. Amen.