Saturday, 27 May 2023

Pinksteren Jaar A

 

In de avond van die eerste dag van de week,
toen de deuren van de verblijfplaats der leerlingen
gesloten waren
uit vrees voor de Joden,
kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei:
“Vrede zij u”.
Na dit gezegd te hebben
toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde.
De leerlingen waren vervuld van vreugde,
toen zij de Heer zagen.
Nogmaals zei Jezus tot hen:
“Vrede zij u.
Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u”.
Na deze woorden blies Hij over hen en zei:
“Ontvangt de Heilige Geest.
Wier zonden gij vergeeft, hun zijn ze vergeven,
en wier zonden gij niet vergeeft,
hun zijn ze niet vergeven.”

 

Beste vrienden.

Als we het geluk hebben wat ouder en wijzer te worden zijn we in een positie om terug te kijken op het verhaal van ons leven. We overzien de dingen die gebeurd zijn, wat we hebben meegemaakt en wat ons overkomen is. In de dagelijkse roes van gebeurtenissen zien we alleen maar wat er gebeurt, we zien het als losse gebeurtenissen. Pas later leren we dat alles een samenhang heeft, dat alle losse gebeurtenissen samen onderdeel zijn van één verhaal.

Wat ons overkomt, de keuzes die wij maken staan niet los van elkaar. Ze raken in elkaar vervlochten, winnen aan zin en betekenis. Het gaat minder en minder om de losse gebeurtenissen en meer en meer om het grotere proces waar iets van uit maakt. En soms kunnen we vanuit een diep geloofsleven zeggen: in alles wat gebeurde, de goede en de kwade dingen laat zich toch een rode draad vinden, een betekenis waarin we Gods hand kunnen zien.

Zo is het ook met het verhaal van Pinksteren. Vanuit onze achtergrond, zoals wij zijn, zijn wij geneigd om altijd in losse gebeurtenissen te denken. Kerst is wanneer Jezus geboren is, Pasen is de verrijzenis en Pinksteren, dan komt de Heilige Geest. We knippen alles in stukjes op. En we hebben het op 25 december over het stalletje, en op Paaszondag over de vrouwen bij het lege graf en bij Pinksteren horen we een vlammend verhaal over mannen die opeens alle mogelijke talen spreken, klaar om de wereld in te gaan.

Het is prima om het daar op die dagen over te hebben. Maar soms moeten we even terugkijken en ons afvragen: hoe past dit alles in het verhaal. Hoe gaat dit alles samen?

In zo`n geval is het mooi om er aan herinnerd te worden wat de oorspronkelijke samenhang van sommige feestdagen is. Pasen en Pinksteren hangen nauw samen met de joodse feesten van Pesach en Sjavoe’ot, het wekenfeest. Dit waren oogstfeesten in het Land van Israël. Met Pesach begon de oogst en na vijftig dagen, zeven keer zeven dagen ná de eerste dag, is het klaar.

We kunnen als christenen zeggen, Jezus is de eersteling van de oogst, de eerste die is verrezen uit de doden en op Pinksteren wordt de volheid ingezameld, niet alleen maar de mensen die rechtstreeks met Jezus verbonden zijn in het jaar 33 in het Land van Israël, maar over alle tijd en alle plaatsen. De oogst is er ook voor mensen uit alle landen en rassen en talen.

De “oogst” gaat sindsdien door. De oogst is voltooid maar houdt niet op. Sinds de dag van Pinksteren zijn de leerlingen op pad. Vervuld van de Heilige Geest kúnnen ze niet langer achter gesloten deuren blijven. Ze móeten de wereld in om ons allemaal deelgenoot te maken van dat verhaal, om dat verhaal door te geven.

Wij op onze beurt mogen dat ook leren. Leren dat ons leven, ook ons geestelijke leven, het leven in de kerk, geen opsomming is van losse gebeurtenissen die je als het ware op een boodschappenlijstje of kinderopstel op kan schrijven, zonder samenhang (en toen, en toen, en toen….. )

Nee, alles wat ons geestelijk leven raakt, alles wat in ons geestelijk leven gebeurt hangt samen met die dag van Pinksteren, die dag van Pasen waarop de oogst begonnen is. De oogst waar eeuwen van te voren ongemerkt voor gezaaid is en waar het zaad eeuwen in stilte voor groeide.

Dat werk van Pinksteren, het werk van de Geest gaat ook vandaag door en morgen, en wij zijn onderdeel van dat verhaal. Wat wij doen en laten, wat ons overkomt en waar wij ons voor inzetten vindt zijn betekenis in het plan dat God met alle mensen heeft. Dat plan overstijgt ons leven, overstijgt onze tijd.

Mogen we dus niet bij de pakken neerzitten wanneer er weer iets wel of niet gebeurt maar altijd blijven groeien in geloof, open staan voor het werk van de Geest totdat het laatste graan is binnengehaald in de volheid van de tijd.

Amen.

 

 

Tuesday, 16 May 2023

Zevende Zondag Paastijd

 

Evangelie (Joh. 17,1-11a)

 

In die tijd sloeg Jezus zijn ogen ten hemel en zei:
“Vader, het uur is gekomen.
Verheerlijk uw Zoon, opdat de Zoon U verheerlijke.
Gij hebt Hem immers macht gegeven over alle mensen
om eeuwig leven te schenken aan allen, die Gij Hem gegeven hebt.
En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen,
de enige ware God en Hem die Gij hebt gezonden: Jezus Christus.
Ik heb U op aarde verheerlijkt
door het werk te volbrengen, dat Gij Mij hebt opgedragen te doen.
Gij, Vader, verheerlijk Mij thans bij Uzelf
en geef Mij de heerlijkheid,
die Ik bij U had eer de wereld bestond.
Ik heb uw Naam geopenbaard aan de mensen,
die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt.
U behoorden ze toe;
Mij hebt Gij ze gegeven en zij hebben uw woord onderhouden.
Nu weten zij, dat al wat Gij Mij gegeven hebt, van U komt.
Want de boodschap, die Gij Mij hebt meegedeeld,
heb Ik hun meegedeeld,
en zij hebben ze aangenomen en naar waarheid erkend,
dat Ik van U ben uitgegaan,
en zij hebben geloofd, dat Gij Mij hebt gezonden.
Ik bid voor hen.
Niet voor de wereld bid Ik,
maar voor hen, die Gij Mij gegeven hebt, omdat zij U toebehoren.
Al het mijne is van U en het uwe is van Mij.
Zo ben Ik in hen verheerlijkt.
Ik blijf niet langer in de wereld, zij echter blijven in de wereld,
terwijl Ik naar U toe kom.”

 

Beste vrienden,

 

Het evangelie dat we vandaag lezen hoort bij een lange redevoering van Jezus, het is best een moeilijke tekst. Maar het gaat er over dat er twee geesten, we zouden ook kunnen zeggen twee machten of twee principes zijn waar we mee te maken hebben

De geest van eenheid en de geest van verdeeldheid.

De geest van eenheid moet bij de Kerk horen, want dat is de geest van God. De geest van verdeeldheid leeft in de wereld en doet het omgekeerde van wat God wil. Die geest zet mensen tegen elkaar op. Het is de geest die mensen er om bezorgd maakt of ze toch wel precies krijgen, tot op de gram afgemeten, waar we “recht” op zouden hebben. Het is de geest van angst voor anderen, die ook wel eens iets zouden kunnen krijgen wat jij wil hebben. 

Verdeeldheid en egoïsme staan nooit ver van elkaar af, want als je vooral aan jezelf denkt dan zijn anderen maar een last of een bedreiging. Wie zo in het leven staat is een “kind van de wereld”, heeft de geest van de wereld aangenomen. 

Niks om jaloers op te zijn dus.

Onder het Volk van God mag een andere Geest heersen. Wij zoeken de Geest van Eenheid. Dat wil niet zeggen dat er nooit verdeeldheid is, en al helemaal niet dat er nooit stevig gediscussieerd kan worden. Maar we zoeken altijd de pijn van verdeeldheid te voorkomen en te genezen. Als we geen pijn meer voelen onder verdeeldheid maar er in opgaan dan zijn we kinderen van de wereld geworden, dus laten we vooral oplettend blijven. Nu kunnen we over de Geest van Eenheid kunnen we een paar dingen zeggen:

Ten eerste, de Geest van Eenheid houdt God en de mensen bij elkaar. Door de Heilige Geest kunnen we altijd dicht bij God blijven, kunnen we ontdekken wat zijn wil is voor ons leven. Door de Heilige Geest vinden we toegang tot wat de Bijbel ons wil zeggen en door de Heilige Geest zijn er de werkzame sacramenten van de kerk die dé manier zijn waarop God zich nu aan de wereld meedeelt. Zonder die Geest van Eenheid zouden we maar verweesd rondlopen. Dan geloof je op maandag zus en op dinsdag zo. Dat biedt geen perspectief. Zo raak je opgesloten in jezelf.

Ten tweede: de Geest van Eenheid houdt de kerk bij elkaar. Alle mensen die geraakt zijn door het verhaal van God en de mensen horen bij elkaar. Met al hun verschillen en waar ze ook wonen – of in welke eeuw – we hebben allemaal een band. Er kunnen soms stevige meningsverschillen zijn, maar haat, afkeer en afscheiding – dat heeft geen plaats onder ons. Er kunnen ook geen A- of B- parochianen zijn. Geen mensen waarvan we zeggen “jij bent jong en gezond, jij mag vooraan staan” en “u bent maar oud en ziek, in u zit geen toekomst meer. Ik heb geen tijd voor u”. Als we merken dat we dat tóch doen moeten we ons weer richten op de Heilige Geest, en onze oren sluiten voor die geest van de wereld die toch weer is binnen siepelt.

Ten derde:  De Geest van de Eenheid roept ons op om ons in te zetten voor de samenleving. Daar zijn we geroepen om verdeeldheid te beperken en mensen tot eenheid en solidariteit op te roepen.

De Kerk getuigt ervan dat álle mensen een onopgeefbare waardigheid hebben die losstaat van je achtergrond, je geloof, je geslacht of je leeftijd. De Kerk moet er op aandringen dat mensen dus ook niet afgeschreven mogen worden, zoiets verwondt namelijk de waardigheid van mensen.

Het is niet aan de geestelijkheid om kandidaten op te stellen of campagnes te voeren, het politieke leven behoort tot de roeping van de leken, het christenvolk. De kerk kan ook echter ook niet zeggen dat ze niks met de wereld te maken heeft. Of dat je de wereld maar aan haar lot moet overlaten. Alsof wij als op een soort gezellig religieus cruiseschip naar de overkant kunnen varen, terwijl de landen waar je langs vaart allemaal in brand staan. Beste vrienden, wij zijn geen cruiseschip, wij zijn een veldhospitaal. Voor iedereen.

Laten we dus blijven geloven, hopen en liefhebben, dan kunnen we die Geest van Eenheid in ons sterker maken, en als we leven in de Geest van Eenheid worden we zelf ook authentieker, sterker in het geloof, sterker in de omgang met anderen. Dan gaat ook ons leven niet meer om ons eigen ikje draaien maar om iedereen met wie we in verbinding staan. Dan krijgen we kracht om ook in moeilijke tijden trouw te blijven aan onze roeping, om ons te verenigen met God, in de kerk voor álle mensen.

 

Amen.

Hemelvaart - jaar A

 

Hemelvaart – A

"Gij zult kracht ontvangen van de Heilige Geest"

 

In die tijd
begaven de elf leerlingen zich naar Galilea,
naar de berg die Jezus hun aangewezen had.
Toen zij Hem zagen,
wierpen ze zich in aanbidding neer;
sommigen echter twijfelden.
Jezus trad nader en sprak tot hen:
“Mij is alle macht gegeven in de hemel en op aarde.
Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen
en doopt hen
in de naam van de Vader en de Zoon
en de Heilige Geest,
en leert hun te onderhouden alles wat Ik u bevolen heb.
Ziet, Ik ben met u
alle dagen tot aan de voleinding der wereld.”

 

Beste vrienden,

 

Een van de Bijbelse begrippen waar ik wel eens over spreek is het idee van goddelijke pedagogie , het idee dat God mensen, maar ook groepen en volken langzaam maar zeker voorbereid op een grote taak. 

 

Adam en Eva kregen zagen niet direct na de zondeval het verlossingswerk van Jezus al aankomen, daar moest een lange tijd over heen gaan. Ook het Joodse volk in Egypte kon niet zomaar in één keer door naar het beloofde land. Daar moest ook heel veel tijd overheen. Een periode van veertig jaar: een grote uitzuivering. Dán pas zijn ze er klaar voor. 

 

Zo gaat dat ook een beetje met de leerlingen van Jezus. Die moeten de kerk gaan verspreiden over de hele wereld. Ook dat gaat niet vanzelf. Ze moeten eerst heel veel leren: over wie Jezus is, over zijn overwinning op de Dood. En pas een flinke tijd na zijn Verrijzenis zijn zij klaar voor die taak: de wereld ingaan en de volkeren bekend maken met de Blijde Boodschap. 

 

Je bent niet zomaar klaar. Dat proces brengt ook onzekerheid met zich mee. Je ziet de leerlingen haast denken: “ben ik hier wel klaar voor, kunnen we dit wel, als we Jezus straks niet meer bij ons hebben?”. Maar Jezus laat ons niet verweesd achter en zal de leerlingen, en daarmee de hele Kerk, de Heilige Geest sturen. De Geest, die ook wel de Voorspreker of de Trooster wordt genoemd. “Gij zult kracht ontvangen van de heilige Geest” , zegt de Heer tegen de leerlingen. 

 

Die Trooster, die Geest, die is er niet alleen voor wankelmoedige leerlingen – om hen de moed te geven om nieuwe paden te gaan – maar ook voor ons. Ook wij hebben troost nodig, en moed, en veel andere dingen. Daarom zien wij ook bijzonder uit naar die Geest. 

 

Daarom hebben we de Geest nodig. De voorspreker, of de trooster, die ons vertelt wat ons te doen staat. En die voor ons gaven meeneemt. U weet dat misschien nog van vroeger, de Geest neemt zeven gaven mee:

Wijsheid - Verstand - Raad - Sterkte - Wetenschap - Vroomheid en het Ontzag voor God. 

 

Wijsheid. Als wij niet meer weten wat we moeten doen, als al het kwaad van de wereld tegen de plinten klotst, dan weet de Geest dat wel. Er is altijd een weg, en de Geest ziet welke die is. 

 

Verstand. Wij denken dat we misschien toekunnen met wat we van huis uit hebben meegekregen, maar ook daar hebben we de Geest nodig. Er mag altijd een onsje meer bij, zeker als dat van God komt!

 

Raad, voor als wij de weg niet meer weten. Als u in de knoop zit op juridisch vlak belt u een Raadsman. Zo mogen wij ons ook richten tot de Geest, die de Voorspreker is. Hij heeft raad, en dat zonder uurtarief of beperkte kantooruren!

 

Sterkte. Ook die hebben we nodig, kracht om vol te houden als het tegen zit!

 

Wetenschap. Dan hebben we het niet over reageerbuizen natuurlijk, maar over kennis van God, kennis van hoe Hij werkt en wat Hij voor ons wil doen: de kennis van God die vrede geeft in ons leven.

 

Vroomheid, de vaardigheid om ons tot God te kunnen richten in de kennis dat wij mogen leven in Hem 

 

Ontzag voor God, dat klinkt nogal ernstig maar betekent uiteindelijk niet meer dan dat we God alle ruimte geven, dat we weten dat Hij zal doen wat wij niet kunnen. Dat, wat we ook aan kwaad in de wereld aantreffen, zoals nu, dat God zelf daar een oordeel over uit zal spreken. Hij is groter dan wij. Wij zien niet wat hij ziet.

 

Zeven gaven. Zeven geschenken van God – niet alleen voor de leerlingen, maar ook voor ons. Daar mogen we naar uitkijken, daar mogen we om bidden dat we die gaven krijgen. Het kwaad heeft niet het laatste woord en de Geest geeft ons in wat wij moeten doen, de Geest geeft ons kracht om te troosten, om een opbeurend woord te spreken wanneer dat nodig is, dan blijven we niet achter in onze eigen machteloosheid, woede en verdriet.

Veel goede dingen zijn onzichtbaar, terwijl het kwaad schijnbaar schaamteloos rondparadeert: maar dat is in de ogen van God maar schone schijn. 

 

Hij zal verheffen wat machteloos is, en laten  verdampen wat onaantastbaar lijkt. En wij zullen het zelf aanschouwen, zoals de leerlingen zullen zien dat Jezus, naar de Hemel opgevaren, ook weer terug zal komen, op dezelfde manier, om het  Rijk Gods in te luiden. 

 

Amen.