Saturday, 25 September 2021

Hel en Verdoemenis

 

In die tijd zei Johannes tot Jezus:
“Meester, we hebben iemand, die ons niet volgt,
in uw Naam duivels zien uitdrijven,
en we hebben getracht het hem te beletten,
omdat hij geen volgeling van ons was.”
Maar Jezus zei:
“Belet het hem niet,
want iemand, die een wonder doet in mijn Naam,
zal niet zo grif ongunstig over Mij spreken.
Wie niet tegen ons is, is voor ons.
Als iemand u een beker water te drinken geeft,
omdat gij van Christus zijt, voorwaar Ik zeg u:
zijn loon zal hem zeker niet ontgaan.
Maar als iemand
een van deze kleinen die geloven, aanleiding tot zonde geeft,
het zou beter voor hem zijn
als men hem een molensteen om de hals deed en in zee wierp.
Dreigt uw hand u aanleiding tot zonde te geven,
hak ze af;
het is beter voor u verminkt het leven binnen te gaan
dan in het bezit van twee handen in de hel te komen,
in het onblusbaar vuur.
Het is beter voor u kreupel het leven binnen te gaan
dan in het bezit van twee voeten in de hel te worden geworpen.
Het is beter voor u met één oog het Rijk Gods binnen te gaan
dan in het bezit van twee ogen in de hel te worden geworpen,
waar hun worm niet sterft en het vuur niet gedoofd wordt.”

 Beste vrienden,

We horen vandaag harde woorden van Jezus. Woorden waar je bang van zou kunnen worden. Als we zulke woorden tegenkomen moeten we goed opletten. Wat is er dan aan de hand? Wat zeggen die woorden écht. Wat zegt ónze reactie erop?  

In uw kindertijd bent u misschien wel eens met hel en verdoemenis bedreigd  als u een verboden ding toch deed, of geen enthousiasme had voor iets wat juist wél moest. Ik denk niet dat dat voor u een fijne herinnering was. Als dit heel vaak gebeurt kom je daar als kind zelfs beschadigd uit.

Dreigen is meestal geen fijne manier om je zin te krijgen. Als je moet teruggrijpen op dwang heb je het pleit eigenlijk al verloren. Het werkt misschien eventjes, maar de weerzin en opstand die je oproept blijven nog heel lang doorwerken.

Dat zie je goed terug in landen die gebouwd waren op dwang. Als u in Duitsland op vakantie bent en u bent eerst in het westen en dan in het oosten zie je veel verschil. Oost-Duitsers zijn zelfs dertig jaar na de Wende allergisch voor autoriteit en voelen vaker wantrouwen als iemand hen vraagt iets te doen waar ze geen zin in hebben. Zolang werkt regeren door dwang en dreiging door.

Als we ons bedreigd voelen gaan de luiken dicht in ons hoofd. Daar voel je je niet vrijer door. En als we ons bedreigd voelen ín de kerk of zelfs dóór de kerk dan gaat het helemaal mis. We moeten dus goed kijken wat hier gebeurt in dit evangelie.

De kerk heeft altijd als regel gehad dat je in principe elke zondag naar de kerk moet komen. U kent dat misschien nog wel van vroeger. Daar zijn goede redenen voor. Niet in het minst dat als we maar een keer af en toe komen de woorden van God in isolement gaan zien en ze dan niet goed kunnen begrijpen. Deze zondag, is dat risico extra groot.

Als we deze woorden in isolement lezen gaan ze een eigen leven leiden en dat is ongezond. Geen enkele tekst staat op zichzelf er gaat altijd iets vooraf en er komt altijd wat na. Vorige week hoorden we wat er aan vooraf ging. Weet u het nog?

De apostelen ruziën over wie de grootste is onder hen en Jezus zet dan een kind in hun midden en zegt tegen hen, wees maar niet bezig met wie de belangrijkste moet zijn maar wees als zo`n kind.

Weet u het nog?

Maar wat doen de apostelen nadat ze die mooie, wijze les van Jezus krijgen? Die gaan buiten op straat iemand lastig vallen die andere mensen geneest in de naam van Jezus. Dat is wat geesten uitdrijven hier betekent. Mensen genezen van hun ziektes. Ze denken nog steeds dat álles alleen om hen draait. En ze zijn boos. Ze zijn boos omdat een buitenstaander wél mensen kan genezen, terwijl we eerder in het Marcusevangelie kunnen lezen dat het de apostelen zélf niet lukt. Ze kunnen dit niet op eigen houtje. En wat hadden ze dat graag gekund. Misschien is dát het gene wat ze het meeste willen. Naast de grootste zijn. Ministers in het kabinet van Koning Jezus.

Zelf mensen genezen. Niet alleen toekijken hoe Jezus dat doet. Het zélf doen.

Ik denk dat we kunnen raden waarom de Heer hen die kracht nog niet gegeven heeft. Want als ze dat zouden kunnen worden die ego’s nog groter. Het tegen elkaar opbieden gaat dan nóg harder door. Maar oh wat zouden ze het graag willen, om zo te bewijzen dat ze groter zijn dan anderen.

En dan is er een buitenstaander. Die geneest. Zelf geneest. In naam van Jezus.

Beste vrienden, de twaalf zijn ziedend. Bitter van afgunst.

En zij zijn het die de harde woorden van Jezus te horen krijgen.

Want Jezus gaat hen een belangrijke opdracht geven, om de Kerk te leiden, en dat kan alleen goed gaan als ze niet denken dat het om hén draait

Als je jezelf namelijk groter en groter maakt – maak je ánderen kleiner en kleiner. Op een gegeven moment zijn die anderen zo klein dat ze er voor jou  niet meer toe doen. Als je je zó gedraagt dan nemen mensen aanstoot aan je en gaan ze het geloof verliezen. Die bitterheid gaan ze nog lang met zich meedragen, misschien zelfs doorgeven.

Ik denk dat er wel voorbeelden genoeg liggen in de recente geschiedenis beste vrienden. Binnen en buiten de Kerk van mensen die andere mensen opjagen door dwang en dreiging. Er zijn slechte priesters, er zijn slechte bisschoppen. Dat is niks nieuws, dat is altijd zo geweest. Als u een middeleeuws schilderij ziet over het Laatste Oordeel zal het u opvallen; er wordt altijd een stevig contingent priesters, bisschoppen en kardinalen aan het spit geregen.  

Wie macht heeft in de Kerk moet al voorzichtig zijn. Maar wie macht wil in de Kerk, en daar de grootste wil zijn -  de grootste in een parochie, de grootste in het bisdom, de grootste in de curie in Rome…. - die is in groot gevaar.

Dus ja, Jezus dreigt met hel en verdoemenis, maar hij bedreigt niet zomaar gewone mensen om hem heen. Hij zet zijn hak niet op de nek van kleine mensen. Integendeel, Hij wijst mensen die macht willen over anderen op de consequenties van wat er in hun hart leeft.  

Dat vuur van afgunst, dat vuur van valse ambitie wat nu al in hen  brandt, dat vuur wordt werkelijkheid en dat vuur maakt alles in je leven kapot – lichaam en ziel gaan daaraan onderdoor. En aan het einde van de rit heb je niks bereikt.

Je kan beter gehandicapt zijn dan toegeven aan dat vuur van afgunst en machtswellust, dát is veel minder erg.

Mocht u afgunstig zijn, of verteerd worden door valse ambitie (niet positieve ambitie, die iets constructiefs bereiken wil, maar de valse die anderen klein wil maken of houden), als u dat voelt. Ga onder een koude douche staan, word vrijwilliger in het bejaardentehuis (en probeer niet de grootste vrijwilliger te worden, of voorzitter van de vrijwilligersraad!), verzin een rustige hobby maar in Godsnaam zet geen stap verder op die weg. Zij is heilloos.

We zijn allemaal door God geschapen en geroepen om belangrijke dingen te doen. Grote en kleine belangrijke dingen. We zijn al belangrijk voor God – in alles wat we uit liefde doen – we hoeven het niet meer te worden.

Moge dat inzicht ons vrede geven en vreugde in alles wat we doen, door Christus de Heer.

Amen.

 

Saturday, 18 September 2021

Vredesweek 2021

Beste vrienden,

Dit weekend is het begin van de Vredesweek. En deze zondag staat dan ook op veel plaatsen in het teken van de opdracht tot vrede in een wereld waar zoveel conflicten zijn.

Als u zelf wel eens betrokken bent geweest in een diepgaand conflict dan weet u welke onmenselijke energieën er door conflicten losgemaakt kunnen worden. “Ik had nooit gedacht dat we hiertoe in staat waren” zeggen mensen dan, als ze tussen de puinhopen staan die hen dan omringen.

Het kan klein beginnen, maar als er niet tijdig een rem op wordt gezet slaan de vlammen al gauw uit het dak en is er geen redden meer aan.

Als je aan mensen vraagt of ze liever vrede of ruzie hebben zal iedereen “vrede” zeggen, maar toch zijn conflicten – klein en groot – schering en inslag. Je wil ze niet, ze zijn er toch. Ze lijken onvermijdelijk en onontkoombaar maar toch mogen we ons daar niet in berusten.

Spanning en woorden kunnen onontkoombaar zijn maar conflicten, zeker verschrikkelijke escalaties van conflicten zijn dat niet.  Er is vaak wat aan te doen als we weten wat er gebeurt, en waar in ons hart de brandstoftank ligt die het vuur steeds weer doet oplaaien.

In de eerste lezing horen we een redevoering, zogezegd, van boze mensen. Ze willen de rechtvaardige belagen omdat die in de gunst staat bij God. Met andere woorden: er is een verlangen naar wat een ander heeft. Want in de tijd van het Oude Testament was in de gunst staan bij God ook een uitdrukking voor het goed hebben, zichtbaar veel zegen hebben in het leven.

En als iemand het goed heeft dan begint een ander daar al gauw scheef naar te kijken. Die wil dat ook wel. Want dat is hoe ons hart werkt beste vrienden. Alle mensen verlangen naar dingen. Veiligheid, welvaart, een fijn beroep met een vast contract en een hypotheek misschien of een fijne relatie. Maar meer nog dan dat willen we dingen die anderen ook willen hebben.

Verlangen is besmettelijk. We hebben geleerd het afgelopen jaar dat we moeten uitkijken voor besmettingen. En dat is terecht, maar niet alleen bacillen en virussen zijn besmettelijk, verlangens zijn dat ook. Als een groep mensen iets wil hebben, dan breidt dat verlangen zich als een olievlek uit.

Maar de wereld is niet groot genoeg voor al onze verlangens. De wereld is klein en onze verlangens eindeloos. Wij lopen al gauw tegen onze grenzen aan en dat doet pijn. En als genoeg mensen pijn hebben zoeken ze naar iemand om de schuld te geven, om zich tegen af te zetten. Want als je dat doet, zeker met een groep mensen samen, dan wordt je pijn wat minder.

Maar de ellende is dat dat afzetten, afwijzen, ruzie zoeken – ook al doet het ons even beter voelen – werkt als een soort drug. Het is misschien even lekker maar het is ook verslavend en je moet er steeds meer van gebruiken om nog effect te voelen. En aan het einde is er alleen maar ellende:

Waar komen bij u die vechtpartijen en ruzies vandaan?
Toch alleen van uw eigen hartstochten,
die u niet met rust laten?
Gij begeert dingen, die gij niet kunt krijgen.
Gij moordt en benijdt
en gij kunt uw doel niet bereiken.
Dan gaat gij vechten en strijden.

 

Zegt Jakobus in zijn brief, die we lazen in de tweede lezing. Als we ons hart niet in de hand krijgen, niet leren leven met onszelf, en met de grenzen van wat wij zouden willen in het leven, dat loopt de zaak gegarandeerd in het honderd.

Zelfs de leerlingen in het Evangelie komen er niet uit. Zij krijgen ruzie over wie de grootste mag zijn onder hen. Dat zouden ze allemaal wel willen, maar dat gaat natuurlijk niet. Zelfs zíj krijgen ruzie.

Wat is de oplossing?

Jezus vertelt dat als je de eerste wilt zijn je je juist dienstbaar moet maken aan allen. Dat is voor ons een beetje een puzzel. Wat het betekent wordt misschien duidelijk als Hij een kind in het midden van de kring plaatst en zegt dat als je een kind opneemt, je Jezus opneemt, en met Hem God.

In de wereld van de Bijbel was zorgen voor kinderen niet iets waar je applaus voor kreeg. Kinderen deden er niet zo toe, en ze konden sowieso niks voor je terug doen. Voor een kind zorgen die zelf niemand had is dan iets heel onbaatzuchtigs.

Het is werk zonder duidelijke zicht op beloning, het is dienstbaarheid. Maar zo lang je dienstbaar bent ben je bezig met de echte noden van anderen, en niet met onwerkelijke verlangens die je maar afleiden en doen dagdromen van dingen die nergens toe leiden.

Je wordt groot niet omdat je groots droomt. Je wordt niet groots door andere mensen achterna te zitten die hebben wat jij krijgen wil. Je wordt groot door elke dag opnieuw om te zien naar anderen. Te groeien in geloof en liefde, wetende dat je inzet ergens toe doet.

Ook wij staan als kinderen voor God. God wordt er niet beter van als wij iets voor hem doen. God heeft geen belangen. Wat God voor ons doet, doet hij uit liefde. God is hoe dan ook de grootste, volgen wij Hem na, dan komen wij dus niks te kort.

Mogen wij dan voortgaan op die weg van navolging, de weg van vrede.

Amen.  

 

 

Wednesday, 15 September 2021

Maak Ongevaccineerden Niet tot Zondebok

Ik heb geen specialistische kennis over vaccins, virussen of IT-aangelegenheden. Ik weet echter wel een heleboel over menselijk gedrag en zondebokmechanismen in het bijzonder. Ik verwacht dat ongevaccineerden op korte termijn tot zondebok gemaakt gaan worden. Dat zal voor iedereen slecht uitpakken. Het Oude Normaal komt er namelijk niet van terug. We maken wel iets nieuws: een onaangename nieuwe toekomst.

Ik denk dat we aan het begin van een zondebokcyclus staan omdat álle ingrediënten aanwezig zijn: collectieve frustratie, twee partijen die beiden overtuigd zijn van hun gelijk, een meerderheid die groot genoeg is om een minderheid actief buiten te sluiten én een politieke wenselijkheid om een zondebok aan te wijzen.

Dat vaccineren op zich goed is staat voor mij buiten kijf. In zondebokmechanismen is de waarheid echter niet meer relevant. Sterker nog: hoe groter het gelijk van de meerderheid is, des te sneller kan de dynamiek draaien. Het aanwijzen van een zondebok die verantwoordelijk wordt gehouden voor onze frustratie dat we niet terug zijn bij het Oude Normaal is namelijk een uiting van onze collectieve psychologie, geen antwoord op de vraag wie er zakelijk gesproken gelijk heeft.  Ook de vraag of maatregel a of b passend of proportioneel is, is minder relevant, het gaat om het psychische  proces - niet om de maatregel.  

Ik vind het zaak om me nu uit te spreken. De contouren worden duidelijk, maar als de actieve uitsluiting en stigmatisering van een impopulaire minderheid écht begint heeft waarschuwen geen zin meer. De dwang om “partij te kiezen” zal dan al onweerstaanbaar zijn.

Er zijn zoals gezegd vier katalysatoren van een zondebokdynamiek.

Allereerst: Hoewel een groot deel van de bevolking gevaccineerd is, is de terugkeer naar het Oude Normaal nog niet in zicht. De uitgesproken en onuitgesproken frustratie hierover klotst tegen de plinten. Deze frustratie zoekt een psychische uitweg. De meest gebruikelijke uitweg van collectieve frustratie is het aanwijzen van een zondebok. Het uitsluiten en straffen van een zondebok vermindert de psychische pijn van de in-group. De "beste" zondebok is een groep die makkelijk aan te wijzen is als mensen die vreemde of onredelijke dingen geloven.

Ten tweede: beide partijen geloven in hun gelijk. Of één van de twee wérkelijk gelijk heeft doet er niet meer toe. Waar het om gaat is dat de één de ander niet meer gaat overtuigen. Uiteindelijk zal zo`n 80% van de bevolking gevaccineerd zijn en dit is objectief gesproken een groot succes. Wie gevaccineerd is, is er tevreden mee. Wie niet wil zal niet makkelijk overtuigd worden. Beiden hebben hun gevoelde “gelijk”. In Frankrijk hadden de maatregelen effect om dat mensen nog een zetje nodig hadden. In Nederland hebben mensen hun keuze al gemaakt. Wie hetzelfde doet in een andere situatie, doet iets anders.  

De overheid heeft verder niet ingezet op het creëren van draagvlak of het uitstralen van geloofwaardigheid. Het tegendeel is het geval. Zelfs als de minister gelijk heeft wordt zijn gelijk door veel mensen met wantrouwen begroet. De huidige regering toont zich op veel dossiers onbetrouwbaar. De toeslagenaffaire is geen incident meer. Er wordt geen zichtbare verantwoordelijkheid genomen.

Het wordt in een dergelijke context onweerstaanbaar – als de zo vurig gewenste normaliteit niet terugkeert – om de verantwoordelijkheid elders neer te leggen. Het wordt dan als politiek wenselijk ervaren om een “out-group” van ongevaccineerden aan te wijzen. Gezien de mate van collectieve  frustratie kan dit zelfs tot enige waardering voor de regeringspartijen leiden.

Ironisch genoeg was de vaccinatiecampagne succesvol genoeg om de out-group klein genoeg te maken om uit te kunnen sluiten. Vanaf een verhouding van 75-80% tot 25%-20% kan een meerderheid makkelijk het idee krijgen dat ze geen rekening meer moeten houden met een minderheid.

Dit proces is geestelijk al aan de gang. Ik zie de taal van de voorstanders van uitsluitende maatregelen snel verharden. Dit proces is dus al aan de gang.  Een Duitse commentator die zich normaal gematigd uitdrukt vergelijkt ongevaccineerden inmiddels met jihadisten. Hij krijgt hiervoor applaus. Een ander teken is dat álle bezwaren tegen vaccinatie op één hoop worden gegooid en geassocieerd met onaangename mensen en bewegingen zoals die van Willem Engel. De ongevaccineerden worden zó tot-wappie-gemaakten.

Daar hebben we de Willem-Engel-beweging en aanverwanten niet mee. Het verkrijgen van outsiderstatus is aan de ene kant onaangenaam maar aan de andere kant ook een vorm van aandacht verkrijgen. Negatieve aandacht is ook aandacht. – zoals elke leraar weet die te maken heeft met kinderen die aandacht tekort komen. Als je niet positief kan opvallen val je negatief op, en stigmatisering en buitensluiting (benoemen tot probleemgeval, aanmelden bij instanties etc.) versterkt wat het zegt te bestrijden.  

De meeste voorbeelden van communicatieve radicalisering zijn subtieler. Deze subtiele radicaliseringen zijn ernstiger omdat zelfs de zender misschien niet goed weet aan welk proces hij deel neemt. Als het Amerikaanse CDC “You are not a horse” twittert is de boodschap slechts deels dat je geen Ivermectine moet nemen. Op het  relationele vlak drukt de tweet in de eerste plaats neerbuigendheid uit. Wie Ivermectine neemt is te dom om te weten dat hij geen paard is en moet hierop worden gewezen door wijze mensen (zoals onszelf, en als wij lachen om deze guitige tweet van slimme wetenschappers voelen we ons IQ gelijk met vijf punten stijgen. Neerbuigendheid jegens de out-group bedient immers ook een psychische behoefte bij de in-group.)

Neerbuigende communicatie is niet overtuigend, maar functioneert vooral om afstand te scheppen of te benadrukken tussen de in-group en de out-group.  Hoe dwingender – en vervelender – het appel is, des te harder de tegenreactie zal zijn (in de sociale wetenschap wordt dit reactantie genoemd)

Naarmate de dynamiek harder gaat draaien zullen andere  maatregelen, ook verstrekkende, gerechtvaardigd lijken. We willen het niet, zullen we denken, maar we moeten wel, we zien er ons toe gedwongen door deze minderheid die we dus nog verder moeten uitsluiten en definiëren als boosdoener. De minderheid zal nog meer opstandig gedrag gaan vertonen en zo blijft de dynamiek aan de gang.  

Wat nu nog onvoorstelbaar lijkt, zoals bedrijven toegang geven tot de medische informatie van hun employés, zal snel bespreekbaar zijn. De volgende halte zou het oprekken van het ontslagrecht kunnen zijn als de meerderheid zich hier toe “gedwongen voelt” door de “onredelijkheid” van de minderheid. Dat zal voor iedereen nefast uitpakken.

Misschien zitten we over korte tijd in de fase van partij kiezen, dán is waarschuwen zinloos. Nu is er misschien nog tijd om het proces waar we inzitten aan te wijzen en te benoemen. Misschien haalt het wat uit.

Door het -zelfs onbewust- aanwijzen van een zondebok, verkrijgen we, zoals gezegd, in ieder geval geen oplossing voor onze problemen. Het Oude Normaal komt er niet mee terug. We creëren er wel een nieuwe normaliteit mee, maar één waar we onder andere omstandigheden niet voor zouden kiezen.  

  

Saturday, 4 September 2021

Toewending

In die tijd vertrok Jezus uit de streek van Tyrus
en begaf zich over Sidon naar het meer van Galilea, midden in de streek van Dekápolis.
Men bracht een doofstomme bij Hem
en smeekte Hem dat Hij deze de hand zou opleggen.
Jezus nam hem terzijde, buiten de kring van het volk, stak hem de vingers in de oren
en raakte zijn tong met speeksel aan.
Vervolgens sloeg Hij zijn ogen ten hemel,
zuchtte en sprak tot hem:
“Effeta”,
wat betekent:
Ga open.
Terstond gingen zijn oren open,
en werd de band van zijn tong losgemaakt,
zodat hij normaal sprak.
Hij verbood het aan iemand te zeggen;
maar met hoe meer nadruk Hij dat verbood,
des te luider verkondigden zij het.
Buiten zichzelf van verbazing riepen zij uit:
“Hij heeft alles wel gedaan,
Hij laat doven horen en stommen spreken.”

 

Beste vrienden,

 

We horen dit weekend een genezingsverhaal van Jezus, maar het is een beetje een apart verhaal deze keer. Het onderwerp komt ons bekend voor. Jezus geneest een doofstomme maar het is geen verhaal van dertien-in-een-dozijn. Heel veel details zijn bijzonder.

Het verhaal vindt plaats in de Decapolis – een heidense streek – maar de mensen die Jezus opwachten lijken geen heidenen te zijn. 

Jezus geneest de man niet waar hij staat maar neemt hem apart.

En het wonder zelf vindt plaats met  - zo lijkt het wel – een onnodige omhaal van van gebaren en aanrakingen.

Bij andere wonderen, bijvoorbeeld bij de genezing van een melaatse, zegt Jezus “ik wil het – word rein” , en dat is dan genoeg. Je zou haast verwachten dat Jezus er ook even een kruisje over de oren en de tong kan slaan – dan is het toch ook wel geregeld. Is dat deze keer niet genoeg?

Het verhaal van deze zondag is niet goed te begrijpen als we niet weten hoe er met ziekte en genezing werd omgegaan in de tijd van Jezus. Er waren geen dokters en ziekenhuizen zoals wij die nu kennen en er was geen duidelijk onderscheid tussen medische zorg, religieuze riten en tovenarij.

De genezing van zieken werd altijd als een wonder ervaren en er waren rondtrekkende wonderdoeners die met magie probeerden de zieken te genezen. Wat Jezus doet in dit verhaal lijkt heel erg op hoe die wonderdoeners werkten – en iedereen die dit verhaal hoorde in de eerste en tweede eeuw zou die verwijzingen goed begrepen hebben – maar voor ons is het een realiteit die ver van ons af staat! En Jezus doet ook dingen weer anders dan de wonderdoeners.

Verhalen over rondtrekkende magiërs uit de eerste eeuw hebben altijd een vaste vorm. De magiër trekt rond, en wordt dan bij een patiënt geroepen. Hij zou deze apart nemen en een geheim ritueel uitvoeren, of een magische spreuk over hem uitspreken. De genezene mocht echter niet verder vertellen wat er gebeurd was. De tovenarij werkte alleen als de geheime woorden en gebaren geheim bleven.

Als de patiënt dan genezen is wordt sluit het wonderverhaal af met dat de wonderdoener dan geëerd wordt door de mensen en nog eens wordt verteld hoe sterk zijn magie wel niet is.

We zien vandaag dat dat anders loopt.

Jezus wordt opgewacht door een groep mensen en deze hebben een doofstomme man mee. Hij kan niet horen en niet of slechts met moeite spreken. Dat is niet zomaar een ziekte of een alledaags ongemak zoals buikpijn of een zere teen maar een aandoening die de mens isoleert. De doofstomme kan niet horen wat anderen zeggen en kan anderen niet spreken. Hij is in diepe afzondering. De kwaal is existentieel. Hij is afgesneden van de wereld.

En in de wereld van de Bijbel, als je afgesneden bent van je medemens ben je ook afgesneden van God. Want de relatie met God onderhoud je in de gemeenschap. Door samen te bidden en samen te zingen.

Jezus neemt hem apart. Dat is niets bijzonders want dat doet elke tovenaar. Maar Jezus is geen tovenaar – dat weten we omdat het verhaal ons in detail vertelt wat Jezus doet en wat Jezus zegt.

Jezus neemt de man apart maar niet om wat Hij doet geheim te houden. Integendeel, het is om hem de volledige aandacht te geven. Jezus is de man volledig toegewend. Met lichaam en ziel. Met zijn gedachten, woorden en gebaren. Hij is volledig aanwezig. Het belangrijkste wat er gebeurt wat er plaatsvindt zijn  niet de rituelen, niet de spreuken of gebaren maar de volledige aanwezigheid van Jezus.

Elk gebaar, elk woord wijst naar die onverdeelde aanwezigheid.

 

 

 

 

Het woord dat hij dan gebruikt, effeta, wordt zelfs met naam en toenaam genoemd. Het is geen occulte spreuk die niemand kennen mag. Maar een woord dat nu al tweeduizend jaar doorklinkt. Om de mens te genezen van zijn isolement wordt alles in de openheid gebracht. De gebaren, de woorden. Alles mag bekend zijn.

En als de mensen zien dat de doofstomme genezen is, is het eerste wat hij hoort het lied dat de mensen zingen. Dat lied is bijzonder. Ze zingen geen reclameliedje voor een machtige tovenaar maar verzen uit de Bijbel. “Alles heeft hij wel gedaan”, zijn woorden uit het scheppingsverhaal van Genesis aan:  de mensen vieren niet alleen dat God de wereld gemaakt heeft, maar dat hij alles goed gemaakt heeft. Een genezing is dan ook een terugkeer naar het begin, een soort wedergeboorte.

De mensen vieren niet dat er een tovenaar in het dorp is. De mensen vieren dat God door Jezus een teken heeft gedaan en dat de doofstomme weer is opgenomen in de gemeenschap van mensen en iedereen die het wonder heeft meegemaakt is vernieuwd is in zijn of haar relatie met God. Dát vieren ze.

Ook wij kunnen leiden aan een geest van doofstomheid. Niet letterlijk maar in overdrachtelijke zin. Zo vaak kunnen we niet duidelijk maken wat we willen, voelen we ons onbegrepen of zijn we zelf niet in staat te begrijpen wat een ander ons bedoelt te zeggen. Misschien mogen we vandaag aan de hand van Jezus leren dat  onze woorden en gebaren zin en betekenis krijgen door onze aandacht en betrokkenheid tot God en de naaste. Mogen wij ook altijd anderen toegewend blijven zoals God zich tot ons keert.

Amen.