Sunday, 15 June 2025

Nieuwe Benoeming

Beste vrienden,

In september 2019 benoemde mgr. Hendriks mij als co-pastoor in de regio Alkmaar. Sinds dat moment heb ik hier met veel plezier gewerkt. In de afgelopen twee jaren voelde ik echter de noodzaak om op – op termijn – terug te keren naar de regio waar ik oorspronkelijk  vandaan kom, het bisdom Breda. Vanuit Alkmaar is het niet meer goed te doen om regelmatig bij mijn ouders te zijn, en ook zij worden een dagje ouder.

Gelukkig is het goed mogelijk om – natuurlijk in overleg – uitgeleend te worden aan een ander bisdom.

Ik ben over mijn verwachtingen, wensen en plannen in overleg gegaan met mgr. Hendriks en mgr. Liesen, de bisschop van het bisdom Breda. In het  bisdom Breda wordt binnenkort de H. Mariaparochie in Etten-Leur vacant. Mgr. Liesen ziet mij als de geschikte kandidaat aldaar pastoor John van de Laer op te volgen, die met emeritaat gaat.

Vorige week heb ik kennisgemaakt met het parochiebestuur van Etten-Leur. We hebben over en weer vertrouwen in elkaar uitgesproken. Daarmee is de eerste stap gezet.

Dit alles betekent dus ook dat ik per 1 september de parochies in de regio Alkmaar zal verlaten. En hoewel ik veel zin heb in mijn nieuwe taak vind ik het ook erg jammer om te moeten gaan. Ik zal iedereen hier ontzettend missen.  De fijne collega’s, de vele vrijwilligers en jullie als parochianen hebben mij hier thuis laten voelen. Dat was voor mij een kostbaar geschenk dat ik zal blijven koesteren.  

Over de overgangsperiode zullen t.z.t. nog verdere mededelingen worden gedaan. Ik wens jullie allemaal alle goeds, en veel zegen voor de komende tijd.

Hartelijke groet,

Pastoor Jan-Jaap van Peperstraten

Thursday, 12 June 2025

Drie-eenheid 2025

 

Vandaag vieren we het Hoogfeest van de Drie-Eenheid. Dat klinkt altijd heel erg ingewikkeld. Misschien maken we het zo wel nog wat ingewikkelder dan het al is. Want wat zeggen we als we de woorden “het is ingewikkeld” uitspreken? Dat het moeilijk is om te vatten? Heel veel dingen zijn moeilijk om te vatten, toch liggen we daar niet wakker van.

Of misschien “het ziet er onlogisch uit”, maar heel veel dingen die waar zijn zien er onlogisch uit, of zelfs onbegrijpelijk. Voor de oude Grieken was het heel onlogisch, zelfs ondenkbaar, dat er een God was die van mensen kon houden, laat staan een God die de wereld ingaat, als mens onder de mensen. Die het lijden begreep, lijden op zich nam. En zelfs door de poorten van de dood terugkwam om de wereld nieuw leven te geven.

Nee, misschien moeten we maar niet al te geïntimideerd zijn door wat mensen denken dat ondenkbaar is.

De Drie-Eenheid is ongetwijfeld een groot mysterie, maar wel een uitnodigend mysterie, we mogen God als  Drie-Eenheid leren kennen! En als we willen weten wat dat betekent moeten we maar denken, wat als we iemand willen leren kennen? Dan kijken we in de eerste plaats kijken naar wat iemand doet. Met God is dat niet anders. En al in de eerste bladzijden van de Bijbel zien we die Drie-Ene God scheppend en handelend optreden. En nee, het woord Drie-eenheid, dat staat niet in de Bijbel, maar het woord vat wel samen wat er gebeurt, hoe God is.

Op de zesde dag als God de mensen schept zien we iets bijzonders in de tekst. Een meervoudsvorm. Laat ons mensen maken naar ons beeld en gelijkenis, zegt God. In de christelijke traditie is dat altijd gelezen als een voorafschaduwing van de Drie-eenheid die later helemaal geopenbaard zal worden. 

De mens is dus niet alleen maar werk van God de Vader, van een almachtige Scheppergod die op onmetelijke afstand van ons zijn onnavolgbare raadsbesluiten over het hele universum uitstort, maar is een gemeenschap in zichzelf – een drie-in-één- die bijeengehouden wordt door de kracht van de Liefde, de Heilige Geest. 

God is niet alleen maar almacht, God is verbondenheid, en omdat mensen naar het beeld en gelijkenis van die verbondenheid gemaakt zijn dragen wij die tekenen van verbondenheid met ons mee. Drie-eenheid wil niet meer zeggen dan God is gemeenschap en God zoekt gemeenschap. God is verbinding en zoekt verbinding.

Nu is verbinding zoeken en vinden altijd ingewikkeld, en voor ons mensen is er altijd ruis op de lijn als we die verbondenheid zoeken. Dus geen wonder dat we Drie-eenheid maar lastig vinden. De beste manier om er wat van te snappen, is niet door het oplepelen van formules (hoe belangrijk die ook zijn in een andere context) maar door verbondenheid te leven.

Wij zijn als mensen op drie manieren door de Drie-Eenheid verbonden. 

Wij zijn verbonden in en met onszelf. Dat is een belangrijk begin. Wij dragen het stempel van de Drie-eenheid. Wij zijn niet enkel gemaakt door de Vader. Wij dragen een veelheid aan capaciteiten en vaardigheden in ons mee, die alleen tot bloei kunnen komen als ze een authentiek geheel zijn. Augustinus, de grote kerkvader uit de Vijfde Eeuw zei: de menselijke ziel bestaat net als de Drie-eenheid uit drie delen, de herinnering, het begrip en de wil. Als die drie niet samenwerken komt er van ons leven niets terecht. Maar als we verbonden zijn met het verhaal van ons leven – de herinnering – goed begrijpen wat we moeten doen – het begrip hebben – en dan ook nog de wil hebben om dat inzicht door te zetten, dán komen we als mens werkelijk tot ons recht. Als we onszelf niet meer respecteren, of alleen nog maar  bezig zijn met vroeger, of ons opsluiten in de ivoren toren van onze intelligentie, of ons verliezen in allerlei ongerichte activiteiten, dan verliezen we onszelf.

 

Wij zijn verbonden met alle mensen om ons heen

We kunnen niet verbonden zijn met onszelf als we niet verbonden zijn met onze naaste. Als de Heer zegt dat wij onze naaste moeten liefhebben als onszelf – zegt Hij dat met zoveel woorden. Wij kunnen geen goed leven leiden als we niet leven in verbondenheid met anderen, in het gezin, de familie, de kerk, verenigingen waar we bij horen, de gemeenschappen waar we deel van uitmaken (stad en land) en tenslotte de hele mensheid. Hoe meer je je afsluit, des te minder je van de Drie-eenheid begrijpt.

Als iedereen het zegel van de Drie-eenheid met zich mee draagt zijn wij ook met iedereen verbonden. Niet met iedereen op exact dezelfde manier, dat spreekt voor zich. Maar toch is het een  onontkenbare realiteit. We mogen dus nooit tegen een ander zeggen: jij mag niet bestaan, jouw leven doet er niet toe. 

Maar als we het journaal aanzetten, en je zou haast benauwd zijn om dat te doen, en we zien de verschrikkelijke beelden, zien we hoe makkelijk dat gezegd kan worden. Of gedacht. Of er naar gehandeld. Je kan een samenleving niet met geweld bijeenhouden. In een samenleving die niet is gebouwd op wederzijds respect, op erkenning, ontaardt het leven in een strijd van allen tegen allen. Dan zijn er alleen maar verliezers. 

Het leven en de waardigheid van de ander ontkennen, dat gebeurt niet alleen maar ver weg. Dat kan net zo goed hier gebeuren. Wij zijn allemaal met elkaar verbonden, ook in onze morele en spirituele zwakheid.

In de woorden van de wijze Amerikaanse dominee Martin Luther King: “Wij moeten leren samenleven als broeders, of gaan, als dwazen, samen ten onder” Het bestaansrecht van de ander ontkennen is een zonde, en zonde vernietigt de mens en het menselijke samenleven.

Tenslotte: Wij zijn verbonden met God. 

Als wij verbonden zijn met onszelf, en onze naaste, dán kunnen wij ook verbonden zijn met God. Die dingen staan niet los van elkaar. De apostel Johannes schrijft: “Als iemand zegt dat hij God liefheeft, terwijl hij zijn broeder haat, is hij een leugenaar. Want als hij zijn broeder die hij ziet niet liefheeft, kan hij God niet liefhebben die hij nooit heeft gezien.” (1 Joh. 4:20) . Beste vrienden, Liefde is niet los verkrijgbaar. Je kan niet denken, hier houdt het wel op. Je krijgt er altijd meer bij. Geen kers op de taart, maar de vervulling van ons wezen. Kennis van God begint niet op de zolderkamer, of met een inzicht gebouwd op een vonk ergens diep in ons innerlijkste ikje. Kennis van God komt wanneer we verbondenheid leren.

Verbinding in onszelf, verbinding met elkaar, verbinding met God door de banden die God ons geeft, het gebed, de Bijbel, de sacramenten en door het geloof – een gave van de geest. Met en door al die banden geeft God ons het vermogen om kinderen te worden. Zo worden wij wat wij zijn, mensen die antwoord geven op de uitgenodiging die bij de Schepping in hun hart is gegrift: en zo opgenomen worden in die Goddelijke eenheid, dat Goddelijke samenleven van Vader, Zoon en Heilige Geest. Die Drie-eenheid die alles in de hemel en op aarde bijeenhoudt door de band van de Liefde.

Saturday, 7 June 2025

Pinksteren C

 

Toen de dag van Pinksteren aanbrak,
waren allen bijeen op dezelfde plaats.
Plotseling kwam uit de hemel
een gedruis alsof er een hevige wind opstak
en heel het huis waar zij gezeten waren, was er vol van.
Er verscheen hun iets dat op vuur geleek
en dat zich, in tongen verdeeld,
op ieder van hen neerzette.
Zij werden allen vervuld van de Heilige Geest
en begonnen in vreemde talen te spreken,
naargelang de Geest hun te vertolken gaf.
Nu woonden er in Jeruzalem Joden, vrome mannen,
die afkomstig waren uit alle volkeren onder de hemel.
Toen dat geluid ontstond, liep het volk te hoop
en tot zijn verbazing
hoorde iedereen hen spreken in zijn eigen taal.
Zij waren buiten zichzelf en zeiden vol verwondering:
“Maar zijn al die daar spreken dan geen Galileeërs?
Hoe komt het dan dat ieder van ons hen hoort spreken
in zijn eigen moedertaal?
Parten, Meden en Elamieten,
bewoners van Mesopotamië, van Judea en Kappadocië,
van Pontus en Asia,
van Frygië en Pamfylië,
Egypte en het gebied van Libië bij Cyrene,
de Romeinen die hier verblijven,
Joden zowel als proselieten, Kretenzen en Arabieren,
wij horen hen in onze eigen taal spreken
van Gods grote daden.”

 

Beste vrienden,

Stelt u zich voor dat u ergens bent, ergens anders. En zoals dat gaat, je bent niet alleen op een andere plek, maar alles gaat ook anders. Mensen spreken een ander dialect, of misschien zelfs een andere taal. En dat is nog maar het begin. Die mensen hebben ook nog eens een andere cultuur. Misschien veel formeler, of juist informeler. En de verwachtingen? Die zijn impliciet, onuitgesproken, maar daarmee niet minder echt.

Je moet maar net weten dat “ja ja” in Twente “nee” betekent. En in België dat wat er létterlijk gezegd wordt, niet altijd is wat er wérkelijk gezegd wordt. Of dat in Engeland je baas je geen compliment geeft als hij zegt dat je voorstel “very interesting” is, of erger nog: “quite brave”.

Nee, was het maar zo eenvoudig als Duolingo aanzetten, elke dag drie bolletjes volmaken en na een jaar of twee, drie vertelt de dansende uil je dat je binnen bent! Het is moeilijk om mensen te begrijpen, en om begrepen te worden. Je bent er nooit helemaal klaar mee, want als het goed is kom je altijd weer nieuwe mensen tegen die hun eigen bijzondere achtergrond hebben.

Het probleem, als we dat zo mogen noemen, is nog wat ernstiger op het moment dat je ontdekt dat er een diepe waarheid verscholen is op een plek waar jij niet bent, onder een volk waar jij geen deel van uitmaakt. Bijvoorbeeld in de tijd van de Bijbel.

God heeft zich geopenbaard aan het Joodse volk. God sloot een bijzonder verbond met hen.  Gaf hen de Torah, de Wet. Ze moesten niet zijn zoals andere volken, maar Hem toegewijd. Dragers van belofte, herauten van de bevrijdende boodschap dat er maar één God is. Één God die houdt van mensen, die omziet naar weduwe en wees, die niet vergeet wie door anderen veracht wordt.

Voor ons is het vanzelfsprekend, dat als er één God is, die er ook voor alle mensen moet zijn. Maar in de tijd van de Bijbel lag dit nog niet zo voor de hand. Daar kunnen mensen ook niet helemaal uit zichzelf bijkomen, want ze vinden hun eigen taal, hun eigen cultuur uiteindelijk altijd het belangrijkst. En vinden het lastig om te bedenken dat God ook buiten hun voorstellingsvermogen bestaat.

Dus breekt God door. Na alle Bijbelwoorden, dat ook de volkeren bijeen zullen komen in Jeruzalem, op zoek naar de éne God en nadat Jezus zegt dat mensen, van waar vandaan ook niet meer op één plek zullen blijven maar God zullen aanbidden in Geest en waarheid, kan het niet bij mooie woorden en goede bedoelingen blijven. Er breekt iets nieuws door. Nieuwe bezieling ja, nieuwe geestkracht, ja, maar boven alles een nieuwe realiteit.

Was het oude verbond er een van een wet die mensen opvoedt, bij de les houdt, zo is er nu niet zozeer een nieuwe wet, maar een nieuwe werkelijkheid. Één van liefde. En dat verklaart een boel van wat we vandaag hoorden, waarom het belangrijk is dat ieder zijn eigen taal hoort.

Als het leven draait om normen, regels en wetten dan moet je één belangrijkste taal hebben. De taal van die wet. Kijk maar eens in verdragen, als je een verdragstekst leest, staat er altijd in welke versie de definitieve is, degene waar de rechter zich op moet baseren. Dan staat er vaak “de Engelse tekst” of “de Franse tekst”.

Zo ook als er heilige normen zijn, die moeten vervat zijn in een heilige taal. Iedereen een andere. De Joodse Rabbijn moet zich houden aan de Hebreeuwse tekst, de kerkjurist of liturg moet zich houden aan de Latijnse tekst, de moefti moet zich beroepen op de Arabische tekst. Dat is immers de taal van de wet en de norm. Wil je die wetten kunnen uitleggen moet je de taal tot in de puntjes beheersen. Eén taal.

Maar liefde beleven, liefhebben doe je in je eigen taal. Je moet niet per sé Frans te leren om een huwelijksaanzoek te doen. Dat zou wat zijn!

En denk eens hoe makkelijk het was geweest voor de Geest om te zeggen: we kiezen het Koine-grieks, de taal van het Nieuwe Testament. Dat is nu de nieuwe Heilige Taal, een soort Amerikaans van de eerste eeuw, en daarmee is het klaar. Of een kunsttaal! Jezus-Esperanto! Toch gaat dat niet zo.

Nee, iedereen hoort de mensen spreken in hun eigen taal.

Dit is de logica van God die in de wereld komt: van Openbaring, tot Vleeswording tot de komst van de Geest. : God komt niet alleen maar in de wereld, maar Hij komt in ieders wereld. Uit liefde. Van God tot mens, van mens tot mens.

Als je van mens tot mens, van hart tot hart wil spreken moet je mensen in hun eigen taal kunnen bereiken. Zoals ze zijn. En dus niet een soort tweedehands taal. Een verengelst Hebreeuws, of verspaanst Arabisch, of vernederlandst Latijn, maar Engels, Spaans, Nederlands. En elke andere taal.

Alleen zo kun je spreken van mens tot mens. Elkaar vanuit de diepte van het hart ontmoeten..

Natuurlijk: soms bidden we in het Latijn, omdat dat ons verbindt met alle katholieken ter wereld, maar niet alleen maar in het Latijn, want dan zouden het niet meer onze woorden kunnen zijn.

God is er dus voor iedereen, maar niet alleen voor iedereen van alle plaatsen. Ook voor iedereen van alle tijden.

Van God moet steeds worden verteld. Steeds opnieuw. Met nieuwe woorden. Je kan op een gegeven moment niet meer de woorden gebruiken van honderd jaar geleden, of vijftig jaar. Niet omdat die woorden fout zijn, maar omdat ze bij een andere tijd horen. En God houdt niet méér van mensen toen dan van mensen nu. Liefde impliceert een Geest die alles nieuw maakt.

Het omgekeerde is ook waar. Zoals wij het nu zeggen, zo is het ook niet voor de eeuwigheid. Want God is door de Heilige Geest altijd bezig met wat nieuws. Wat is het dan jammer als we uit traagheid of gebrek aan durf blijven haken aan sleetse bewoordingen, automatische bezweringen, niks nieuws durven te zeggen. Bijvoorbeeld omdat we bang zijn dat het wel eens “verkeerd begrepen” kan worden. Nee. Wat zeker verkeerd begrepen wordt, dat zijn woorden die voor een ander zijn bedoeld. In een andere wereld, in een andere tijd.

Woorden waar niks meer mee gebeurt, dat worden vanzelf woorden die mensen niet nabij brengen, maar op afstand zetten. Vaak is dat ook een vrucht van kerkelijke of spirituele luiheid. Want je hoeft er letterlijk niks voor te doen, terwijl het net lijkt alsof je heel respectvol bent, of zelfs “traditioneel”.

Vernieuwing is dus niet iets wat voortkomt uit verveling, of uit een hekel aan wat oud is. Het komt voort uit de wezenlijke structuur van de relatie tussen God en mens. Wil een relatie levend blijven kan het niet altijd hetzelfde zijn.

Elke keer opnieuw, in onze relaties, met andere mensen en met God moeten we dus kijken naar wat we kunnen doen om dat leven te vinden, en een plek te geven.

Het is dan begrijpelijk dat u denkt: dat is een beetje veel voor ons. Dat kunnen wij allemaal niet. Niet zomaar.  Altijd maar denken aan iedereen en elke dag opnieuw omzien naar hoe het ook anders kan.

En dat is niet onterecht. Dat kunnen wij inderdaad niet helemaal uit onszelf. Net zo min als de leerlingen van Jezus dat konden. Als dat wel zo was, was de Heilige Geest niet nodig geweest en hadden we vandaag ook geen Pinksteren gevierd! Gelukkig dus maar, dat het vandaag feest is, dat betekent dat we niet alles zelf moeten uitvogelen.

Laten we dan ook elke keer opnieuw, vandaag en andere dagen, vragen dat die Geest mag blijven komen. De Geest die ons bezielt, de Geest die ons laat zien wat er toe doet, de Geest die ons de kracht geeft om door te geven wat van waarde blijft. Voor nieuwe mensen in nieuwe tijden.

Kom Heilige Geest

Vervul de harten van uw gelovigen

En ontsteek in hen het vuur van uw liefde

Zend uw geest uit

En alles zal herschapen worden

Amen.

Friday, 30 May 2025

Zevende Zondag Paastijd C

 

In die tijd sloeg Jezus zijn ogen ten hemel en bad:
“Heilige Vader, niet alleen voor hen bid Ik,
maar ook voor hen die door hun woord in Mij geloven,
opdat zij allen één mogen zijn
zoals Gij, Vader in Mij en Ik in U;
dat zij ook in Ons mogen zijn opdat de wereld gelove
dat Gij Mij gezonden hebt.
Ik heb hun de heerlijkheid gegeven
die Gij Mij geschonken hebt,
opdat zij één zijn zoals Wij één zijn:
Ik in hen en Gij in Mij, opdat zij volmaakt één zijn
en opdat de wereld zal erkennen, dat Gij Mij hebt gezonden
en hen hebt liefgehad zoals Gij Mij hebt liefgehad.
Vader, Ik wil dat zij die Gij Mij gegeven hebt
met Mij mogen zijn waar Ik ben,
opdat zij mijn heerlijkheid mogen aanschouwen,
die Gij Mij gegeven hebt
daar Gij Mij lief hebt gehad
vóór de grondvesting van de wereld.
Rechtvaardige Vader, al heeft de wereld U niet erkend,
Ik heb U erkend,
en dezen hier hebben erkend dat Gij Mij gezonden hebt.
Uw naam heb Ik hun geopenbaard
en Ik zal dit blijven doen,
opdat de liefde waarmee Gij Mij hebt liefgehad
in hen moge zijn en Ik in hen.”

 

Beste vrienden

Vaak, als ik mensen spreek, delen ze hun zorgen. Bijvoorbeeld over de samenleving. En dan gaat het vaak niet over kleine ergernissen of problemen, maar over de diepe verdeeldheid. Het lijkt wel alsof de ene helft van Nederland niet meer met de andere wil praten. En van luisteren komt ook al niet zo veel terecht. De éne groep trekt zich terug in een ivoren toren waarin je elkaar op de schouder kunnen slaan en je niks meer van buiten kan horen. De ander wentelt zich in slachtofferschap is overal tegen en gaat nergens mee akkoord. Zo krijgt niemand wat voor elkaar, maar dat schijnt ook geen zorg meer te zijn. Zo krijg je als land wat je verdient. Verdeeldheid en stilstand.

Er is een grote maatschappelijke malaise en het is een beetje de vraag wat je daar als kerk, als gelovige mensen bijeen, aan kan doen. We zijn dan misschien niet van de wereld, maar we zitten er wel middenin. Wij zijn geen gnostici – die geloven dat de werkelijkheid van ons geloof alleen maar in het innerlijk zit, onaangetast door de buitenwereld. We zijn christenen. We geloven dat God zich niet afscheidde van de wereld. Integendeel. Hij kwam de wereld in. De vleeswording is niet alleen maar een dogma, een hapje geloofsleer dat je doorslikken moet. Het drukt ten diepste ook een opdracht uit. Wij moeten iets toevoegen aan de wereld.

Wat voegen wij toe? Dat is wel een gewetensvraag. Het evangelie spreekt over liefde en eenheid. Wij denken dan misschien aan praktische dingen zoals kerkelijk bestuur of samenwerking over de muren van kerkgenootschappen heen, maar de werkelijkheid van het evangelie gaat dieper. Het moet echt iets authentieks zijn, persoonlijks, geestelijks. Het gaat hier niet om een eenheid die je afdwingen kan, per synodebesluit of Mandement. Het is niet de eenheid die wordt opgelegd door  fractiediscipline of andere vormen van dwang of drang. Of een angstige eenheid, waar niemand wat zeggen of vinden mag omdat dat de rust verstoort. Iedereen voelt het verschil tussen échte en valse eenheid direct aan. En dat is belangrijk. Dat het echt is, dat mensen voelen dat het echt is. Onze authenticiteit is namelijk niet enkel van ons. Wat de kerk is, wat christenen zijn zegt iets over wie God is. Je maakt in je doen en laten letterlijk iets zichtbaar (of iets onzichtbaar, als je het verprutst!)

De volmaakte eenheid van het Volk van God is een andere. Het kan geen eenheid zijn die diversiteit ontkent, maar mensen ontmoet waar ze zijn. Ze respecteert voor wie ze zijn, en hen serieus neemt: ook al vinden ze dingen waar je het niet mee eens bent. Het is ook getuigen van de waarheid, ten dienste van wie niet gezien en gehoord worden. Dat betekent niet per se dat je met een spandoek en een megafoon het verkeer moet gaan versperren. Met een megafoon kun je geen gesprek voeren, hooguit een ander overschreeuwen. De kerk is ook geen partij, voor dit of tegen dat – en moet zich ook niet tegen partijen aanschurken. Al zijn ze even populair, beloven ze je gouden bergen en staan er prachtige dingen in het grondslagendocument. Spreek mensen welwillend, kom waar je uitgenodigd wordt, maar laat je niet inpakken. Je weet nooit hoe dat afloopt.

Soms hoor je ook van kerken die versmolten zijn met de overheid. Of landen waar de geestelijkheid elke week de preek opgestuurd krijgt door het ministerie van Godsdienstzaken. Daar is ongetwijfeld vrede en eenheid, maar dat is de vrede die de wereld je geeft; niet de vrede die je van God krijgt.

Nee, laat de kerk – en dus wij allen – een plek zijn waar we eenheid en vrede leren. Openstaan voor mensen. Welwillend zijn. Een plek waar we eerst luisteren en dan bedachtzaam spreken.

Als we doen wat we moeten doen, is dat getuigenis genoeg en maken we ruimte. In die ruimte is er plek voor de hele wereld om in vrijheid te erkennen dat het God is die de Heer heeft gezonden, en de wereld liefheeft met alle liefde die Hij heeft.

Amen.