Saturday, 25 February 2023

Eerste Zondag Vastentijd A

 

In die tijd werd Jezus door de Geest naar de woestijn gevoerd
om door de duivel op de proef gesteld te worden.
Nadat Hij veertig dagen en veertig nachten had gevast,
kreeg Hij honger.
Nu trad de verleider op Hem toe en sprak:
“Als Gij de Zoon van God zijt,
beveel dan dat deze stenen hier in brood veranderen.”
Hij gaf ten antwoord:
“Er staat geschreven:
Niet van brood alleen leeft de mens,
maar van elk woord dat komt uit de mond van God.”
Vervolgens nam de duivel Hem mee naar de heilige stad,
plaatste Hem op de bovenbouw van een tempelpoort
en sprak tot Hem:
“Als Gij de Zoon van God zijt, werp U dan naar beneden,
want er staat geschreven:
Aan zijn engelen zal Hij omtrent U een bevel geven,
dat zij U op handen nemen,
opdat Ge uw voet niet zult stoten aan een steen.”
Jezus zei tot hem:
“Er staat ook geschreven:
Gij zult de Heer uw God niet op de proef stellen.”
Ten slotte nam de duivel Hem mee naar een heel hoge berg,
vanwaar hij Hem alle koninkrijken der wereld
toonde in hun heerlijkheid.
En hij zei:
“Dat alles zal ik U geven,
als Gij in aanbidding voor mij neervalt.”
Toen zei Jezus hem:
“Weg, satan; er staat geschreven:
De Heer uw God zult gij aanbidden
en Hem alleen dienen.”
Nu liet de duivel Hem met rust
en er kwamen engelen om Hem te dienen.

 

Beste vrienden


Als kinderen is ons misschien ooit wel eens verteld dat het soms zo is alsof er op je schouders een engeltje en een duiveltje zitten. Als je dan gedachten krijgt die niet goed zijn, om iets te doen wat niet mag – dan stellen we ons voor dat dat duiveltje ons dat influistert. Dan is het zaak om goed te luisteren naar het engeltje op de andere schouder. Die heeft meestal beter advies.

Het idee dat je als mens blootstaat aan verleiding is heel oud, en drukt een diepe waarheid uit. Je hoeft de tv of de computer maar aan te zetten en je wordt bedolven onder de reclames voor producten die je van alles beloven. Er gaan miljarden om in deze sector. Want mensen overtuigen dingen te kopen die ze niet nodig hebben is zeer lucratief. Bedrijven zouden hier echt niet zoveel geld instoppen als ze wisten dat mensen niet makkelijk over te halen waren voor het een of het ander.

Soms zeggen mensen wel eens, die verhalen over bekoring, verleiding, verzoeking dat zijn maar vervelende verhalen. Dan is het een goede vraag wát het is wat we er zo vervelend aan vinden, aan het idee dat je verleid of verzocht kon worden om het slechte te doen.

We denken graag dat wij perfect onafhankelijke mensen zijn. Mensen die hun eigen doelen en regels stellen. Maar in feite zijn wij vaker dan niet op sleeptouw van iets of iemand anders. Iemand wiens goedkeuring we willen krijgen bijvoorbeeld. Of we drijven stuurloos mee op de stroom van het leven. Meegevoerd door het voorbeeld van anderen om ons heen of de sociale druk die we voelen om iets te doen of te laten. We staan aan zoveel verleiders bloot dat het een schok kan zijn om te voelen dat we helemáál niet zulke vrije individuen zijn als we denken.

We lezen vandaag twee verhalen over verzoeking. Eva wordt verzocht door de sluwe slang die daarmee de zondeval inluidt. Jezus wordt verzocht door de duivel in de woestijn. Twee verhalen die heel mooi op elkaar aansluiten en ook ons veel te zeggen hebben. De verhalen van Eva (en Adam, want dat is ook een meeloper) en Jezus zijn verhalen van mensen die geconfronteerd worden met hun eigen zwaktes, met invloeden van buiten waar ze niet of wel gereed voor zijn.

Eigenlijk is dat mooi, Eva wordt niet verleid met iets goedkoops of iets materialistisch. Ze wordt niet verzocht met een kraaltje of een spiegeltje. Eva is geen oppervlakkige vrouw. Ze leeft in de paradijselijke Tuin van Eden. Ze leeft in een intieme relatie met God die met hen wandelt in de koelte van de avond. En dát, alleen dát is de hefboom die de slang gebruiken kan. Waarom genoegen nemen met vriendschap met God als je kan zijn als God, met de volledige kennis van goed en kwaad?[1]  

Eva valt voor deze bekoring, dat is verdrietig – daarmee komt de zonde en de dood in de wereld – maar als ze dan toch moet vallen, dan tenminste voor de allerhoogste verleiding die er is. Te zijn zoals God. Daar zit ergens toch iets edels in, in dat verlangen. Het kán niet, je tracht een grens te overschrijden die absoluut is en er gebeuren grote ongelukken als je het toch probeert. Maar toch. Ik heb wel wat sympathie voor Eva.

Als we dan de verleidingen lezen van Jezus in de woestijn kijken zien die er nogal anders die van Eva. We zijn niet meer in een paradijselijke tuin, maar in een woestenij waar Jezus gekomen is om de confrontatie met het kwaad aan te gaan. Elke grote taak begint met die confrontatie met de schaduw. Wie ben ik? Wat is mijn taak? Dat zijn vragen die in hun kielzog ándere vragen meenemen.  Waar ben ik bang voor? Wat als het allemaal fout gaat? Is er geen smokkelroute om te krijgen wat ik wil? Is er geen quick-fix? Kan ik de weg afsnijden zodat ik zeker weet dat ik het spel kan winnen?  

En díe vragen, dát zijn verleidingen.

Jezus wordt niet bekoord met dromen van Goddelijkheid. Jezus ís de Zoon van God. Dat weet Hij, en dat weet de duivel ook. Hij hoeft hem niet de afgrond in te lokken met beloftes over de Kennis van Goed en Kwaad. Jezus heeft de kennis van Goed en Kwaad.

Maar Jezus is ook helemaal mens. En mens zijn in deze wereld betekent: kwetsbaar zijn. Je lichaam is kwetsbaar, je opdracht in het leven is kwetsbaar. De uitkomst van alles wat je ondernomen hebt is kwetsbaar. En die kwetsbaarheid willen wegpoetsen is een dodelijke verleiding.

Wat gebeurt er namelijk als je onkwetsbaar wordt als mens. Daar zijn veel mooie verhalen over. Sommige zijn heel oud, anderen worden in een nieuw jasje gegoten. Een nieuwe film die daar over gaat is de film The Green Knight, “de groene ridder”, dat is een verfilming van een oeroud, middeleeuws verhaal. Het is een prachtige en mysterieuze film, ga `m zien als u dat nog niet gedaan hebt. The Green Knight.

De film gaat over de niet zo dappere ridder Gawain die verleidt wordt om een magische groene gordel aan te nemen. Zolang hij die groene gordel draagt is hij onkwetsbaar en kan hem niks gebeuren. Omdat Gawain niet zo heel erg dappere ridder is kiest hij ervoor om de gevaarlijke missie om achter de Groene Ridder aan te gaan pas aan te gaan als hij veilig en wel omgord is met de magische gordel.

Maar dan wordt duidelijk dat die onkwetsbaarheid hem niks brengt. Hij bereikt elk doel, want hij is onkwetsbaar, hij lijkt alles te winnen behalve één ding. Één ding bereikt hij niet: het leven dat hij had moeten leven. Dát ontglipt hem. Zijn leven heeft niet de betekenis die het had moeten hebben omdat hij er voor koos onkwetsbaar te zijn. Als je onkwetsbaar bent kun je de hele wereld winnen, maar ten koste van je eigen ziel. Vindt de niet zo dappere ridder Gawain dan toch de moed om die gordel af te doen? Ik ga het u niet voorzeggen. U moet zelf maar kijken.

Jezus is mens geworden, en dat betekent dat hij arm is, en kwetsbaar. En als je kwetsbaar bent dan betekent dat, dat je gekwetst gaat worden. Jezus is kwetsbaar. Hij heeft honger, hij kan met een vingerknip zijn maag vullen, maar als hij dat doet is hij niet onkwetsbaar meer. Geen mens onder de mensen.

Hij kan zichzelf in zijn macht openbaren als hij van het dak van de Tempel afspringt en ondersteund door een legioen engelen veilig landt op het tempelplein. Dan is hij in één keer binnen. Geen lang en vermoeiend openbaar leven, geen risico op afwijzing. Maar dan is hij niet meer kwetsbaar. Geen mens onder de mensen.

Hij kan alle koninkrijken in zijn macht krijgen, een wereldrijk vestigen zonder grenzen. Dan weet je zeker dat je naam nog eeuwenlang door zal klinken. Net zoals we het nu nog hebben over keizer Augustus, of Napoleon. Je naam is dan onkwetsbaar geworden. Maar je bent niet langer een mens onder de mensen.

Je wint de wereld maar je verliest je ziel – datgene wat je leven betekenis had moeten geven. Dat is de kern van de verleiding. De duivel biedt Jezus als het ware een groene gordel aan, de belofte van onkwetsbaarheid.

Waarom moet Jezus lijden, waarom moet hij afwijzing vinden en onbegrip? Waarom moet hij bestraft worden om het goede wat Hij doet?  Waarom moet hij worden gearresteerd door de mensen die zeggen het meest om God te geven, en waarom moet hij worden omgebracht als een misdadiger? Waarom?

Omdat dat de kwetsbaarheid is die Jezus’ leven betekenisvol maakt. Hij is volledig mens, en dat betekent voor hem dat hij de volledige menselijke realiteit – dat betekent vreugde en liefde, maar ook pijn, smaad en dood moet aanvaarden. Dat alles als het kruis op zich nemen. Als hij ook maar voor één aspect van het lijden weg zou lopen, een smokkelroute zou nemen, dan loopt hij weg voor zichzelf en loopt hij weg voor zijn taak. En als hij dat doet kan hij de mensen niet bevrijden.

Jezus is gekomen om mensen te bevrijden van zonde en dood en dat kan alleen door zich als Zoon van God volledig te identificeren met alle pijn die je als mens kan hebben. Die pijn te ondergaan. Dat is de hele betekenis van de Vastentijd dat we met die beweging van Jezus mee volgen. Die afdalende  beweging van Jezus in de afgrond van de menselijke pijn, verlatenheid en dood.

Wat betekent dat voor ons? Ieders leven heeft zijn eigen betekenis, in kerktaal, ieder van ons heeft zijn eigen roeping. We zijn ieder van ons kwetsbaarder dan we willen zijn. Als kleine mensen proberen we ons te beschermen tegen de klappen van het leven. Dat moet ook gebeuren, het Evangelie waarschuwt ons ook tegen roekeloosheid! Maar toch…

In ieder van ons ligt een kwetsbaarheid die we niet willen hebben maar die we moeten aangaan om ons leven betekenis te geven. Een kwetsbaarheid die, als we die ontkennen ons leven minder levend maakt. Een kwetsbaarheid waar wij zorgvuldig een groene gordel omheen gebonden hebben in de hoop dat we dan onkwetsbaar worden.

Niemand weet waar je die gordel omheen geknoopt hebt, misschien om je hart, of om je verstand, of om iets anders. Niemand weet dat, alleen jezelf. Niemand kan tegen je wil die gordel losmaken. Dat kan niemand anders dan jij. Als je die gordel losmaakt krijgt je leven nieuwe diepte nieuwe zin, maar je moet ook pijn en verdriet onder ogen gaan zien en misschien doen anderen je wel pijn. Maar er is geen andere weg.

De gordel zit lekker, heel comfortabel. Maar in de woorden van Paus Benedictus XVI: “je bent niet geschapen voor comfort, je bent geschapen voor grootsheid” en de weg naar die grootsheid naar een leven vol betekenis en diepte gaat door dat dal van kwetsbaarheid. Onkwetsbare mensen kunnen daar niet komen. Die kunnen alleen maar van een afstand kijken en zich afvragen hoe het zou zijn als ze het aan zouden durven om die stap te zetten. Er staan altijd verleiders gereed om je te vertellen dat het onverstandig is om de gordel af te doen, om kwetsbaar te zijn. Soms is dat oprechte bezorgdheid, maar soms is het een boze geest die doodsbenauwd is dat jij gaat worden wie je bent, want dan het kwaad veel minder met jou aan. Integendeel.

Die moed tot kwetsbaarheid wens ik ieder van u toe in deze Vastentijd. De moed om minder comfort te eisen en open te staan voor de kwetsbaarheid die onze roeping voortstuwt, die ons op nieuwe paden brengt die wij mogen gaan totdat wij de Heer ontmoeten, de Verrezene voorbij het graf.

Amen.



[1] In de Bijbel, betekent kennis hebben van iets, net zoals de naam kennen van iets of iemand , dat je datgene eigen kan maken. Dat het bij je hoort. Het kan zelfs betekenen dat je er macht over krijgt. In Bijbeltaal, als je zegt Eva wil de kennis hebben van goed en kwaad dan heeft dat echt de ondertoon van zijn zoals God.

 

Wednesday, 22 February 2023

Aswoensdag 2023

 

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
“Denkt er om:
beoefent uw gerechtigheid niet voor het oog van de mensen,
om de aandacht te trekken;
anders hebt gij geen recht op loon
bij uw Vader, die in de hemel is.
Wanneer gij dus een aalmoes geeft,
bazuin het dan niet voor u uit,
zoals de huichelaars doen in de synagoge en op straat,
opdat zij door de mensen geprezen worden.
Voorwaar, Ik zeg u:
Zij hebben hun loon al ontvangen.
Als gij een aalmoes geeft,
laat uw linkerhand dan niet weten wat uw rechter doet,
opdat uw aalmoes in het verborgene blijve;
en uw Vader, die in het verborgene ziet
zal het u vergelden.
Wanneer gij bidt,
gedraagt u dan niet als de schijnheiligen,
die graag in de synagogen
en op de hoeken van de straten staan te bidden
om op te vallen bij de mensen.
Voorwaar, Ik zeg u:
Zij hebben hun loon al ontvangen!
Maar als gij bidt,
ga dan in uw binnenkamer,
sluit de deur achter u
en bid tot uw Vader, die in het verborgene is;
en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden.
Wanneer gij vast,
zet dan geen somber gezicht, zoals de schijnheiligen;
zij verstrakken hun gezicht
om de mensen te tonen dat zij aan het vasten zijn.
Voorwaar, Ik zeg u:
Zij hebben hun loon al ontvangen.
Maar als gij vast,
zalf dan uw hoofd en was uw gezicht
om niet aan de mensen te laten zien, dat gij vast,
maar vast voor uw Vader, die in het verborgene is
en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden.”

Afgelopen week was het Valentijnsfeest, een leuke dag voor mensen die hun geliefde in het zonnetje willen zetten en willen vieren dat ze samen zijn. Heel aardig is dat.

Van dagen als Valentijnsdag leren we dat relaties niet altijd vanzelfsprekend zijn. Elke relatie vraagt werk, je kan niet zomaar achterover gaan zitten en dan klagen als de relatie hapert en stilvalt!

Zo stel ik me de Vastentijd ook een beetje voor, als een tijd die we krijgen om onze relaties met God en met elkaar weer eens goed onder de loep te nemen, om tot inkeer te komen, om te beseffen wat echt belangrijk is in ons leven en tenslotte om te werken aan de dingen die wij fout doen, de gaten in ons karakter.

En elke relatie, elke onderhoudsbeurt aan een relatie moet er mee beginnen dat je de relatie niet oneigenlijk moet gebruiken. Als de relatie zelf kostbaar is mag je die niet misbruiken voor andere doeleinden.

Dat lezen we ook terug in het Evangelie van vandaag. We vinden daar een waarschuwing, dat we onze gerechtigheid niet voor de ogen van mensen moeten beoefenen. En wat die gerechtigheid is wordt samengevat in drie handeling: aalmoezen geven, bidden en vasten.

Al die dingen zijn zaken die je niet kan doen voor loon. Ze worden waardeloos als je je inzet om in de buitenwereld naar waardering te hengelen. Aalmoezen geven om gezien te worden is geen liefdadigheid maar PR. En met gebed en vasten werkt het net zo.

Als je werkt voor loon heb je je beloning al gehad. Waar zou je het mee kunnen vergelijken? Het geestelijke leven is ook in de eerste plaats een relatie.

Ook een liefdesrelatie goedkoop wordt en uiteindelijk uiteen valt als je de relatie inzet voor doeleinden die er vreemd aan zijn.  Als je bijvoorbeeld wilt trouwen met een man of een vrouw omdat hij of zij veel geld heeft, of je relatie wilt gebruiken om goede sier te maken naar de buitenwereld toe. Dat is oneigenlijk en verkeerd. Het is niet integer.

De veertigdagentijd is zo beschouwd een hele mooie tijd, een tijd waarin we alle ruimte nemen, en ruimte maken voor die integriteit in onze relatie met God en anderen.

De drie werken die ons geloof opbouwen en die het Evangelie hier noemt zijn de liefdadigheid, het gebed en het vasten. Deze werken betreffen de medemens, ons geestelijk leven en onze omgang met het lichaam. Het zijn allemaal werken van bewustwording.

We mogen ons bewust zijn van medemens, onze omgang met God, en onze omgang met het eigen lichaam  

Allereerst de medemens: Wij zijn niet alleen op de wereld en de liefde voor God en de liefde voor de naaste staan nooit ver van elkaar af. Je kan nooit helemaal het ene hebben zonder het andere.

En net zoals de naaste onze tijd en aandacht vraagt moeten we ook tijd en aandacht geven aan God, door middel van het gebed. In het gebed houden we in onze ziel de communicatiekanalen naar God open. Net zoals je in een relatie tijd neemt om met elkaar te praten en niet alleen maar een beetje afwezig “hm hm” zegt als de ander wat zegt zo moeten we ook bewuster zijn van onze gesprekken met God. Dat hoeft niet altijd lang te duren, als we er maar een gewoonte van maken.

Tenslotte de omgang met ons lichaam door het vasten.

Het vasten is een beetje weggevallen uit onze samenleving. In bijna alle culturen was er wel het besef dat je geen groot feest kan vieren zonder dat je je lichaam daarop voorbereidt, door bijvoorbeeld een hele tijd wat minder te eten, of eenvoudigere dingen. Ons lichaam is er ook niet op gebouwd om alleen maar lekkere dingen te eten!

Door niet te vasten en élke dag uitvoerig te eten en drinken putten we onze feestbatterijen uit, uiteindelijk wordt het leven zelf vlak, terwijl we omringd zijn door allemaal lekkere dingen!

Juist door ons lichaam alles maar te gunnen raken we het zicht op de juiste proporties kwijt.

Als je jezelf alles toestaat kun je ook uiteindelijk geen onderscheid meer maken tussen waar je aan gewend bent en wat je echt nodig hebt. En als je dat onderscheid niet kan maken wordt het ego groter en groter en groter, zonder dat je er zelf erg in hebt!

Ook onze omgang met voedsel kan oneigenlijk zijn. Misschien dat we voedsel bijvoorbeeld niet alleen gebruiken om ons lichaam te voeden, maar ook om moeilijke emoties mee af te kitten, of om stress de baas te worden. Maar dat is uiteindelijk een doodlopend pad en helpt ons ook niet in ons geestelijk leven. Maar zonder te vasten kunnen we dat niet zien.

Ons lichaam is meer dan een huis waarin we wonen, het lichaam dat zijn wijzelf en als wij een goede relatie met God willen hebben dan doet het lichaam mee. Hoe we dan met ons lichaam omgaan dan ook niet irrelevant. Integendeel. Onze relatie met God bevindt zich niet alleen maar in de bovenkamer, het is niet alleen maar geestelijk. Alles wat we met ons lichaam doen raakt onze relatie  met God.

Vasten is één manier om daarvan bewust te worden.

Ik zou u dus echt willen uitnodigen om in de veertigdagentijd te werken aan die relatie door de extra zorg voor de medemens, extra tijd voor het gebed, het spreken met God, maar toch ook in het bijzonder door in deze veertigdagentijd ook ons lichaam weer in de hand te krijgen door middel van het vasten. Kijk naar wat minder kan, wat anders kan. Hoe wij omgaan met eten, welke minder goede patronen daar te vinden zijn. Die kennis zal ons verrijken, maakt ons lichter en vrijer in onze omgang met God.

Als we blijven werken aan de naastenliefde, het gebed en de vasten, dan blijft onze relatie met God zich verdiepen. Dan kan God meer van zichzelf laten zien, en laden wij onze batterijen op zodat we des te beter kunnen aansluiten bij het feest van Pasen, als we de Verrezen Heer ontmoeten.

Amen.

Friday, 17 February 2023

"Gods vijanden vergaan" (Zevende zondag gewone tijd A)

 

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
“Gij hebt gehoord dat er gezegd is:
Oog om oog, tand om tand.
Maar Ik zeg u geen weerstand te bieden aan het onrecht,
maar als iemand u op de rechterwang slaat,
keer hem dan ook de andere toe.
Als iemand u voor het gerecht wil dagen
en uw onderkleed afnemen,
laat hem dan ook het bovenkleed.
Als iemand u vordert één mijl met hem te gaan,
ga er twee met hem.
Geef aan wie u vraagt,
en wendt u niet af als iemand van u lenen wil.
Gij hebt gehoord dat er gezegd is:
Gij zult uw naaste beminnen en uw vijand haten.
Maar Ik zeg u:
Bemint uw vijanden en bidt voor wie u vervolgen,
opdat gij kinderen moogt worden van uw Vader in de hemel,
die immers de zon laat opgaan over slechten en goeden
en het laat regenen
over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.
Want als gij bemint die u beminnen,
wat voor recht op loon hebt gij dan?
Doen de tollenaars niet hetzelfde?
En als gij alleen uw broeders groet,
wat voor buitengewoons doet gij dan?
Doen de heidenen dat ook niet?
Weest dus volmaakt,
zoals uw Vader in de hemel volmaakt is.”

 

Beste vrienden,

Volgende week is het exact een jaar geleden dat het Russische leger Oekraïne aanviel, in een poging het hele land te bezetten en het Oekraïense volk weer onder de knoet van Moskou te brengen. Het Oekraïense volk vecht letterlijk voor zijn voortbestaan. Overal waar de Russische bezetter de dienst uitmaakt worden Oekraïense boeken verbrand en het spreken van de Oekraïense taal verboden.

Als we daaraan denken worden we fel uitgedaagd door de woorden van Jezus vandaag. Sommigen lezen er in terug dat wij als land ons maar afzijdig moeten houden, Gods water over Gods akkers laten lopen. Of dat we alleen verbanddozen moeten sturen, en vooral geen wapens waarmee het Oekraïense volk zich verdedigen kan. Soms zegt men dit zelfs met de Bijbel in de hand. Dat schuurt.

Nu is dit geen losstaande passage uit de Bijbel. We lezen deze weken uit de Bergrede: de toespraak waarin Jezus zijn diepe visie geeft op de Thora, de joodse wet, de relatie tussen God en de mensen en de mensen onderling.

Zoals u zich misschien kunt herinneren: de Bergrede begint er mee dat Jezus zegt dat hij de joodse Wet volledig aanvaardt, geen jota of tittel – geen detail mag zomaar worden overgeslagen. Het gaat er niet om de Wet af te schaffen als iets wat van een voorbije tijd is, maar om haar oorspronkelijke visie, betekenis en zuiverheid te herstellen.

Dat heeft nogal wat consequenties voor ons - want in het Oude Testament zien we nogal eens een gewapend conflict voorbijkomen. Dat vinden christenen soms heel bezwaarlijk. Het Oude Testament zou zo gewelddadig zijn, of bloederig. Maar als we dat zo zeggen zitten we denk ik nog steeds gevangen in dat denkpatroon dat het Oude Testament iets van vroeger is, dat Jezus op een of andere manier heeft afgeschaft en dat God pas liefde wordt als Jezus eenmaal langskomt. Integendeel: strijd en conflict horen bij onze wereld. Het Oude Testament is soms mysterieus maar vaak heel concreet, plastisch en menselijk. Het bloed spat soms van de bladzijden af – net als van de pagina’s van de krant. Het Oude Testament kijkt niet weg.

Het project van Jezus in de Bergrede is nu het vinden van de grote rode lijn die oud en nieuw met elkaar verbindt. Hij spreekt vanuit zijn eigen trouw aan de joodse Wet. En zo moeten we deze woorden ook verstaan. Als je blijft hangen in een oppervlakkige, letterlijke lezing kun je dat denk ik niet zien. Dan probeer je de spanning tussen de grootsheid van die visie en de letterlijke onmogelijkheid om die in haar volheid te beleven weg te poetsen.

De woorden die we vorige week gelezen hebben, - dat als je op weg bent naar het altaar om je offer te brengen, dat je dan nog tijd hebt om je met je tegenstander te verzoenen, en als dat niet gebeurt de zaak aan de rechter overgedragen, is denk ik een sleutel is om te begrijpen wat hier bedoeld wordt.

De Bergrede gaat in de eerste plaats over onze relatie met God. Alle relaties die wij daar verder omheen hebben zijn daaraan ondergeschikt. Net zoals het Joodse volk niet zomaar één volk van velen is zijn wij als christenen niet zomaar één groep onder anderen.  

Je kan niet uit de Bijbel afleiden dat élke gewapende strijd onrechtmatig is. Vanaf het moment dat christenen verantwoordelijkheid moesten dragen voor landen en staten is dat ook zo begrepen. Zowel het jodendom als het christendom leert dat er soms rechtvaardige oorlogen kunnen zijn, wanneer je je verdedigen moet bijvoorbeeld. 

Maar er kan nooit een oorlog zijn zonder kaders of normen, of een oorlog waarin je de ander volledig wil vernietigen, of uitwissen. Het moet om een  goede zaak gaan. En dan niet om het grondgebied van de buurman wat jíj graag zou willen hebben.

En door heel het Oude Testament heen lezen we dat het Joodse volk, dat regelmatig in strijd is met omringende machten, hun oorlogen alleen wint vanuit de trouw en belofte van God. Elke keer als ze er op eigen houtje op uit gaan om de vijand te verslaan, of willen steunen op énkel militaire overmacht, als ze weigeren God te raadplegen, of erger nog tegen Gods opdracht in de aanval inzetten loopt het catastrofaal af. 

En als het volk ten diepste ontrouw geworden is worden ze volledig verslagen en in ballingschap geleid. Ook Gods volk is niet immuun voor grote nederlagen. Hun grondslag is niet de eigen kracht maar Gods belofte. En de enige die volledig kan leven uit Gods belofte is Jezus Christus als de Gekruisigde. Hij gaf zijn zaak volledig uit handen – want het hele leven van Jezus draait om God.

Zo draait ook de Bergrede om God en wij mogen delen in die visie. Dat betekent dat wij mensen niet elke strijd moeten aangaan en vrede moeten zoeken. Want het is God die recht doet.  Maar dat heeft ook verstrekkende consequenties.

Op 9 mei 1945 preekte de toen bekende predikant Kornelis Heiko Miskotte in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. De titel van zijn gewaagde preek was “Gods vijanden vergaan”. De nazi's, die ook Nederland bezet hielden, zijn ten onder gegaan, zo sprak hij, niet omdat ze enkel maar onze vijanden waren maar wezenlijk omdat ze Gods vijanden waren.  

En ze zijn ten onder gegaan. God deed recht. God doet recht. Hij doet dat niet alleen in een ver oordeel voorbij de dood maar letterlijk hier op Aarde. Miskotte en andere christenen zagen de vernietiging die in 1945 over Duitsland is uitgestort is theologisch ­– als een Godsoordeel.

En waarom trof dit oordeel Duitsland? Omdat de Duitse leiders probeerden het Joodse volk – en vele andere volkeren – te vernietigen. Zó word je Gods vijand. Maar Gods vijanden vergaan.  Ze vergaan, niet omdat ze ónze vijand zijn maar omdat ze een ander willen vernietigen vanuit hun vijandschap tot God.

Ze vergaan niet, omdat wij zo goed waren. Ze vergaan niet omdat wij hard, onmenselijk of  genadeloos waren in de strijd. Ze vergaan vanuit hun ontrouw en opstand tegen God.

Het lijkt dat je niet verzetten tegen het kwaad, je vijanden liefhebben jou tot een voetveeg maakt die alles maar zonder weerstand over zich heen moet laten komen. Dat is niet zo. Je níet verzetten tegen het kwaad is hier een uiting van Godsvertrouwen. God zal als de rechter zijn.. Zijn oordeel is liefdevol maar ook rechtvaardig. Gods vijanden, de mensen die in opstand komen tegen Gods menselijkheid, die wat het goede omdraaien en verdraaien, die vergaan. Dat is ons Godsvertrouwen, waartoe Jezus oproept’.

Ik las een tijdje geleden een sinister bericht, namelijk dat het hoofd van de Russische staatskerk  verklaarde dat wie een vijand van Rusland is daarmee een vijand van God is. En iedereen die niet mee wil met hun aanvalsoorlog is volgens hem een vijand van Rusland.

Dat is een boosaardige omkering. Daar wordt de naam van God gelasterd. En het is een veeg teken, dat je geen strijd aangaat zonder de naam van God door de modder te sleuren.  

Maar God zal er over oordelen, en in dit leven gebruikt hij ook mensenhanden voor dat doel. Wie deelneemt aan een rechtvaardige oorlog en strijdt tegen een boosaardige macht geeft handen en voeten aan Gods werk in deze wereld.

In de tussentijd kunnen wij als gewone burgers ons bedrukt voelen door anderen die kwaad doen. We kunnen ons boos voelen, of machteloos. Anderen maken de vlucht naar voren en gaan elke strijd aan en branden ver voor hun tijd gekomen is op. 

Laten we, als we met kwaad geconfronteerd worden, altijd bidden om wijsheid, dat we leren zien war ons te doen staat in elk gegeven geval. Dat we ons niet willoos  laten meezuigen in conflicten of nodeloos bijdragen aan escalaties die geen doel dienen.

En als we het niet eens worden met een ander en wij krijgen ons recht niet, dan weten we: God doet recht. Linksom of rechtsom. Wij kunnen niet afdwingen dat iedereen zich gaat gedragen zoals het hoort. Laten we doen wat we kunnen, maar met overleg, zonder woede of haatdragendheid, en met de openheid om ons weer te kunnen verzoenen met de vijand van voorheen als de tijd daarvoor gekomen is.

Amen.