Monday, 30 October 2023

De Liturgische Kalender voor November 2023

 Ik ga in november voor in de volgende vieringen: 


Liturgische Kalender November 2023

 

Woensdag 1 november, 19:00   Allerheiligen                                       Laurentiuskerk, Alkmaar  

Donderdag 2 november, 19:00  Allerzielen                                          Laurentiuskerk, Alkmaar

Vrijdag 3 november,       09.30    van de dag                                          Laurentiuskerk, Alkmaar  

Zaterdag 4 november,    17:00    31ste zondag                                       Obrechtkerk, Amsterdam (Engelstalig)

Zondag 5 november       11:15   31ste zondag                                       Laurentiuskerk, Alkmaar (Engelstalig)

Dinsdag 7 november      19:00    St Willibrord , Hoogfeest                   Pius X, Alkmaar

Vrijdag 10 november     09.30    Leo de Grote                                      Laurentiuskerk, Alkmaar

Zaterdag 11 november  19:30    32ste zondag                                       St Michael, Zuidschermer

Zondag 12 november     09:30    32ste zondag                                       Laurentiuskerk, Oudorp

Zondag 12 november     11.00    32ste zondag                                       Mariakerk, Alkmaar

Dinsdag 14 november    19:00    van de dag                                          Pius X, Alkmaar

Vrijdag 17 november      09:30    Elisabeth van Hongarije                Laurentiuskerk, Alkmaar 

Zaterdag 18 november    19:00   33ste zondag                                   Johannes de Doper, Schoorl

Zondag 19 november     11:15    33ste zondag                                       Laurentiuskerk, Alkmaar

Dinsdag 21 november    19:00    Opdracht vd H.Maagd Maria          Pius X, Alkmaar

Vrijdag 24 november      09.30    H. Martelaren van Vietnam             Laurentiuskerk, Alkmaar             

Zondag 26 november     09.30    34ste zondag, Christus Koning        Pius X, Alkmaar

Zondag 26 november     11:15    34ste zondag, Christus Koning         Laurentiuskerk, Alkmaar

Dinsdag 28 november    19:00    van de dag                                        Pius X, Alkmaar 

Saturday, 28 October 2023

30ste zondag door het jaar A

 In die tijd kwamen de Farizeeën bijeen, toen zij vernamen
dat Jezus de Sadduceeën de mond gesnoerd had. En een van hen, een wetgeleerde,
vroeg Jezus om Hem op de proef te stellen:
“Meester, wat is het voornaamste gebod in de Wet?”
Hij antwoordde hem:
“Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart,
geheel uw ziel en geheel uw verstand.
Dit is het voornaamste en eerste gebod.
Het tweede, daarmee gelijkwaardig:
Gij zult uw naaste beminnen als uzelf.
Aan deze twee geboden hangt heel de Wet en de Profeten.”

Beste mensen,

Ik had een tijdje geleden een gesprek met een islamitische jongeman. Hij is nogal orthodox in zijn geloofsbeleving en praat daar ook heel open over. Ik had niet direct veel verwachtingen bij het gesprek. Ik spreek wel eens vaker met mensen die heel anders in het leven staan en vaker dan niet worden het dan toch vaak welles-nietes gesprekken waar niemand wat bij wint.

Maar dit was een heel interessant gesprek. Er ontstond een echte ontmoeting, boven de polemiek uit. Het was een waardevol moment. Ik weet niet of het nog ergens toe leidt, maar dat is het mooie aan ontmoetingen, ze zijn zelf waardevol – ongeacht wat er nog uit moet komen.

Zo`n soort ontmoeting zien we vandaag terug in de lezing uit het Evangelie: Jezus die een Schriftgeleerde ontmoet – zo`n Schriftgeleerde waar normaal zoveel strijd mee is – maar er ontstaat deze keer geen strijd, maar een ontmoeting.

We vallen binnen aan het einde van het verhaal, dat is een beetje lastig deze zondag. Er gaat namelijk nogal wat aan vooraf. Dit gesprek wordt voorafgegaan door een soort polonaise van tegenstanders die tegen Jezus optreedt. Ze zijn samen opgetrokken om Jezus klem te zetten. Maar er gebeurt heel iets anders.

Eerst komen de Farizeeën en Herodianen. Herodianen zijn mensen die aanhangers waren van Herodes. Het religieuze leven, zo denken zij, heeft als eerste doel om de macht te handhaven. Anders gebeuren er maar ongelukken. De Romeinen zijn de baas, en die hebben er voor gezorgd dat Herodes koning kon worden – en ze hebben door dat Jezus iets heel anders komt brengen, iets nieuws. Maar als ze hem nu een uitspraak kunnen ontlokken die tegen de Romeinen ingaat, en dan vooral tegen de keizerlijke belasting …. Dan zijn ze van die onruststoker af, en dat is goed voor de mensen die aan de knoppen zitten, althans dat denken ze. Misschien zouden we ze tegenwoordig een soort cultuurchristenen noemen. Geloof is goed, want het zorgt voor orde in de samenleving, daar gaan mensen beter van gehoorzamen, en dat scheelt weer werk voor de belastingdienst.

En Jezus zet hen op hen plek, “welke beeltenis staat er op die belastingmunt van jullie?”, “die van zijne majesteit de keizer natuurlijk!”, “nou, dan geef je hem maar wat van hem is”. Pats! Dat waren de Herodianen, met de Farizeeën in hun kielzog.  

Dan komen de Sadduceeën. Wat zijn dat? Mensen die heel goed zijn opgeleid, die veel moeilijke boeken lezen over filosofie en wetenschap, en dan zeggen: alles wat in de Bijbel staat wat wij niet begrijpen , dat halen wij maar weg. 

Geloof is mooi en aardig, als het er niet was konden we niet vooraan staan met mooie gewaden, onze dure woorden en gekalligrafeerde diploma’s. Maar het moet wel redelijk blijven, wetenschappelijk – anders nemen onze buitenlandse collega’s ons niet meer serieus. Dan worden er neerbuigende stukjes over ons geschreven in de Rome Review of Books. Zoiets raars als de opstanding uit de doden bijvoorbeeld. Daar geloven Sadduceeën niet in.

De laatste nieuwe Griekse filosofie zegt dat dat ondenkbaar is, dus kan dat niet.  Dan stellen ze hem een rare strikvraag over zeven broers die allemaal ons te beurt met dezelfde vrouw zijn getrouwd, wie wordt dan in de hemel de man van die vrouw? Een slimmigheidje om te laten zien hoeveel slimmer je bent dan andere mensen, en hoe absurd het is om te geloven in een leven na de dood.

Maar bij Jezus vangen ze bot. Hij gaat direct tot de kern en zegt. Sadduceeën, het is er jullie alleen om te doen dat jullie die hoop van de gewone mensen, dat ze ooit bij God mogen komen als ze alle moeilijkheden van het leven doorleefd hebben, willen afpakken.

God is geen God van doden, Hij is een God van de levenden. Jullie willen het geloof krachteloos maken, omdat jullie denken niks van boven nodig te hebben. Het eindresultaat is voor jullie precies dat: niks. 

Dan komt onze lezing van vandaag aan de beurt. Als laatste komt er een Schriftgeleerde, nog een Farizeeër zouden we nu zeggen. Dat zijn mensen die het vaak oneens zijn met Jezus – we kunnen in het evangelie veel pittige meningsverschillen teruglezen – maar in het beste geval waren de Farizeeën wel er van overtuigd dat godsdienst niet moest gaan over eigenbelang, of over invloed en macht in deze wereld. En daar ontstaat een opening. De Schriftgeleerde stelt een goede vraag: waar gaat het nu om Jezus? Wat is het belangrijkste, waar draait ons religieuze leven nu om

God en de naaste. Dat is de Wet en de Profeten. 

God en de naaste. Daar vinden Jezus en de Schriftgeleerde elkaar. Het geloof is er niet om de keizer ter wille te zijn, hoe teleurstellend de keizer en zijn zetbazen dat ook vinden. Het geloof is er niet voor je zelfverheffing, hoe mooi je dat ook hebt ingekleed – of aangekleed. Het is niet om er zelf beter van te worden in het grote of in het kleine. 

Het gaat om God, en om de naaste. Het gaat om wat zij van ons vragen, het gaat om de levende ontmoeting die wij met hen kunnen hebben. Zij alleen zijn van waarde. En alles wat zelf waarde heeft mag niet voor een ander karretje gespannen worden. God is er voor zichzelf, en God is er voor ons. Als we God gaan gebruiken om mensen aan te sporen om belasting te betalen. Dingen zeggen als je moet doen wat ik wil, anders wordt God boos. Dan maken we misbruik van God. Dan maken we van Gods Heilige Naam een toverspreuk om anderen te bezweren. 

Zo mogen we ook de naaste niet voor onze eigen doeleinden gebruiken. We moeten wegblijven van alles wat riekt naar bedrog en manipulatie, wegblijven van het kleineren van anderen in de naam van God.

Als we dat niet doen en in plaats daarvan ons proberen open te stellen voor God en de ander is er ruimte voor ontmoeting. Een werkelijke ontmoeting met God, een werkelijke ontmoeting met de ander. En als we God of de ander echt ontmoeten, vrij van alle bedoelingen, dan gebeuren er dingen die we zelf niet hebben zien aankomen. Dan worden we vrij en kunnen we die weg volgen die God van ons vraagt. Dan zijn we niet ver van het Rijk van God.  

Amen.

 

Monday, 23 October 2023

Onthulling Beeld "Stairway to Heaven" - Bergen 23 oktober 2023


 

Beste mensen, 

Het is mij een eer om bij te mogen dragen aan de plaatsing van dit bijzondere beeld op deze plek in Bergen. Stairway to Heaven.

Het was voor mij een verrassing om door dhr Jos de Moel gevraagd te worden voor deze gelegenheid, maar toen ik dit sculptuur van Herbert Nouwens  zag gemaakt in opdracht van dhr Hans Peter Corbee werd ik er direct door getroffen. Ik hoefde er niet lang over na te denken.

Het beeld, gemaakt van Dresdens bunkerstaal en een Bergense kloostertrap confronteert ons met een kern van het leven zelf. Het menselijk leven – zowel dat van onszelf als van alle volkeren - is vol van tegenstelling en contrast. Leren leven betekent die tegenstelling leren zien en aanvaarden om dan de uitnodiging tot een hoger leven aan te nemen.

Het beeld is rauw én sierlijk. Hard én licht. Het toont zowel de ondermaanse ellende – áls de belofte dat wij niet gevangen blijven in eindeloze cirkels van oorlog en conflict. Het toont dat ook het hogere, geïnspireerde leven voor ons altijd een mogelijkheid blijft. De hemelladder wordt niet van ons weggetrokken wanneer het moeilijk wordt. Integendeel: wij zien haar pas als wij daar aan toe zijn.

Dat wil zeggen: als een grote crisis onze tevredenheid, ons valse zelfvertrouwen wegneemt. Het kwaad van oorlog is in zichzelf zinloos, maar zonder crisis is er geen nieuw inzicht mogelijk. De zinloze agressie-oorlog die de Russische Federatie tegen het Oekraïense volk voert is in zichzelf een groot kwaad, maar dit kwaad schudt ons ook wakker, confronteert ons - met nieuw inzicht.

Juist in tijden van diepe duisternis, als we neergeworpen zijn tussen het puin van onze eertijds glorieuze plannen en lege wensdromen kunnen onze ogen opengaan voor onze diepere en hogere roeping. Dit inzicht vinden we in alle geestelijke tradities. Paulus zou zeggen: waar de zonde woekerde, werd de genade mateloos. (Romeinen 5:20). De leermeesters van de geestelijke weg van de alchemie zouden zeggen: het is de kunst van het leven om lood in goud te veranderen. Kwaad, pijn en misère te transformeren in lichtend goud, het goud van geestelijk inzicht, het goud van de hoop, het goud van de kunstzinnige inspiratie die mensen bemoedigt in moeilijke tijden.

Een dergelijke transformatie is enerzijds een soort genade: het is iets wat je toevalt. Het maakt je groter dan je bent en je kan het slechts in dankbaarheid aanvaarden. Aan de andere kant is elke genade die je om niet ontvangt het resultaat van hard werken, van toewijding. Elke procent inspiratie - dat toverstof van gene zijde - moet worden verlengd met negenennegentig procent transpiratie. Je mag het diepere leven ontvangen – maar daar gaat veel inzet aan vooraf.

En ook dat is een les, zeker voor mensen die denken dat een geestelijk pad, ongeacht of dit een religieuze of een artistieke weg is, een veredelde hobby is. Een bezigheid die ons niets mag kosten.

Een goede kunstenaar maakt goud van lood, maar hij kan dit niet voor niets. Er zullen wat ook goudstukjes zijn kant uit moeten rollen, en naar de kant van mensen die zijn werk faciliteren.

De Duitse theoloog en martelaar Bonhoeffer, die door de Nazi’s werd omgebracht in het lotsjaar 1945 heeft ons veel geleerd over omgaan met crises. Hij waarschuwde de kerk van zijn tijd tegen goedkope genade. Mensen wilden wel een boodschap van hoop en vergeving, maar wilden dat voor niets. Ze wilden geen verontrustende inzichten, geen strijd met zichzelf, geen confronterend kunstwerk in hun achtertuin, geen ommekeer in hun leven. Wèl genade, géén confrontatie, geen inzet.

En Bonhoeffer zegt, dat kan niet. Genade is gratis, maar niet goedkoop.

En zo geldt dat ook voor de kunsten.

Zo gemakkelijk wordt gezegd, door mensen die ál te economisch denken: lood om goud, da’s een goede ruil. Winstgevend ook. Handig voor het toerisme, Al die Duitse geldzakken hebben dan iets om naar te kijken en dat is goed voor de middenstand. Iets voor niets! Dat zien we wel zitten!

Maar zelfs als je een toverboon in je bezit krijgt – zo een die tot in de hemel groeit - dan is dat in de eerste plaats een opdracht om een avontuur te beleven: de strijd met de genadeloze reus aan te gaan. Het is geen vrijkaartje, geen enkeltje Kokanje. Je krijgt nooit íets voor niets.

In het leven krijg je wat je faciliteert. En waar je niet voor werken wil, niet voor offeren wil, daar gaat ook niks mee gebeuren. Zonder offertjes blijft de hemel dicht. Dan blijven wij geestloos ronddraaien  tussen lood en oud ijzer. Dan kun je stikken in welstand, maar je hébt ten diepste niks.

Willen we geestelijk goud, dan zullen er ook wat geldstukken moeten rollen. Ook daarom wil ik mijn steun ook uitspreken voor de ludieke actie die op de doop van dit beeld volgt. We gaan wat aflaten verkopen. Een gebaar met een serieuze knipoog.

En daarmee doop ik dit beeld …

 

 

 

 

Friday, 20 October 2023

29e zondag door het jaar A

 

In die tijd gingen de Farizeeën onder elkaar beraadslagen
hoe ze Jezus in zijn eigen woorden konden vangen.
Zij stuurden hun leerlingen met de Herodianen op Hem af met de vraag:
“Meester, wij weten dat Gij oprecht zijt
en de weg van God in oprechtheid leert;
Gij stoort U aan niemand,
want Gij ziet de mensen niet naar de ogen.
Zeg ons daarom:
Wat dunkt U, is het geoorloofd
belasting te betalen aan de keizer of niet?”
Maar Jezus doorzag hun valsheid en zei:
“Waarom probeert gij Mij te vangen, gij huichelaars?
Laat Mij de belastingmunt eens zien.”
Zij hielden Hem een geldstuk voor.
Hij vroeg hun:
“Van wie is deze beeldenaar en het opschrift?”
Zij antwoordden:
“Van de keizer.”
Daarop sprak Hij tot hen:
“Geeft dan aan de keizer wat de keizer toekomt,
en aan God wat God toekomt.”

 

Beste mensen,

 

Vandaag een korte lezing met een heel sterk beeld. De Farizeeën proberen Jezus te vangen met zijn eigen woorden in de hoop hem in problemen te brengen met de autoriteiten van dat moment: de Romeinse bezetter. Die wil belastinggeld zien, onder andere, want de schatkist wordt gevuld. De Joods bevolking voelt dit gezag als vreemd aan, illegitiem. Tegelijkertijd moet iedereen – hoog of laag – zich naar dit onrecht schikken. Je hebt geen andere keus als je wilt bestaan. Er is misschien een kleine groep die openlijk collaboreert – zoals de Tollenaars – maar de grootste groep accomodeert: ze schikken zich in.

Je moeten schikken naar onrecht is altijd pijnlijk. Je doet jezelf geweld aan. Je ja kan geen ja meer zijn, en je nee geen nee. Je moet voorzichtig zijn: iedereen wordt kwetsbaar. En hoe prominenter je plaats in de samenleving – des te kwetsbaarder je wordt en des te slimmer moet je het spel spelen om je positie te behouden. Je moet steeds gewiekstere zetten maken om te overleven tussen alle vijandige partijen: de Romeinse bezetter, de lokale adel en prominenten, het religieuze establishment, maar ook de radicale bewegingen die gewelddadige oplossingen niet schuwen moet je kunnen bespelen. En al die groepen drijven op de onzekere golven van het woelende en kolkende volk. Onberekenbaar, maar op hun manier – machtig. Machtig als een stormachtige zee.

Dát is de context van het Evangelie van vandaag. Wíl je iets veranderen, dan moet je het spel meespelen. Dan moet je partij kiezen, of juist je kaarten dicht bij de borst houden en afwachten naar welke kant de meeste knikkers rollen. Dat klinkt logisch! Toch?

Maar het spel dat je speelt, is mensenspel. Het dient menselijke belangen. En het is een oneindig spel: dat wil zeggen: je wint een ronde maar het spel zelf gaat altijd door. Je kan verkiezingen winnen, maar na verloop van tijd komt er een nieuwe ronde. Je kan in de gunst komen van een keizer, maar keizers kunnen worden afgezet. Je kan een revolutie steunen, maar de revolutie vreet haar eigen kinderen op. En na vijf jaar, tien jaar, zijn alle kaarten weer opnieuw geschud en beginnen er weer nieuwe rondes met nieuwe spelers. In het mensenspel zijn veel verliezers, en de winnaars kunnen zich maar kort verheugen in hun wisseltrofee.

God speelt een ander spel. En Jezus laat dat zien.

De Farizeeën – samen met de aanhangers van Herodes – proberen Jezus te pakken te krijgen. Ze stellen hem een vraag waar geen “goed” antwoord op is. Zegt hij “ja, je mag belasting betalen”, dan is hij openlijk voor de Romeinen en verliest hij de steun van het volk. Zegt hij “nee, dat mag niet”, dan kunnen ze hem aangeven bij de autoriteiten. Met andere woorden: “Kop ik win, Munt jij verliest”

Maar Jezus draait het spel om wanneer hij vraagt om zo`n belastingmunt. En dan blijkt, die hebben ze gewoon bij zich. Het is voor hen geen écht probleem. Ze zijn echt niet in gewetensnood, ze zijn niet op zoek naar de Waarheid. Maar het is bij Jezus zo: je kan niet krijgen wat je niet zoekt.

Als je Jezus wilt gebruiken als onderdeel van jouw spel, als schaakstuk op je bord, dat gaat niet werken.

Als je het Woord van God, het Evangelie reduceert tot logo of marketingtactiek of als spandoek voor dit of tegen dat: dat is erg riskant.

Als je de kerk gebruikt als machtsmiddel, als bolwerk voor dit doel of dat belang. Dat gaat nooit werken.

Of gevaarlijker nog, als de kerk zélf dat spel gaat spelen en denkt: als we deze groep ondersteunen, of die partij: dan winnen we daar wat mee. Dan ben je als kerk ook in gevaar. Want vandaag of morgen delft die groep het onderspit of verliest “jouw” partij de verkiezingen. En daar sta je dan, met je lege speelbord en al je stukken terug in de doos.

En we dachten nog wel zo slim te zijn.

God speelt een ander spel. Niet omdat God zegt dat de zaken van deze wereld onbelangrijk zijn. Dat zijn ze niet! We zijn medeverantwoordelijk voor ons land en voor onze gedeelde wereld. Dat kost werk en inzet en enig inzicht in “het spel”. Maar wij zitten niet aan dat spel vast. Ons fundament ligt ergens anders. Ons fundament is de Hoeksteen zelf, waar de spelers geen raad mee wisten.  

Het spel is niet ons doel. Wij moeten in de eerste plaats aan God geven wat van God is. Wat wij doen ontstijgt het hier en nu: het is niet gericht op de volgende verkiezingen maar op de komende eeuwen en zelfs de komende eeuwigheid.

Wij hoeven ons niet vast te klampen aan bezittingen of voordelen, want ons vaderland ligt in de Hemel. Bezittingen en rechten zijn middelen tot een doel – geen doel op zich. Het is goed om ze te hebben maar als het moet doen we het ook zonder.  Ons belang als kerk is niet meer en niet minder als dat van de mensheid zelf zoals zij is in de ogen van God.  

Verder mogen wij aan de keizer geven wat van de keizer is. Aan Nederland geven wat van Nederland is, of dat nu ons belastingformulier of ons stembiljet is, en is dat eenmaal gegeven kunnen we ons weer richten op wat werkelijk van belang is: aan God geven wat God toekomt. Door heel ons leven.

Amen.