Toen het paasfeest der Joden nabij was
ging Jezus op naar Jeruzalem.
In de tempel trof Hij de verkopers aan
van runderen, schapen en duiven
en ook de geldwisselaars die daar zaten.
Hij maakte van touwen een gesel,
dreef ze allemaal uit de tempel,
ook de schapen en de runderen;
het kleingeld van de wisselaars veegde Hij van de tafels
en Hij wierp die omver.
En tot de duivenhandelaars zei Hij:
“Weg met dit alles!
Maakt van het huis van mijn Vader geen markthal!”
Zijn leerlingen herinnerden zich dat er geschreven staat:
“De ijver voor uw huis zal mij verteren”.
De Joden richtten zich tot Hem met de woorden:
“Wat voor teken kunt Gij ons laten zien
dat Gij dit doen moogt?”
Waarop Jezus hun antwoordde:
“Breekt deze tempel af
en in drie dagen zal Ik hem doen herrijzen.”
Maar de joden merkten op:
“Zesenveertig jaar is aan deze tempel gebouwd;
zult Gij hem dan in drie dagen doen herrijzen?”
Jezus echter sprak over de tempel van zijn lichaam.
Toen Hij dan ook verrezen was uit de doden,
herinnerden zijn leerlingen zich dat Hij dit gezegd had,
en zij geloofden in de Schrift
en in het woord dat Jezus gesproken had.
Beste vrienden.
Eergisteren was het het feest van Willibrord, de apostel van Nederland. Dat is voor de katholieke kerk de nationale feestdag. En dan vandaag hebben we weer geen “gewone zondag”. Net zoals we de kerkwijding van onze eigen kerk vieren, het parochiefeest, zo vieren we ook de wijdingsdatum van de kathedraal - van ons bisdom - en de wijdingsdatum van de kathedraal van Rome: de St. Jan van Lateranen.
Lokaal, regionaal, nationaal en universeel. Dat is wat de kerk is. Je kan alleen maar jezelf zijn vanuit verbondenheid met anderen. En niet alleen maar verbondenheid binnen onze eigen straat of wijk of dorp, maar veel breder nog dan dat. Buiten de parochie met ons bisdom, buiten ons bisdom, met de hele kerk in ons land. Met alle katholieken wereldwijd en uiteindelijk met alle christenen, alle mensen van goede wil, wie ze ook zijn, en uiteindelijk de hele mensheid.
Je kan alleen maar verbindingen hebben als er plekken zijn die mensen verbinden. We kunnen geen kerk zijn zonder kerkgebouw. Die heb je nodig. Als spil. Een parochie heeft een kerkgebouw (of meer dan één). Een bisdom heeft een kathedraal, en alle bisdommen zijn op hun beurt weer met elkaar verbonden met de meest centrale spil, in Rome.
En dat is niet de Sint-Pieter, hoe belangrijk die ook is. Maar de kathedraal van Rome, de St. Jan van Lateranen.
Want hoe belangrijk de paus ook is, hij is in de eerste plaats bisschop, herder onder de herders. Als je paus wordt krijg je geen pauswijding. Je bent alles al wat je wezen moet, en meestal al heel lang: bisschop. Je krijgt ‘enkel’ het bisdom van Rome onder je hoede en de plek waar de stoel van de bisschop staat dat is de spil die heel de katholieke wereld met elkaar verbindt.
Spillen, om ze zo maar even te noemen, zijn kwetsbaar. Onze eigen kerk is kwetsbaar, een bisdom is kwetsbaar. Ja, Rome zelf is kwetsbaar. Dat zien we niet zomaar aan de buitenkant. Ja, soms. Als het onderhoud is overgeslagen.
Maar dat is niet wat ik bedoel. In de tijd van Jezus was de grote spil de Tempel. Dat was de spil van alle Joden over de hele wereld. En die zag er prachtig uit. Maar elke keer als de mensen om Jezus zeiden “wat een stenen, wat een pracht!”, zag en zei Jezus iets heel anders.
Want bij Jezus gaat het om de binnenkant hij ziet meer dan de mensen om hem heen. En we kijken met hem mee.
Hij ziet dat het niet goed zit met de tempel. Hij ziet hoe van de dingen een handeltje wordt gemaakt. Nu was dat ook voor anderen niet onzichtbaar, maar zoals wel vaker: dingen kunnen voor je neus staan zonder dat je het echt opmerkt. Je bent er zo aan gewend geraakt dat het net zo goed onzichtbaar zou kunnen zijn.
De tempel in Jeruzalem, dat is een soort bank geworden, een grenswisselkantoor. Dat had ooit praktische redenen. Mensen gaven kostbaarheden in bewaring bij de priesters van de tempel. Die waren immers betrouwbaar én de tempel was een veilige plek! Goed bedacht! Nee echt!
Maar alles wat praktisch begint, kan net zo goed iets anders worden. De volgende generatie is nog gewoon eerlijk, de generatie daarop weer wat minder eerlijk, en uiteindelijk wordt het hogepriesterschap iets dat gekocht en verkocht wordt, en de tempel is een corrupt hol geworden.
Als u eens een spannend boek wilt lezen moet u eens bijlezen over de familie van Herodes, en hoe die verwikkeld was met de priesterfamilies van Jeruzalem. Dat leest als een thriller! Maar het is niet verheffend.
Wat met de tempel gebeurt, kan overal gebeuren. Elke spil in ons leven kan iets anders worden, kan uit het lood gaan lopen, of de verkeerde kant op draaien. Dan raak je er verstrikt in! Dan maakt het niet meer uit of de stenen mooi blinken, of er een schilderij hangt uit de zeventiende eeuw.
En het kan overal gebeuren, in een parochie. In een bisdom. In Rome. En er zijn tijden dat het ook gebeurd is. Misschien niet hier, misschien niet nu. Maar voorbeelden te over.
Parochies die een soort eindeloze kringverjaardag worden. Iedereen is heel tevreden met elkaar, maar er gebeurt niks meer.
Bisdommen waar al het leven uit is. Alles moet maar hetzelfde blijven, zoals we het gewend zijn! Want als je een nieuwe stap zet zou dat wel eens kunnen mislukken! Maar als je geen nieuwe stappen zet - houdt ook alles op!
En Rome zelf. We kennen de geschiedenis. Er zijn tijden dat er hele inspirerende pausen zijn die van alles in beweging brengen. Maar ook mannen die alleen maar denken aan zichzelf. Of mannen die uit angst al het nieuwe proberen tegen te houden. Dat kan niet, maar in de tussentijd richt je wel veel schade aan.
Mensen denken soms dat niks doen, of alles uitstellen, onschuldig is. Dat is het niet. Want als de tijd gekomen is dat er stappen gezet moeten worden en je zet ze niet: dan mis je de boot. Je moet niet alleen ooit het goede willen doen, je moet het ook nog eens doen op het goede moment!
Een spil die verstrikt, dat zijn plaatsen waar het vuur wordt uitgedaan (gevaarlijk! lastig!) maar de as wordt geprezen en verheerlijkt. Soms moet je dan die gouden reliekhouder met as maar eens een zet geven, of gewoon opruimen. Niet omdat je een hekel hebt aan oude dingen, of uit blinde vernielingsdrift, maar omdat het iets is dat verstrikt. Het verbindt niet, het bindt je vast. Dat is wat anders.
Als paus Franciscus het had over rigiditeit, en hoe gevaarlijk dat was, dan doelde hij - denk ik - hier op.
Wat is de maat waarlangs we de spil leggen? Hoe bepalen we of een spil een echte spil is of een strik? Die is Jezus zelf. Volgens een oude leerstelling uit de theologie is hij uiteindelijk drie dingen – zowel Priester, degen die offert, het Lam, degene die geofferd wordt, maar ook het Altaar, de offer-plaats.
Je kan zeggen: hij is de volledige spil. Hij is degene die de spil draaiende houdt, hij de spoel die de draden verenigt, en hij is de draad zelf die ons verbindt.
Daar kan geen gebouw tegen op. Hoe kostbaar en nodig ze ook zijn. Hun meerwaarde ontvangen ze daarvan. Geen Jezus de Heer? Dan ook geen gouden altaar in Rome!
Jezus Christus is zelf de plaats, de offersteen, het altaar, waar de grenzen tussen God en mens doorbroken worden. Daarmee is Hijzelf de ultieme spil geworden.
Jezus spreekt voor de omstanders mysterieuze woorden als Hij het heeft over de “Tempel van Zijn Lichaam” – ze kunnen het nog niet begrijpen – maar dit is wat ze betekenen. Elke spil die wij kennen is uiteindelijk machteloos als ze zelf niet verbonden is met de Heer, buiten God is komen te staan.
Blijven we echter verbonden dan kunnen we – met kracht van boven – die spillen, die plekken van verbinding herkennen. Onze kerk, het bisdom, de wereldkerk, en over de wereldkerk - met anderen waar ook op deze planeet. Met alle mensen van alle tijden.
Vanuit hier dus - in onze kerk - verbonden met iedereen.
Amen.