In die
tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
“Maar na die verschrikkingen in die dagen
zal de zon verduisteren
en de maan zal geen licht meer geven;
de sterren zullen van de hemel vallen
en de hemelse heerscharen zullen in verwarring geraken.
Dan zullen zij de Mensenzoon zien komen op de wolken met grote macht en
heerlijkheid.
Dan zal Hij zijn engelen uitzenden
om zijn uitverkorenen te verzamelen uit de vier windstreken,
van het einde der aarde tot het einde des hemels.
Trekt uit de vergelijking met de vijgenboom deze les:
Wanneer zijn twijgen al zacht worden
en beginnen uit te botten,
weet ge dat de zomer in aantocht is.
Zo ook, wanneer gij al deze dingen ziet,
weet dan dat het einde nabij is,
ja voor de deur staat.
Voorwaar, Ik zeg u:
dit geslacht zal niet voorbijgaan totdat dit alles gebeurd is.
Hemel en aarde zullen voorbijgaan,
maar mijn woorden zullen niet voorbijgaan.
Van die dag of dat uur weet niemand af,
zelfs niet de engelen in de hemel,
zelfs niet de Zoon,
maar de Vader alleen.”
Beste vrienden,
“Pastoor”, zei iemand een tijdje geleden tegen me. “Het kan toch niet zo lang meer duren, het einde van de wereld. Met alles wat er nu gebeurt!” En dan komt er een opsomming van wat er allemaal gebeurt. In Oekraïne, in Israël en de Palestijnse gebieden , in de Verenigde Staten en natuurlijk in Amsterdam .
En hij is niet de enige. Veel mensen voelen dat er iets definitief voorbij gaat. Misschien nog niet de wereld zelf, maar iets is opgehouden. We staan aan het einde van een historisch tijdvak. Er is bijna tachtig jaar stabiliteit geweest in ons land, na het einde van de Tweede Wereldoorlog, en nu zijn die vanzelfsprekendheden weg.
De toekomst is onzeker, en dat jaagt mensen angst aan. Dat gevoel is niet compleet onredelijk. Wij zijn niet gewend om met groeiende onzekerheid om te gaan. Onze cultuur is daar ook niet naar. Maar daar trekt de wereld zich dus niks van aan.
Wanneer je te maken krijgt met onbeheersbare ontwikkelingen zijn er drie mogelijke manieren om er mee om te gaan.
De eerste manier die je veel ziet is het probleem weg te denken. Daar lees je nu veel over in de krant. Het maakt niet uit of dat linkse of rechtse kranten zijn. Columnisten leggen je uit dat er niks aan de hand is. Dat slachtoffers eigenlijk daders zijn, of anderszins verdienen wat ze krijgen. Als dat zo is, is wat er gebeurt verklaarbaar. En wat verklaarbaar is, is beheersbaar. Dat geeft een veilig gevoel.
Om alles weg te denken moet je bovendien redelijk intelligent zijn. Het kost namelijk veel moeite om niet te zien wat alle andere mensen wél zien. Door te geloven dat het allemaal toch wel begrijpelijk is, kun je je ook nog eens erg slim voelen. (En dus beter dan andere mensen.)
Het is ook erg slim bedacht. Het is alleen jammer dat het even goed werkt als het kind dat zijn ogen dichtdoet en dan denkt dat hij zelf onzichtbaar wordt.
De tweede manier is precies het omgekeerde. Je laat je gek maken, door alles wat er gebeurt. Computer en televisie blijven 24 uur per dag aan zodat we niks missen. Elke gebeurtenis moet besproken worden op Facebook, of elders. Iedereen moet worden ontslagen! En sowieso is het einde nabij! En alles wat nog niet honderd procent fout loopt, dat zal wel een complot zijn! Om ons een rad voor de ogen te draaien! Die afslag kun je nemen, maar het is vaak een eenrichtingsweg. Als je eenmaal begint met overal catastrofes en complotten te zien is het einde zoek. Complotten zijn immers nog vruchtbaarder dan konijnen.
De Bijbel wijst ons een derde weg daar lezen we vandaag over. Jezus vertelt zijn leerlingen over het einde, het echte einde als de Mensenzoon terugkomt.
Maar na
die verschrikkingen in die dagen
zal de zon verduisteren
en de maan zal geen licht meer geven;
de sterren zullen van de hemel vallen
We vallen weer midden in de redevoering, dus we moeten goed opletten. We komen terecht in een cataclysme, een universeel einde. Zon, maan en sterren houden er alle drie mee op. Maar daar gaat nog iets aan vooraf. “De verschrikkingen in die dagen”, die staan eerder in de Bijbel, buiten onze lezing. “Die verschrikkingen” zijn vervolgingen waaraan de gelovigen bloot zullen staan, de akelige dingen die er kunnen gebeuren als je er voor kiest Jezus te volgen en niet mee te huilen met de wolven in het bos. Dat zal je namelijk niet zomaar in dank afgenomen worden.
Je kan verschrikkelijke dingen meemaken, zonder dat je ergens schuld aan hebt. En nog erger, je kan vervolgd worden omdat je goed doet. Maar hoe pervers dat ook is, dat is niet het einde.
Je mag het kwaad niet weg verklaren, dat doen de mensen die het boze geestelijk voeren in de hoop dat zij zelf niet opgegeten gaan worden. Dat loopt nooit goed af.
Maar je moet het ook niet omdraaien en in paniek heen en weer rennen, want dan kun je niets zinnigs meer doen. En dit is het einde niet. Zelfs wanneer het het einde is, is het niet het einde.
Het einde is wanneer zon, maan en sterren uitgaan. Dat is geen natuurkundig fenomeen. In de Bijbel zijn zon, maan en sterren de mijlpalen en wegwijzers van de tijd. Gaan die "uit", dan is dat Bijbeltaal voor: wanneer de tijd zelf ophoudt. Wie kan de tijd laten ophouden? Wie beslist dat de klok voor het laatst tikt? God alleen!
Zo zien we ook hoe dwaas als mensen aankomen met rekensommen over wanneer het einde der tijden zou zijn. Het einde kun je niet afleiden uit de zon, de maan of de sterren. Je kan het niet aflezen in het nieuws. Het is geen eindpunt van een meetbare trend. Je kan het niet zelf bijeen goochelen. Was dat zo, dan zou je God aan een touwtje hebben. Dan wil je alles beheersbaar maken, zelfs wat God in ons leven doet. Maar als je God aan een touwtje denkt te hebben geldt dat wat er ook aan dat touwtje hangt: het is niet God.
Voor zover er een teken is van het einde zal dat maar heel kort duren: het is een teken van de lente, en de lente duurt in het Joodse land maar heel kort. Zie je de takken uitbotten, dan weet je dat het zo zomer is.
En het einde der tijden is geen verschrikking onder anderen. Het is ook het eindpunt waarop de verschrikkingen van deze wereld voorbij zijn: de ballingen worden weer thuisgehaald, samengeroepen uit de wereldwijde verstrooiing. Het is geen nieuwe verschrikking, het is voor ons het einde van alle verschrikkingen. Niet iets om weer bang voor te zijn, maar een verwachting waar we naar uit mogen zien.
Het is alleen verschrikkelijk voor wie alles wil weg verklaren, want dat kan dan niet meer.
Als we de tv aanzetten, en alles is verschrikkelijk. Laten we dan dus het hoofd er bij houden. Als christenen bevinden we ons in de wereld. Alles wat er gebeurt moeten we dus serieus nemen en ons daartoe verhouden. We gaan pijn en miserie niet wegdenken of weg verklaren, alsof we niet in een gevallen wereld leven.
We zijn echter niet van de wereld. We maken onze gemoedsrust ook niet afhankelijk van of het wel of niet goed gaat met ons land of met de wereld. “Doe goed en zie niet om”, dat is ons motief. Want wie in de afgrond staart, wordt daar niets wijzer van.
Wij gaan tenslotte boven de wereld uit. Dit alles gaat voorbij. Misschien nú nog niet, maar het blijft niet zoals het is. We mogen voor de wereld zorgen, zo goed en kwaad als dat gaat, maar op een dag is het uit. Dan gaan wij op met eindeloos veel anderen. Vanuit deze ballingschap gaan wij ons thuisland dan tegemoet.
Amen.