Na het
ontbijt zei Jezus tot Simon Petrus:
“Simon, Zoon van Johannes,
hebt gij Mij meer lief dan dezen Mij liefhebben?”
Hij antwoordde:
“Ja Heer, Gij weet dat ik U bemin.”
Jezus zei hem:”
“Weid mijn lammeren.”
Nog een tweede maal zei Hij tot hem:
“Simon, zoon van Johannes, hebt gij Mij lief?”
En deze antwoordde:
“Ja Heer, Gij weet dat ik U bemin.”
Jezus hernam:
“Hoed mijn schapen.”
Voor de derde maal vroeg Hij:
“Simon, zoon van Johannes, hebt ge Mij lief?”
Nu werd Petrus bedroefd,
omdat Hij hem voor de derde maal vroeg:
Hebt gij Mij lief? en hij zeide Hem:
“Heer, Gij weet alles; Gij weet dat ik U bemin.”
Daarop zei Jezus hem:
“Weid mijn schapen.
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u:
Toen ge jong waart
deed ge zelf uw gordel om en gingt waarheen ge wilde,
maar wanneer ge oud zijt zult ge uw handen uitstrekken,
een ander zal u omgorden
en u brengen waarheen ge niet wilt.”
Hiermee zinspeelde Hij op de dood
waardoor Hij God zou verheerlijken.
En na deze woorden zei Hij hem:
“Volg Mij.”
Beste vrienden,
Over enkele dagen opent het Conclaaf, waar een nieuwe paus zal worden gekozen. Een zeldzame gebeurtenis (gelukkig!) en mede daardoor één die erg tot de verbeelding spreekt. Er worden spannende films over gemaakt. In gedachten zijn we al bij complotten, fluistercampagnes, gifringen en smoezelende prinsen van de Kerk. Het is niet het eerste spannende verhaal over conclaven. Er zijn er meer. Romans, films.
Dat kan ook bijna niet anders, want wat er in het Conclaaf gebeurt is geheim. En, tja. Niks spreekt zo tot de verbeelding als geheimen! Wat wij niet kunnen weten, dat vult onze fantasie wel voor ons in. In Rome wordt er zelfs gegokt op de kardinalen. Toto Cardinale heet dat. Het is weer eens wat anders dan een tientje zetten op 2-1 voor AZ. En iedereen heeft zijn favoriete renpaard! Wordt het de Patriarch van Jeruzalem? Of toch de Kardinaal-Staatssecretaris? Of misschien de goedlachse oud-aartsbisschop van Manilla? De boekjes met loten gaan van hand tot hand, een beetje als onze Lourdesloterij, maar dan anders.
Zo zie je maar, overal waar God werkt, daar verzinnen mensen er wel wat bij. Een spannende film, of een kardinalentoto. Dat houdt de sjeu er een beetje in. Maar het is natuurlijk niet waar het om draait.
Want waarom zijn de kardinalen in afzondering? Waarom is wat ze zeggen, doen en stemmen geheim? Daar zijn natuurlijk praktische redenen voor, maar de belangrijkste reden is geestelijk. Het conclaaf gaat namelijk niet over de kardinalen. De kerk is geen casino of competitie, waarbij er één scharlaken speler uiteindelijk tot kampioen wordt gekroond. Het Conclaaf is de plek waar Jezus aan de nieuwe Petrus, Petrus zijn 266e opvolger, vraagt om zijn schapen te weiden.
Het is een plek van afzondering. Ja, maar geen afzondering meer zoals vorige week “uit vrees voor de vijanden”, maar een blijde afzondering, een afzondering in paasgeloof. Een Galilea, waar de kardinalen samen zijn met de Heer, om te horen wie het is die hij roept tot deze taak. Het is de afzondering van de gekozene zelf, die in zijn hart de vrijheid moet vinden om te zeggen : Heer, Gij weet dat ik van u houd.
Het is de opdracht van de kardinalen om goed te luisteren naar de beweging van de Geest, om de noden van de tijd te verstaan. Het gaat er niet om wie er “wint”, want er is uiteindelijk niks te winnen. Bij een toto wint het beste renpaard, bij een conclaaf word je omgord, en gebracht naar een plaats waar je niet per se wil zijn.
Wie de kerk goed kent weet dat wanneer je “omhoog” gaat je er alleen maar meer taken en problemen bijkrijgt. De meeste er van kun je je niet goed voor op voorbereiden, zijn onoplosbaar en je kan niet zomaar je ontslag indienen als je er geen zin meer in hebt.
En we hebben geen idee waar de nieuwe paus mee te maken zal krijgen. Van Pius XII is gezegd dat toen hij gekozen werd tot paus, in het voorjaar van 1939, het pausschap heeft aanvaard met de woorden accepto in crucem: ik aanvaard deze taak – als een kruis. Petrus worden, betekent ook dat je moet openstaan voor alle gevaren waar Petrus mee te maken kreeg, in de wetenschap dat je nooit meer helemaal van jezelf bent.
Nu zijn wij allen geen kardinaal, en ondanks dat paus Franciscus wel eens met gewone mensen belde om te vragen hoe het ging, hebben wij geen stem in dit kapittel. Dat wil ook niet zeggen dat we er volledig buitenstaan. De Geest die in het Conclaaf werkt, is dezelfde geest die door de hele Kerk heen werkt. Wie geeft de richting aan? Alleen maar 135 kardinalen? Nee, dat zijn wij – mede – allemaal.
Zo zijn er drie dingen die wij nu kunnen doen.
Verbinden wij ons als eerste deze zondag en de komende tijd met de wereldkerk. Dat we niet alleen bekommerd zijn om ons eigen kerkje, eigen streekje, eigen land, maar werkelijk rond de paus bijeen komen en elkaar in de geest ontmoeten. De volheid van het christenvolk, verenigd rond de bisschoppen, de kardinalen en tenslotte het Conclaaf, afgezonderd van alle wereldse druk en belangen om Petrus onder hen te vinden.
Laten we ook ten tweede ons niet bezig houden met al dan niet angstige speculatie, “oh als het die maar wordt” of erger nog “nee, nee, niet díe!”. Wij hoeven niet geobsedeerd te zijn door een renbaan met rode hoedjes, terwijl wij sidderend kijkend naar onze lootjes voor de Toto Cardinale. En u kent mijn mening: een obsessie met kerkpolitiek is een zeker teken van een zwak geloof.
Degene die het wordt heeft immers het vertrouwen van minstens twee derde van de kiesgerechtigde kardinalen, en net zoals de Geest door de Kerk werkt, werkt diezelfde Geest ook in het Conclaaf. Er kunnen niet zómaar ongelukjes gebeuren. De kardinalen zoeken naar iemand die verenigt, samenbrengt. En de Geest van God is geen geest van wanorde, maar van vrede. We mogen er dus ook vertrouwen in hebben dat er goede, nodige dingen gebeuren. Het is geen Kamerverkiezing waarbij de verkeerde partij zomaar de grootste kan worden!
Tenslotte hebben wij hoop op de toekomst. We weten niet hoe die er uit ziet. Er kunnen altijd goede en slechte dingen gebeuren. Maar wij weten wel dat de Geest ons herders geeft die boodschappers van de hoop willen zijn, apostelen van de vrede in moeilijke tijden.
Niemand kan ons garanderen dat er geen nare dingen gebeuren, maar zolang de Kerk er is (en de Kerk zal er altijd zijn) leeft de hoop, is er een Petrus. Een Petrus die houdt van de Heer, een Petrus die houdt van zijn schapen.
Amen.