Thursday 30 December 2021

Onbevreesde Wijsheid

 


Beste vrienden

Zoals jullie misschien weten ben ik opgegroeid in een vissersdorp. En ik woonde niet alleen in een vissersdorp, ook mijn beide buurmannen waren visserman. En elk oud en nieuw, toen ik kind was, schoten beide buurmannen – naast een berg vuurwerk - ook hun overgebleven voorraad scheepsvuurpijlen de lucht in.

Elk schip is namelijk uitgerust met vuurpijlen, als noodsignaal. Degene die dreigden te verlopen werden op die manier opgestookt.

Boven mijn dorp hingen dan tientallen rode vuurpijlen. Die blijven een tijd hangen. Ze geven een spookachtige gloed af. Maar die gloed was nu geen teken van nood maar een uiting van hoop op zegen voor het nieuwe jaar.

Beste vrienden. Dat gebruik is al lang verdwenen, samen met zoveel andere dingen. In mijn dorp zijn nauwelijks vissers meer. De kotters zijn uitgevaren en keren niet terug. De visafslag is gesloten en scheepsvuurpijlen mag je al lang niet meer afsteken bij oud en nieuw.

Dat is tegen de regels.

En zo zijn er tegenwoordig wel meer regels. Sinds 2020 komen er met de dag bij, je moet nu haast dagelijks op de computer kijken om te zien wat mag en wat niet mag.

Dit alles natuurlijk om goede redenen. De crisis is nog niet voorbij, we gaan het derde jaar in van dit moeilijke tijdperk.

Maar in mijn verbeelding is het alsof boven al onze dorpen en steden vele vuurpijlen hangen. Alsof de straten en pleinen verlicht worden door een spookachtige gloed. En deze keer niet als vreugdeteken, maar werkelijk als alarmsignaal.

Land in nood.

We staan aan het begin van een nieuw jaar, maar onbezorgde vreugde – het gevoel dat we hebben als we aan iets heel nieuws beginnen en alles mogelijk lijkt – lijkt ver van ons. Ook wanneer we vreugde voelen – èn terecht – over al het goede wat er is, voelen we dreiging op de achtergrond.

De lezingen uit het evangelie van deze dagen zijn het vervolg op het verhaal van de Kerstnacht. Vandaag komen de herders, en morgen de drie wijzen. Ik wil het even over die twee groepen hebben. De Herders en de Wijzen.

Dat lijken hele verschillende mensen, en dat klopt.

De Herders wonen naast de deur, de Wijzen komen van ver.

De Herders zijn arme en eenvoudige mensen, de Wijzen brengen dure geschenken en komen uit alle windstreken.

De Herders waren eerst bevreesd – lezen we – maar vinden nu vreugde, de Wijzen hebben eerst niets te vrezen, maar moeten daarna heel voorzichtig zijn om niet in de val van Herodes te stappen.

Kort gezegd: de herders en de wijzen, zijn samen iedereen. We kunnen altijd wel in één van hen herkennen, op zijn minst voor een stukje. Ieder van ons is een beetje herder en een beetje wijze.

En hoe verschillend we allemaal ook zijn, we komen samen op deze dagen, bij de kribbe, bij het kind Jezus, bij de belofte van een nieuw begin.

Een nieuw begin!

Een begin dat groter is dan alles wat we allemaal hebben doorgemaakt in ons leven.

Een nieuw begin: dat groter is dan elke dreiging die nog op ons af moet komen.

Het einde van december, het begin van januari, het is tussentijd. Het verleden glijdt weg, het komend jaar wordt aangekondigd en wij bevinden ons er heel even middenin.

Maar in dat grensgebied, dat niemandsland, vinden wij iemand die de wereld in zijn handen houdt. Iemand die ons een nieuw perspectief laat zien.

Het kind Jezus maakt de herders vrij van hun angst en geeft hen ruimte om vreugde te voelen. Hoe arm en buitengesloten ze zijn, zij zijn de eerste die de belofte van de nieuwe tijd ontvangen. Ze krijgen de hoogste waardigheid – het kind laat hen zien dat ze kinderen van God zijn. Geliefde mensen.

De wijzen hebben niet veel te vrezen uit zichzelf, zij zíjn al machtig en invloedrijk. Maar de ontmoeting met Jezus geeft hun leven nieuwe zin en betekenis. Hun macht en rijkdom krijgt opeens een richting want ze zijn geroepen om mee te werken aan dit grote verhaal.

En pas na hun ontmoeting met dit kwetsbare kleine kind zien ze voor het eerst het werkelijke gevaar van koning Herodes. Niet voor henzelf, maar voor anderen! Ogenblikkelijk passen ze hun plannen aan om er voor te zorgen dat zij niet met de zorgeloosheid die zo makkelijk bij macht en rijkdom hoort het kind Jezus onbedoeld in gevaar brengen.

De ontmoeting met het kind, en met de engel van de Heer, scherpt hun opmerkingsgave, geeft hen moed, geeft zin en betekenis aan hun wijsheid. De ontmoeting met Jezus verwerkelijkt hun wijsheid. Daardoor kunnen zij doen wat nodig is. Dat is niet genoeg om alle onheil die Herodes heeft af te wenden, maar het is genoeg, het is wat zij konden en moesten doen, zodat dít kind en daarmee alle mensen een toekomst hebben.

Wij zijn allemaal een beetje herder en een beetje koning. Een beetje arm en een beetje wijs; een beetje van hier en wat van daar en we leven in deze tussentijd. We kijken terug op het voorbije jaar met gemengde gevoelens, en we kijken vooruit naar het komende jaar met zoveel onzekerheid.

Net als de herders mogen we met Jezus een bladzij omslaan, leren realiseren wie wij werkelijk zijn, en dat niks ons kan scheiden van de liefde van God.

Bij de koningen zien we dat de ontmoeting met kwetsbaarheid van Jezus ons uitnodigt te doen dat wat nodig is – dat Hij ons inzicht geeft om de risico’s van het komend jaar op waarde te schatten, en de juiste beslissingen te nemen. Niet uit redeloze angst, maar om het leven te beschermen.

Moge dat onze hoop zijn voor dit nieuwe jaar. Bevrijd van angst en onredelijkheid, maar met open ogen ons werk aan te gaan, de hand aan de ploeg te slaan en uiteindelijk vreugdevol te oogsten.

Amen.

 

Thursday 23 December 2021

You Never Walk Alone

 

In die dagen kwam er een besluit van keizer Augustus,
dat er een volkstelling moest gehouden worden in heel zijn rijk.
Deze volkstelling vond plaats
eer Quirinius landvoogd van Syrië was.
Allen gingen op reis,
ieder naar zijn eigen stad, om zich te laten inschrijven.
Ook Jozef trok op
en omdat hij behoorde tot het huis en geslacht van David,
ging hij van Galilea, uit de stad Nazaret,
naar Judea: naar de stad van David, Betlehem geheten,
om zich te laten inschrijven,
samen met Maria zijn verloofde, die zwanger was.
Terwijl zij daar verbleven,
brak het uur aan waarop zij moeder zou worden;
zij bracht een Zoon ter wereld, haar eerstgeborene.
Zij wikkelde Hem in doeken en legde Hem neer in een kribbe,
omdat er voor hen geen plaats was in de herberg.
In de omgeving bevonden zich herders,
die in het open veld gedurende de nacht hun kudde bewaakten.
Plotseling stond een engel des Heren voor hen
en zij werden omstraald door de glorie des Heren,
zodat zij door grote vrees werden bevangen.
Maar de engel sprak tot hen:
“Vreest niet, want zie,
ik verkondig u een vreugdevolle boodschap,
die bestemd is voor heel het volk.
Heden is u een Redder geboren,
Christus, de Heer,
in de stad van David.
En dit zal voor u een teken zijn:
gij zult het pasgeboren kind vinden
in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe.”
Opeens voegde zich bij de engel een hemelse heerschare;
zij verheerlijkten God met de woorden:
“Eer aan God in den hoge
en op aarde vrede onder de mensen
in wie Hij welbehagen heeft.”

 

Beste vrienden

Wat een vreemd gevoel, om hier voor het tweede jaar in de kerstnacht in een lege kerk te staan. Hoewel ik blij ben dat we op aangepaste en in digitale vorm toch bij elkaar kunnen komen moeten we ook nu wel érg op zoek naar de vreugde van Kerst.

En toch wil ik het daarover hebben. Over de vreugde van Kerst. Onze emoties gaan deze dagen misschien wel alle kanten op, maar we kunnen het oog richten op wat er bijzonder is aan dit moment. Maar we moeten er ook extra ons best voor doen.

De laatste tijd sprak ik mensen die tegen op zagen tegen Kerst. Ze zeiden dingen als: “we zouden nu in deze tijd vrolijk moeten zijn , maar ik voel me eigenlijk helemaal niet zo vrolijk”. Soms hoor je dan ook waar mensen mee te maken hebben. Ziekte, zorgen om het bedrijf, om de kinderen of kleinkinderen die het niet meer zien zitten.  

Dan is het leven al zo moeilijk en dan voel je je misschien ook nog schuldig omdat je niet blij genoeg bent deze Kerst. Niet blij genoeg met wat je wél hebt. En daarna voel je je misschien ook nog eens schuldig omdát je niet blij bent en het “wel zou moeten zijn”.

Wát een valstrik om in terecht te komen! Je zou haast denken: we gaan maar in winterslaap. We slaan Kerst maar over dit jaar. We vieren het wel op een moment dat we ons beter voelen. Midden in de zomer of zo.

Ik begrijp dat helemaal.

Toch doen we dat niet. Kerst gaat altijd door, met of zonder mensen in de kerk. Met of zonder beperkingen. Er is altijd Kerst. Waarom is dat?

Ik wil heel even naar het verhaal van de Kerstnacht. We lezen dan over Jozef en Maria, in de voor hen vreemde stad Bethlehem. Geen plek in de herberg. Bevallen tussen het vee, en het kind in de kribbe.

Ik las van de week dat verhaal nog eens goed. En toen viel mij op, misschien voor het eerst. Er staat helemaal niet dat iedereen alleen maar blij was. De enige die zingen en juichen, dat zijn de engelen. Alle mensen in het verhaal hebben het eerder een beetje moeilijk.

Want Jozef en Maria leven ook onder beperkingen. Een beetje hetzelfde als wij maar dan omgekeerd. Wij hebben een lock-down, wij kunnen niet echt buitenshuis zijn. Zij hebben een lock-out, zij mogen niet thuis zijn, maar moeten op pad naar Bethlehem. En in de herberg is ook al geen plek. Weer een lock-out. Het is voor niemand een normale tijd, waarin je fijn en zonder zorgen kan doen wat je wilt.

Ik stel me voor, dat zelfs Jozef en Maria, hoewel ze zeker blij geweest zullen zijn, misschien wat gemengde gevoelens hadden. Dat ze zeggen: we hadden het ons wat anders voorgesteld. Deze kerst.

Lekker thuis. Met familie. Een schoon bed met kraamzorg die alle tijd voor je heeft. Hoe mooi het moment ook is, het is niet hetzelfde. Je had – ook voor Jezus – iets beters gewild.

Maar wij zijn geen gijzelaars van onze emoties en gevoelens. Als wij ons in de war voelen, of een beetje in de steek gelaten kunnen we van anderen horen dat de situatie er misschien anders voorstaat dan je denkt. In dit geval is het het engelenkoor dat zingt:

Ik stel het me voor als een soort hemels voetbalstadion. Volgepakt met engelen. Wij voelen ons een beetje sip en dan barsten daar 20.000 engelen los – een AZ stadion vol – ze staan te zingen en te zwaaien met voetbalsjaaltjes waar JEZUS op staat. En HUP MENSEN. Zoiets. We worden toegejuicht door de J-Side.

“Eer aan God in den hoge
en op aarde vrede onder de mensen
in wie Hij welbehagen heeft.”

En dat is bijbeltaal voor: You Never Walk Alone , dat zouden ze nu zingen, denk ik. 

Beste vrienden. Soms heeft het leven een zetje nodig. En als de sfeer op een feest niet echt op gang komt. Dan heb je mensen die het feest op gang brengen. Gangmakers, zeg maar. Dat is wat de engelen zijn. Gangmakers! Als een soort goddelijk vuurblokje duiken ze op in de kou en opeens zetten zich dingen in beweging. Er duiken herders op! Niemand had er aan gedacht ze uit te nodigen, maar de engelen laten de achterdeur wel stilletjes open. En daar zijn ze! En de herders vertellen het verhaal weer verder en voor je het weet staat Bethlehem en omgeving in vuur en vlam.

Zoiets als Project X, maar dan leuk.

En waarom? Omdat er altijd iets is om blij mee te zijn, ookal voel je je niet senang. Wat wij ook voelen, ookal zit er niks mee. Ookal voelen we ons rot, begrijpelijk. God heeft in mensen een welbehagen.

Gods gevoel verandert niet met de dag. God heeft een plan, en dat plan komt uit. Met of zonder volkstelling. Met of zonder herberg, met of zonder kribbe. Gods plan komt uit. Gods plan verwerkelijkt zich in Jezus.  

De Redder is geboren. Hij is voor bijna iedereen onzichtbaar. Het gaat nog lang duren voor zijn naam over de hele wereld genoemd wordt.

Maar het begin is er. Je kan niet zeggen dat het er niet echt toe doet. En als je het toch nog niet ziet, denk dan maar aan dat voetbalstadion met twintigduizend engelen. Die krijg je niet stil.

En Engelen zien veel meer dan wij. Engelen zien alles wat er gebeurt veel scherper dan u en ik. Ze weten wat de geboorte van Jezus betekent. Ze worden niet afgeleid door de zorgen van alle dag. En zij zijn enthousiast!  Zij staan op de tribune. Ze staan te juichen voor de Koning, en ze moedigen ook ons aan. You Never Walk Alone

Laten we met dát feest meedoen. Samen met iedereen van goede wil.

Amen.

Saturday 18 December 2021

Het Stille Woord

 

De stille stad, 18 december 2021
 

In die dagen reisde Maria met spoed naar het bergland
naar een stad in Juda.
Zij ging het huis van Zacharias binnen en groette Elisabeth.
Zodra Elizabeth de groet van Maria hoorde,
sprong het kind op in haar schoot.
Elizabeth werd vervuld met de heilige Geest
en riep met luide stem:
“Gij zijt gezegend onder de vrouwen
en gezegend is de vrucht van uw schoot.
Waaraan heb ik het te danken,
dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt?
Zie zodra ik uw groet hoorde,
sprong het kind van vreugde op in mijn schoot.
Zalig zij, die geloofd heeft, dat tot vervulling zal komen
wat haar vanwege de Heer gezegd is.”

 

Beste vrienden,

Zoals zoveel andere mensen keek ik gisteren naar de persconferentie waar we zoveel slecht nieuws te horen kregen. En misschien herkent u het maar ik werd er erg verdrietig van, van het nieuws van de komende lockdown. Verdrietig over alle plannen die nu niet doorgaan, alle ondernemers en werknemers die niet meer weten hoe het verder moet. Verdrietig over alle zorgen voor onze gezondheid.

Teleurgesteld in dat het wel weer lijkt alsof we terug bij af zijn.

Verdriet over de onzekerheid, wat kan er doorgaan? Wat niet? 

En boosheid. Ook boosheid. Over zoveel geklungel. U hoort het al, er zijn heel veel emoties. 

Altijd als ik me verdrietig voel of niet weet wat ik met mijn emoties aanmoet dan trek ik mijn schoenen aan en ga ik wandelen. Dan maak ik een rondje door de stad. Of twee rondjes.

Daar word ik dan niet direct minder verdrietig van, want het was gisteravond erg stil in de stad. Er is geen leven, er zijn geen vrolijke geluiden. De straten zijn leeg. Het feest lijkt onnoemelijk ver weg.

En onder het wandelen zit ik wat te kauwen op wat ik voel, en ben ik ook wat aan het denken over mijn preek. Wat ga ik morgen zeggen? Dat brave preekje wat ik geschreven had voelt nu niet goed meer. Niet passend. Maar de woorden die we lezen blijven hetzelfde. 

In het evangelie van deze zondag is ook Maria onderweg. Naar haar nicht Elizabeth. Daar zal ze een tijd blijven. En het is een hele mooie ontmoeting, want als Maria en Elizabeth bij elkaar zijn ontmoeten eerst de ongeboren kinderen elkaar. Johannes in de schoot van Elizabeth voelt ogenblikkelijk van wie Maria zwanger is.

Het is de Heer.

En Johannes, ongeboren als hij is, laat het weten, ook daar bereidt hij de weg des Heren. En Elizabeth prijst Maria zalig. Met prachtige woorden.

En dan stel ik me voor hoe het leven geweest moest zijn in die tijd. Er was veel onrust en gevaar. Van de Romeinen, en van hun handlangers en trawanten. Van Herodes, die later zal proberen beide kinderen te doden. Er zijn gevaren die je ziet, en er zijn gevaren die je nog niet kan vermoeden – ook al zijn ze er wel.

En er zullen ongetwijfeld genoeg mensen zijn, ook in de tijd van dit verhaal van Maria en Elizabeth die daar wakker van lagen. Zwetend om zeven uur ’s avonds bij het hok van de postduif zaten te wachten op de nieuwste persconferentie uit Jeruzalem.

Maar het belangrijkste nieuws wordt niet doorverteld op persconferenties. Het belangrijkste nieuws staat niet altijd in de krant.

Het allerbelangrijkste nieuws groeit in stilte, en ook al zie je het niet, het is er wel. Verborgen in de schoot van Maria. In die stilte groeit het Woord. Er is nog maar een enkeling die over hem spreekt, een paar mensen die Hem vermoeden. Maar Hij ís er echt. En Hij komt.

Wijzelf zijn niet altijd goed in omgaan met stilte. We hebben liever feestgeluid en muziek. En als dat er niet is, als het in plaats daarvan stil is in de stad, dan zijn wij gauw verdrietig. Ik in ieder geval wel.

En als het zó stil is dan denken we al gauw dat er ook niks gebeurt, dat het leven ook nergens meer heengaat. Dat is begrijpelijk. Als we iets niet zien denken we al gauw dat het er ook niet is.

 En als we niet uitkijken verliezen we dan ook de hoop, verliezen we het gevoel dat wat we doen zinvol en betekenisvol is. Gaan we denken dat het allemaal niet meer zo uitmaakt.

Laten we dat maar niet doen. Want in die stilte zit teveel verscholen. We gaan er nog van horen, wie er in die stilte is. We gaan nog horen van het Woord, dat in die stilte is. We gaan het Woord zèlf horen. Hem ontmoeten. Hij is dichtbij.

De stilte die nu om ons heen is lijkt vijandig, oorverdovend. Ruis en sneeuw waar niks doorheendringt. We zijn onzeker. Verdrietig. Ik wel. Maar wat wij denken en wat wij voelen is niet het eindstation. Wij zijn er geen gevangenen van. Wij hoeven niet opgesloten te blijven in onze pijn, want de Heer is nabij.

Gaat Kerst door? Ja. Kerst gaat door! Kerst gaat altijd door!

Vieren we Kerst? Ja, we móeten Kerst vieren!

Hoe gaan we Kerst vieren in de kerk? Dat weet ik nog even niet. Houd de website in de gaten. Maar zelfs als we niet op eerste kerstdag naar de kerk kunnen maakt dat Kerst niet minder echt.

God belooft ons niet dat je altijd met elkaar samen kan komen in de kerk of daarbuiten. God belooft je niet dat je plannen altijd doorgaan, hoe kostbaar die plannen voor ons ook zijn. Gods belofte is heel wat anders. Heel iemand anders.

Jezus is Gods belofte voor de mensen. En Hij laat zich niet tegenhouden. Niks kan Hem tegenhouden. Ziekte, oorlog, pijn, ruzie, zelfs de dood, Goede Vrijdag, houdt Hem niet tegen.

God zet zich altijd door, hij doet dat op de meest onverwachtse plekken met en door de meest onverwachte mensen. Vaak mensen waarvan anderen zeggen: één ding is zeker – met hem of met haar komt het nooit goed. En op plaatsen waarvan mensen zeggen: kan daar iets goeds vandaan komen? Díe mensen, díe plaatsen. Let maar op.

Straks, met Kerst, vieren we dát plan van God, dat wonder. De geboorte van Jezus. Een plan dat, eenmaal aangevangen, altijd zijn weg blijft volgen.

Het wordt ook ons feest, in de kerk, buiten de kerk, thuis, waar dan ook als wij in ons leven plaats maken voor Hem.

Het kan zijn dat we ons dan nog steeds wat bedroefd voelen, soms toch even een extra wandelingetje moeten maken. (Ik wel, in ieder geval). Maar ons verdriet heeft nooit het laatste woord. We mogen er zijn, we spelen een rol in Gods plan, dat plan is er voor ons. En we zullen het zien, moge dat wat we geloven onze pijn ook verlichten, ons weer vreugde laten voelen, ook in kleine dingen. Tot dat wij weer samen dát feest kunnen vieren zoals wij dat altijd wilden, met nog meer vreugde als tevoor.

Amen.