Saturday 4 December 2021

Door Diepe Dalen

Het gebeurde
in het vijftiende regeringsjaar van keizer Tiberius:
Pontius Pilatus was landvoogd van Judea;
Herodes gouverneur van het gewest Galilea;
zijn broer Filippus gouverneur van het gewest Iturea en Trachonitis
en Lysanias gouverneur van Abilene;
Annas en Kajafas bekleedden het hogepriesterschap.
Toen kwam het woord van God over Johannes,
zoon van Zacharias,
die in de woestijn verbleef.
Hij begon op te treden in heel de Jordaanstreek
en een doopsel van bekering te preken
tot vergeving van zonden,
volgens de profetie,
die geschreven staat in het boek van Jesaja:
Een stem roept in de woestijn:
bereidt de weg van de Heer,
maakt zijn paden recht.
Elk dal moet gevuld
elke berg of heuvel geslecht worden;
de kronkelpaden moeten recht,
de ruwe wegen effen worden.
Heel de mensheid zal Gods redding zien.

Beste vrienden,

De afgelopen dagen sprak ik best veel mensen die neerslachtig waren vanwege moeilijke situaties in hun leven. Ze voelden allerlei obstakels om hen heen en in hunzelf. Allerlei plannen vallen in het water. De crisis gaat maar niet voorbij. U heeft waarschijnlijk al gehoord over de zware beperkingen die ook het kerkelijk leven op Kerstavond zullen raken.

Wat betekent dit seizoen van verwachting als we voor ons gevoel minder hebben om naar uit te kijken? De vorige zondag werden we door het Evangelie uitgenodigd na te denken over waakzaamheid en gebed om zo in de verwachting op de komst van de Heer te leven.

Deze zondag lezen we over Johannes de Doper, die oproept tot bekering. (Lk 3:3) Zijn opdracht wordt samengevat met de woorden:  

bereidt de weg van de Heer,
maakt zijn paden recht.
Elk dal moet gevuld
elke berg of heuvel geslecht worden;
de kronkelpaden moeten recht,
de ruwe wegen effen worden.

Om de Weg van de Heer te bereiden moeten we wegen van bekering inslaan. Er liggen tussen nu en Kerstmis een aantal taken voor ons. Het is net als met de vastentijd en Pasen: als we ons niet goed voorbereiden, niet goed op reis gaan, komen we maar half aan – en dat zou zonde zijn!

Welke taken liggen voor ons?

Elk dal moet gevuld:

Daar beginnen we mee: met de gaten in ons leven. De valleien staan voor alles wat er ontbreekt aan ons morele en geestelijke leven: ons gebrek aan aandacht voor een ander en voor God. Dat kan per mens verschillen, maar we vinden het antwoord wat er in die valleien ligt als we ons afvragen waar we geen aandacht voor hebben. Wie we onzichtbaar maken in ons leven. Wie we negeren.

Dat vraagt een houding van omdenken. Elke dag vragen het nieuws en het internet aandacht voor deze of gene, en gezien alle beperkingen, moeilijkheden en uitgevallen vieringen voelen we onszelf niet alleen maar verdrietig, maar zelfs zelfmedelijden. Hier moeten we ons erg bewust van worden, want we moeten nu juist leren te zien naar anderen. Alleen als we aandacht hebben – gaan opletten op wat het is wat we missen kunnen we vooruit. Als we vooruit willen kunnen we niet om de valleien heen!

Elke berg of heuvel moet worden geslecht

In de Bijbel staan heuvels en bergen symbool voor alles wat onveranderlijk is, wat rots-vast is. Wij kunnen, in onze tijd, bergen afgraven met explosieven maar dat kan niet de bedoeling zijn. Integendeel. Bergen of heuvels slechten is – in de wereld van de Bijbel - onmogelijk.

De bergen en heuvels die hier genoemd worden staan voor zaken die moeten verdwijnen uit ons leven maar die onoverwinnelijk lijken. De onveranderlijk-lijkende gedragspatronen waar we telkens invallen misschien. Alles waarvan je (zuchtend) zegt: zo ben ik nu eenmaal Alles waarvan je weet dat het nooit veranderen kan: dat alles moet veranderen.

God neemt geen genoegen met zo ben ik nou eenmaal. Bekering is een radikale beweging: je kan niet op voorhand zeggen waar je uitkomt of grenzen stellen aan wat er gebeuren gaat. Voor ons is het onmogelijk om bergen te slechten, maar voor God is niets onmogelijk.  

Als we elke dag kleine veranderingen maken in ons leven, met kracht van boven, kom dan eens terug na een jaar, en zie wat er veranderd is, kom eens terug na tien jaar, en je bent een ander mens: een beter mens. Met hulp van God blijft zelfs de grootste berg niet overeind.

De kronkelpaden moeten recht, de ruwe wegen effen worden

In Jesaja versterkt deze regel de voorgaande. Er is geen obstakel dat niet met Gods kracht neergehaald kan worde. Als de bergen wijzen naar obstakels in ons zelf, suggereert het kronkelpad obstakels die buiten ons liggen. Moeilijkheden met andere mensen misschien, of de toestand in de wereld. Alles waarvan je denken kan: daar komen we nooit doorheen. Ook daarvoor geldt: wacht maar. Blijf voortgaan op de weg die je volgen moet en je komt waar je wezen moet.

Samenvattend: onze opdracht voor de advent is er één weg van voorbereiding, op drie niveaus:

Ten eerste kunnen we ons alleen voorbereiden als we niet alleen maar bezig zijn met onszelf en de mensen om ons heen. We moeten acht slaan op mensen die we normaal niet zien.

Ten tweede botsen we misschien wel gauw tegen obstakels in onszelf aan, grote bergen, maar als we de weg van voorbereiding en bekering blijven gaan verdwijnen de bergen waar je bij staat. Bekering zorgt voor verandering door de kracht van God.

Ten derde komen we ook in ons leven allemaal obstakels en moeilijkheden tegen in de wereld om ons heen, maar het obstakel is nooit groter dan de weg die wij mogen gaan. God die de bergen slecht haalt ook wel ijzeren poorten

De lezing van deze zondag zeker het woord van God dat over Johannes komt vraagt van ons grote aandacht maar geen passiviteit. Het zijn actie-woorden, ze moeten ons in beweging brengen. Niks mag blijven zoals het is. Nu is het tijd om vooruit te gaan, door de kracht van God obstakels te slechten waar ze zich ook bevinden. We hebben geen tijd voor zelfmedelijden, ook niet als het ons tegen zit of we teleurgesteld zijn! Lockdown of geen lockdown, in geestelijke zin is het geen tijd om stil te zitten en af te wachten!

Voor deze advent wil ik u dan ook vragen:

Wees moedig, blijf volhardend, juist in moeilijke tijden zult u het verschil gaan merken.

Met God is niets onmogelijk.

Amen.