Saturday 31 December 2022

Oud en Nieuw 2022

 

Oudjaar

Broeders en zusters,

 

We zijn samengekomen op de laatste dag van het jaar. Over een paar uur luiden we 2023 in. Een nieuw jaar. Wat zal het brengen? Oud en nieuw is een tijd van terugkijken en vooruitzien. Terugkijken op wat was, wat we allemaal hebben meegemaakt -  en vooruitzien in verwachting op wat komen gaat.

 Althans, zo lijkt het toch te zijn, dat we elk jaar weer twee kanten op kijken, terug en vooruit.

 Maar er is ook nog een derde richting, we noemen het maar even omhoog. En dat plaatst alles in perspectief.

 We kijken terug, we kijken vooruit, we zien omhoog.

 Allereerst: we kijken terug

We kijken terug wat er allemaal gebeurd is, wat we gedaan hebben, de reizen die we hebben gemaakt. Facebook vertelt ons wat ons jaaroverzicht is, Google Maps verklapt ons waar we allemaal geweest zijn. Terugkijken geeft altijd een beetje een bitterzoet gevoel. In elk jaar zijn er pieken en dalen geweest – er zal geen enkel jaar zijn waar het alleen maar feest was, en geen enkel jaar is alleen maar kommer en kwel. Maar hoe het ook is, het jaar is om, en het verleden is nu voorbij. Langzaam aan verzinkt het in het domein van de herinnering waar het zal vervagen.

 Ten tweede:  we kijken vooruit!

Wat zal er allemaal gebeuren in 2023? Wat zullen we allemaal gaan doen, wat gaan we meemaken? Een nieuw jaar is altijd een tijd van verwachting, van goede voornemens, van de hoop dat we het oude ook echt achter ons kunnen laten. Een nieuw begin maken. Misschien heeft u ook wel goede voornemens gemaakt. Ik wel. Elk jaar opnieuw. Hoeveel er van die voornemens terecht komt…. Houd ik maar voor mezelf, maar het geeft in ieder geval een tijdje een goed gevoel, dat we de toekomst met vertrouwen tegemoet kunnen treden. Dat we íets in de hand hebben. 

 Maar ook het nieuwe jaar roept tegenstrijdige gevoelens op. We hebben onze eigen hoop en onze plannen, maar hoeveel trekt de wereld zich van onze plannen aan. De toekomst is een open veld, maar wat verschuilt zich onder het gras? We weten het niet, tot dat we er op stappen. 

 Één voorspelling zal ik u doen voor het nieuwe jaar: het zal anders lopen dan wij gepland hebben.

 Zo beschouwd lijken we in het heden waar we in leven gevangen tussen het vervlogen verleden en een onzekere toekomst. En als we alleen maar om ons heen kijken zou dat zo kunnen zijn, maar gelovige mensen hebben nog een derde richting waar we ons gezicht naar toe kunnen wenden:

 We kijken, tenslotte, Omhoog.

 Soms zijn we zo druk bezig met de tijd, de klok, onze afspraken, plannen en agenda’s dat wij het zicht verliezen op waar we vandaan komen, en waar we heengaan. God’s eeuwigheid. God staat boven alle tijd, boven alle verleden en toekomst. Voor God bestaat er geen vroeger of later. Hij hoeft nooit op een klok te kijken en Hij heeft geen jaarplanner of agenda. Hij hoeft ook niet aan goede voornemens te doen. Toch is alles uiteindelijk in Zijn Handen. God doet niet aan voornemens, God doet aan Voorzienigheid

 Als we dat weten hoeven we ons ook niet vast te klampen aan wat voorbij is, en we hoeven de toekomst niet in angst en beven tegemoet te zien, of juist boos te worden als de toekomst zich niet houdt aan onze voornemens en plannen.

 Wat er ook gebeurt en waar we ook gaan, Gods Koninkrijk zal zich ontvouwen, een plaats waar alle mensen van goede wil welkom zijn. Alle tijd loopt uit in de Eeuwigheid, en de Eeuwigheid is van God.

 Mogen we met dat besef de laatste uren van dit jaar ingaan. Laten we ons niet blindstaren op wat was, laten we niet ongerust worden over de toekomst, maar laat ins in vertrouwen omhoog kijken en ons bij alles wat we doen richten op God. In Hem is alle tijd en eeuwigheid.

Thursday 22 December 2022

Eerste Kerstdag 2022

 

In het begin was het Woord
en het Woord was bij God
en het Woord was God.
Dit was in het begin bij God.
Alles is door Hem geworden
en zonder Hem is niets geworden
van wat geworden is.
In Hem was leven
en dat leven was het licht der mensen.
En het licht schijnt in de duisternis,
maar de duisternis nam het niet aan.
Er trad een mens op, een gezondene van God;
zijn naam was Johannes.
Deze kwam tot getuigenis,
om te getuigen van het Licht,
opdat allen door hem tot geloof zouden komen.
Niet hij was het Licht,
maar hij moest getuigen van het Licht.
Het ware Licht,
dat iedere mens verlicht
kwam in de wereld.
Hij was in de wereld;
de wereld was door Hem geworden
en toch erkende de wereld Hem niet.
Hij kwam in het zijne,
maar de zijnen aanvaardden Hem niet.
Aan allen echter, die Hem wel aanvaardden,
aan hen, die in zijn Naam geloven,
gaf Hij het vermogen
kinderen van God te worden.
Zij zijn niet uit bloed,
noch uit begeerte van het vlees
of de wil van een man,
maar uit God geboren.
Het Woord is vlees geworden
en heeft onder ons gewoond.
Wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd,
zulk een heerlijkheid
als de Eniggeborene van de Vader ontvangt,
vol genade en waarheid.
Wij hebben Johannes’ getuigenis over Hem toen hij uitriep:
“Deze was het van wie ik zei:
Hij die achter mij komt is vóór mij,
want Hij was eerder dan ik.”
Van zijn volheid hebben wij allen ontvangen;
genade op genade.
Werd de wet door Mozes gegeven,
de genade en de waarheid kwamen door Jezus Christus.
Niemand heeft ooit God gezien;
de Eniggeboren God,
die in de schoot des Vaders is,
Hij heeft Hem doen kennen.

 

Beste vrienden

Deze kerstochtend zijn we samen en vieren we dat we God mogen ontmoeten in de gedaante van een kind. Je zou bijna zeggen: woorden schieten te kort om het daarover te hebben – maar dan zou ik wel erg snel uitgepraat zijn. Dus laten we het omdraaien. Juist op Kerstmis leren we wat het betekent dat we over God kunnen spreken.

Als we denken, spreken over God dan beginnen we bij een onmogelijkheid. Als we de woorden horen uit het Johannesevangelie, over het Woord dat van alle eeuwigheid bij God was en God is, dan duizelt het ons.

Dat Woord klinkt eindeloos ver weg van ons. Zelfs onbereikbaar. God is ten diepste voorbij alle plaats en tijd en dat is voor ons niet goed voor te stellen. We hebben alleen maar woorden over God omdat Hij daar niet blijft, veilig in het onbenaderbare licht, maar zich integendeel tot ons wendt.

Door de Schepping, allereerst. Zonder het Woord “is niets geworden van wat geworden is”. Je kan jezelf pas meedelen als er iemand is die het Woord ontvangen kan!

En dan door de eeuwen heen spreekt God tegen de mensen. Eerst is dat allemaal onduidelijk hoe dat werkt, maar het plan van God komt steeds dichterbij. Hij spreekt door profeten die mensen de weg wijzen. God geeft zijn belofte aan het Volk van God dat er een redder gaat komen die de mensen bevrijden zal.

Langzaam maar zeker komt de tijd om het Eeuwige Woord definitief uit te spreken. Dat Woord is Gods Zoon Jezus Christus. En het is met Kerstmis dat dit Woord zichtbaar gemaakt wordt, als een klein kind in een stal van Bethlehem. God heeft veel gezegd, maar nu heeft Hij zijn enige Woord gesproken. Hij heeft geen ander Woord. Hij trekt zijn Woord niet terug, Hij gaat niet meer iets anders verzinnen.

Wie God is, is voortaan te zien in het leven van Jezus Christus en dat leven is al ten volste zichtbaar in het hier en nu van Kerst: in de stal, tussen de dieren, in de kribbe.

Het eenmaal uitgesproken woord gaat weerloos de wereld in. God plaatst zich in de handen van mensen. Kwetsbaar en afhankelijk vraagt Hij aan mensen om mee te werken aan zijn Koninkrijk.

We lazen in de afgelopen dagen ook uit Lucas 1, het verhaal van de aankondiging. God laat de engel de Menswording van Christus bekend maken. Maar God doet dat niet zonder Maria’s medewerking. God zal zijn Woord niet uitspreken voordat Maria zich er volledig voor openstelt.

En het eenmaal geopenbaarde Woord is nu een kwetsbaar kind – het heeft ouders nodig en mensen om hem heen.  Ook later zal Jezus aan andere mensen vragen om hem te vergezellen. Zijn openbare leven wordt voorbereid door Johannes de Doper. Als het eenmaal begonnen is zoekt Hij leerlingen om Hem heen. Hij zweeft niet als een verheven Halfgod door het joodse land maar zoekt mensen op en leerlingen uit.

God is één van ons geworden: mens onder de mensen.  Dat betekent ook dat het ook aan ons mensen is om de boodschap van Jezus Christus – de boodschap van Kerstmis – mee te verkondigen.

De bekende Spaanse mystica Teresa van Avila bracht het eens zo toen ze zei: “God heeft geen andere handen en voeten meer dan de jouwe”. Het verhaal van de Godmens mag door mensen worden voortgezet. Ook dat is een uiting van Gods liefde voor de mensen. 

Wie van een ander houdt neemt hem of haar niet alles uit handen. Integendeel, je laat hem of haar vanuit de verdieping van de liefdesrelatie groeien in nieuwe verantwoordelijkheid. Soms gaat dat mis maar dat hoort er bij. God laat ons die ruimte.

Misschien is dat wat de kribbe ten diepste is: de plek die God inneemt om ons de ruimte te geven om te geloven. De ruimte om God en de naaste lief te hebben en het goede te doen. Vanuit de kribbe spreekt God geen machtswoord uit. Zijn aantrekkingskracht is die van een pasgeboren kind dat we willen liefhebben en beschermen.

Rond die kribbe, rond die stal, mogen we allemaal leren onze plaats in te nemen. Leren wat het betekent om leerling van Jezus te zijn. Onze verantwoordelijkheid nemen om als volwassenen Gods boodschap – Gods Woord – verder te geven. Niet als een moeilijk erfstuk maar als een levende realiteit.

Moge de ontmoeting met het kind Jezus in de stal ons bemoedigen en ons gereedmaken om ook komend jaar onze roeping waar te maken.

Amen, Zalig Kerstfeest.

Wednesday 21 December 2022

Kerstnacht 2022

 

In die dagen kwam er een besluit van keizer Augustus,
dat er een volkstelling moest gehouden worden in heel zijn rijk.
Deze volkstelling vond plaats
eer Quirinius landvoogd van Syrië was.
Allen gingen op reis,
ieder naar zijn eigen stad, om zich te laten inschrijven.
Ook Jozef trok op
en omdat hij behoorde tot het huis en geslacht van David,
ging hij van Galilea, uit de stad Nazaret,
naar Judea: naar de stad van David, Betlehem geheten,
om zich te laten inschrijven,
samen met Maria zijn verloofde, die zwanger was.
Terwijl zij daar verbleven,
brak het uur aan waarop zij moeder zou worden;
zij bracht een Zoon ter wereld, haar eerstgeborene.
Zij wikkelde Hem in doeken en legde Hem neer in een kribbe,
omdat er voor hen geen plaats was in de herberg.
In de omgeving bevonden zich herders,
die in het open veld gedurende de nacht hun kudde bewaakten.
Plotseling stond een engel des Heren voor hen
en zij werden omstraald door de glorie des Heren,
zodat zij door grote vrees werden bevangen.
Maar de engel sprak tot hen:
“Vreest niet, want zie,
ik verkondig u een vreugdevolle boodschap,
die bestemd is voor heel het volk.
Heden is u een Redder geboren,
Christus, de Heer,
in de stad van David.
En dit zal voor u een teken zijn:
gij zult het pasgeboren kind vinden
in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe.”
Opeens voegde zich bij de engel een hemelse heerschare;
zij verheerlijkten God met de woorden:
“Eer aan God in den hoge
en op aarde vrede onder de mensen
in wie Hij welbehagen heeft.”

Beste vrienden,

“In elk kind begint een nieuwe wereld”, die uitspraak van Augustinus vertelt ons iets over wat er vanavond gebeurt. Jezus wordt geboren in een stal te Bethlehem zodat een nieuwe wereld van start kan gaan.

En die nieuwe wereld waar Jezus de spil van is wordt verkondigd door de engel aan de herders.

Heden is u een Redder geboren,
Christus, de Heer,
in de stad van David.
En dit zal voor u een teken zijn:
gij zult het pasgeboren kind vinden
in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe

In die wereld is er redding voor het volk, door Jezus, en Hij is te vinden in de gedaante van een kind dat in een voerbak is gelegd. En als de engel klaar, is er fijne muziek van het leger. Er komt een “hemelse heerschaar”, een mooi woord voor een heel legioen aan engelen, en zijn verkondigen Gods glorie en macht. Zij houden een feestelijke parade van Gods macht. Net zoals een president op de Nationale Feestdag duizenden soldaten en matrozen langs volle tribunes laat marcheren zo houden nu Gods soldaten een taptoe voor een kluitje herders.

Maar dan gebeurt er iets bijzonders! De engelen verdwijnen weer. En als de herders in Bethlehem komen vinden ze daar een heel gewoon jongetje, in een voerbak van de Boerenbond. Er staat geen engel bij met een groot zwaard, zelfs geen groepje opvallend onopvallende engelen met oortjes in hun oren om toe te zien dat niemand een hand naar de Koning uitsteekt. Niks daarvan. Jezus ligt er kwetsbaar bij. Verontrustend kwetsbaar.

De nieuwe wereld van Jezus is een kwetsbare wereld. En vanaf het moment dat het Gloria gezongen is schittert het engelenleger door afwezigheid. Hooguit op de achtergrond zie je nog wel eens een klein vleugeltje. Als Jezus getroost moet worden bijvoorbeeld. Maar geen machtig engelenleger meer, in heel zijn leven niet. Geen stoottroep die voor hem uit gaat, geen lijfwachten om hem heen. Jezus is kwetsbaar.   

In het evangelie wordt er nog twee keer naar verwezen. Op het moment dat de duivel hem probeert te verleiden in de woestijn en later in de Olijftuin. Misschien herinnert u het zich nog, de derde verleiding. De duivel zet Jezus neer bovenop de tempel en nodigt hem uit om er van af te springen en zich te laten redden door het Engelenleger. Dat is handig, dan weet iedereen meteen hoe machtig Jezus eigenlijk is en dat scheelt vast een hoop gedoe. Dan was het Evangelie ook een stuk korter geweest. (Of gewoon niet bestaan)

De duivel weet echt wel dat Jezus een koning is met een gigantisch engelenleger tot zijn beschikking. Als Jezus de duivel terugwijst en Zijn macht hier niet voor inzet, dan begrijpt de duivel daar niks van. Zo`n groot leger tot je beschikking hebben en het niet inzetten. Als de duivel zo`n groot leger had zou hij het wel weten! De nieuwe wereld van Jezus is voor de duivel in ieder geval één groot raadsel. Hij gaat dat nooit begrijpen.

Later, als Jezus gearresteerd wordt in de Tuin van Olijven benoemt hij het nog een keer. Jezus en zijn leerlingen omsingeld. Petrus wil terugvechten met een zwaard dat hij verstopt had. En Jezus zegt. “denk je dat ik niet mijn Vader kan aanroepen en hij dan géén twaalf legioenen engelen tot mijn beschikking stelt?”

Ze zijn er wel, maar ze zijn er niet. Dat klinkt heel raar.

Maar het is allebei waar.

Jezus is de Grote Koning, de Redder van de Wereld… die er voor kiest om kwetsbaar te zijn. Het is allebei waar.

Jezus doet heel goed zijn best om kwetsbaar te zijn. Het is geen machteloosheid. Dat is iets anders. Machteloos zijn betekent dat er straffeloos met je gesold kan worden omdat je toch niks terug kan doen. Jezus is zeker niet machteloos. Hij zou met een vingerknip iedereen op de knieën kunnen dwingen. En toch doet Hij dat niet. Het kind Jezus gaat je niet dwingen tot wat dan ook. En de volwassen Jezus ook niet.

Als we dus naar dat kleine mannetje in de voerbak kijken dan weten we: “wat je ziet is wat je krijgt”. De stal en de voerbak laten in het klein al het hele leven van Jezus zien. In de kribbe vinden we de hele Jezus.

En waartoe dient die machtige kwetsbaarheid? Kwetsbaarheid is het fundament van Jezus’ leven, want liefde kan alleen op díe basis worden opgebouwd. Kun je echt ten diepste van houden die je elk moment bewust of onbewust je er aan herinnert hoe afhankelijk je van hem of haar bent? Vriendschap, liefde vraagt íets van gelijkwaardigheid en dat brengt kwetsbaarheid met zich mee. Liefde brengt kwetsbaarheid met zich mee.

Willen we de wereld van Jezus leren kennen, moeten we die kwetsbaarheid leren verstaan. Kwetsbaar in de kribbe, kwetsbaar op de vlucht naar Egypte, kwetsbaar als jongeman, kwetsbaar in zijn openbare leven, tot het laatst toe.

Laten we dus vannacht de kwetsbaarheid vieren. Kwetsbaarheid doet soms pijn maar het is de enige weg die je kan volgen als je een pad van liefde op wil gaan, en het maakt niet uit welke liefde dat is. Liefde voor je levenspartner, voor je kinderen of familie. Liefde voor je vrienden, liefde voor God. Al die liefde gaat maar over één pad – en dat is het zelfde pad van kwetsbaarheid dat in Bethlehem begint. In Bethlehem,  in die stal, in die voerbak begint die wereld waarin we liefde in kwetsbaarheid mogen wagen.

Komt laten wij aanbidden. 

Amen. Zalig Kerstmis.