prof. Titus Brandsma als Rector van de Nijmeegse universiteit (1932) |
Beste vrienden,
Een paar dagen geleden stond er een stuk in de krant over Titus Brandsma. Dat was een priester, lid van de Orde van de Karmel, professor in Nijmegen en ook nog journalist. Iemand met heel veel talenten. Maar toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak en Nederland bezet werd trok hij zich niet terug in de studeerkamer maar bleef zich uitspreken voor wat goed was en tegen onrecht.
Hij leefde in een moeilijke, ja, een duistere tijd. Niemand kon weten hoe de oorlog af zou lopen. Wie er zou gaan winnen. In zulke tijden is het heel makkelijk om te zeggen: we gooien het maar op een akkoordje met de mensen die nu de baas zijn. Houd je maar koest en wacht maar op de afloop.
Dat was niet wat de Kerk in Nederland toen gedaan heeft, het was ook niet wat Titus Brandsma deed. Samen met aartsbisschop de Jong bleef hij verkondigen dat wat de nazi's deden verkeerd was en dat de nationaalsocialistische overtuiging niets met het christendom te maken had. En dat alle mensen die het goede wilden voor een ander er afstand van moesten houden.
Uiteindelijk werd Titus Brandsma, één van de meest prominente en zichtbare katholieken, gearresteerd en opgesloten. Dat was voor hem geen verrassing. Hij heeft altijd geweten dat dat een mogelijkheid was. Hij heeft zich niet in een mantel van slachtofferschap gehuld, geen deken van zelfmedelijden over zich heen getrokken.
Of toch alsnog maar zeggen dat hij het allemaal niet zo bedoelde. En dat hij voortaan niets kritisch meer zou zeggen over het nationaalsocialisme. Nee, dat heeft hij ook niet gedaan.
En tenslotte heeft hij altijd zijn gelijkmoedigheid bewaard. Hij is niet uitgeschreden in woede tegen de mensen die hem kwaad deden, en zelfs in de gevangenis sprak hij nog de wens uit dat Nederlanders en Duitsers spoedig weer in vrede samen konden leven. Hij geloofde in die vrede die zou komen, al zou hij zelf het begin er van niet meer zien.
Hij werd vermoord op 26 juli 1942.
Hij leefde uit de hoop, omdat hij wist dat de werkelijkheid van die hoop uit zou komen. Hij wist dat zelfs alle duisternis in de wereld niet de kracht heeft om ook maar één enkele kaars uit te laten gaan. Zijn leven en boodschap zijn zo inspirerend geweest dat de Paus, daarom stonden er ook stukken in de krant, Titus Brandsma heilig gaat verklaren. De eerste Nederlandse heilige in lange tijd. Daar mogen we beste een beetje trots op zijn, en uitkijken naar dat moment.
Titus Brandsma zijn leven was een leven van hoop en verwachting, een leven zo als de Advent. We vieren vandaag het begin van de Adventstijd
Want zelfs als het duister is om je heen krijg je kracht uit het geloof dat het Licht gaat komen. Dat was de boodschap van het leven van Titus Brandsma, dat is de boodschap van de Advent.
Het is duister om ons heen. Dat kunnen we niet ontkennen. Als je de tv aanzet hoor je slecht nieuws en daar kun je je makkelijk bedroefd over voelen, neerslachtig, of gewoon een beetje sip. En soms een beetje opluchting omdat het nog erger had kunnen zijn.
Laat dat nu een uitstekend startpunt zijn voor de Advent. Want je kan pas wachten op het licht, hopen op het licht wanneer het donker is om ons heen. Als het alleen maar goed gaat met ons hoeven we niet meer te wachten op bevrijding. Nu leren we wachten. Hopen. Uitzien.
Ik kan u niet vertellen hoe de Kerstdagen er uit gaan zien. Ik wou dat ik die zekerheid had. Leren leven met grote onzekerheden is een deel van de duisternis waar we nu in leven. Die onzekerheid, dat schommelen tussen verwachting en vrees doet ons pijn.
Toch zit er niets anders op dan wachten op wat er komen gaat. Maar we doen dat niet op een passieve manier, als mensen die het allemaal niet uitmaakt – of alleen uit zijn op hun eigen belang en wachten om te zien waar het lot de voordeeltjes laat vallen.
We wachten actief, in de zekerheid van de hoop dat de duisternis niet sterker is dan het licht. Dat Christus geboren wordt, niet alleen in Bethlehem, niet alleen in de kribbe hier in de kerk, niet alleen in de Nachtmis maar ook, of juist, in ons hart.
Dat licht kan altijd komen, of de kerken open zijn of dicht. Of halfopen, of voor dertig mensen, of hoe dan ook. Dat licht is er. Dat licht komt, voor iedereen die er op wacht.
Dat licht komt, ook als je het nu nog niet ziet. Of omdat onze blik troebel is, omdat we verdrietig zijn.
Laten we zo de Advent, de tijd van verwachting ingaan. Open voor de noden van een ander, met voorzichtigheid omwille van de epidemie. Zonder uit te zijn op slachtofferschap of uit confrontatiezucht maar met het oog op rechtvaardigheid en vrede.
Laten we zo naar het voorbeeld van Titus Brandsma leven om het licht te leren zien om in dat licht te kunnen leven.
Amen.