Saturday 20 November 2021

Redeloos, Radeloos, Reddeloos?


Beste vrienden

Toen u vroeger op school geschiedenis kreeg heeft u ongetwijfeld gehoord over het Rampjaar 1672. In de geschiedenisles werd dat jaar vaak samengevat als het volk redeloos, de regering radeloos en het land reddeloos.

Dat zijn de drievoudige symptomen van elke grote crisis.

Geen 3G, maar 3R.

Redeloos, Radeloos, Reddeloos.

Elk land krijgt om de zoveel tijd crises te verduren en in elke crisis zie je die chaosdriehoek terug. Redeloze mensen, radeloze gezagsdragers en een land dat zich meer en meer in de steek gelaten, ja, reddeloos voelt.

Je hoeft nooit ver weg om daar voorbeelden van te zien. Het kan in een land dertig, veertig jaar goed gaan. Soms een keer vijfenzeventig jaar, of honderd. Maar dan is de koek op en vindt er een grote herschikking plaats. Oude zekerheden vallen krachteloos om en nieuwe zekerheden worden pas langzaam zichtbaar.  

Dat zijn altijd angstige tijden. Je ziet mensen geestelijk ontrafelen, gezaghebbers vallen terug op regels en protocollen die al lang niet meer werken en uiteindelijk ligt het pad vast: het oude zal definitief verdwijnen, zijn tijd is voorbij

Redeloos, radeloos, reddeloos.

Dat is het verhaal van het evangelie van deze zondag. Pilatus ontmoet Jezus. Buiten woelt het volk. We hoeven er alleen nog maar een paar brandende politieauto’s bij te verzinnen. Het is crisis. Het volk is buiten zinnen, en wacht op iemand om op het schild te heffen. Een redder, een vader des vaderlands die de Romeinen buiten gooit en een nieuw tijdperk inluidt. Redeloos.

Binnen in de kantoren en paleizen proberen de machthebbers – of het nu tempelpriesters zijn, of de belastingdienst, of de Romeinse ambassade de zaak onder controle te houden. Radeloos.

En als je weet wat de toekomst brengt, en dat weten we want hun toekomst is voor ons geschiedenis dan weten we waar dat spel eindigt. De offers die men brengt, de onschuldigen die men nog voor de bus gooit om deze of gene groep nog even tevreden te stellen. Het maakt niet meer uit. Er zal geen steen op de andere blijven. Reddeloos.

En terwijl het buiten kolkt, en er geschoten wordt spreekt de radeloze Pilatus met koning Jezus. Het volk wilde Jezus koning maken, niet omdat ze Hem echt begrepen maar om Hemzelf in hun macht te krijgen. Jezus moest een soort wandelende Hoorn des Overvloeds worden, zodat het Beloofde Land een soort Kokanje kon worden. De goddelijke macht van Jezus gereduceerd tot tovermacht.

Het gezag van Jezus maakt ook de machthebbers zenuwachtig. Hij brengt het woelzieke volk nog verder in beweging, en misschien is Hij wel een concurrent. Wéér een probleem erbij. Dat kunnen ze niet gebruiken. Het zal niet helpen, want wie alles doet om de macht te grijpen of de macht te behouden blijkt vaak zèlf machteloos.

Jezus is koning.

Maar Hij komt geen macht over nemen, Hij komt niet om de premier uit het ambt te zetten. Hij komt niet met beleidsnota’s. Hij komt met Gods wil voor de mensen. Hij is de Zoon van God, Hij laat zien wie God is, en dat maakt hem koninklijk.

Jezus brengt de Waarheid, Jezus ís de Waarheid. Zijn heerschappij is dus niet afhankelijk van de tijd of wat mensen denken of doen. Daar staat Hij boven. Niets kan die waarheid opzij schuiven. Zijn Koninkrijk is dus niet van hier, want koninkrijken van hier komen op, blinken en vergaan.

Christus is Koning, wat er ook in de wereld gebeurt. We kunnen en mogen ons zorgen maken over alles wat ons bedrukt, maar doen dat in de wetenschap dat de wanorde van vandaag even tijdelijk is als de stabiliteit van gisteren.

God is en blijft altijd met ons verbonden. Hij houdt ons in Zijn hand in goede en in kwade dagen. Hij is trouw. Zijn trouw gaat verder dan wet, eed en belofte. Daar mogen wij zekerheid in vinden, en vrede.

Als we straks weer naar buiten gaan staan we weer in een omgeving waar veel rede- en radeloosheid te vinden is. Laten wij daar niet aan bijdragen. Geen olie op het vuur gooien, maar verbinding zoeken. Laten we redelijk blijven, mensen proberen te verstaan. Begrip hebben voor wie de redelijkheid niet meer op kan brengen.

Laten we degenen bijstaan die radeloos zijn. We kunnen niet altijd bestuurs- of adviestaken overnemen. Maar we kunnen tenminste er voor kiezen niet in de weg te lopen als de rechtmatige overheid voor het algemeen welzijn handelt. Doe wat goed is en ze zal u prijzen.

We kennen de toekomst niet. We weten niet waarheen ons pad zal leiden. Maar als we leven uit het koningschap van Jezus weten we dat we geen reddeloos bestaan leiden. Dat er altijd een toekomst voor ons en anderen is. Dat we altijd mogen leven uit de hoop die God ons geeft.