Saturday, 28 August 2021

Regel en Inhoud

Eens kwamen de Farizeeën
en enkele schriftgeleerden uit Jeruzalem bij Jezus tezamen,
en ze zagen dat sommigen van zijn leerlingen met onreine,
dat wil zeggen, ongewassen handen aten.
De Farizeeën immers en al de Joden eten niet zonder eerst de vingertoppen gewassen te hebben, daar ze vasthouden aan de overlevering van de voorvaderen;
komen ze van de markt,
dan eten ze niet voordat zij zich gereinigd hebben;
zo zijn er nog vele dingen
waaraan ze bij overlevering vasthouden:
het afwassen van bekers, kruiken en koperen vaatwerk.
Daarom
stelden de Farizeeën en de schriftgeleerden Hem de vraag:
“Waarom gedragen uw leerlingen zich niet
volgens de overlevering van de voorvaderen,
maar eten zij met onreine handen?”
Hij antwoordde hun:
“Hoe juist heeft Jesaja over u, huichelaars, geprofeteerd!
Zo staat er geschreven:
Dit volk eert Mij met de lippen
maar hun hart is ver van Mij.
Zij eren Mij, maar zonder zin,
en mensenwet is wat zij leren.
Gij laat het gebod van God varen
en houdt vast aan de overlevering van mensen!”
Daarop riep Hij het volk weer bij zich en sprak tot hen:
“Luistert allen naar Mij en wilt verstaan:
niets kan de mens bezoedelen
wat van buiten af in hem komt.
Maar wat uit de mens komt,
dat bezoedelt de mens.
Want uit het binnenste, uit het hart van de mensen
komen boze gedachten, ontucht, diefstal, moord,
echtbreuk, hebzucht, kwaadaardigheid, bedrog,
losbandigheid, afgunst, godslastering, trots, lichtzinnigheid.
Al die slechte dingen komen uit het binnenste
en bezoedelen de mens.”

 Beste vrienden,

Toen ik nog op het seminarie zat had ik een studiegenoot voor wie het nooit streng genoeg was. Hoe pittig de regels van het seminarie ook waren en hoe precies de liturgie…. Het kon altijd nog wel wat pittiger en nóg iets preciezer. Omdat hij mede hierom een reputatie had als een hele degelijke jongen kreeg hij ook vaak zijn zin.

Voor de rest van ons was dat niet altijd een genoegen.

Dit duurde tot zijn wijding; of liever: iets er na. Want hij is heel snel na zijn wijding uitgetreden.  Toen we dat hoorden was ík behoorlijk boos. Zoals je boos kan worden op die mensen die water prediken maar wijn drinken. Mensen die anderen ondraaglijke lasten opleggen maar zelf gauw de moeilijkheden uit de weg gaan.

We zijn nu alweer jaren verder en mijn boosheid neem ik gelukkig niet meer mee. Ik vraag me nu wel af waarom ik zo boos was. Voelde ik daar niet ook mijn eigen onzekerheid? Want daar gaat het deze zondag om. Om onzekerheid.

We lazen in de eerste lezing de woorden van God: “Aan wat ik u voorschrijf moogt gij niets toevoegen en er niets van afdoen”. Daar kunnen we wel even op kauwen. Want iets er van af doen, dat begrijpen wel. Daar zijn niet veel mensen op tegen dat het ook wel een beetje lichter mag. Maar toevoegen? Waarom zou je nog wat toevoegen?

En toch gebeurt dat heel vaak. Op allerlei plekken.

Als we bang zijn dat wat in ons hart leeft niet genoeg is. Onze liefde of empathie voor anderen niet genoeg is dan gaan we ons gauw verstoppen achter uiterlijke, zichtbare handelingen.

Dan moet je steeds aan anderen laten zien hoe zuiver je wel niet bent. Dit zie je niet alleen soms in het geloof terug of in andere religies maar ook in de politiek bijvoorbeeld.

De eigen onzekerheid, of de onmogelijkheid om in vrede en goedheid te leven met anderen wordt dan overschreeuwd door eindeloze toevoegingen – steeds moeten de spelregels van het samenleven  strenger en strenger worden – en zolang jij steeds anderen op hun tekortkomingen wijst hoef je niet na te denken over wie je in de spiegel treft.

En als je niet uitkijkt – en dat heb je gauw in een strenge-mensen-clubje – gaat het ook nog ééns tegen elkaar op. Dan krijg je wedstrijdjes wie het strengst kan zijn. Dat is niet verheffend. Sterker nog: het gaat nergens meer over.

En de resultaten zijn navenant. Want alle uitdagingen van het mens-zijn, onze lastige levensvragen, komen dan niet meer aan de beurt. Deze worden dan gecompenseerd – zo lijkt het. Maar ons “idealisme” en onze “moraal” is dan eigenlijk een valse munt geworden. Er is geen werkelijke menselijke groei, er zijn dan alleen maar schijnbewegingen.

Die farce is uiteindelijk niet overeind te houden. Onder de uitstraling van een engel van licht gaan  zich monsters verschuilen.

Daar is Jezus heel fel op, deze zondag. Hij zegt tegen de Farizeeën, jullie halen er van alles bij – wat uiteindelijk niet ter zake doet – om naar buiten te laten zien dat jullie het beter weten en beter kunnen dan anderen – maar het zegt niks over jullie innerlijk. Sterker nog, door alleen maar met de buitenkant bezig te zijn sluit je op jouw beurt weer anderen buiten.

Zelf bereik je niks, anderen houd je van God af, en het eindresultaat is nul.

Dat is niet de weg om te gaan.

Gods gebod wijst altijd naar ons innerlijk, naar ons hart. Het bevraagt ons. Regels zijn geen doel op zich, regels bestaan alleen omwille van een doel. Dat doel is om ons in een levende relatie te houden met onszelf, met God en met elkaar.

Mogen wij die diepe zin elke keer op nieuw ontdekken en de betekenis van het leven vinden in onze zorg voor anderen. Niet omdat we gedwongen worden door briesende mensenregels – maar voortbewogen vanuit de rust van ons hart.

Amen.

Saturday, 21 August 2021

Vertrouwen in de Waarheid

 

In die tijd zeiden velen van Jezus’ leerlingen:
“Deze taal stuit iemand tegen de borst.
Wie is nog in staat naar Hem te luisteren?”
Maar Jezus,
die uit zichzelf wist dat zijn leerlingen daarover morden,
vroeg hun:
“Neemt gij daar aanstoot aan?
Als gij dan de Mensenzoon ziet opstijgen
naar waar Hij vroeger was?
Het is de geest, die levend maakt,
het vlees is van geen nut.
De woorden, die Ik tot u gesproken heb,
zijn geest en leven.
Maar er zijn er onder u,
die geen geloof hebben.”
– Jezus wist inderdaad van het begin af aan
wie het waren die niet geloofden
en wie Hem zouden overleveren. –
Hij voegde er aan toe:
“Daarom heb Ik u gezegd,
dat niemand tot Mij kan komen
als het hem niet door de Vader gegeven is.”
Tengevolge hiervan
trokken velen van zijn leerlingen zich terug
en verlieten zijn gezelschap.
Waarop Jezus aan de twaalf vroeg:
“Wilt ook gij soms weggaan?”
Simon Petrus antwoordde Hem:
“Heer, naar wie zouden wij gaan?
Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven
en wij geloven en weten, dat Gij de Heilige Gods zijt.”

 

Beste Vrienden

U heeft het vast eens meegemaakt dat iemand u iets vertelt, adviseert, of zelfs opdraagt en dat u dan denkt of zegt: ammenooitniet.  Wat jij me vertelt neem ik niet van je aan, wat je me adviseert zal ik nooit doen.

Het zou me verrassen als u dat nooit gedacht heeft, want het is een hele menselijke reactie. Als we worden geconfronteerd met een opdracht of oproep die volledig buiten onze ervaring valt of afkomstig is van iemand die we niet kunnen of willen vertrouwen dan nemen we wat hij of zij zegt níet van ze aan.

Ongeacht of die persoon gelijk heeft of niet.

Je kan alle gelijk van de wereld hebben – de waarheid volledig kennen – weten wat er gaat gebeuren…. En dan is het nog mogelijk dat je niet wordt geloofd. Niet omdat mensen per se slecht zijn, of dom, maar omdat ze je niet vertrouwen of omdat ze zich niks bij je boodschap kunnen voorstellen. Want hoe moeilijker de waarheid is, des te meer vertrouwen wordt er gevraagd.

Als iemand ons twee jaar geleden had verteld over wat er vanaf 2020 zou gebeuren had niemand van ons hem of haar geloofd. U niet, ik niet. Niemand. Behalve misschien van die mensen die survivallen als hobby hebben en maanden aan noodvoorraden in hun kelder hebben liggen. Wie weet. 

Toen ik naar de universiteit ging werd mij verteld dat het in het leven, bij elke discussie, alleen maar gaat om de kracht van je argumenten. Als je goede argumenten hebt over een bepaalde kwestie, hoef je alleen maar te leren hoe je dat helder onder woorden brengt, en dan ben je klaar. Want je hebt gelijk, en dat is het enige wat telt.

Zo werkt het dus niet. Maar daar kom je pas later achter.

De waarheid kan zichzelf niet zomaar verder vertellen. Daar is iemand voor nodig. En niet één maar velen. Daarom hebben we liefhebbende ouders, leraren op school, vrienden en familie, de huisarts, de dominee of de pastoor. Al die mensen proberen ons deelgenoot te maken van hoe zij de wereld zien – in de hoop dat wij hun gezichtspunt overnemen en daar beter van worden.

Pas in een levende relatie met al die mensen kunnen wij als mensen groeien, ingewijd worden in de waarheden van het leven. Maar als dat niet gebeurt, als wij vervreemd raken van anderen – dan kunnen wij die lessen niet leren. Want zelfs als ze waar zijn kunnen we ze nog niet zomaar aannemen.

Zonder vertrouwen is er geen ontdekking van de waarheid.

Deze waarheid zien we terug in de Evangelielezing van vandaag. Jezus heeft aan de mensen verteld wie Hij is. Hij is het Brood des Levens, Hijzelf is Gods Openbaring voor de mensen. Dat is nogal wat. Wij weten dat Jezus de waarheid spreekt. We kunnen zelfs zeggen – Hij spreekt niet alleen de waarheid, Hij ís de Waarheid. Maar de mensenmassa om Jezus heen beseft dat nog niet.

Jezus spreekt een moeilijke waarheid uit, en in die waarheid ligt een vraag besloten: Vertrouw je me? Kun je dit van me aannemen ook al kun je je er misschien nog weinig bij voorstellen?

Zowel de mensenmassa als de leerlingen hebben Jezus meegemaakt. De mensenmassa heeft het wonder van de broodvermenigvuldiging meegemaakt dus ze zouden iets van houvast moeten hebben. Maar toch komen ze nog niet uit op dat vertrouwen. Daarom gaan ze weg. Ze kunnen niet meer naar Jezus luisteren. Het gebrek aan vertrouwen leidt zelfs tot tegenstand.  Tot verwerping.

Kennelijk vertrekken er veel mensen – zoveel dat Jezus aan Petrus vraagt of hij nu ook gaat.

Petrus zegt dan “Gij hebt woorden van eeuwig leven, tot wie zouden wij anders gaan”. Petrus vindt niet niet makkelijk om de waarheid aan te nemen, hij slikt het niet voor zoete koek. Maar Hij ként Jezus. Hij weet dat Hij geen mens is als anderen. Hij blijft meegaan op avontuur en alles zal hem na de Paasnacht worden ontsluierd. Hij volgt met vallen en opstaan, maar hij blijft volgen.

Ook wij kunnen geconfronteerd worden met een waarheid die ons in eerste instantie niet lekker zit. Een waarheid in ons leven – misschien over onze relatie of over onze gezondheid. Een waarheid over God – dat zich opeens een nieuw inzicht aandoet. Dat wij voelen dat ons leven anders moet, dat wij geroepen zijn tot nieuw leven bij God.

De vraag of een inzicht dat God ons geeft waar is is niet los te zien van de vraag of wij God zelf vertrouwen. Zaken uit handen willen geven. Ons niet willen vastklampen aan alle zekerheden die wij denken te hebben. Mee op tocht te gaan ook al weten wij nu nog niet goed hoe het verder zal gaan.

Samen met Petrus mogen wij de Heer volgen. Met vallen en opstaan. Wij blijven niet achter, want de Heer richt ons weer op als het mis gaat. Wij mogen op Hem vertrouwen. Hij heeft woorden van eeuwig leven.

 

 

 

 

 

 

Saturday, 14 August 2021

De Kleine Zusters van Kaboel

 Beste vrienden,

De afgelopen dagen zijn wij getuigen geworden van een historisch schouwspel. De afgelopen twintig jaar vond een grootschalige militaire en politieke inzet in Afghanistan plaats en deze loopt nu af met het terugtrekken van de internationale troepen.

Nu wordt duidelijk dat daarmee ook de regering van dat land de opdracht om het land te besturen niet waar kan maken. Integendeel. De regering heeft geen greep meer op het land.

Ik las bij een iemand die veel over Afghanistan geschreven heeft dat wat we nu zien niet zozeer de ineenstorting van die regering was, maar de openbaring dat die regering eigenlijk een fictie was – iets dat niet echt bestond. Zonder buitenlandse troepen kon deze niet bestaan. Is het zo? Wellicht. Het zijn woorden om over na te denken - dat de "harde feiten" van de wereld soms niet meer dan nevel in het ochtendlicht zijn. Ze verdampen waar je bij staat. 

Ik zal u zo vertellen wat dit alles te maken heeft met onze feestdag van vandaag. Maria Tenhemelopneming. Ik denk dat we vandaag even de actualiteit moeten overwegen om tot de kern van deze dag, de kern van het Evangelie te komen. 

Één ding is duidelijk: zelfs een militaire overmacht, een eindeloze stroom wapentuig, miljarden aan geld en goed, de inzet van vele duizenden mensen over een periode van twintig jaar en zelfs de offers van vele mensen die hun leven hebben gegeven, hebben geen oplossing geforceerd. Er zijn wel veel burgerslachtoffers die we hebben weggekalkt met de boosaardige eufemisme: "collaterale schade". 

De situatie in Afghanistan is tragisch – zeker als we denken aan alle inzet van soldaten, ontwikkelingswerkers, agenten. Al die mensen die zich met hart en ziel hebben ingezet om een land op te bouwen – en nu lijken die offers voor niets te zijn geweest. De toekomst is heel onzeker, en wat we kunnen voorspellen is onheilspellend.

Wat is dat een moeilijke gedachte – dat je je inzet voor het welzijn van anderen, grote offers brengt, dat mensen zelfs betalen met hun leven en dat je aan het einde moet zeggen dat er geen oogst lijkt te zijn. Is dan alles voor niets geweest?

Ik las een tijdje geleden een artikel over de christelijke aanwezigheid in Afghanistan. Die is zeer beperkt. Als je niet héél goed kijkt zie je het niet. Er is één priester en één kapel in Kaboel. Die bevindt zich niet in de openheid, ergens aan een straat met een mooie grote poort en een kruis en een kerkklok, zoals hier in Nederland - maar in de beslotenheid van de zwaarbewaakte Italiaanse ambassade.

En of die ambassade er over een maand nog is beste vrienden, wie zal het zeggen?

In Kaboel werken dan nog een aantal Zusters van Moeder Theresa en is er een gemeenschapje van vier Kleine Zusters die in alle stilte hun werk doen, tot welzijn van de mensen.Al vijftig jaar lang.

Zelfs onder de overheersing van de Talibaanbeweging – tot eind 2001 – konden deze Kleine Zusters hun werk blijven doen. Een bijzonder getuigenis. Ze zijn daar niet om mensen te bekeren – wat ook niet zou kunnen – maar enkel om op zelfloze wijze te werken voor anderen om zo in alle stilte te getuigen van de liefde van God.

Die Kleine Zusters zijn de laatste tijd in mijn gedachten, en hun getuigenis kan ook ons veel  leren – bijvoorbeeld over deze dag die wij vandaag vieren. Maria Tenhemelopneming. De feestdag waarop we gedenken dat Maria aan het einde van haar leven met lichaam en ziel in de Hemel is opgenomen en zo de Hemelse Glorie is binnengegaan. Een grote triomf! En zo beelden we het ook uit, in prachtige (triomfantelijke) schilderijen, dat God Maria thuis haalt.

Maar als we terugdenken aan het leven van Maria is haar leven misschien meer als dat van de Kleine Zusters als een triomfantelijk barokschilderij. Maria leefde in verborgenheid, bij Johannes in huis. Ze heeft veel te lijden gehad maar leefde vanuit haar ervaring van de Verrijzenis. Ze heeft haar verrezen Zoon gezien, gesproken – ze wéét dat Gods beloftes uitkomen.

Van de buitenkant was de christelijke gemeenschap om de leerlingen van Jezus heen niet erg indrukwekkend. Kleine groepen mensen hier en daar in een zee van bij tijd en wijle gewelddadig heidendom.

Als de journalisten, commentatoren en opiniemakers van die tijd het christendom überhaupt zouden opmerken hadden ze er geen grandioze toekomst voor voorspeld. Maar de wijsheid van mensen staat wel vaker beschaamd. U hoeft het nieuws vandaag maar aan te zetten en u ziet daar voorbeelden genoeg van.

Wij denken graag dat de toekomst maakbaar is en keer op keer lopen we stuk op de harde menselijke realiteit. En dezelfde mensen die zo zelfverzekerd toeteren over maakbaarheid verspreiden ook wanhoop als ze met dezelfde zelfverzekerdheid zeggen dat alles wat geen zichtbaar resultaat heeft waardeloos is. Verloren moeite En de mensen die voor ze hebben gewerkt laten ze zo snel mogelijk achter.

De beloftes van die mensen – lieve vrienden – zijn drijfzand. Daar vind je geen houvast. En als je het toch probeert zink je weg in verbittering.   

Maar God wint niet met overmacht van drones en mariniers – of  miljardensubsidies. Die heeft hij niet nodig. Als het duister wordt om ons heen werkt God door de stilte, in de verborgenheid – door eenvoudige toewijding die dapper door blijft gaan omdat je mag leven uit Gods Belofte.

Moge dat ook onze vreugde zijn, dat inzicht, op deze feestdag. Zo kunnen we vreugde beleven bij alles wat we doen als het gericht is op het goede. Bezield door het geloof dat wat er ook in de wereld gebeurt ons leven in Gods hand is . Levend uit de Belofte dat de dood het niet zal winnen.

Laten we dat vieren in vreugde. Op deze dag en alles dagen.

Amen.