Saturday, 5 July 2025

afscheidsviering 2025

 

In die tijd wees de Heer tweeënzeventig leerlingen aan
en zond hen twee aan twee voor zich uit
naar alle steden en plaatsen
waarheen Hijzelf van plan was te gaan.
Hij sprak tot hen:
“De oogst is groot,
maar arbeiders zijn er te weinig.
Vraagt daarom de Heer van de oogst
arbeiders te sturen om te oogsten.
Gaat dan,
maar zie, Ik zend u als lammeren onder de wolven.
Neemt geen beurs mee, geen reiszak, geen schoeisel
en groet niemand onderweg.
In welk huis ge ook binnengaat, laat uw eerste woord zijn:
Vrede aan dit huis!
Woont daar een vredelievend mens,
dan zal uw vrede op hem rusten;
zo niet, dan zal hij op u terugkeren.
Blijft in dat huis en eet en drinkt wat zij u aanbieden;
want de arbeider is zijn loon waard.
Gaat niet van het ene huis naar het andere;
in elke stad waar ge binnengaat en ontvangen wordt,
eet wat u wordt voorgezet,
geneest de zieken, die er zijn
en zegt tot hen: Het Rijk Gods is u nabij.
In elke stad waar ge binnengaat en niet ontvangen wordt,
trekt daar door de straten en zegt:
Zelfs het stof uit uw stad dat aan onze voeten kleeft,
schudden wij tegen u af.
Maar weet dit wel: Het Rijk Gods is nabij.
Ik zeg u:
die dag zal het voor de mensen van Sodom draaglijker zijn
dan voor die stad.”
De tweeënzeventig keerden vol blijdschap terug en zeiden:
“Heer, zelfs de duivels onderwerpen zich aan ons door uw Naam.
Hij zeide tot hen:
“Ik zag de satan als een bliksemstraal uit de hemel vallen.
Ik heb u macht gegeven
op slangen en schorpioenen te treden,
te heersen over heel de kracht van de vijand;
en niets zal u kunnen schaden.
Toch moet ge u niet verheugen over het feit
dat de duivels aan u onderworpen zijn,
maar verheug u
omdat uw namen staan opgetekend in de hemel.”

 

 

Beste vrienden

Door omstandigheden wordt het even een kort woordje. Dit weekend is voor mij het weekend dat ik officieel afscheid neem. Dat wilden we nog doen voor dat het vakantie werd, en ook omdat niet precies zeker is wanneer ik verhuis. Zo kan iedereen er nog bij zijn. Het is een beetje onaf afscheid – want ik ben hier dus nog wel gedurende de zomer.

Ik heb in de afgelopen jaren vaak meegemaakt dat als er een bijzonder moment, of er is een bijzondere zorg, dat de lezing uit het Lectionarium vaak bijzonder raak is. Je precies het perspectief geeft dat je nodig hebt.

We horen over de opdracht van Jezus aan zijn leerlingen: om uit te gaan, naar de plekken waar Jezus zelf niet kan komen om daar te verkondigen en Hem daar zo aanwezig te maken. En de woorden die mij deze keer troffen waren

In welk huis ge ook binnengaat, laat uw eerste woord zijn:
Vrede aan dit huis!
Woont daar een vredelievend mens,
dan zal uw vrede op hem rusten;
zo niet, dan zal hij op u terugkeren.

Wanneer je ergens komt als priester, neem je vrede met je mee. Je komt met wat moois, de boodschap van Jezus, met de bediening van de sacramenten en hopelijk een beetje geduld, wijsheid en ervaring. Je hele leven als priester mag samenvallen in dat woord: vrede zij u.

Of er ook wat mee gebeurt heb je natuurlijk niet altijd zelf in de hand. Het is net als met alle andere vormen van contact en communicatie: je kan iets geven maar iemand anders moet ook iets willen ontvangen. En omdat geloof, en kerkelijk leven, een kwestie van vrijheid is kun je een ander nooit dwingen om zich voor jou open te stellen. Je kan het hooguit mensen makkelijker of moeilijker maken om met jou om te gaan. Hopelijk wordt het met de tijd makkelijker.

Ik kijk terug op een mooie zes jaar hier in de wijdere regio Alkmaar in Bergen/Schoorl. Ik denk dat ik iets van de vrede heb kunnen delen en ik heb niet te klagen over dat ik die vrede hier nergens kon laten rusten. Natuurlijk zijn er overal hindernissen en problemen. Er gaat geen plek zijn waar dat niet zo is. Sommige plaatsen zijn verhard, opgesloten in zichzelf. Die plekken kunnen nooit vrede voelen: omdat ze zich niet kunnen openstellen voor iemand anders. Alles wordt door een economische lens beschouwd: wat hebben wij hieraan. Hoe kom ik niks te kort? Hoe meer je daar in zit, des te moeilijker wordt het om vreugdevol samen zin en richting te ervaren in het leven.

Ik ben blij met wat ik hier de afgelopen zes jaar heb mogen doen. Voor mijn gevoel zijn ze omgevlogen. En hoewel ik zin heb in de volgende benoeming zal ik het hier zeker missen. Ik weet nog niet hoe het gaat lopen met opvolging – maar ik weet zeker dat jullie de vrede zullen bewaren. Samen zullen groeien vanuit het woord en de sacramenten. Gemeenschap blijven hier lokaal en regionaal.

De oogst is en blijft groot. Arbeiders zijn er weinig. Dat was al zo sinds de tijd van Jezus, dus ook dat hoeft ons niet te verbazen. Blijf groeien en bloeien. Behoudt de vrede met de arbeiders in de wijngaard, zo dat we samen kunnen opbloeien voor God, verbonden met de rank.

Jezus de Heer.

Amen.

 

 

Saturday, 28 June 2025

Petrus en Paulus 2025

 

In die tijd,
toen Jezus in de streek van Caesarea van Filippus gekomen was,
stelde Hij zijn leerlingen deze vraag:
“Wie is,
volgens de opvatting van de mensen,
de Mensenzoon?”
Zij antwoordden:
“Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia,
weer anderen Jeremia of een van de profeten.”
“Maar gij –
sprak Hij tot hen –
wie zegt gij dat Ik ben?”
Simon Petrus antwoordde:
“Gij zijt de Christus,
de Zoon van de levende God.”
Jezus hernam:
“Zalig zijt gij, Simon, zoon van Jona,
want niet vlees en bloed hebben u dit geopenbaard,
maar mijn Vader die in de hemel is.
Op mijn beurt zeg Ik u:
Gij zijt Petrus;
en op deze steenrots zal Ik mijn kerk bouwen
en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen.
Ik zal u de sleutels geven van het Rijk der hemelen
en wat gij zult binden op aarde,
zal ook in de hemel gebonden zijn
en wat gij zult ontbinden op aarde,
zal ook in de hemel ontbonden zijn.”

 

Beste vrienden,

In spannende films en verhalen draait het meestal niet om de mensen waarvan iedereen al van te voren denkt dat ze een groot succes gaan worden. Een jongen of meisje die al vanaf de prilste jeugd overal het beste in is, en dan ook nog eens wordt klaargestoomd om de Gemene Draak te verslaan. Want als dat verhaal ermee eindigt dat de Draak verslagen is, dan voelen we al aan dat dat onvermijdelijk was. Maar mensen met onvermijdelijk succes, voelen een beetje on-menselijk aan.

Daar klopt iets niet in zo`n verhaal. Dat kunnen we niet helemaal onder woorden brengen, maar we voelen het. Als we moeten uitleggen waarom “het niet klopt” moeten we iets zeggen als “het is niet zo`n spannend verhaal”. Het voelt een beetje als een spannend spel winnen door vals te spelen, zoals je in een computerspel jezelf onkwetsbaar kan maken, jezelf een miljoen dollar kan geven, of toverwapens waarmee je het van iedereen wint. Dat is even leuk, maar niet zo heel lang.

Wij zijn integendeel mensen, en de verhalen die ons raken, meeslepen, zijn verhalen over andere mensen. En mensen zijn rommelig, onvolkomen, hebben gaten in hun karakter, maken fouten, hebben pijn. Het kwaad dat ze aangaan is niet iets dat ze met een cheat-code uit kunnen schakelen. De Draak is écht gevaarlijk. Of de Draak nu een boze heerser is, een kwaaie meute of je eigen helaasheid die je elke keer terug in de modder probeert te trekken. We kijken er pas naar om als de held mens is zoals wij.

De beste verhalen en de beste films beginnen dus met mensen waar niemand veel van verwacht.

In de Hobbit en de Heer der Ringen draait het verhaal om Hobbits, halflingen die er niet heel stoer uitzien en ook niet uitzichzelf bekend staan als erg dapper. Niet de groep waarvan je denkt: deze laten we de strijd aanbinden met de Heer der Duisternis. Of bij Harry Potter: de jongen onder de trap. Wat moet daar nou van terechtkomen? En wie, in IT, zijn de enigen die het monster kan verslaan, dat zich vermomt als Pennywise de griezelige clown? The Losers’ Club, de kinderen die altijd als laatste gekozen worden bij gym.

Pas als mensen kwetsbaar zijn, weten dat ze kwetsbaar zijn, kunnen ze belangrijke, zelfs grote, dingen doen.

Omdat God de moeite neemt om mens te worden onder de mensen kiest hij voor kwetsbaarheid. Je kan Jezus pijn doen. Hij is geen halfgod waar als je er een pijl op afschiet die gewoon afketst van zijn gespierde stalen borstkas. En de mensen die Hij om zich heen verzamelt? Die ook niet.

Daarom ben ik ook nogal huiverig bij heiligenverhalen die te perfect zijn. Heiligen die als baby op vrijdag nooit de borst namen, of heiligen die als kind altijd hun speelgoed deelden. Levende bidprentjes.

Sterker nog: als je kijkt naar de apostelen, dan valt het nogal op. Er zitten nogal wat vlekjes aan. Ze volgen Jezus, maar ze snappen hem niet. Ze hebben veel talenten, maar vaak ook net de verkeerde. Ze zijn nogal eenvoudig van komaf, althans de meesten. En als het er op aan komt maken ze regelmatig uit zichzelf de verkeerde keuzes. Petrus is óf een vechtersbaas, of rent weg. En Paulus, de slimme Farizeeër? Die is juist door zijn slimheid zo onverdraagzaam. Als je altijd zeker weet hoe iets moet, dan heb je geen geduld met anderen. Sterker nog: de keuze om mensen te gaan vervolgen is nooit verg weg. Want de anderen, die het doen zoals het niet hoort! Die hebben het gewoon fout! De klewang erover!

Zowel Petrus als Paulus blijven echter niet steken in hun tekortkomingen. Ze ontmoeten iemand die groter is dan zij en weten daar antwoord op te geven. De één heeft wat meer overtuiging nodig dan de ander. Paulus moest daadwerkelijk van zijn paard gebliksemd worden. Maar wat ze gemeen hebben is dat ze allebei ja zeiden op die ontmoeting. Geen perfect ja, een ja dat zich over lange tijd moet uitzuiveren, een ja waar ze mee moeten leren omgaan en moeten leren wat dat ja van God het ja van henzelf betekent. Daar is echt tijd voor nodig. Daar moet je soms zelfs een hele reis voor ondernemen. Petrus naar Rome en Paulus op missie – al komt hij ook uiteindelijk in Rome uit.

Onderweg kom je jezelf tegen. Letterlijk en figuurlijk. Je kan pas grote dingen doen als je ook tegenslag kan hebben. Het moet ingewikkeld zijn anders is het geen goed, menselijk verhaal. Geen verhaal dat recht doet aan God die mens geworden is onder de mensen. Geen waarheid die geopenbaard is door de Vader in de Hemel, maar die geleefd moet worden door mensen hier op aarde, op zoek naar vaste grond, een rots onder de voeten.

Mogen we, wanneer we in de spiegel kijken en niet helemaal onder de indruk zijn met wat we daar zien, vervuld worden van hoop. We zijn geen superhelden, we hebben heen cheat-code voor het leven. We zijn uitgezocht, geroepen zelfs, door de God die mens werd. Geroepen om mee op avontuur te gaan. Gevaar te trotseren, het leven te vinden.

Amen.

 

 

Saturday, 21 June 2025

Sacramentsdag 2025

 

In die tijd sprak Jezus tot de menigte over het Rijk Gods;
en wie genezing nodig hadden, genas Hij.
Toen de dag ten einde begon te lopen
kwamen de twaalf naar Hem toe en zeiden:
“Stuur de mensen weg;
dan kunnen ze naar de dorpen en gehuchten in de omtrek gaan
om daar onderdak te vinden,
want hier zijn we op een eenzame plek.”
Maar Hij antwoordde:
“Geeft gij hun maar te eten.”
“Wij hebben niet meer dan vijf broden en twee vissen,”
zeiden ze;
“of we zouden voor al dat volk eten moeten gaan kopen.”
Er waren naar schatting wel vijfduizend mannen.
Hij gelastte nu zijn leerlingen:
“Laat ze gaan zitten in groepen van ongeveer vijftig.”
Dat deden ze en ze lieten allen plaats nemen.
Daarop nam Hij de vijf broden en de twee vissen,
sloeg de ogen ten hemel,
sprak er de zegen over uit,
brak ze en gaf ze aan zijn leerlingen
om ze aan de menigte voor de zetten.
Allen aten tot ze verzadigd waren
en wat zij overhielden haalde men op,
twaalf korven met brokken.

Beste vrienden

Deze zondag is het wéér geen gewone zondag. We vieren Sacramentsdag. De eucharistie staat centraal. Nu is dat natuurlijk elke zondag zo, net zoals elke zondag een klein Pasen is, maar sommige zondagen zijn gelijker dan anderen.

In het evangelie horen we over de wonderbaarlijke spijziging – wat een mooi ouderwets woord – van de vijfduizend, ergens aan de rand van het meer van Galilea. Je moet het je een beetje voorstellen net als bij de Bergrede: mensen overal vandaan, uit het Joodse land en uit de heidense steden, die van het Koninkrijk van God willen horen, die Jezus willen zien.

En dan gebeurt er van alles. En hoewel de spijziging niet precies hetzelfde is als de eucharistie volgt het wel dezelfde beweging, er zit eenzelfde structuur in. Wij denken soms te vaak en te makkelijk in enkele gebeurtenissen en enkele momenten. Wat betekent dit? Wat doet dat? Ons hoofd wil alle delen los van elkaar analyseren. Dat is niet altijd zinloos, maar je verliest dan ook gauw de blik op de diepere dimensies, de grotere bewegingen waarin wij meegenomen worden.

Het verhaal van de spijziging van de vijfduizend is niet zomaar een verhaal over een gebeurtenis. Het maakt de beweging van God en mensen zichtbaar. Maakt duidelijk wat eucharistie is én moet zijn.

Mensen komen van overal vandaan in een wildernis. De eucharistie is niet voor één volk, of één stam. Of één groep uitverkorenen die heiliger leven dan de rest. Het is bedoeld voor de hele mensheid. God is geen God van Joden, of God van Christenen. God is er voor iedereen. Het is een radicalere toewending dan wij ons misschien kunnen voorstellen.  Dat is één.

Mensen van overal bijeen komen bij elkaar. Wat komen ze daar doen. Ze komen naar Jezus luisteren. Jezus geneest. Dat is een grote aantrekkingskracht, maar belangrijker dan dat: Jezus verkondigt. Hij verkondigt het Koninkrijk, hij verkondigt de Blijde Boodschap. Daar begint alles mee. Als wij op zondag bijeen komen dan beginnen we niet met de communie, we beginnen met de dienst van het Woord. Die is niet minder dan de dienst van de tafel. Geen maaltijd zonder verkondiging! Het één kan niet zonder het ander. Dat is twee.

Maar hoewel geloof komt uit het gehoor (Romeinen 10:17) wekt dit geloof ook honger naar zijn vervulling. Het horen van en geloven in de Blijde Boodschap brengt ook verlangen naar ontmoeting met zich mee. Hoewel de mens niet leeft van brood alleen kunnen we ook niet enkel en alleen maar verzadigd raken van woorden.  

Wij bieden het weinige dat we hebben aan God. In het evangelie: vijf broden en twee vissen, wij, hier: wat brood en een bodempje wijn. Het is niet veel: uit zichzelf kan het ons niet vervullen. Er moet wat mee gebeuren. Wij bieden van uit onze kleinheid gaven aan. Drie.

Dan spreken we een zegen uit. In het Joodse geloof is de zegen over het eten een gebed van dankzegging. En wat betekent het woord eucharistie? Precies dat: dankzegging. We danken God voor wat Hij ons wil geven. De dank gaat aan het wonder vooraf. Wat betekent danken niet alles om jezelf en je eigen ego laten draaien. Dankzeggen betekent jezelf vrijmaken. Pas als je jezelf hebt leeggemaakt van je eigen prestaties en je eigen initiatieven, is er ruimte voor God om wat te doen.  Dat is vier.

En wat God doet is dan zorgen voor genoeg. De spijziging is verzadigend, vullend. Het is genoeg voor de dag. God zorgt voor mensen. Het is geen menselijke overdaad, als je er dat van wilt maken heb je ergens een afslag gemist.

Hij wil je ook vervullen. Zelfs, als we zeggen, brood en wijn zich lichaam en bloed van Christus, zich werkelijk met jou verenigen. Als jij verenigt met brood en beker, dan verenigt God zich met jou. Vijf.

Dan is het nog niet klaar. Er is nog over. En daar moeten we even opletten, want het is een kleinigheid we lezen er makkelijk over heen. Er blijft veel over.  In het Oude Testament was er manna uit de hemel. Maar dat kon je niet bewaren, tenzij het sabbat was dan kreeg je voor twee dagen. Maar nu? Twaalf korven! Twaalf manden in wat begrijpelijkere taal. Getallen in de Bijbel hebben altijd symbolische betekenis: het gaat nooit alleen maar om boekhouding. Twaalf, is een getal van volheid. Twaalf is het getal van het volk. Twaalf stammen van het volk Israël, twaalf apostelen die de kern vormen van het Volk van God dat de Kerk is. Twaalf manden, is dus ook geen toevallige uitrusting. Manden zijn bedoeld om voedsel in te stoppen voor onderweg. Het is geen hoeveelheidsmaat – er staat niet in hoe groot zo`n mand was. Het zegt iets over het doel ervan. De korven – de manden – zijn proviand voor de reis die je maakt. Het is overschot met een reden. 

De maaltijd, de ontmoeting met God in de eucharistie is dus ook geen privé-moment van Godsvereniging. Een moment van verlichting en Godsvereniging en daarna is het uit. Is het uit, dan ga je uit. Door de eucharistie worden we Gods Volk Onderweg: een volk, van twaalf stammen; net als het Joodse volk dat was in de woestijn. Zo zijn wij met de eucharistie, volk van Twaalf Manden.

Wij gaan straks onderweg. Vanuit het Latijn noemen we dat op missie gaan. En nu weet u meteen waar het woord mis vandaan komt. De mis vindt zich plaats binnen de muren van de kerk, maar wordt gevierd voor alles wat gebeuren moet buiten die muren.  Zes.

Samenvattend maken we deel uit van één grote dynamische beweging. God die beweegt onder de mensen zodat wij in beweging komen:

Wij mensen overal vandaan, komen samen rond het woord om van Jezus te horen. Wij hebben weinig van onszelf, maar kijken uit naar het vele dat God ons geeft. Wij zeggen daar dank voor en ontvangen de gave in blijdschap. Zo`n volheid dat we niet alleen genoeg hebben voor hier, maar ook nog eens genoeg om ons voor te bereiden op de missie die we meekrijgen, weer op weg te gaan, te getuigen van wie zijn als Gods Volk Onderweg. Geraakt door de gave: brood uit de hemel.

Amen.