Saturday, 28 June 2025

Petrus en Paulus 2025

 

In die tijd,
toen Jezus in de streek van Caesarea van Filippus gekomen was,
stelde Hij zijn leerlingen deze vraag:
“Wie is,
volgens de opvatting van de mensen,
de Mensenzoon?”
Zij antwoordden:
“Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia,
weer anderen Jeremia of een van de profeten.”
“Maar gij –
sprak Hij tot hen –
wie zegt gij dat Ik ben?”
Simon Petrus antwoordde:
“Gij zijt de Christus,
de Zoon van de levende God.”
Jezus hernam:
“Zalig zijt gij, Simon, zoon van Jona,
want niet vlees en bloed hebben u dit geopenbaard,
maar mijn Vader die in de hemel is.
Op mijn beurt zeg Ik u:
Gij zijt Petrus;
en op deze steenrots zal Ik mijn kerk bouwen
en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen.
Ik zal u de sleutels geven van het Rijk der hemelen
en wat gij zult binden op aarde,
zal ook in de hemel gebonden zijn
en wat gij zult ontbinden op aarde,
zal ook in de hemel ontbonden zijn.”

 

Beste vrienden,

In spannende films en verhalen draait het meestal niet om de mensen waarvan iedereen al van te voren denkt dat ze een groot succes gaan worden. Een jongen of meisje die al vanaf de prilste jeugd overal het beste in is, en dan ook nog eens wordt klaargestoomd om de Gemene Draak te verslaan. Want als dat verhaal ermee eindigt dat de Draak verslagen is, dan voelen we al aan dat dat onvermijdelijk was. Maar mensen met onvermijdelijk succes, voelen een beetje on-menselijk aan.

Daar klopt iets niet in zo`n verhaal. Dat kunnen we niet helemaal onder woorden brengen, maar we voelen het. Als we moeten uitleggen waarom “het niet klopt” moeten we iets zeggen als “het is niet zo`n spannend verhaal”. Het voelt een beetje als een spannend spel winnen door vals te spelen, zoals je in een computerspel jezelf onkwetsbaar kan maken, jezelf een miljoen dollar kan geven, of toverwapens waarmee je het van iedereen wint. Dat is even leuk, maar niet zo heel lang.

Wij zijn integendeel mensen, en de verhalen die ons raken, meeslepen, zijn verhalen over andere mensen. En mensen zijn rommelig, onvolkomen, hebben gaten in hun karakter, maken fouten, hebben pijn. Het kwaad dat ze aangaan is niet iets dat ze met een cheat-code uit kunnen schakelen. De Draak is écht gevaarlijk. Of de Draak nu een boze heerser is, een kwaaie meute of je eigen helaasheid die je elke keer terug in de modder probeert te trekken. We kijken er pas naar om als de held mens is zoals wij.

De beste verhalen en de beste films beginnen dus met mensen waar niemand veel van verwacht.

In de Hobbit en de Heer der Ringen draait het verhaal om Hobbits, halflingen die er niet heel stoer uitzien en ook niet uitzichzelf bekend staan als erg dapper. Niet de groep waarvan je denkt: deze laten we de strijd aanbinden met de Heer der Duisternis. Of bij Harry Potter: de jongen onder de trap. Wat moet daar nou van terechtkomen? En wie, in IT, zijn de enigen die het monster kan verslaan, dat zich vermomt als Pennywise de griezelige clown? The Losers’ Club, de kinderen die altijd als laatste gekozen worden bij gym.

Pas als mensen kwetsbaar zijn, weten dat ze kwetsbaar zijn, kunnen ze belangrijke, zelfs grote, dingen doen.

Omdat God de moeite neemt om mens te worden onder de mensen kiest hij voor kwetsbaarheid. Je kan Jezus pijn doen. Hij is geen halfgod waar als je er een pijl op afschiet die gewoon afketst van zijn gespierde stalen borstkas. En de mensen die Hij om zich heen verzamelt? Die ook niet.

Daarom ben ik ook nogal huiverig bij heiligenverhalen die te perfect zijn. Heiligen die als baby op vrijdag nooit de borst namen, of heiligen die als kind altijd hun speelgoed deelden. Levende bidprentjes.

Sterker nog: als je kijkt naar de apostelen, dan valt het nogal op. Er zitten nogal wat vlekjes aan. Ze volgen Jezus, maar ze snappen hem niet. Ze hebben veel talenten, maar vaak ook net de verkeerde. Ze zijn nogal eenvoudig van komaf, althans de meesten. En als het er op aan komt maken ze regelmatig uit zichzelf de verkeerde keuzes. Petrus is óf een vechtersbaas, of rent weg. En Paulus, de slimme Farizeeër? Die is juist door zijn slimheid zo onverdraagzaam. Als je altijd zeker weet hoe iets moet, dan heb je geen geduld met anderen. Sterker nog: de keuze om mensen te gaan vervolgen is nooit verg weg. Want de anderen, die het doen zoals het niet hoort! Die hebben het gewoon fout! De klewang erover!

Zowel Petrus als Paulus blijven echter niet steken in hun tekortkomingen. Ze ontmoeten iemand die groter is dan zij en weten daar antwoord op te geven. De één heeft wat meer overtuiging nodig dan de ander. Paulus moest daadwerkelijk van zijn paard gebliksemd worden. Maar wat ze gemeen hebben is dat ze allebei ja zeiden op die ontmoeting. Geen perfect ja, een ja dat zich over lange tijd moet uitzuiveren, een ja waar ze mee moeten leren omgaan en moeten leren wat dat ja van God het ja van henzelf betekent. Daar is echt tijd voor nodig. Daar moet je soms zelfs een hele reis voor ondernemen. Petrus naar Rome en Paulus op missie – al komt hij ook uiteindelijk in Rome uit.

Onderweg kom je jezelf tegen. Letterlijk en figuurlijk. Je kan pas grote dingen doen als je ook tegenslag kan hebben. Het moet ingewikkeld zijn anders is het geen goed, menselijk verhaal. Geen verhaal dat recht doet aan God die mens geworden is onder de mensen. Geen waarheid die geopenbaard is door de Vader in de Hemel, maar die geleefd moet worden door mensen hier op aarde, op zoek naar vaste grond, een rots onder de voeten.

Mogen we, wanneer we in de spiegel kijken en niet helemaal onder de indruk zijn met wat we daar zien, vervuld worden van hoop. We zijn geen superhelden, we hebben heen cheat-code voor het leven. We zijn uitgezocht, geroepen zelfs, door de God die mens werd. Geroepen om mee op avontuur te gaan. Gevaar te trotseren, het leven te vinden.

Amen.

 

 

Saturday, 21 June 2025

Sacramentsdag 2025

 

In die tijd sprak Jezus tot de menigte over het Rijk Gods;
en wie genezing nodig hadden, genas Hij.
Toen de dag ten einde begon te lopen
kwamen de twaalf naar Hem toe en zeiden:
“Stuur de mensen weg;
dan kunnen ze naar de dorpen en gehuchten in de omtrek gaan
om daar onderdak te vinden,
want hier zijn we op een eenzame plek.”
Maar Hij antwoordde:
“Geeft gij hun maar te eten.”
“Wij hebben niet meer dan vijf broden en twee vissen,”
zeiden ze;
“of we zouden voor al dat volk eten moeten gaan kopen.”
Er waren naar schatting wel vijfduizend mannen.
Hij gelastte nu zijn leerlingen:
“Laat ze gaan zitten in groepen van ongeveer vijftig.”
Dat deden ze en ze lieten allen plaats nemen.
Daarop nam Hij de vijf broden en de twee vissen,
sloeg de ogen ten hemel,
sprak er de zegen over uit,
brak ze en gaf ze aan zijn leerlingen
om ze aan de menigte voor de zetten.
Allen aten tot ze verzadigd waren
en wat zij overhielden haalde men op,
twaalf korven met brokken.

Beste vrienden

Deze zondag is het wéér geen gewone zondag. We vieren Sacramentsdag. De eucharistie staat centraal. Nu is dat natuurlijk elke zondag zo, net zoals elke zondag een klein Pasen is, maar sommige zondagen zijn gelijker dan anderen.

In het evangelie horen we over de wonderbaarlijke spijziging – wat een mooi ouderwets woord – van de vijfduizend, ergens aan de rand van het meer van Galilea. Je moet het je een beetje voorstellen net als bij de Bergrede: mensen overal vandaan, uit het Joodse land en uit de heidense steden, die van het Koninkrijk van God willen horen, die Jezus willen zien.

En dan gebeurt er van alles. En hoewel de spijziging niet precies hetzelfde is als de eucharistie volgt het wel dezelfde beweging, er zit eenzelfde structuur in. Wij denken soms te vaak en te makkelijk in enkele gebeurtenissen en enkele momenten. Wat betekent dit? Wat doet dat? Ons hoofd wil alle delen los van elkaar analyseren. Dat is niet altijd zinloos, maar je verliest dan ook gauw de blik op de diepere dimensies, de grotere bewegingen waarin wij meegenomen worden.

Het verhaal van de spijziging van de vijfduizend is niet zomaar een verhaal over een gebeurtenis. Het maakt de beweging van God en mensen zichtbaar. Maakt duidelijk wat eucharistie is én moet zijn.

Mensen komen van overal vandaan in een wildernis. De eucharistie is niet voor één volk, of één stam. Of één groep uitverkorenen die heiliger leven dan de rest. Het is bedoeld voor de hele mensheid. God is geen God van Joden, of God van Christenen. God is er voor iedereen. Het is een radicalere toewending dan wij ons misschien kunnen voorstellen.  Dat is één.

Mensen van overal bijeen komen bij elkaar. Wat komen ze daar doen. Ze komen naar Jezus luisteren. Jezus geneest. Dat is een grote aantrekkingskracht, maar belangrijker dan dat: Jezus verkondigt. Hij verkondigt het Koninkrijk, hij verkondigt de Blijde Boodschap. Daar begint alles mee. Als wij op zondag bijeen komen dan beginnen we niet met de communie, we beginnen met de dienst van het Woord. Die is niet minder dan de dienst van de tafel. Geen maaltijd zonder verkondiging! Het één kan niet zonder het ander. Dat is twee.

Maar hoewel geloof komt uit het gehoor (Romeinen 10:17) wekt dit geloof ook honger naar zijn vervulling. Het horen van en geloven in de Blijde Boodschap brengt ook verlangen naar ontmoeting met zich mee. Hoewel de mens niet leeft van brood alleen kunnen we ook niet enkel en alleen maar verzadigd raken van woorden.  

Wij bieden het weinige dat we hebben aan God. In het evangelie: vijf broden en twee vissen, wij, hier: wat brood en een bodempje wijn. Het is niet veel: uit zichzelf kan het ons niet vervullen. Er moet wat mee gebeuren. Wij bieden van uit onze kleinheid gaven aan. Drie.

Dan spreken we een zegen uit. In het Joodse geloof is de zegen over het eten een gebed van dankzegging. En wat betekent het woord eucharistie? Precies dat: dankzegging. We danken God voor wat Hij ons wil geven. De dank gaat aan het wonder vooraf. Wat betekent danken niet alles om jezelf en je eigen ego laten draaien. Dankzeggen betekent jezelf vrijmaken. Pas als je jezelf hebt leeggemaakt van je eigen prestaties en je eigen initiatieven, is er ruimte voor God om wat te doen.  Dat is vier.

En wat God doet is dan zorgen voor genoeg. De spijziging is verzadigend, vullend. Het is genoeg voor de dag. God zorgt voor mensen. Het is geen menselijke overdaad, als je er dat van wilt maken heb je ergens een afslag gemist.

Hij wil je ook vervullen. Zelfs, als we zeggen, brood en wijn zich lichaam en bloed van Christus, zich werkelijk met jou verenigen. Als jij verenigt met brood en beker, dan verenigt God zich met jou. Vijf.

Dan is het nog niet klaar. Er is nog over. En daar moeten we even opletten, want het is een kleinigheid we lezen er makkelijk over heen. Er blijft veel over.  In het Oude Testament was er manna uit de hemel. Maar dat kon je niet bewaren, tenzij het sabbat was dan kreeg je voor twee dagen. Maar nu? Twaalf korven! Twaalf manden in wat begrijpelijkere taal. Getallen in de Bijbel hebben altijd symbolische betekenis: het gaat nooit alleen maar om boekhouding. Twaalf, is een getal van volheid. Twaalf is het getal van het volk. Twaalf stammen van het volk Israël, twaalf apostelen die de kern vormen van het Volk van God dat de Kerk is. Twaalf manden, is dus ook geen toevallige uitrusting. Manden zijn bedoeld om voedsel in te stoppen voor onderweg. Het is geen hoeveelheidsmaat – er staat niet in hoe groot zo`n mand was. Het zegt iets over het doel ervan. De korven – de manden – zijn proviand voor de reis die je maakt. Het is overschot met een reden. 

De maaltijd, de ontmoeting met God in de eucharistie is dus ook geen privé-moment van Godsvereniging. Een moment van verlichting en Godsvereniging en daarna is het uit. Is het uit, dan ga je uit. Door de eucharistie worden we Gods Volk Onderweg: een volk, van twaalf stammen; net als het Joodse volk dat was in de woestijn. Zo zijn wij met de eucharistie, volk van Twaalf Manden.

Wij gaan straks onderweg. Vanuit het Latijn noemen we dat op missie gaan. En nu weet u meteen waar het woord mis vandaan komt. De mis vindt zich plaats binnen de muren van de kerk, maar wordt gevierd voor alles wat gebeuren moet buiten die muren.  Zes.

Samenvattend maken we deel uit van één grote dynamische beweging. God die beweegt onder de mensen zodat wij in beweging komen:

Wij mensen overal vandaan, komen samen rond het woord om van Jezus te horen. Wij hebben weinig van onszelf, maar kijken uit naar het vele dat God ons geeft. Wij zeggen daar dank voor en ontvangen de gave in blijdschap. Zo`n volheid dat we niet alleen genoeg hebben voor hier, maar ook nog eens genoeg om ons voor te bereiden op de missie die we meekrijgen, weer op weg te gaan, te getuigen van wie zijn als Gods Volk Onderweg. Geraakt door de gave: brood uit de hemel.

Amen.

Sunday, 15 June 2025

Nieuwe Benoeming

Beste vrienden,

In september 2019 benoemde mgr. Hendriks mij als co-pastoor in de regio Alkmaar. Sinds dat moment heb ik hier met veel plezier gewerkt. In de afgelopen twee jaren voelde ik echter de noodzaak om op – op termijn – terug te keren naar de regio waar ik oorspronkelijk  vandaan kom, het bisdom Breda. Vanuit Alkmaar is het niet meer goed te doen om regelmatig bij mijn ouders te zijn, en ook zij worden een dagje ouder.

Gelukkig is het goed mogelijk om – natuurlijk in overleg – uitgeleend te worden aan een ander bisdom.

Ik ben over mijn verwachtingen, wensen en plannen in overleg gegaan met mgr. Hendriks en mgr. Liesen, de bisschop van het bisdom Breda. In het  bisdom Breda wordt binnenkort de H. Mariaparochie in Etten-Leur vacant. Mgr. Liesen ziet mij als de geschikte kandidaat aldaar pastoor John van de Laer op te volgen, die met emeritaat gaat.

Vorige week heb ik kennisgemaakt met het parochiebestuur van Etten-Leur. We hebben over en weer vertrouwen in elkaar uitgesproken. Daarmee is de eerste stap gezet.

Dit alles betekent dus ook dat ik per 1 september de parochies in de regio Alkmaar zal verlaten. En hoewel ik veel zin heb in mijn nieuwe taak vind ik het ook erg jammer om te moeten gaan. Ik zal iedereen hier ontzettend missen.  De fijne collega’s, de vele vrijwilligers en jullie als parochianen hebben mij hier thuis laten voelen. Dat was voor mij een kostbaar geschenk dat ik zal blijven koesteren.  

Over de overgangsperiode zullen t.z.t. nog verdere mededelingen worden gedaan. Ik wens jullie allemaal alle goeds, en veel zegen voor de komende tijd.

Hartelijke groet,

Pastoor Jan-Jaap van Peperstraten

Thursday, 12 June 2025

Drie-eenheid 2025

 

Vandaag vieren we het Hoogfeest van de Drie-Eenheid. Dat klinkt altijd heel erg ingewikkeld. Misschien maken we het zo wel nog wat ingewikkelder dan het al is. Want wat zeggen we als we de woorden “het is ingewikkeld” uitspreken? Dat het moeilijk is om te vatten? Heel veel dingen zijn moeilijk om te vatten, toch liggen we daar niet wakker van.

Of misschien “het ziet er onlogisch uit”, maar heel veel dingen die waar zijn zien er onlogisch uit, of zelfs onbegrijpelijk. Voor de oude Grieken was het heel onlogisch, zelfs ondenkbaar, dat er een God was die van mensen kon houden, laat staan een God die de wereld ingaat, als mens onder de mensen. Die het lijden begreep, lijden op zich nam. En zelfs door de poorten van de dood terugkwam om de wereld nieuw leven te geven.

Nee, misschien moeten we maar niet al te geïntimideerd zijn door wat mensen denken dat ondenkbaar is.

De Drie-Eenheid is ongetwijfeld een groot mysterie, maar wel een uitnodigend mysterie, we mogen God als  Drie-Eenheid leren kennen! En als we willen weten wat dat betekent moeten we maar denken, wat als we iemand willen leren kennen? Dan kijken we in de eerste plaats kijken naar wat iemand doet. Met God is dat niet anders. En al in de eerste bladzijden van de Bijbel zien we die Drie-Ene God scheppend en handelend optreden. En nee, het woord Drie-eenheid, dat staat niet in de Bijbel, maar het woord vat wel samen wat er gebeurt, hoe God is.

Op de zesde dag als God de mensen schept zien we iets bijzonders in de tekst. Een meervoudsvorm. Laat ons mensen maken naar ons beeld en gelijkenis, zegt God. In de christelijke traditie is dat altijd gelezen als een voorafschaduwing van de Drie-eenheid die later helemaal geopenbaard zal worden. 

De mens is dus niet alleen maar werk van God de Vader, van een almachtige Scheppergod die op onmetelijke afstand van ons zijn onnavolgbare raadsbesluiten over het hele universum uitstort, maar is een gemeenschap in zichzelf – een drie-in-één- die bijeengehouden wordt door de kracht van de Liefde, de Heilige Geest. 

God is niet alleen maar almacht, God is verbondenheid, en omdat mensen naar het beeld en gelijkenis van die verbondenheid gemaakt zijn dragen wij die tekenen van verbondenheid met ons mee. Drie-eenheid wil niet meer zeggen dan God is gemeenschap en God zoekt gemeenschap. God is verbinding en zoekt verbinding.

Nu is verbinding zoeken en vinden altijd ingewikkeld, en voor ons mensen is er altijd ruis op de lijn als we die verbondenheid zoeken. Dus geen wonder dat we Drie-eenheid maar lastig vinden. De beste manier om er wat van te snappen, is niet door het oplepelen van formules (hoe belangrijk die ook zijn in een andere context) maar door verbondenheid te leven.

Wij zijn als mensen op drie manieren door de Drie-Eenheid verbonden. 

Wij zijn verbonden in en met onszelf. Dat is een belangrijk begin. Wij dragen het stempel van de Drie-eenheid. Wij zijn niet enkel gemaakt door de Vader. Wij dragen een veelheid aan capaciteiten en vaardigheden in ons mee, die alleen tot bloei kunnen komen als ze een authentiek geheel zijn. Augustinus, de grote kerkvader uit de Vijfde Eeuw zei: de menselijke ziel bestaat net als de Drie-eenheid uit drie delen, de herinnering, het begrip en de wil. Als die drie niet samenwerken komt er van ons leven niets terecht. Maar als we verbonden zijn met het verhaal van ons leven – de herinnering – goed begrijpen wat we moeten doen – het begrip hebben – en dan ook nog de wil hebben om dat inzicht door te zetten, dán komen we als mens werkelijk tot ons recht. Als we onszelf niet meer respecteren, of alleen nog maar  bezig zijn met vroeger, of ons opsluiten in de ivoren toren van onze intelligentie, of ons verliezen in allerlei ongerichte activiteiten, dan verliezen we onszelf.

 

Wij zijn verbonden met alle mensen om ons heen

We kunnen niet verbonden zijn met onszelf als we niet verbonden zijn met onze naaste. Als de Heer zegt dat wij onze naaste moeten liefhebben als onszelf – zegt Hij dat met zoveel woorden. Wij kunnen geen goed leven leiden als we niet leven in verbondenheid met anderen, in het gezin, de familie, de kerk, verenigingen waar we bij horen, de gemeenschappen waar we deel van uitmaken (stad en land) en tenslotte de hele mensheid. Hoe meer je je afsluit, des te minder je van de Drie-eenheid begrijpt.

Als iedereen het zegel van de Drie-eenheid met zich mee draagt zijn wij ook met iedereen verbonden. Niet met iedereen op exact dezelfde manier, dat spreekt voor zich. Maar toch is het een  onontkenbare realiteit. We mogen dus nooit tegen een ander zeggen: jij mag niet bestaan, jouw leven doet er niet toe. 

Maar als we het journaal aanzetten, en je zou haast benauwd zijn om dat te doen, en we zien de verschrikkelijke beelden, zien we hoe makkelijk dat gezegd kan worden. Of gedacht. Of er naar gehandeld. Je kan een samenleving niet met geweld bijeenhouden. In een samenleving die niet is gebouwd op wederzijds respect, op erkenning, ontaardt het leven in een strijd van allen tegen allen. Dan zijn er alleen maar verliezers. 

Het leven en de waardigheid van de ander ontkennen, dat gebeurt niet alleen maar ver weg. Dat kan net zo goed hier gebeuren. Wij zijn allemaal met elkaar verbonden, ook in onze morele en spirituele zwakheid.

In de woorden van de wijze Amerikaanse dominee Martin Luther King: “Wij moeten leren samenleven als broeders, of gaan, als dwazen, samen ten onder” Het bestaansrecht van de ander ontkennen is een zonde, en zonde vernietigt de mens en het menselijke samenleven.

Tenslotte: Wij zijn verbonden met God. 

Als wij verbonden zijn met onszelf, en onze naaste, dán kunnen wij ook verbonden zijn met God. Die dingen staan niet los van elkaar. De apostel Johannes schrijft: “Als iemand zegt dat hij God liefheeft, terwijl hij zijn broeder haat, is hij een leugenaar. Want als hij zijn broeder die hij ziet niet liefheeft, kan hij God niet liefhebben die hij nooit heeft gezien.” (1 Joh. 4:20) . Beste vrienden, Liefde is niet los verkrijgbaar. Je kan niet denken, hier houdt het wel op. Je krijgt er altijd meer bij. Geen kers op de taart, maar de vervulling van ons wezen. Kennis van God begint niet op de zolderkamer, of met een inzicht gebouwd op een vonk ergens diep in ons innerlijkste ikje. Kennis van God komt wanneer we verbondenheid leren.

Verbinding in onszelf, verbinding met elkaar, verbinding met God door de banden die God ons geeft, het gebed, de Bijbel, de sacramenten en door het geloof – een gave van de geest. Met en door al die banden geeft God ons het vermogen om kinderen te worden. Zo worden wij wat wij zijn, mensen die antwoord geven op de uitgenodiging die bij de Schepping in hun hart is gegrift: en zo opgenomen worden in die Goddelijke eenheid, dat Goddelijke samenleven van Vader, Zoon en Heilige Geest. Die Drie-eenheid die alles in de hemel en op aarde bijeenhoudt door de band van de Liefde.