Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Marcus 6,30-34.
In die tijd voegde de apostelen zich weer bij Jezus, en brachten Hem verslag uit over alles wat zij gedaan en onderwezen hadden.Daarop sprak hij tot hen: 'Komt nu eens zelf mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en rust daar wat uit.' Want wegens de talrijke gaande en komende mensen hadden zij zelfs geen tijd om te eten.
Zij vertrokken dus in de boot naar een eenzame plaats om alleen te zijn.
Maar velen zagen hen gaan en begrepen waar Hij heenging; uit al de steden kwamen mensen te voet daarheen en waren er nog eerder dan zij.
Toen Jezus aan land ging, zag Hij dan ook een grote menigte. Hij voelde medelijden met hen, want zij waren als schapen zonder herder, en Hij begon hen uitvoerig te onderrichten.
Broeders en zusters in Christus,
Vandaag
lezen we in de eerste lezing, de tussenpsalm en het evangelie over hetzelfde
thema, over hoe het volk wordt vergeleken met een kudde, en moet worden geleid
door herders die voor de kudde zorgen.
In de eerste lezing lezen we een
waarschuwing, de herders - de leiders
van het volk – hebben hun werk niet goed gedaan – de mensen zijn op drift
geraakt, de weg kwijt en de herders hebben geen plaats voor hen weten te
vinden.
God zélf zal dan
het herderschap over nemen, dat bezingen we in de tussenpsalm, die prachtige
psalm 23, “de Heer is mijn herder, niets kom ik tekort”. Waar menselijke
leiding tekort schiet mogen we altijd terugvallen op de leiding die van God
zelf komt.
In het
Evangelie zien we dan als het ware Gods antwoord op het werk van de slechte
herders uit het Oude Testament. Jezus en zijn leerlingen willen uitrusten na
hun lange dagen maar als ze op een ‘eenzame plaats’ komen in de hoop rust te
vinden vinden ze daar al mensen die op hun wachten. Waar de slechte herders de
kudde uiteengejaagd hadden, zo brengt Jezus – de Goede Herder – de mensen
bijeen. Niet door machtswoorden maar door zijn voorbeeld, zijn uitstraling.
En op dit
breukmoment, hij komt op de eenzame plaats om even niet onder de mensen te zijn, wordt zijn hart bewogen door medelijden, want ze waren als
schapen zonder herder. Op een eenzame plaats zijn is goed, maar je taak als
herder vervullen is beter. En Hij begon
hen uitvoerig te onderrichten.
Uit deze
tekst kunnen we zeker drie belangrijke lessen halen.
Ten eerste,
mensen zijn niet geroepen om in hun eentje door het leven te gaan – we horen
thuis in concrete gemeenschappen, de gemeenschap van de kerk, maar ook de
gemeenschappen in de wereld, waar we wonen, werken.
Zolang die
goed hun taken goed kunnen vervullen zal het ook goed gaan met ons. Maar dit
gaat niet vanzelf, daar zijn ‘herders’ voor nodig. Dat is het beeld dat de
bijbel gebruikt voor mensen die leiding geven – herders. Zonder leiders, geen
gemeenschap, zonder herder, geen kudde.
Ten tweede,
niet iedereen die zich herder noemt is de titel waard. Sommige herders blijken
huurlingen te zijn die bij het eerste zuchtje wind de benen nemen, na nog even
een flinke exitbonus voor zichzelf te hebben geregeld, ook dit is helaas overal
te zien – in het bedrijfsleven, in het openbaar bestuur, zelfs in de kerk
blijken sommige herders niet te zijn wat ze zich voordeden, soms zijn het zelfs
wolven in vermomming. Afschuwelijk. Dat woord van Jeremia: "Wee, die herders..." moeten we dan heel serieus nemen!
Maar, ten derde,
we hebben wel altijd een voorbeeld voor ons hoe het wel moet. Jezus Christus is
de Goede Herder die zijn leven geeft voor zijn schapen. Dat hoeven we niet
allemaal letterlijk na te volgen, maar voor ons kan dat betekenen dat we ons
leven ter beschikking stellen aan
onze naaste. Ook als het niet uitkomt, ook als we toe zijn aan vakantie. We
mogen ons in beweging laten brengen
door de noden van een ander en onze verantwoordelijkheid nemen.
We mogen dit
allemaal doen op onze eigen manier, naar onze eigen levensstaat en
capaciteiten, maar iedereen kan iets doen, een vriendelijk woord, een moment
van aandacht geven..
Als we zo
leven zijn we niet alleen maar leden van de kudde, maar leven we ook naar het
voorbeeld van Hem, de Mensenzoon die gekomen is om ons te leiden en te weiden,
op weg naar het Koninkrijk van God. Amen.