Toen
Jezus de menigte zag, ging Hij de berg op,
en nadat Hij zich had neergezet, kwamen zijn leerlingen bij Hem.
Hij nam het woord en onderrichtte hen aldus:
“Zalig de armen van geest,
want aan hen behoort het Rijk der hemelen.
Zalig de treurenden,
want zij zullen getroost worden.
Zalig de zachtmoedigen,
want zij zullen het land bezitten.
Zalig die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid,
want zij zullen verzadigd worden.
Zalig de barmhartigen,
want zij zullen barmhartigheid ondervinden.
Zalig de zuiveren van hart,
want zij zullen God zien.
Zalig die vrede brengen,
want zij zullen kinderen van God genoemd worden.
Zalig die vervolgd worden om de gerechtigheid,
want hun behoort het Rijk der hemelen.
Zalig zijt gij wanneer men u beschimpt,
vervolgt en lasterlijk van allerlei kwaad beticht om Mijnentwil:
Verheugt u en juicht, want groot is uw loon in de hemel.”
Broeders en zusters in Christus
In onze katholieke kerk komt het steeds vaker voor dat wanneer je naar de kerk gaat zeker in een wat grotere stad, dat je merkt dat je daar mensen ziet die overal vandaan komen, uit alle mogelijke landen. Het is niet meer zo dat we in de kerk een zuiltje zijn, ons eigen groepje met een eigen bakker en slager en voetbalvereniging, nee. We zijn een groep mensen die uit heel de wereld elkaar hier gevonden hebben, getrokken door Gods woord en de ontmoeting met God in het sacrament.
Dan kun je denken: dat is iets van nu, van de eenentwintigste eeuw. Vroeger gebeurde dat niet. Maar als we het Evangelie van vandaag lezen zien we dat die ontmoeting met mensen overal vandaan, die op zoek naar zijn hoop en troost er altijd geweest is.
We lezen over de zaligsprekingen en die menigte uit de eerste zin, die komt – zo staat elders in het verhaal – overal vandaan. Ze komen niet alleen uit het Joodse land, maar er komen ook mensen uit de Heidense steden daar in de buurt, mensen die de God van Israël niet goed kennen, alleen van horen zeggen, maar wel een moeilijke reis aangaan omdat ze voelen dat Jezus de hele wereld wat te zeggen heeft. En zij willen daar bij horen, bij die boodschap. De leer van Jezus is geen geheime leer, waar maar een paar uitgelezen mensen weet van mogen hebben. Jezus is er voor alle mensen.
Dat is dan dus ons eerste punt: het verhaal van Jezus is er voor alle mensen. Dat zien we letterlijk terug op die berg van de Zaligsprekingen in Galilea, met iedereen die daar samen komt.
Dan komen we ook snel op ons tweede punt: wat Jezus ons te zeggen omvat ook een opdracht waarmee alle mensen betrokken kunnen raken op anderen om hem heen. Dat is dan ons tweede punt: het verhaal van Jezus maakt ons actief, wekt ons tot leven, ten dienste van alle mensen
En de zaligsprekingen leggen ons uit hoe dat gaat. Wat daar in staat gaat iedereen aan.
Kijken we maar eens terug in die zaligsprekingen. We lezen hier niet een partijprogramma voor maar één soort mensen, of een soort wetten of regels voor maar één kerkje of geloofje.
Iedereen kan arm van geest zijn, dat wil zeggen dat je niet trots bent of hooghartig
En wie treurt er niet als mensen om je heen – oook al ken je ze misschien niet goed, wat verdrietigs meemaken? Dat zou iedereen moeten doen.
Zachtmoedig zijn, dat je niet hooghartig bent, onbenaderbaar. Hongeren of dorsten naar gerechtigheid, want échte gerechtigheid gaat iedereen aan.
Barmhartig zijn, zuiver van hart, vrede brengen. Dat zijn houdingen die zich tot de hele wereld richten, je kan niet zeggen dat je voor vrede bent, terwijl je je schouders ophaalt als ergens ver weg een land wordt verscheurd door conflicten.
En ja, iedereen die goed doet kan doen kan ook daarom pijn lijden, vaak wordt goed met kwaad vergolden. En zo heb je ook deel aan de pijn van andere mensen.
En als we dan zeggen: één, Jezus is er voor alle mensen, twee: Jezus activeert ons, maakt ons dienstbaar aan alle mensen, dan komen we ook bij ons derde punt.
Dat er voor alle mensen een pad is naar God, een pad dat begint bij de Zaligsprekingen.
Want als je die houding hebt, die gerichtheid ten opzichte van anderen, dan word je daar gelukkiger van, gezegend, zelfs, zalig. Dan ligt de weg naar God voor je open. Vandaag op de (vooravond/dag) van Allerheiligen denken we in het bijzonder aan alle mensen die in de Hemel zijn. Maar voor dat we daar zijn moeten we het hebben over de weg die je moet gaan om daar te komen.
Want wat de eeuwigheid betreft kun je niet zeggen, als ik goed mijn best doe, en ik me goed aan alle fatsoensregels houd, en ik nooit een bon krijg van de politie en ik verder een beetje netjes ben en ik doe wat goed is, dan kom ik er wel. Als je rekent op eigen verdienste en niet op je verbondenheid met mensen om je heen, verbondenheid met God in het geloof, dan ga je in tegen de geest van de Zaligsprekingen. En dat werkt niet.
Om die gedachte wat te illustreren: Wanneer u de krant leest, staan daar vaak columns in verhaaltjes van mensen die vertellen over wat ze denken of over wat ze hebben meegemaakt. En ik kan u vertellen, ik tel soms in zo`n column of artikeltje vaak de “ik’s”, als spelletje, zeg maar, en als je er op gaat letten merk je hoeveel er van staan. En hoe meer er van staan, hoe saaier het verhaal vaak is. Ik, ik, ik, ik, ik, ik, ik, ik ik. Pffffffff… U mag doen wat u wil, maar ik sla dan de bladzijde om.
Verhalen die alleen maar iemands ik gaan, zijn meestal niet zo spannend. Ik vermoed dat God verhalen die alleen maar over ons eigen ikje gaat ook wat minder spannend vindt. Daarom denk ik moeten er ook veel mensen in Hemel zijn, zodat God al die verhalen van mensen kan horen. Maar niet de verhalen over ik, ik, ik – maar vooral de verhalen over ons samen. Over waar we vandaan komen, en met wie we ons leven hebben doorgebracht over onze families en vriendschappen, over van wie we hielden in ons leven. Zo stel ik me dat een beetje voor, maar dat hoeft u niet letterlijk van mij over te nemen.
Maar als we daar dan zijn dan worden we dus niet opeens veranderd in mensen die alleen nog maar bezig zijn in ons eigen ikje met het genieten van het Aangezicht van God. Op een individueel wolkje met een individueel schaaltje rijstepap. Nee. Zo in ieder geval niet.
De traditie van de Kerk heeft altijd gezegd dat het leven van de Heiligen in de hemel een leven van volledige betrokkenheid is.
Iedereen in de Hemel is betrokken op God, op elkaar maar ook op ons. De Heiligen bidden voor ons en zijn onze voorsprekers in de Hemel.
Therese van Lisieux, die hele grote, kleine heilige uit Frankrijk, zei eens de wijze woorden: ik wil mijn hemel doorbrengen met goed te doen op Aarde. En zo is het – daarmee heeft ze voor ons het unieke van het bestaan van de heiligen in de Hemel ontsluierd. Het is geen geheim leven in afzondering, maar het ultieme leven in alle openheid.
Laten wij dan ook deze weg aangaan, de weg van betrokkenheid, openheid. De weg van de liefde van God tot de naaste. Dan zullen wij met eigen ogen het huis zien wat God voor zijn Heiligen heeft klaargemaakt.
Amen.