Saturday 24 April 2021

Roepingenzondag 2021

 In die tijd sprak Jezus tot zijn leerlingen:
“Ik ben de goede herder.
De goede herder geeft zijn leven voor zijn schapen.
Maar de huurling,
die geen herder is en geen eigenaar van de schapen,
ziet de wolf aankomen,
laat de schapen in de steek en vlucht weg;
de wolf rooft ze en jaagt ze uiteen.
Hij is dan ook maar een huurling
en heeft geen hart voor de schapen.
Ik ben de goede herder.
Ik ken de mijnen en de mijnen kennen Mij,
zoals de Vader Mij kent en Ik de Vader ken.
Ik geef mijn leven voor mijn schapen.
Ik heb ook nog andere schapen,
die niet uit deze schaapsstal zijn.
Ook die moet Ik leiden
en zij zullen naar mijn stem luisteren
en het zal worden: één kudde, één herder.
Hierom heeft de Vader Mij lief,
omdat Ik mijn leven geef
om het later weer terug te nemen.
Niemand neemt Mij het af,
maar Ik geef het uit Mijzelf.
Macht heb Ik om het te geven
en macht om het terug te nemen:
dat is de opdracht, die Ik van mijn Vader heb ontvangen.”

Broeders en zusters,

Deze zondag is het roepingenzondag, de dag waarop we bijzonder denken aan alle studenten die zich voorbereiden op het priesterschap, het diakonaat en het religieuze leven. Belangrijke taken in de Kerk! In de evangelietekst van vandaag horen we dan over Jezus die zichzelf de Goede Herder noemt.

We kennen allemaal dat beeld. Jezus, vriendelijk glimlachend met een tevreden schaapje op de schouders. Een mooi beeld, een beetje romantisch – dat wel. Want we horen in het evangelie ook dat herder zijn -in het veld of in de kerk – niet zonder gevaar is.

Want een roeping volgen betekent je voorbereiden op een herderlijke taak, en dat omvat nog al wat! De kudde niet uit het oog verliezen, goed oppassen, een bemoedigend woord spreken, en als het nodig is dreigingen van elders  ver weg houden!

Als dat makkelijk was, nu, dan deed iedereen het wel! Maar als we om ons heenkijken zien we dat jongemannen er niet direct voor in de rij staan. Dat komt niet door een gebrek aan reclame, of omdat de website van het seminarie er niet goed uit zou zien, maar dat hoort bij de aard van de zaak.

Arbeiders in de wijngaard – een ander bijbels beeld dat dezelfde taken beschrijft – zijn er altijd te weinig. Als het even lijkt alsof er genoeg zijn of zelfs teveel dan is dat óf gezichtsbedrog óf een situatie die gauw tot het verleden zal horen! Of misschien zijn er wel even genoeg omdat priesters, diakens, religieuzen, het té goed hebben. Dat het priesterschap bijvoorbeeld een soort carrièrekeus wordt. Een stap omhoog op de ladder… Ja. Dat kan ook.

Maar dan komen er niet alleen maar herders naar de parochies toe, maar ook huurlingen!  Die denken misschien een rustig baantje te vinden met niet teveel moeilijke uitdagingen. Maar als de huurlingen de kop op steken in de kerk, broeders en zusters, dan weten we één ding zeker: dat loopt nooit goed af. Niet voor de huurlingen, en ook niet voor de Kerk. Want als het spannend wordt weet men niet hoe gauw men zich uit de voeten moet maken. Feest voor de wolf! Maar niet voor de mensen..

In zekere zin moeten we dus maar blij zijn dat we gebrek voelen, gebrek aan priesters. Want dat betekent – hopelijk – dat er weinig huurlingen onder ons zijn!

Op het seminarie zie ik in ieder geval geen huurlingen. U weet ongetwijfeld dat ik daar ook lesgeef, net als op de zaterdagopleiding voor volwassenen die zich willen voorbereiden op een taak in de kerk (of gewoon geïnteresseerd zijn in theologie!), en op beide instituten zie ik alleen maar jonge mannen en op de zaterdagopleiding volwassen mannen en vrouwen die zich met hart en ziel inzetten. Mensen die niet hun eigen eer of gemak zoeken, maar proberen een weg te vinden om de ander van dienst te kunnen zijn.

En als we het even over de priesterstudenten te hebben – deze hebben niet de illusie hier in een gespreid bedje terecht te komen. De Kerk heeft het moeilijk in Nederland – het zal voor u geen geheim zijn om dat te horen. Veel jonge priesterstudenten komen uit een ver buitenland en de uitdagingen beginnen al bij het zich meester maken van die lastige Nederlandse taal. Dat zet altijd al een beetje de toon. Door de lange jaren van stage en studie bekwamen ze zich steeds meer om de herderstaak te kunnen dragen. Niet alleen de wolven op afstand houden, maar ook op zoek gaan naar wat verloren is, naar schaapjes die verdwaald zijn geraakt en waarvan soms zelfs de kudde zegt dat ze er liever niet bij willen hebben!Zo geeft elke goede herder op zijn manier zijn leven voor de schapen.

Dat vraagt moed en inventiviteit en een toewijding die telkens opnieuw wordt gestut op het gebed en de sacramenten, een ontwikkeld geloofsleven en een openheid om mensen te ontmoeten waar ze zijn.

Priesters en alle anderen die in de Kerk werken kunnen dat dan ook niet alleen. Zij moeten worden gedragen door de gemeenschap om hen heen.  Zo houden we elkaar vast met een band van genegenheid die het mogelijk maakt dat wij samen kunnen groeien, samen gemeenschap van de Heer te kunnen zijn, en samen op die weg worden geleid die uitkomt bij God.

Hij die de grond is van al ons streven.

Amen.