In die
tijd
kwam Jezus vergezeld van zijn leerlingen in Jericho.
Maar toen ze,
vergezeld van een flinke menigte,
weer uit Jericho wegtrokken,
zat een blinde bedelaar langs de weg,
Bartimeüs, de zoon van Timeüs.
Zodra hij hoorde dat het Jezus de Nazarener was, begon hij luidkeels te roepen:
“Jezus, Zoon van David,
heb medelijden met mij!”
Velen snauwden hem toe te zwijgen,
maar hij riep nog veel harder:
“Zoon van David, heb medelijden met mij!”
Jezus bleef staan en zei:
“Roept hem eens hier.”
Ze riepen de blinde toe:
“Heb goede moed!
Sta op, Hij roept u.”
Hij wierp zijn mantel af,
sprong overeind en kwam naar Jezus toe.
Jezus vroeg hem:
“Wat wilt ge dat Ik voor u doe?”
De blinde antwoordde Hem:
“Rabboeni, maak dat ik zien kan!”
En Jezus sprak tot hem:
“Ga, uw geloof heeft u genezen.”
Terstond kon hij zien
en hij sloot zich bij Hem aan op zijn tocht.
Beste vrienden,
Soms zie je niet
wat er recht voor je neus gebeurt. De afgelopen week, ik weet niet of u er over
in de krant hebt gelezen, is een priester van ons bisdom veroordeeld door de rechter.
Wegens ernstige delicten met betrekking tot minderjarigen. Nu hij is veroordeeld gaat de zaak ook naar
de kerkelijke rechter in het Vaticaan. Het bisdom heeft wel al bepaald
dat wat de kerkelijke rechter ook beslist, dat hij nooit meer terug mag komen in het pastoraat. Ik ben blij met dat besluit.
Maar wat het is: ik ken hem. Hij was
een bekende voor mij en de jongere priesters in dit bisdom. Onze
opleidingstijd overlapte elkaar voor een deel. We woonden in hetzelfde studiehuis. Je
denkt dan dat je iemand kent. Maar soms klopt dat niet. De werkelijkheid over
een ander is soms verborgen. Dat kan omdat ze zelf anderen misleiden, maar het probleem ligt vaak ook bij onszelf. Wij hebben een blinde vlek. We hadden misschien wat kunnen merken. Misschien zijn er zelfs mensen geweest die iets opgemerkt hebben, en die dat gemeld hebben, maar dat signaal komt niet door, het verdwijnt in de blinde vlek.
We leven niet in een zuiver transparante wereld. De werkelijkheid kan zichzelf verbergen, en wij zijn vaak teveel met onszelf bezig om wat voor ons ligt goed te kunnen vatten. En het vervelende van een blinde vlek is dat je zélf niet ziet dat je hem hebt.
Je moet er soms op een harde manier achter komen. Omdat je eerder iets wezenlijks hebt gemist.
Nu is dít natuurlijk een negatief voorbeeld: het is iets verkeerds dat niet is gezien. We kunnen ook positieve dingen missen. Dat onze blinde vlek niet het slechte, maar juist het goede verbergt. Dat is nóg riskanter.
Het verkeerde, het slechte, heeft namelijk nooit het laatste woord. Dat zit in de kern van ons geloof. Maar als we het goede niet meer zien, of de waarheid niet meer zien, dan raken we los van onze trossen. Dan worden we voortgestuwd op elke stroom en gaan we heen en weer met elk getij. En God weet op welke zandbank we dan stranden.
Door heel het evangelie heen zien we dit thema terug. Het contrast tussen zien en niet-zien. De leerlingen van Jezus zijn wat dat betreft net als de mensen van vandaag, zowel in de Kerk als daarbuiten. Ze missen nog wel eens wat! Ze trekken drie jaar op met Jezus, maar elke keer als Hij tot de kern wil gaan, wil uitleggen wie Hij is en wat hij komt doen, dan komt er toch iets niet goed aan.
We staan vandaag aan de poorten van Jericho. En dat is geen toevallige plek. Jezus is op weg naar Jeruzalem en alles wat nu gebeurt is betekenisvol. De reis van Jericho naar Jeruzalem is een opgang, je gaat letterlijk omhoog. Jericho ligt in het dal, en Jeruzalem aan de heilige berg Zion. Opgaan naar Jeruzalem verheft je dus, het is een opgang naar God, een bedevaart, een tocht naar de waarheid.
Jezus gaat naar Jeruzalem, om daar zijn koningschap bekend te maken. Hij is geen koning die komt om te heersen, nee, Hij komt om te dienen en dat zal hij zichtbaar maken aan het kruis. Dat is moeilijk te geloven, moeilijk te vatten. De leerlingen raken daar tastend aan, stukje bij beetje, maar het gaat met horten en stoten. Ze weten het ergens wel, maar weten nog niet wat het betekent.
Wie ziet het hier wel helder? Een buitenstaander. (Ook weer heel Bijbels!) Een blinde man, aan de rand van de weg. Hij heeft een bijzondere naam. Bar-Timeaus. Een rare mengnaam, half Aramees en half Grieks. “Bar”, is “zoon van” en Timaeus is een Griekse naam. En voor iedereen die in de tijd van Jezus Grieks kon lezen en schrijven een hele bekende naam, dat was namelijk de beroemdste tekst van Plato, de filosoof. Die stond elk jaar op de examenlijst! En waar gaat de Timaeus over? Over de waarheid zien! Hoe je een helder begrip kunt krijgen van wat er werkelijk, in de diepste geestelijke werkelijkheid gebeurt. Voorbij de oppervlakte van het schijnbare, in het dagelijkse leven, vind je de waarheid over de diepste zin van ons bestaan.
Die naam Bar-Timaeus is
zó raar dat dat geen toeval is, daar geloof ik niks van. Het wil wat zeggen. En wat het zegt is: je
hebt mensen nodig die de waarheid zien, mensen die voorbij de oppervlakte
kijken, en vaak zijn dit buitenstaanders.Want die delen niet in onze blinde vlek.
En zoals dat is met buitenstaanders, niemand neemt ze serieus! Ze horen misschien wel bij het meubilair, iedereen ziet ze zitten, maar ze mogen niet meedoen. En als ze wat zeggen dan klinkt het ons raar in de oren! Het makkelijkste is “Houd je mond!” te roepen (lastig mens!) – en dat is wat de leerlingen doen!
Dat komt niet eens vanuit een diepe overtuiging – het is echt een reflex. Een blindevlekreflex. Dat kun je zien omdat als de wind opeens van de andere kant komt, en Jezus “kom eens hier” zegt tegen de man, ze als een blad aan de boom draaien en zeggen : “houd goede moed!”.
De blinde buitenstaander is de enige die onder de oppervlakte ziet. Hij is opmerkzaam, hij heeft misschien ook niet de luxe om veel blinde vlekken te hebben. Hij is dan wel blind maar alle andere zintuigen maar bovenal zijn geestelijke gaven, zijn gerichtheid op God, dat alles staat voor honderd procent aan: hij staat klaar voor wat God hem zeggen wil, voor wat God hem geven wil. Hij merkt op wie Jezus is, niet omdat zijn IQ extreem hoog is – daar gaat het niet om - maar omdat hij volledig aanstaat. En op het moment dat er iets op dat fijn afgestelde radarscherm komt, twijfelt hij geen moment.
“Jezus, Zoon van David, heb medelijden met mij!”
Hij is niet de eerste zieke of gehandicapte die Jezus toeroept, om hulp vraagt. Het is bekend dat Jezus genezen kan. Daar waren er meer van, rondreizende gebedsgenezers. De één sterker dan de ander. Als hij had gezegd “Jezus, help mij”, dan was dat de gewoonste zaak van de wereld geweest.
Maar dat
zegt hij niet, hij zegt “Jezus, Zoon van David, heb medelijden met mij”. Hij zegt
daarmee: Jezus is de Koning! De koning gaat op naar Zijn koningsstad en de eerste die hem toejuicht is deze man! Het is minder Jezus genees mij, en meer Koning Jezus, begunstig mij! Dat is iets anders!
Zo begrijpen we wel waarom de leerlingen hem onmiddellijk het zwijgen proberen op te leggen, want straks worden ze nog door de Romeinen gearresteerd, lang en breed voordat ze in Jeruzalem zijn! Ze hebben wel wat door, maar het ontbreekt ze aan geloof.
Jezus geneest Bartimeus, maar dat is niet de kern van het verhaal. Die zien we namelijk in de laatste zin. Hij sloot zich bij hen aan op Zijn tocht. Op inzicht volgt belijdenis, op belijdenis volgt actie. Het is niet dat hij passief gelooft en dat hem dan iets moois toevalt, nee. Hij gelooft en gaat met Jezus mee, wat er ook nog staat te gebeuren. Dat weet Bartimëus ook niet. Maar hij is er niet bang voor!
Ook in ons leven komt het voor dat wij de zaken niet helder zien. Als we daarmee geconfronteerd worden, dan is dat een les. Daar mogen we uit groeien. Ook, of juist, als dat pijn doet.
Er wordt niet van ons verwacht dat we het áltijd goed zullen doen, dat we geen fouten maken. Die maken we, en soms heeft dat serieuze gevolgen. Maar als we inzicht krijgen, al dat niet door iemand van buiten, moeten we in actie komen, Jezus navolgen, het pad omhoog volgen, de geestelijke weg, tot we met hem samenzijn in de Koningsstad, waar we de waarheid dan ook met eigen ogen zullen zien.
Amen.