Broeders en
zusters in Christus
Het oudste
en belangrijkste thema in de Bijbel is het op-weg-zijn of op reis zijn. Overal
in de Bijbel, in het Oude en in het Nieuwe Testament komen we mensen tegen die
op pad zijn, die ergens heen gaan.
En als
mensen op reis gaan dan hebben ze meestal al wat in gedachten, hun bestemming,
of wat ze gaan doen als ze er zijn. Voor andere mensen is hun een reis een
zalig dwalen, en de bestemming van die dag wordt die ochtend pas bepaald.
Maar alle
reizen, gepland of ongepland hebben een doel.
Al is het maar ontspanning, als je op vakantie bent. Er is geen reis zonder
dat die een doel of een betekenis heeft.
Ik weet nu
of u veel leest of niet, of misschien films kijkt, maar in de wereldliteratuur
bestaan er veel voorbeelden van een apart soort reisverhaal: de kweeste.
De kweeste
gaat altijd over een held of een heldin die een bijzondere taak krijgt: alleen
hij of zij kan die volbrengen. De Odyssee gaat over een reis naar huis met veel
gevaren, in de verhalen over Koning Arthur moeten ridders door allerlei gevaren
heen op zoek naar de Heilige Graal, de kelk die Jezus gebruikt zou hebben bij
het laatste avondmaal, en in The Lord of the Rings moet een kleine Hobbit een
gevaarlijke ring in het vuur van een vulkaan vernietigen.
Maar het
belangrijkste van al die tochten is dat je ontdekt wie je zelf bent. Het is niet ongevaarlijk om op reis te gaan.
Je kan geen masker ophouden op die lange tocht en het spannendste moment is dát
moment van ontdekking, misschien wel tijdens een grote crisis, wie je ten diepste bent. En dat is
altijd spannend. Winnen van monsters, dat klinkt wel leuk, maar jezelf
tegenkomen…
Het woord
zegt het al een beetje jezelf tegenkomen ,
“ze is zichzelf nogal tegengekomen”, nou dat klinkt alsof dat toch wat
moeilijkheden bracht.
En toch: je
moet ergens in je leven ontdekken wie je werkelijk bent en wat je leven voor
jou betekent. Daarvoor ga je op reis, iedereen is op een kweeste, dat is niet alleen maar iets voor ridders of
fantasiewezens, maar voor alle mensen.
Onze reis
als christenen, als parochianen zowel als vrijwilligers, bestuursleden en
pastores heeft een duidelijke reisbestemming: de Hemel. Zoals Jezus ten Hemel
gevaren is zo mogen wij Hem navolgen, ook wij horen daar thuis, we leven vanuit
de hoop dat de reis van ons leven van onze geboorte af daar naartoe zal gaan.
En tijdens
die reis kom je jezelf af en toe
behoorlijk tegen , je moet afscheid nemen van dingen die je dierbaar waren,
je botst tegen moeilijkheden op, sommige problemen kun jij niet oplossen, maar
je leert jezelf steeds beter kennen, je leert wie je ten diepste bent, waar je
kracht ligt, je leert mensen kennen die je helpen op manieren die je zelf niet
kon voorzien.
En dat moet,
want het is jouw reis, jouw unieke reis naar God. Niemand voor jou heeft het op
precies dezelfde manier gedaan, en niemand anders na jou zal het exact zo doen
als jij. Jij bent uniek.
In de Joodse
traditie zijn ook veel verhalen over reizen en ontmoetingen. Één ervan gaat
over Rabbi Soesja. En het verhaal gaat dat er iemand op een dag tegen Rabbi
Soesja klaagt dat hij niet genoeg op Mozes lijkt – Mozes is natuurlijk de grote
profeet, het grote voorbeeld voor het leven van de gelovige jood – en Rabbi
Soesja zegt dan: als ik eenmaal bij God ben, zal Hij niet zeggen: “waarom ben
jij niet Mozes geweest” maar “waarom ben jij Rabbi Soesja niet geweest”
We zijn
allemaal unieke mensen, we hebben allemaal onze eigen taak gekregen van God en
samen zijn we geroepen om Kerk te zijn. Want hoe uniek we ook zijn, we staan er
nooit alleen voor in onze reis naar God toe.
Laten we dan op
weg blijven, met elkaar, op weg naar die Toekomst die God voor ons bereid
heeft.
Amen.