Sunday, 6 May 2018

Verleden, Heden en Toekomst


Preek Zesde Zondag van Pasen
6 mei 2018

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Zoals de Vader Mij heeft liefgehad,
zo heb ook Ik u liefgehad. Blijft in mijn liefde.
Als gij mijn geboden onderhoudt, zult gij in mijn liefde blijven, gelijk Ik,
die de geboden van mijn Vader heb onderhouden, in zijn liefde blijf.
Dit zeg Ik u, opdat mijn vreugde in u moge zijn en uw vreugde volkomen moge worden.
Dit is mijn gebod, dat gij elkaar liefhebt, zoals Ik u heb liefgehad.
Geen groter liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden.
Gij zijt mijn vrienden, als gij doet wat Ik u gebied.
Ik noem u geen dienaars meer, want de dienaar weet niet wat zijn heer doet, maar u heb Ik vrienden genoemd,
want Ik heb u alles meegedeeld wat Ik van de Vader heb gehoord.
Niet gij hebt Mij uitgekozen, maar Ik u en Ik heb u de taak gegeven op tocht te gaan en vruchten voort te brengen,
die blijvend mogen zijn. Dan zal de Vader u geven al wat gij Hem in mijn Naam vraagt.
Dit is mijn gebod, dat gij elkaar liefhebt


Broeders en zusters in Christus.

Deze zondag is de laatste zondag voor Hemelvaart en in Nederland de zondag die volgt op de dagen van 4 en 5 mei.

Op 4 mei hebben we terug mogen kijken op het verleden, dat verleden herdenken, wat anderen voor ons gedaan hebben een plaats geven en tegenwoordig mogen stellen.

Op 5 mei vieren we het heden, de vrijheid waarin we nu mogen leven. Onze dankbaarheid dat we in een vrij land mogen leven waarin onze religieuze, politieke en sociale rechten geërbiedigd worden, in de kennis dat dat wereldwijd niet vanzelfsprekend is

Deze zondag vieren we de toekomst , Jezus geeft zijn leerlingen een blijvende opdracht mee, de opdracht van liefde, die met ons mee mag gaan tot de voleinding der dagen.   

Ik wil vanochtend graag die drie tijden bij elkaar nemen. En ze kort overwegen.

Geen grotere liefde heeft hij, dan degene die zijn leven geeft voor zijn vrienden

Wat bijzonder dat we op deze dag maar ook op vrijdag 4 mei deze woorden mochten lezen en mochten horen. Die woorden stonden ook in het lectionarium van die dag. Juist die woorden terwijl we denken aan het verleden, en eergisteren nog met onze gedachten bij de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, en ook de slachtoffers van oorlogen wereldwijd waren.

En waar wij God op 4 mei, en andere dagen bijzonder voor mogen danken dat hij ons mensen gegeven heeft die offers brachten, grote en kleine offers voor onze vrijheid.  

Mensen die, geconfronteerd met de overweldigende macht van het kwaad zich niet lieten verleiden tot passiviteit, tot hulpeloos afwachten op wat komen zou maar gedreven door vriendschap voor de mensen om hen heen bereid waren om het goede te doen, ook als ze daarbij zelf gevaar liepen.
Een apart woord misschien, om zo te gebruiken. Vriendschap. We gebruiken het niet vaak in zo’n context.  Het woord vriendschap drukt voor ons juist iets intiems uit, iets wat je maar met een paar mensen deelt.

Vriendschap, dat is niet voor Jan en Alleman, je kan respect hebben voor andere mensen, ookal ken je ze niet. We proberen wellicht ook vriendelijk om te gaan, maar toch ook met wat afstand. De ander moet ons niet te dichtbij komen.

Voor één persoon bestaat deze afstand niet. God staat zo dichtbij de mensen dat Hij hun leven heeft willen delen. Daarom is God Mens geworden. God deed dat omdat Hij alle waarheid, goedheid en schoonheid die in hem is met ons wil delen. Uit vriendschap voor ons.

En dat doet hij tot het uiterste. God de Zoon: Jezus Christus leeft ons die weg van vriendschap voor. Tegen onrecht in tot aan het kruis. En als Hij alles gegeven heeft, is hij niet verslagen maar wordt hij verheven. Het feest van Hemelvaart staat voor de deur. Jezus Christus keert vol van glorie terug naar de vader.  

En zo komen we bij het heden. Jezus noemt ons niet alleen maar vrienden: we moeten ook vrienden zijn voor elkaar: ‘Gij zijt mijn vrienden als gij doet wat ik u gebied”

We mogen vrienden van de Heer zijn, en daarmee ook vrienden van elkaar, een nieuwe levensgemeenschap met elkaar vormen die ons en de wereld om ons heen kan omvormen, die iets van God zichtbaar kan maken.

Maar die vriendschap met elkaar en met God is ook niet vanzelfsprekend. Het is geen levenslang lidmaatschap waar je nooit contributie voor moet betalen. We moeten doen wat Hij ons gebiedt, dat wil zeggen onze vriendschap waarmaken. Als we dat niet doen, als we onze vriendschap met de Heer zouden loslaten, of ons overgeven aan conflicten, aan strijd met elkaar, aan hopeloosheid als de dingen tegen zitten, dan kunnen we die vriendschap kwijtmaken. Niet kwijtraken, want niemand neemt het ons af. Maar als we iets kwijtmaken, dan doen we het zelf.

Als we God en elkaar blijven vasthouden zijn we klaar voor de toekomst. Datgene waar we naar uit mogen kijken:
opdat mijn vreugde in u moge zijn en uw vreugde volkomen moge worden

Dat is onze toekomstvisie. U weet misschien paus Franciscus heeft onlangs een brief doen uitkomen Gaudete et Exsultate , over de vreugde van de heiligheid. De heiligen zijn bij uitstek vrienden van God en vrienden van alle mensen. En als we tot het einde toe willen leven vanuit die vriendschap dan kan de vreugde die God ons wil schenken ons niet ontgaan. Dan hebben we het niet over plezier, of alleen maar leuke dingen, maar echt over vreugde dat diepe gevoel dat je krijgt als je weet dat wat je gedaan hebt waardevol is geweest , zin heeft gehad. Hoeveel te meer als God zelf dat tegen je wil zeggen, dat het goed geweest is zoals je het gedaan hebt, zoals je geprobeerd hebt in het leven te staan in vriendschap met God en de naaste.  

Wie zijn hele leven uit vriendschap wil leven – ongeacht wat hij of zij in het leven te verduren krijgt – kan uiteindelijk die vreugde niet ontgaan.
Laat ons die vriendschap dan in ons hart sluiten.

Amen.