Broeders en
zusters in Christus
Er zijn
weinig dingen frustrerender in het leven als wanneer mensen elkaar niet verstaan.
De eerste mensen die hier achter kwamen waren de torenbouwers van Babel. Ze hadden
gigantische ambities voor zichzelf vastgesteld, maar hoe groots je plannen ook
zijn, als je elkaar niet verstaat komt er niets van terecht.
In de
Bijbel, in het Oude Testament, is het verhaal van elkaar niet verstaan , het
verhaal geworden van het ontstaan van de verschillende talen. Maar ook als je
wel dezelfde taal spreekt, is het nog geen gegeven dat je elkaar dan wel
verstaat.
Daar is meer
voor nodig.
In de
zondagen voor Pinksteren, in de aanloop naar en de dagen na Hemelvaart, lezen
we over de leerlingen, en over wat Jezus tegen hen zegt, en je merkt dat ze er
niet gerust op zijn. Jezus gaat terug naar de Vader, en wij dan? Wie let er nu
nog op ons?
Je proeft,
ze zijn bang om achtergelaten te worden, om aan zichzelf overgelaten te zijn. Ze moeten er nu samen uitkomen. En dat is moeilijk. Zeker als de toekomst er
ingewikkeld uitziet. Zeker als alles uit
jezelf moet komen.
En dan op
het Pinksterfeest breekt er wat los uit de hoogste hemel. Maria en de
leerlingen ontvangen kracht van Boven. De
Heilige Geest.
God laat ze
niet alleen, ook al is Jezus nu uit het aardse opgegaan.
De kracht om
de waarheid te kennen, dat is de Geest, maar ook de kracht om die aan iedereen
te vertellen – het verhaal in Handelingen draait het verhaal van Babel om.
Juist als mensen proberen op te houden alles zelf te doen kunnen ze elkaar
verstaan. Grenzen van afkomst en taal doen er dan niet meer toe. Daar komt iets
anders voor in de plaats.
Daar lezen
we over bij Paulus, wat dat is, wat voor verdeeldheid en onverstaanbaarheid in
de plaats komt: “de vrucht van de Geest”, zegt Paulus, “is liefde, vreugde,
vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtheid, ingetogenheid”
Als je leeft
uit die vruchten, dan kun je je open stellen voor anderen om je heen. Als je
dat doet maak je ruimte. Dan krijgt
de ander ook ruimte. Dan schep je vertrouwen, zonder vertrouwen gebeurt er
niks tussen mensen. Als mensen zonder vertrouwen met elkaar moeten praten komt
er meestal niks van terecht, dan kun je een bibliotheek hebben vol woordenboeken
en grammatica’s, je kan de slimste tolken ter wereld naast je hebben zitten.
Maar zonder vertrouwen gebeurt er niks.
Met dat
vertrouwen, dat je met mensen om je heen kan spreken over wat je het meest
raakt, het meest bezielt kun je de taak van verkondiging aan, kun je de wereld
in. Dan blijf je niet alleen maar op dezelfde plek maar kun je over grenzen
heenkijken.
Met
Pinksteren begint het werk van de Kerk pas echt. Dán is men er klaar voor.
Vergelijk
het met een schip: het schip zelf, dat is de Kerk, allemaal aan boord beste
mensen we gaan op reis. Zonder schip kan er niks.
Een schip
heeft een kapitein nodig: Petrus, met de andere apostelen om hem heen. Zonder
kapitein kom je er ook niet.
Maar de
Geest, dat is de wind in de zeilen, die houdt het schip aan de gang en brengt
het op de plaats van bestemming.
Als we op ons
schip elke dag op nieuw de zeilen onderhouden, door ons open te stellen voor
wat de Geest ons wil geven – die liefde, vreugde, geduld, vriendelijkheid,
goedheid, trouw, zachtheid en ingetogenheid onderhouden dan mogen we uitzien
naar waar de Geest ons brengen zal.
Het avontuur
aangaan
Amen.