Broeders en
zusters in Christus.
Deze week
was er een spannende voetbalwedstrijd op TV. Ook als je misschien geen fan van
Ajax bent is toch goed te begrijpen hoe spannend en dramatisch die wedstrijd
was. Van een flinke voorsprong af komend bleek Tottenham toch stevig terug te
komen, toch leek het vrijwel zeker dat Ajax door was naar de finale …. Tot de
laatste seconden van de wedstrijd.
Wat een
drama!
We kunnen
het onszelf zo goed voorstellen, die spanning en ook die angst. Dat je denkt
dat je na lange tijd en hard werken iets voor elkaar gebokst had – misschien een
nieuwe baan of een promotie, of dat éne huis waar je je op ingeschreven had en
je stond zo hoog op de wachtlijst… En dan gaat het op het laatste moment niet
door. Het bleek
toch allemaal een deceptie te zijn.
Het
is in zulke gevallen makkelijk om je terneergeslagen te voelen. Alsof de
mislukking vooral terugslaat op jezelf. Als je weinig kans had gemaakt op de functie
of de woning was het ook niet zo erg geweest, dan had je je schouders op kunnen
halen en verder kunnen gaan met waar je mee bezig was. “Niet geschoten, altijd
mis” zeg je dan – en je gaat over tot de orde van de dag.
Maar als je
het omdraait, en iets fantastisch krijgt terwijl je er helemaal niet op
gerekend had? Je speelt met de dorpsclub, FC Breskens, een vriendschappelijke
wedstrijd met Ajax en je zou winnen! Wat een ongelofelijke ervaring zou dat
zijn! Daar zou je het over vijftig jaar nog over hebben! Die keer dat opa won
van Ajax!
Dit is een
beetje wat er gebeurt in het verhaal in Handelingen, dat we in de eerste lezing
hebben gelezen. Als Paulus in Antiochië de mensen vertelt over Jezus lopen de
straten en pleinen vol. Dat is helemaal niet naar de zin van de leden van de
synagoge – zeg maar, de professionele gelovigen. Zij denken: wij hebben er hard
voor gewerkt, wij zijn niet zoals die heidenen die maar wat doen, die
zaterdagamateurs vijfde klasse! Nee, wij zijn hier de godenzonen. Het verhaal
van God draait alleen maar om ons! De Eredivisiespelers!
En dan zegt
Paulus, het gaat er helemaal niet om hoe goed
jullie wel niet zijn of hoe hard je gelopen hebt of aan hoeveel regels je
je houdt. Het gaat er om wat je taak is die je gekregen hebt. Je moet een licht zijn voor de volken, en dat
staat bij Jesaja in het Oude Testament – dát zou je kunnen weten.
En dat licht
voor de volken ís er, ongeacht of jij – synagoge van Antiochië – daar aan
meewerkt of niet. Gods beloften zijn
veel te groot om zich door mensen tegen te laten houden. “Niemand” zegt Jezus
in het Evangelie “die mij door de Vader in handen is gegeven kan daaruit
geroofd worden”. Dat is werkelijk goed
nieuws voor de heidenen. Want die heidenen zijn geen heiden omdat ze dat zo
graag willen zijn. Heiden zijn betekent hier eigenlijk meer: geen band hebben met God.
Ze voelen wel dat die Griekse en Romeinse goden geen hulp
kunnen bieden, geen antwoord kunnen geven op hun diepste vragen. Ze beseffen wel dat er ergens een échte God is ,
ergens ver weg, een onbekende God. Maar die God is zó ver weg – dat Hij voor de
gewone mensen, de doodgewone heiden van Antiochië of Athene of Rome
onbereikbaar is. Ze weten ook wel dat de Joden er meer van weten van die God. Maar ja, Joods worden, dat is ook nogal wat.
En dan komen
Paulus en Barnabas en die vertellen dat goede nieuws: dat die onbekende God
heel dichtbij is en in Jezus Christus Zijn leven heeft gegeven voor de mensen, zodat iedereen
kampioen kan worden. Niet alleen maar dat kleine groepje van de Eredivisie –
maar iedereen die voor Hem openstaat.
Dat gold
voor toen, en het geldt ook voor nu. Ook wij mogen ons afvragen of wij ons
licht nog wel laten schijnen. We hebben zoveel moois: veel traditie, een
prachtige geschiedenis, en allerbelangrijkst – het grootste verhaal ter wereld.
Een verhaal van bevrijding, het verhaal dat je zegt dat je leven nooit zinloos
is – dat je een Vader in de Hemel hebt die je niet loslaat, ook als alles
misgegaan is in je leven.
En er is zoveel
honger naar dat verhaal, zo veel mensen die wachten op bevestiging of een hand
op de schouder. Mensen die zichzelf zijn kwijtgeraakt. Heidenen die diep van
binnen niet meer geloven in de afgoden Audi en Hypotheek maar ook niet meer
weten wat dan wel.
De domme
Antiochiërs dachten dat ze dat verhaal voor zichzelf konden houden, dat als je
de heidenen maar buitenhoudt er meer genade en liefde voor jezelf overblijft.
Dat is niet zo. Het is als met het Manna in de woestijn: als je er extra veel
van opschept om het voor jezelf te houden dan bederft het binnen een dag.
Als je denkt
dat bij het Spel van God er maar één groepje mensen kan winnen, dan zie je
opeens de bal je net in schieten. Maak je daarentegen ruimte voor iedereen dan
kunnen we met zijn allen aanzitten bij het Kampioensfeest.
Amen.