In die tijd kwam Jezus in een dorp,
en een vrouw die Marta heette, ontving Hem in haar woning.
Ze had een zuster, Maria die
– gezeten aan de voeten van de Heer –
luisterde naar zijn woorden.
Marta werd in beslag genomen door de drukte van het bedienen,
maar ze kwam er een ogenblik bij staan en zei:
“Heer, laat het u onverschillig
dat mijn zuster mij alleen laat bedienen?
Zeg haar dan, dat ze mij moet helpen.”
De Heer gaf haar ten antwoord:
“Marta, Marta,
wat maak je je bezorgd en druk over veel dingen.
Slechts één ding is nodig.
Maria heeft het beste deel gekozen
en het zal haar niet ontnomen worden.”
en een vrouw die Marta heette, ontving Hem in haar woning.
Ze had een zuster, Maria die
– gezeten aan de voeten van de Heer –
luisterde naar zijn woorden.
Marta werd in beslag genomen door de drukte van het bedienen,
maar ze kwam er een ogenblik bij staan en zei:
“Heer, laat het u onverschillig
dat mijn zuster mij alleen laat bedienen?
Zeg haar dan, dat ze mij moet helpen.”
De Heer gaf haar ten antwoord:
“Marta, Marta,
wat maak je je bezorgd en druk over veel dingen.
Slechts één ding is nodig.
Maria heeft het beste deel gekozen
en het zal haar niet ontnomen worden.”
Broeders en
zusters,
De lezing
van deze zondag deed me terugdenken aan de tijd dat ik op het seminarie zit.
Dat kwam zo:
Op een grootseminarie,
de priesteropleiding, zitten allerlei soorten studenten. De één studeert wat
meer, de ander zet zich meer in voor de gemeenschap, maar er zijn ook
priesterstudenten die nogal lui zijn.
Toen ik nog
seminarist was werden we bijzonder geplaagd door één exemplaar. Ik noem geen
namen. Hij wist zich werkelijk altijd uit
de voeten te maken als er wat te doen was. Hij had de gave om werkelijk binnen
een seconde uit je gezichtsveld te verdwijnen en vervolgens ook werkelijk
onvindbaar te zijn.
Van de grote
heiligen wordt soms gezegd dat ze de gave van bilocatie hadden: de gave om op twee plekken tegelijk aan het werk
te zijn. Hij had daarentegen de gave om werkelijk nergens te zijn als er een (vervelend) klusje was.
Één keer
mislukte zijn ontsnappingspoging– toen hij probeerde zich te onttrekken aan de
afwas – en ik heb hem de mantel uitgeveegd over zijn drukgedrag.
Hij keek mij
minzaam aan, schudde zijn hoofd en zei: “Marta, Marta, Marta, wat maak je toch
bezorgd en druk over veel dingen”.
Daarna begon
hij zo tergend langzaam aan de afwas dat ik hem van ellende maar weer
weggestuurd heb. Je zou haast zeggen: Jezus,
zeg `r eens wat van.
Het gevoel
van ergernis dat Marta had komt ons in ieder geval bekend voor. Zeker in een
land als Nederland, waar hard werken altijd belangrijk wordt gevonden, heb je
de schijn gauw tegen als je andere dingen
belangrijk vindt.
Het verhaal
van Jezus die bij Marta en Maria mag ook voor ons een kritische ontmoeting met
onszelf zijn. Wij kunnen voelen dat we het druk hebben, maar zijn we ook druk
met de juiste dingen?
Het is
altijd mooi om bij de lezingen het Evangelie en het Oude Testament naast elkaar
te leggen – ze vullen elkaar heel goed aan.
In het
verhaal van Genesis en in het Evangelie gaat het in de eerste plaats om gastvrijheid. De drie mysterieuze mannen
komen bij Abraham, en Abraham – goede man als hij is – gaat hard werken, of laat hard werken , om het zijn gasten
naar de zin te maken.
Als ze
lekker in de schaduw hebben gegeten en gedronken brengen ze goed nieuws.
Abraham zal binnenkort vader van een zoon worden. Hij krijgt een toekomst. Op
gastvrijheid rust een zegen!
Eeuwen later
komt Jezus bij Marta op bezoek – en Marta gaat zelf hard aan het werk om het
Jezus zo genoeglijk mogelijk te maken. Maar haar zus Maria is niet bezig met de
potten en de pannen en de bakjes met olijven en de toastjes met brie.
Ze zit daar
maar een beetje te keuvelen met Jezus, en Marta ziet het al voor zich. Als het
tijd wordt voor de afwas is Maria vast ook in geen velden of wegen te bekennen.
Jezus, zeg ‘r ’s wat van!
Maar Jezus stuurt Marta met een kluitje het
riet in. Zij heeft het beste deel
gekozen.
Wat betekent
dat?
Hoe moeten
we dat begrijpen?
Ik denk dat gastvrijheid
hier meer betekent dan zorgen dat er genoeg te drinken is, en schaaltjes met
manchego-kaas of gedroogde worst. Gastvrijheid betekent ook, of misschien
juist, aandacht hebben voor iemand,
luisteren naar wat hij te vertellen heeft.
Terwijl
Marta druk in de weer is met het klaarmaken van allemaal lekkere dingen geeft
Maria datgene waar Jezus het meest om vraagt: onze aandacht.
Zonder
aandacht geen gastvrijheid.
Stelt u zich
voor dat u bij een receptie bent. Ze hebben daar de heerlijkste dingen. Oesters
en zilte zaligheden, weg te spoelen met echte Zeeuwse zeewierjenever.
Fantastisch. Maar hoe lekker het ook allemaal is, als er daar niemand is die je
kent, niemand die tegen je praat, dan zou het toch een hele vervelende receptie
zijn. Al dat harde werk van de organisatoren en de obers en de medewerkers van
de oesterbar…. Is dan toch eigenlijk een beetje voor niets. Die prachtige
receptie valt in het water.
Zonder
aandacht geen gastvrijheid.
Het is onze
aandacht, onverdeelde aandacht is het meest kostbare cadeau dat we aan een
ander kunnen geven. We hoeven niet steeds bezig te zijn, als we ons maar
richten op wat het belangrijkst is.
Hier is ook
een les voor de kerk, waar het soms – net als in de samenleving – vooral lijkt
te gaan om hoeveel we wel niet doen. Hoeveel
avonden we wel niet in de weer zijn, voor
de parochie.
Daar is niks mis mee natuurlijk, en wat zijn we er blij mee. Veel mensen die hun schouders er
onder willen zetten. En hadden we er maar meer van. Het verhaal van Marta en
Maria is absoluut geen excuus om de afwas maar te laten staan. Mijn
mede-student was ook een luie theoloog. Ik was misschien wel een Marta, maar
daarmee was hij nog geen Maria!
Maar hard
werken, zelfs al is het voor de ander, is niet het beste deel. Het is niet zaligmakend.
Het is niet het belangrijkste wat je
kan doen. Dát deel namelijk, dat beste deel, krijg je niet door nóg harder
de handjes te laten wapperen. Dat krijg je alleen als je radicaal plaats maakt
in je hart. Voor waar het echt om gaat. Door het stil te maken in onszelf, en
aandachtig te luisteren wat de Heer en onze medemens ons zeggen wil.
Amen.