Saturday, 20 July 2019

Afwasheibel



In die tijd kwam Jezus in een dorp,
en een vrouw die Marta heette, ontving Hem in haar woning.
Ze had een zuster, Maria die
– gezeten aan de voeten van de Heer –
luisterde naar zijn woorden.
Marta werd in beslag genomen door de drukte van het bedienen,
maar ze kwam er een ogenblik bij staan en zei:
“Heer, laat het u onverschillig
dat mijn zuster mij alleen laat bedienen?
Zeg haar dan, dat ze mij moet helpen.”
De Heer gaf haar ten antwoord:
“Marta, Marta,
wat maak je je bezorgd en druk over veel dingen.
Slechts één ding is nodig.
Maria heeft het beste deel gekozen
en het zal haar niet ontnomen worden.”

Broeders en zusters,

De lezing van deze zondag deed me terugdenken aan de tijd dat ik op het seminarie zit. Dat kwam zo:

Op een grootseminarie, de priesteropleiding, zitten allerlei soorten studenten. De één studeert wat meer, de ander zet zich meer in voor de gemeenschap, maar er zijn ook priesterstudenten die nogal lui zijn.

Toen ik nog seminarist was werden we bijzonder geplaagd door één exemplaar. Ik noem geen namen. Hij wist zich werkelijk altijd uit de voeten te maken als er wat te doen was. Hij had de gave om werkelijk binnen een seconde uit je gezichtsveld te verdwijnen en vervolgens ook werkelijk onvindbaar te zijn.

Van de grote heiligen wordt soms gezegd dat ze de gave van bilocatie hadden: de gave om op twee plekken tegelijk aan het werk te zijn. Hij had daarentegen de gave om werkelijk nergens te zijn als er een (vervelend) klusje was.

Één keer mislukte zijn ontsnappingspoging– toen hij probeerde zich te onttrekken aan de afwas – en ik heb hem de mantel uitgeveegd over zijn drukgedrag.

Hij keek mij minzaam aan, schudde zijn hoofd en zei: “Marta, Marta, Marta, wat maak je toch bezorgd en druk over veel dingen”.
Daarna begon hij zo tergend langzaam aan de afwas dat ik hem van ellende maar weer weggestuurd heb. Je zou haast zeggen: Jezus, zeg `r eens wat van.

Het gevoel van ergernis dat Marta had komt ons in ieder geval bekend voor. Zeker in een land als Nederland, waar hard werken altijd belangrijk wordt gevonden, heb je de schijn gauw tegen als je andere dingen belangrijk vindt.

Het verhaal van Jezus die bij Marta en Maria mag ook voor ons een kritische ontmoeting met onszelf zijn. Wij kunnen voelen dat we het druk hebben, maar zijn we ook druk met de juiste dingen?

Het is altijd mooi om bij de lezingen het Evangelie en het Oude Testament naast elkaar te leggen – ze vullen elkaar heel goed aan.

In het verhaal van Genesis en in het Evangelie gaat het in de eerste plaats om gastvrijheid. De drie mysterieuze mannen komen bij Abraham, en Abraham – goede man als hij is – gaat hard werken, of laat hard werken , om het zijn gasten naar de zin te maken.

Als ze lekker in de schaduw hebben gegeten en gedronken brengen ze goed nieuws. Abraham zal binnenkort vader van een zoon worden. Hij krijgt een toekomst. Op gastvrijheid rust een zegen!

Eeuwen later komt Jezus bij Marta op bezoek – en Marta gaat zelf hard aan het werk om het Jezus zo genoeglijk mogelijk te maken. Maar haar zus Maria is niet bezig met de potten en de pannen en de bakjes met olijven en de toastjes met brie.

Ze zit daar maar een beetje te keuvelen met Jezus, en Marta ziet het al voor zich. Als het tijd wordt voor de afwas is Maria vast ook in geen velden of wegen te bekennen.

Jezus, zeg ‘r ’s wat van!

Maar Jezus stuurt Marta met een kluitje het riet in. Zij heeft het beste deel gekozen.
Wat betekent dat?
Hoe moeten we dat begrijpen?

Ik denk dat gastvrijheid hier meer betekent dan zorgen dat er genoeg te drinken is, en schaaltjes met manchego-kaas of gedroogde worst. Gastvrijheid betekent ook, of misschien juist, aandacht hebben voor iemand, luisteren naar wat hij te vertellen heeft.

Terwijl Marta druk in de weer is met het klaarmaken van allemaal lekkere dingen geeft Maria datgene waar Jezus het meest om vraagt: onze aandacht.
Zonder aandacht geen gastvrijheid.

Stelt u zich voor dat u bij een receptie bent. Ze hebben daar de heerlijkste dingen. Oesters en zilte zaligheden, weg te spoelen met echte Zeeuwse zeewierjenever. Fantastisch. Maar hoe lekker het ook allemaal is, als er daar niemand is die je kent, niemand die tegen je praat, dan zou het toch een hele vervelende receptie zijn. Al dat harde werk van de organisatoren en de obers en de medewerkers van de oesterbar…. Is dan toch eigenlijk een beetje voor niets. Die prachtige receptie valt in het water.

Zonder aandacht geen gastvrijheid.

Het is onze aandacht, onverdeelde aandacht is het meest kostbare cadeau dat we aan een ander kunnen geven. We hoeven niet steeds bezig te zijn, als we ons maar richten op wat het belangrijkst is.

Hier is ook een les voor de kerk, waar het soms – net als in de samenleving – vooral lijkt te gaan om hoeveel we wel niet doen. Hoeveel avonden we wel niet in de weer zijn, voor de parochie.

Daar is niks mis mee natuurlijk, en wat zijn we er blij mee. Veel mensen die hun schouders er onder willen zetten. En hadden we er maar meer van. Het verhaal van Marta en Maria is absoluut geen excuus om de afwas maar te laten staan. Mijn mede-student was ook een luie theoloog. Ik was misschien wel een Marta, maar daarmee was hij nog geen Maria!

Maar hard werken, zelfs al is het voor de ander, is niet het beste deel. Het is niet zaligmakend. Het is niet het belangrijkste wat je kan doen. Dát deel namelijk, dat beste deel, krijg je niet door nóg harder de handjes te laten wapperen. Dat krijg je alleen als je radicaal plaats maakt in je hart. Voor waar het echt om gaat. Door het stil te maken in onszelf, en aandachtig te luisteren wat de Heer en onze medemens ons zeggen wil.

Amen.