Saturday 23 January 2021

Kom, Volg Mij

 Nadat Johannes was gevangen genomen,
ging Jezus naar Galilea
en verkondigde er Gods Blijde Boodschap.
Hij zei:
“De tijd is vervuld en het Rijk Gods is nabij;
bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap.”
Toen Jezus eens langs het meer van Galilea liep,
zag Hij Simon en de broer van Simon, Andreas,
terwijl zij bezig waren het net uit te werpen in het meer;
zij waren namelijk vissers.
Jezus sprak tot hen:
“Komt, volgt Mij;
Ik zal maken dat gij vissers van mensen wordt.”
Terstond lieten zij hun netten in de steek en volgden Hem.
Iets verder gaande zag Hij Jakobus, de zoon van Zebedeüs,
en diens broeder Johannes;
ook zij waren in de boot bezig met hun netten klaar te maken.
Onmiddellijk riep Hij hen.
Zij lieten hun vader Zebedeüs
met de dagloners in de boot achter en volgden Hem.

 Broeders en zusters,

In het leven kunnen we momenten meemaken dat we opeens inzien – het is dan alsof we het voor het eerst helder zien – dat dingen in ons leven echt anders moeten, dat we keuzes moeten maken. En dan denk ik niet aan voorbeelden als dat we op 1 januari op de weegschaal stonden en een ambitieus goed voornemen opschreven maar dat we opeens zien dat we gevraagd worden om ons leven in het teken te zetten van iets dat groter is dan wij zijn.

Misschien is dat onze familie of ons gezin, een baan die cruciaal is voor het welzijn van andere mensen –in het onderwijs of in de zorg. Kunstenaars hebben een roeping naar de schoonheid toe. En ook in de kerk kennen we die vormen van navolging die we roeping noemen:  en hebben we het over  keus om priester of diaken te worden, als theoloog met een zending van de bisschop te werken, of als broeder of zuster de geloften van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid te leven op weg naar God.

Goede voornemens beginnen meestal met het bestrijden van dingen die niet goed zijn. Roken of ongezond eten bijvoorbeeld, maar roeping begint met een visie op wat het meest waardevolle is om te doen. Datgene proberen te vinden als waarvoor wij in de wieg zijn gelegd, het pad waarmee we waarmaken wie we zijn.  

Maar – hoe komen we daar achter? Er is zoveel groter dan wij zijn. Je kunt kiezen uit honderden dingen om te doen en te zijn. Maar dit is echt wat anders. Een beroep kun je kiezen, maar voor een roeping word je zelf gekozen. Wij kunnen niet zelf bepalen wát ons raakt, het overkomt je.  Confronteert je met jezelf. Je roeping kan zelf iets zijn waar je zelf niet in eerste instantie voor kiest. Je kan het dan pas later ontdekken wat het is. Maar als je het ontdekt moet je wel zelf keuzes maken, want elke belangrijke beslissing in het leven betekent ook dat je dingen achter je laat.

We ontmoeten Jezus deze zondag aan het meer van Galilea en Hij doet daar drie dingen.

Hij verkondigt de Blijde Boodschap

Hij roept de eerste leerlingen om Hem te volgen

En Hij geeft ze de mogelijkheid om te antwoorden.

Allereerst, Jezus verkondigt de Blijde Boodschap. Jezus is het mens geworden Woord, Hij openbaart wie God is wat Hij met ons leven voorheeft en die waarheid moet verspreid worden onder de mensen. Jezus verstopt zich niet in een hoekje, in de pastorie van Kafarnaüm zeg maar, maar maakt zichzelf  zichtbaar en hoorbaar. Zodat mensen weten wie Hij is en wat Hij te zeggen heeft.

Het Woord kan niet verborgen blijven, het moet uitgesproken worden. Het Woord van God is niet bedoeld om op een boekenplank te verstoffen. Het Woord moet naar buiten toe, naar de mensen – want niemand kan navolgen wie hij of zij niet kent. Navolging is niet het resultaat van een onweerlegbare argumentatie, maar een antwoord op het appel dat iemand, een levend mens, op ons doet. We kunnen pas weten wat we echt moeten doen als we iemand hebben ontmoet die ons op het juiste pad zet.

Twee: Hij roept de leerlingen dan op om Hem te volgen.

In deze weergave van het verhaal gebeurt dat allemaal heel bruusk, een beetje pats-boem , maar voor Simon en Andreas, en voor Johannes en Jakobus was Jezus geen willekeurige vreemdeling. Hij was iemand die ze gezien hadden, en gehoord. Iemand die hen aantrok. En als de tijd dan rijp is, wie weet hoe lang ze er al aan gedacht hadden tussen de netten, komt de vraag van Jezus: Kom, volg mij.

Het leest een beetje als een bevel zoals Markus het weergeeft maar we moeten ons niet laten foppen. Het ís een vraag. Ze mogen ook achter de netten blijven. Jezus gaat ze niet met een stok slaan als ze niet snel genoeg in de houding springen. Hij maakt ruimte, ons derde punt, voor een vrij gekozen antwoord.

Maar we lezen ook wat er bij die keuze, bij elke grote levenskeuze komt kijken: dan moet je andere opties en andere wegen achterlaten en afsluiten. Hoe radicaler de keuze, hoe radicaler de afsnijding van alles wat ons daarvan afleidt.  

Dat kan mensen aan het twijfelen brengen, voor of zelfs na de keuze. We weten uit het verhaal van de Rijke Jongeling dat niet iedereen die geroepen wordt die stap kan zetten. Het vooruitzicht om een radicale keuze te maken kan ons net als de rijke jongeling verlammen,  wij houden graag onze opties open! Maar dat kan niet. Onze vrijheid bestaat er niet in dat je eindeloze opties hebt en houdt, maar dat je het pad dat je gekozen hebt kan navolgen.

Tenslotte maakt Jezus ruimte voor ons antwoord. Wij mogen Hem navolgen. Dat betekent ook dat Hij ons sterkt in onze levenskeuzes als het moeilijk wordt. Hij die roept, is trouw. Als we ja hebben gezegd tegen Hem en tegen anderen om ons heen dan levert Hij ons ook niet over aan de wankele en beperkte kracht van onze eigen wil en zelfdiscipline. Want elke keuze gaat moeilijkheden geven of stelt op termijn teleur. Dit Evangelie begint niet voor niks met de gevangenneming van Johannes de Doper, elke grote en mooie roeping staat ook in de schaduw van afwijzing, moeilijkheden en lijden.

De Heer waarschuwt er dan ook voor dat als het moeilijk wordt je niet teveel moet omkijken nadat  je de hand aan de ploeg hebt geslagen, dat je steeds terugkijkt naar wat was, of steeds denkt aan wat nooit geweest is.

In je hoofd kun je je afvragen of je niet beter een ander beroep had gehad, of met een andere man of vrouw was getrouwd, of andere kinderen had gehad, of misschien géén priester of monnik  was geworden, of dat een andere kerk dan de Rooms-Katholieke niet leuker is. En soms zijn er dagen dat het gras aan de andere kant altijd groener lijkt . Maar die vragen kúnnen een obsessie worden, zand, dat elke dag in de motor wordt gestrooid. Zo kom je nergens.  

Zonder extreem dringende reden blijven we geroepen om trouw te blijven aan onze keuzes, daarin te blijven leven en groeien, zodat ons leven diepe wortels mag krijgen en vrucht mag dragen door de jaren heen.

Amen.