Saturday, 29 January 2022

Rancune

 In die tijd begon Jezus in de Synagoge te spreken:
“Het Schriftwoord dat gij zojuist gehoord hebt
is thans in vervulling gegaan.”
Allen betuigden Hem hun instemming
en verbaasden zich,
dat woorden, zo vol genade uit zijn mond vloeiden.
Ze zeiden:
“Is dat dan niet de zoon van Jozef?”
Hij zei hun:
“Natuurlijk zult ge Mij dit spreekwoord voorhouden:
Geneesheer, genees uzelf:
doe al wat, naar wij vernamen, in Kafarnaüm gebeurd is,
nu ook hier in uw vaderstad.”
Maar Hij gaf er dit antwoord op:
“Voorwaar, Ik zeg u:
geen profeet wordt aanvaard in zijn eigen vaderstad.
En het is waar wat Ik u zeg:
in de tijd van Elia immers,
toen de hemel drie jaar en zes maanden gesloten bleef
en een grote hongersnood uitbrak over het hele land,
waren er veel weduwen in Israël;
toch werd Elia tot niemand van haar gezonden
dan tot een weduwe te Sarepta, in het gebied van Sidon.
En in de tijd van de profeet Elisa
waren er vele melaatsen in Israël;
toch werd niemand van hen gereinigd,
behalve de Syriër Naäman.”
Toen ze dit hoorden
werden allen die in de synagoge waren woedend.
Ze sprongen overeind,
joegen Hem de stad uit
en dreven Hem voort
tot aan de steile rand van de berg
waarop hun stad gebouwd was,
om Hem daar in de afgrond te storten.
Maar Hij ging midden tussen hen door en vertrok.

 

Beste vrienden,

Misschien heeft u in de krant gelezen over dat er een nieuw boek uit is; eigenlijk is het een oud boek maar opnieuw uitgegeven. Het gaat over een pamflet van de vooroorlogse Nederlandse schrijver Menno ter Braak waarin hij, in 1937, waarschuwde voor het opkomende nazisme.

Het heet “Het nationaal-socialisme als rancuneleer”, en het probeert de opkomst van dat extremisme te duiden als een beweging die voortgedreven wordt door gevoelens van bitterheid, afgunst en wrok. Het probeert uit te leggen waar die gevoelens vandaan komen en hoe kwalijk hun uitwerking kan zijn.

Het boek legt uit dat rancune van alles te maken heeft met gelijkheid. Hoe gelijker mensen behandeld worden, des te minder goed kunnen mensen er mee omgaan dat anderen het beter hebben dan zij.

Dat is nogal een inzicht om mee om te leren gaan.   

Ik moest aan dat boekje denken toen ik het evangelie las voor deze zondag. Want rancune is wat we hier zien. Afgunst, wrok, uiteindelijk uitlopend in een poging om Jezus te vermoorden.

De mannen in de synagoge in Nazareth worden geconfronteerd met een waarheid van God: Dat God niet kijkt naar afkomst, naar of je wel tot het juiste volk behoort, of tot het juiste geslacht. Er zijn voor God geen betere klassen en mindere standen, geen hogere of lagere kasten. 

God doet goed aan wie Hij wil. Aan een arme heidense vrouw of een machtige Syrische generaal die altijd tegen het Joodse volk gevochten heeft. Dat zijn confronterende verhalen.

En ze zijn nóg confronterender als je denkt, gelooft, dat je een bijzonder recht hebt op Gods aandacht.

Zoals de mannen in de synagoge geloven.

Want dat is wat ze geloven. Ten diepste. Zij hebben een bijzonder recht op God. Meer dan anderen.. En vanuit die overtuiging kijk je misschien wel de hele dag naar boven, wachtend of God nog eens wat voor jou gaat doen, terwijl je misschien beter eens in de spiegel zou kijken.

Er kunnen veel redenen zijn waarom je denkt een bijzonder recht te hebben op Gods aandacht: Bijvoorbeeld omdat je denkt dat je tot het juiste volk behoort, of je hoort tot het juiste geloof (volgens jezelf dan toch), of je komt uit het juiste land, de juiste stad of de juiste streek.

Dat zijn gevoelens die we niet alleen in de jaren dertig zagen, of die niet alleen maar horen bij de moderne tijd. Ze kunnen overal een plek vinden. Tweeduizend jaar geleden. Negentig jaar geleden. Nu. In de toekomst.

Rancune is een hele bijzondere emotie, het kan je veel vertellen. Als je rancune voelt is dat nooit zomaar. Je voelt je bijvoorbeeld nooit rancuneus jegens historische figuren van lang geleden. We zijn niet rancuneus jegens Napoleon. Hij leefde lang geleden, en onze levens zijn onvergelijkbaar met dat van hem.

Maar je kan wel rancuneus zijn als degene met wie je ooit in dezelfde klas zat, en ongeveer dezelfde cijfers haalde nu wel een grootse carrière heeft, en jij niet.

Of dat mensen waarvan je altijd dacht dat ze minder waren opeens jouw gelijke blijken te zijn. En nu ook iets kunnen krijgen waarvan jij dacht dat het alleen voor jouw soort was bestemd. Een baan, een huis, een gunst van God.

Als de mannen in de synagoge rancuneus worden over de woorden van Jezus dan betekent dat één ding: dat de heidense arme weduwe en de Syrische generaal hun gelijken geworden zijn. En ze weten het. God maakt de mensen tot hun gelijken. Dat klinkt heel fijn, maar kan een moeilijke gedachte zijn. Het confronteert ons met onszelf.

Als iedereen gelijk is, kun je je wel eens iets minder bijzonder voelen.

Gelijkheid klinkt heel mooi, maar niet als jouw leven draait om jezelf en je hang naar je veilige baantje, je veilige bestaantje, en je veilige geloofje met God-garantie. Dat complete vreemden dan jouw gelijken zijn, dat God dus ook en misschien wel eerst naar hen omkijkt is dan – slecht nieuws.

Want het confronteert je met jezelf. Dan moet je in de spiegel kijken. Je geloof was misschien toch niet zo goed. Toch niet zo veilig.

Daar worden mensen boos van. Dat zien we in de krant, en op het internet. En in de synagoge van Nazareth. Dan willen boze mensen anderen vastgrijpen en in de afgrond duwen.

Want rancune gaat van kwaad tot erger. Het is net als woede een verslavende emotie. Als je er eenmaal aan overgeeft ben je na verloop van tijd tot alles in staat.

Maar Jezus, lezen we in het Evangelie, ging midden tussen hen door en vertrok.

Gods waarheid, dat ook ons geloof niet om ons kleine kringetje draait, en niet om dingen die we veilig voor onszelf kunnen houden kun je niet tegenhouden. Je kan Gods waarheid niet beetpakken, arresteren, opsluiten, het zwijgen opleggen, of de afgrond in duwen.

Het gaat hooguit, tussen al het gebrul, midden tussen je door, en vertrekt.

En is dat niet erg genoeg?

Als we ons dus ongemakkelijk voelen bij wat een ander heeft, bij wat een ander kan, bij wat God voor een ander doet. Laten we dan niet de vuist naar de Hemel schudden, maar misschien eens in de spiegel kijken:

Wat zégt dat gevoel? Wat betekent dat gevoel? Waar ben ik bang voor?

Ligt hier een waarheid van God die ik wil vastpakken en de afgrond in wil duwen? Wat leeft er in mijn hart dat niet goed is? Welke illusies over mezelf moet ik loslaten?

Mogen wij met die vragen tot nieuw leven komen, nieuwe wegen gaan. Gods waarheid achterna.

Amen.

 

 

Saturday, 22 January 2022

Vreugde om het Woord

Uit het boek Nehemia.
In die dagen bracht de priester Ezra, het boek van de wet
voor de vergadering
van mannen en vrouwen
en van allen die de voorlezing konden volgen.
Het was de eerste dag van de zevende maand
Vanaf de dageraad tot de middag las Ezra voor uit het boek
op het plein voor de Waterpoort
ten aanhoren van mannen en vrouwen
en van allen die het konden volgen.
Het volk luisterde aandachtig
naar de voorlezing van het wetboek.
Ezra, de schriftgeleerde, ging op een houten verhoog staan
dat voor die gelegenheid opgeslagen was.
Ten aanschouwe van heel het volk,
hij stak immers boven allen uit,
opende Ezra het boek.
Op dat ogenblik gingen allen staan.
Ezra prees de heer, de grote God,
en heel het volk antwoordde: “Amen, amen!”
De Levieten staken hun handen omhoog, zij bogen het hoofd
en zij aanbaden de Heer
met het gezicht tegen de grond.
Zij lazen uit het boek van Gods wet,
legden het uit en verklaarden de betekenis,
zodat allen de lezing verstonden.
Vervolgens zeiden Nehemia, de landvoogd,
Ezra de priester en schriftgeleerde
en de levieten die de uitleg gaven tot heel het volk:
“Deze dag is aan de Heer, uw God, gewijd.
Gij moogt dus niet treurig zijn en niet wenen.”
Het hele volk was namelijk in tranen uitgebarsten
toen het de woorden van de wet hoorde.
En ze zeiden hun:
“Komt, gaat lekker eten en drinkt er zoete wijn bij
en deelt ervan mee aan wie niets heeft,
want deze dag is aan onze Heer gewijd.

Weest niet bedroefd, maar de vreugde die de Heer u schenkt zij uw kracht.” 


Beste vrienden

We leven in een wereld die gevuld is met woorden. We worden de hele dag bestookt met nieuwsberichten, toespraken, persconferenties, reclames op de televisie en dingen die mensen zeggen op sociale media. En op zondag krijgt u dan, als kers op de taart, ook nog een preek.

Het zou u zomaar kunnen doen duizelen.

Dat is niks nieuws. Ik las een tijdje geleden een stuk van een wijze man uit de negentiende eeuw en die beklaagde zich daar ook al over. “Vroeger” zei hij “hadden mensen nog tijd om na te denken over wat echt belangrijk is. Maar tegenwoordig zit iedereen met zijn hoofd in de krant, en gaat het de hele dag alleen maar daarover.”

Het is dus niet iets van de afgelopen tijd!

Vandaag vieren we de Zondag van het Woord van God. Een bijzondere zondag dus.  Niet alle woorden zijn hetzelfde. Het éne is belangrijker dan het andere. Sommige gaan zomaar voorbij en anderen grijpen je vast of gaan in je hart leven.  De woorden van God zouden zulke woorden moeten zijn.  Geen woorden die voorbijwaaien maar woorden die blijven. Eerst ongemerkt als mosterdzaden in de grond maar na verloop van tijd als grote bomen waaronder je kunt schuilen.

Er is heel veel te zeggen over het Woord van God, over de woorden van de Bijbel. De woorden die we op zondag horen of op andere momenten in ons leven. Ik wil kort drie dingen zeggen over wat Gods Woord ánders maakt en wat ze voor ons kunnen betekenen.

In het evangelie, vinden we Jezus in de Synagoge. Hij leest voor uit het Woord van God en zegt: dit woord gaat in vervulling. Dat zijn belangrijke woorden, dat kun je niet van alle woorden zeggen: dat ze in vervulling gaan. Het betekent meer dan dat er een voorspelling uitkomt. Als Gerrit Hiemstra zegt dat het morgen gaat regenen (dan is er natuurlijk een goede kans dat dat waar is) dan zeggen we nog niet de woorden van Gerrit Hiemstra zijn in vervulling gekomen. Dan moet er nog meer gebeuren.

Een woord komt in vervulling wanneer je het waar maakt wat je zegt. En wat je zegt moet heel belangrijk zijn. Als je op je huwelijksdag zegt dat je je leven wilt delen met je echtgenoot of echtgenote en elkaar in liefde altijd trouw zal zijn, dan mogen die woorden je hele leven lang in vervulling gaan. Die woorden zijn geen weerbericht, of een opiniepeiling of een ingezonden brief, maar een opdracht die je aangaat om de liefde waar te maken.

Zo is het met het woord van God. Het is een woord dat ook een opdracht is om de liefde waar te maken. Dat is één.

Maar als je daarover nadenkt, dan is het nogal wat. Die opdracht is enorm. Een priestervriend van mij zei eens: “als ik van te voren had geweten wat er allemaal op me te wachten stond, hoe mijn ja-woord op de beloftes van de wijding allemaal met zich mee zouden brengen, dan weet ik niet of ik het had gedurfd”.  En misschien werkt het in het huwelijk ook wel zo. Dat je soms denkt: het is maar goed dat je het van te voren niet allemaal weet, want de moed zou je in de schoenen zinken. Hoe mooi en waardevol het allemaal ook is.

Dat gevoel overvalt de mensen in de eerste lezing. Voor het eerst in lange tijd horen ze de woorden van de Wet van God, wat er eigenlijk van hen gevraagd wordt, en de schrik slaat ze om het hart. Hoe moet je dat allemaal gaan doen?

Het woord van God moet in vervulling gaan, maar dat maakt het ook confronterend. Als je je niet geconfronteerd voelt door Gods Woord, door Gods trouw, door Gods liefde en daarmee Gods opdracht. Dan zou er wat mis zijn.

Maar we mogen niet in die confrontatie blijven hangen. We mogen ons niet geschrokken terugtrekken en zeggen die opdracht is te groot. We staan er immers niet alleen voor. Het moet niet allemaal uit onszelf komen – als dat zo was dan was er geen hoop voor ons. Geen enkel mens kan dit woord op zichzelf waarmaken. Dat besef schrikt ons op. Dat is twee. 

God zelf staat er voor in dat het Woord tot leven komt in ons, Jezus zelf is het Woord dat tot ons komt en zich voor ons en met ons verwerkelijkt. Hij doet dat nooit helemaal alleen, wij mogen daarbij helpen. Zo komt het Woord in ons tot leven. God maakt het waar, en wij doen mee.

Ezra de priester zegt dan ook tot het volk dat, ook al voelen ze zich overweldigd, niet bedroefd moeten voelen. De dag dat het Woord van God wordt gedeeld is geen dag als andere dagen, het is een feestdag! Daar hoort lekker eten en drinken bij – en samenzijn. Want lekker eten en drinken doe je in de Bijbel nooit op je eigen kamertje: dat doe je met iedereen samen: ook met wie niks heeft, want er moet vreugde zijn voor iedereen. Dat is drie. 

Samenvattend: Gods Woord is niet één van al die woorden die we de hele dag horen, lezen en spreken. Het is een bijzonder woord, het is het woord van de Liefde die om vervulling vraagt. Die vervuld moet worden. Dat confronteert ons met onze eigen tekortkomingen, met onze angst, onze kleinheid. Het kan ons zelfs ontstellen. Maar we blijven niet in dat gevoel, want de kracht van Gods Woord en de belofte van vervulling schenkt ook ons nieuwe vreugde. 

Mogen we, elke keer als we uitgedaagd worden door Gods woord die vreugde leren zien, die vreugde leren ervaren, zodat we elke dag opnieuw Gods woord in ons leven in vervulling kunnen laten gaan.

Amen.

 

Sunday, 16 January 2022

Feestcoach Jezus?

 Beste vrienden,

Gistermiddag zat ik op de bank in mijn huiskamer wat te lezen in de krant. Het ging over de Britse premier, Boris Johnson. Die had in het voorjaar van 2020 terwijl het hele land op slot zat en je zelfs geen uitvaart mocht houden voor je familieleden, stiekem feest gevierd in zijn kantoor.

Daar is het laatste woord nog niet over gezegd. Terwijl ik daar wat over nadacht. (Misschien is dat leuk om in mijn preek te weven, dacht ik nog) Hoorde ik opeens muziek komen vanaf de Platte Steenbrug. Ik werd daar eerst heel onrustig van, al dat lawaai! Wat is daar aan de hand? Je bent tegenwoordig al gauw veel ontwend.

Toen bedacht ik me dat het te maken had met een protestopening, van de horeca die al zo lang dicht moest blijven en ook nu nog niet open mag. En onder mijn raam zag ik allemaal mensen naar de Platte Steenbrug toelopen om te kijken wat daar aan de hand was, en waarschijnlijk op het plein een biertje mee te drinken en een beetje te huppelen op Abba en de Snollebollekes. Want stond zo te horen op de playlist. Het was zelfs heel luid te horen. Mijn ruiten trilden vrolijk mee in de sponningen. Tja.

Ik kreeg er zelf een beetje hoofdpijn van. Maar dat lag misschien aan mij want zo te horen hadden veel mensen wèl een gezellige middag.

En terwijl buiten het feestgedruis voortduurt zit ik na te denken over mijn preek, en er overvalt mij een beetje een dubbelzinnig gevoel: ik erger me aan een feest omdat ik nu niet de rust heb om na te denken over een tekst over een feest. Dat is wel een beetje absurd. Toen voelde ik mijn ergernis ook een beetje wegzakken.

Feest is een belangrijk onderwerp voor veel mensen, en niet alleen om over te praten of om iets van te vinden. Waar feest is, is leven en als we nooit feest zouden kunnen vieren wordt het leven vlak en vaal. Dan verliezen mensen hun energie en slepen zich door de dag. Mensen kunnen zo wel bestaan, overleven maar er valt iets wezenlijks weg.

Ik hoor tegenwoordig van veel mensen dat er wat is met hun tijdsbesef, dat alles sinds corona voelt als één grote brei en je weet niet echt meer of iets kort of lang geleden is. Ik denk dat dat hier ook mee te maken heeft. Er zijn zoveel feesten, markeerpunten in het leven, weggevallen dat elke dag een beetje doordeweeks geworden is. Huwelijken, kerkelijke feestdagen, eerste communies, processies, kerstmis. Maar ook droevige momenten die we delen , de uitvaarten – kijkt u maar in de krant, er staat nu bijna overal: in kleine kring, in besloten kring … Iets met een grote groep delen, gebeurt bijna niet meer.

En dat heeft zijn keerzijdes, daar ben ik van overtuigd. Je kan het leven niet eindeloos in de wachtstand zetten, want het leven is geen machine die je aan en uit kan zetten. Het leven heeft geen pauzeknop. Wat je steeds opschort ben je op een gegeven moment kwijt. Dat is echt een gevaar en dat wordt denk ik onderschat.

Dus ik begrijp de horeca wel. Ik kan niet voor anderen beslissen wanneer het land weer open kan, daar moeten andere mensen doen. Maar dat er een grens in de samenleving bereikt is, dat lijkt me duidelijk. Ik ga daar niet boos of verontwaardigd over doen.

Het leven, en daarmee elk feest, heeft namelijk zijn eigen maat. Het kan ongepast zijn om feest te vieren, daar lezen we over in de krant. Maar het kan ook ongepast zijn dat het feest onnatuurlijk ingeperkt wordt. Dat er geen Nachtmis kon zijn voor de tweede keer geeft heel het kerstseizoen iets onnatuurlijks. Maar we lezen er ook over in het Evangelie. De wijn dreigde op te raken. Terwijl het feest nog aan de gang was, het had voortijdig stilgelegd moeten worden.  

Als dat gebeurd was, was er iets heel erg mis gegaan. Dan was het huwelijk niet goed gevierd.

Maria ziet het gebeuren. Jezus wil zich er eigenlijk nog niet mee bemoeien. Maar Maria geeft Hem een zetje, dat doen moeders wel eens vaker. Maar dan is het mooi te zien hoe Hij ingrijpt.

Het is niet alsof hij zich het feest toe gaat eigenen. Hij vestigt helemaal geen aandacht op zichzelf. Hij heeft natuurlijk wel wat andere mensen nodig. Tafeldienaars bijvoorbeeld. Je kan nu eenmaal niet in je eentje zeshonderd liter water pompen! Maar verder met zo weinig mogelijk mensen.

De leerlingen zien het, Maria weet er van. De tafeldienaren, verder niemand.

Door het feest zo door te laten gaan , “openbaart Hij zijn heerlijkheid”, zo staat het er dan in het Evangelie.

Openbaring betekent dat je laat zien wie je bent. Dat kan bewust of onbewust, dat kan door wat je zegt door wat je doet en door wat je laat.

Jezus laat zien wie Hij is en wat Hij komt doen. Hij doet dat niet met een luidspreker, of een pagina op  Instagram. Dat Hij zichzelf continu in beeld laat komen en reclame maakt voor Feestcoach Jezus, met een filmpje erbij over dat je het water in wijn ziet veranderen en dat daarom heen dan mensen staan te juichen. Zo niet.

Hij laat zichzelf zien door niet al te veel op te vallen, zodat iedereen dit belangrijke feest mee kan vieren. En Hijzelf viert het ook mee. Er staat nergens dat hij tussentijds vertrok. Hij zal gebleven zijn tot al die vaten leeg waren, ik weet het zeker.  

Als we er zo over nadenken zien we ook het contrast met een andere openbaring. Dat je leider bent van een land, alles om jezelf laat draaien. En dan in de crisis water preekt, en zelfs water afdwingt met politie te paard… Terwijl je zelf de hele tijd wijn gedronken hebt op stiekeme feestjes.  

En dat komt dan ook nog eens uit. En dan moet je zeggen in het Parlement dat je je niet goed kan herinneren of je op dat feestje was. Je kan je het schampere commentaar voorstellen dat daarop volgt.

Ook dat is een openbaring, je maakt zichtbaar wie je bent. Maar je zou misschien het liefste onder een steen kruipen in zo`n situatie.

Laten we onszelf zo maar niet openbaren beste vrienden.

Als je alles om jezelf laat draaien en anderen op de huid zit, dat loopt nooit goed af. Als je daarentegen als Jezus behulpzaam wil zijn om andere mensen tot leven te laten komen. Om anderen te helpen de vreugde van het leven te voelen dan openbaar je jezelf op de beste manier.

Laten we hopen dat we in de komende maanden weer gelegenheid zullen hebben om van dat leven te proeven, we weer blijdschap ondervinden, en de grijze bladzijdes van de laatste twee jaar gauw om kunnen slaan.

Amen.  

Saturday, 8 January 2022

Kiezen en gekozen worden

 

Beste vrienden,

 “Ik weet niet meer wat ik moet doen”, zo hoorde ik laatst iemand tegen mij zeggen. “Je kan nergens plannen op maken, ik weet niet welke regels er volgende maand gaan gelden of niet. Het enige wat ik weet is dat, als je geluk hebt. Je een week van te voren wat hoort. Of de scholen opengaan. Of niet. Of mijn winkel open kan. Of niet. Of er wat van beloftes terecht komt. Of niet. Gek word je er van”

Ik begrijp dat gevoel. Je weet niet meer wat je denken moet. De één zegt op internet: het valt allemaal wel mee. Die laat een grafiek zien met een dalend lijntje. Gemaakt door een professor in Kaapstad. Dan valt het vast mee. Hoop je.

Maar de ander zegt: het valt helemaal niet mee. Het wordt heel erg. Die laat een grafiek zien met een stijgende lijn. Een heel erg stijgende lijn. Een grafiek gemaakt door een professor in New York.

Dan valt het misschien niet mee. Maar je weet het niet.

Je weet niet welk scenario je kiezen moet, en of de keuzes die je maakt de goede gaan zijn. En vroeger konden we dat altijd wel. Dachten we. We vonden onze keuzes altijd zo belangrijk. We maakten voor belangrijke keuzes prognoses. We wogen voor- en nadelen af. Uiteindelijk maakten we dan onze keuze en ook al loopt het avontuur altijd wat anders dan we dachten, we hadden toch ook een aantal voorspellingen goed. Dat is nu moeilijk voor te stellen. De wereld die we dachten onder controle te hebben heeft haar eigen plan getrokken en trekt een lange neus naar ons.

In dergelijke tijden van onzekerheid is het dan goed om pas op de plaats te maken. Dan hebben we een kans om in het Evangelie te lezen wat de werkelijke wijsheid van vandaag is.

We lezen in het Evangelie over de doop van Jezus in de Jordaan. We lezen interessante dingen in dat Evangelie. Tegenwoordig denken we vaak dat alles om keuzes draait. Maar we lezen hier niets over dat Jezus er voor koos zich te laten dopen. De enige die hier kiest, of liever, vertelt van zijn keuze, is God zelf, wanneer hij zegt: dit is mijn Zoon, in wie ik welbehagen heb.

God heeft Jezus uitverkoren, vanaf het vroegste begin, vanaf Maria Boodschap aan, heeft Hij Hem aangewezen als de Redder en Verlosser. En in Hem zijn wij uitverkoren.

God koos Jezus Christus, in Jezus Christus zijn wij uitgekozen om met God te kunnen leven.

Wat een beslissing! En God is het die dit besluit. Hij wikt niet. Hij weegt niet. Hij kijkt niet naar grafiekjes. Hij staat niet perplex van alle mogelijkheden. Hij is niet murw geslagen door alles wat er gebeurt.

God kiest voor de mens. Dat is de belangrijkste keuze in ons leven. Een keuze die wij zelf niet treffen. God doet het voor ons.

God kiest voor ons. Hij laat ons niet los. Ook als wij door de bomen het bos niet meer zien en niet meer weten welke mensen wij geloven moeten. God kiest voor ons in Christus.

Dat betekent nog niet dat wij dan achterover moeten zitten als in onze strandstoel op een vakantiebestemming. Dat wij Gods keuze alleen maar over ons heen laten komen. Het vraagt ook iets van ons. Er gaat ook wat aan vooraf, voordat die zon voor ons kan schijnen.

Als we Gods keuze leidend laten zijn in ons leven kunnen we hopelijk iets minder bezig zijn met die keuzes van onszelf. Niet dat ze onbelangrijk zijn. We leven nu eenmaal niet van de wind. We hebben verantwoordelijkheden en die willen we zo goed mogelijk volbrengen. Het is begrijpelijk dat we gefrustreerd zijn wanneer de weg die we moeten gaan niet duidelijk aangegeven is.

Maar onze keuzes zijn niet de belangrijkste die er zijn

Hoeveel geweldige beslissingen die we ook nemen, ze gaan ons nooit méér maken dan rijk en succesvol. Je wordt er geen kind van God van.

Hoeveel zware fouten we ook maken, hoe slecht we risico’s ook inschatten. Zelfs als je alles verliest, en je je schuldig voelt, dan nog is er niets dat Gods “Ja”, dat Hij tegen je heeft uitgesproken , doorbreekt.  

Als we dat beseffen, leren we hopelijk ook een beetje leven met de onmogelijkheden van ons leven. We kunnen niet de hele dag de juiste beslissingen nemen. We weten niet hoe de toekomst er uit ziet en daarmee weten we niet op voorhand of onze keuzes de “juiste” of de “verkeerde” zullen zijn.

Als we met verantwoordelijkheidsgevoel en respect voor de feiten onze keuzes maken dan hebben we het goed gedaan, ongeacht of later zal blijken dat we geluk of pech hadden. Want al onze keuzes staan in het licht van Gods keuze voor ons.

Niets wat wij doen kan Gods keuze voor ons veranderen. Je kan die keuze niet verdienen, je kan Gods belofte zélf niet verbreken. Die belofte blijft staan, je kan er alleen van weglopen. Maar je mag ook elke keer weer terugkomen. Dat is hoe die belofte werkt.

De uitnodiging om die belofte waar te maken blijft ons hele leven  geldig.

Laten we dan voor die belofte kiezen. Juist in moeilijke tijden, wanneer de verleiding om koste wat kost stenen in brood te veranderen, de gang van de wereld in onze macht te krijgen, en enorme risico’s te nemen in het zicht van diepe diepten zo groot is.

Dat God u zegene in dit jaar.

Amen.