Saturday, 29 November 2025

Advent I 2025

 

Beste vrienden, beste jongens en meisjes

Het is alweer koud en nat om ons heen dus misschien moeten we alweer even graven in onze herinnering. Als we denken aan een zomerse dag aan het strand. In Nederland, of verder weg, op vakantie. Daar is van alles te doen. Zwemmen, schelpen zoeken, of haaientanden. Kuilen graven (als je uit Duitsland komt) of zandkastelen bouwen.

Dat laatste daar kun je je natuurlijk helemaal op uitleven. Torens, muren, poorten, grachten. Heerlijk om te doen. Samen met vrienden, degene die je al kent, of anderen die je daar op het strand maakt.

En als de zon begint te zakken en de vloed opkomt zeg je “tot morgen” of “tot ziens” tegen je vrienden en laat je de zandkastelen voor wat ze zijn. Het is tijd om te gaan eten. Misschien kijk je samen eerst nog even toe hoe de zee hap na hap neemt uit dat kasteel. Eerst vullen de grachten zich, daarna wordt er druk aan de muur geknabbeld. De toren gaat scheef staan. Misschien blijft die dat wel een hele tijd doen, want je hebt hem stevig gebouwd. Het is leuk om te zien hoe lang hij het volhoudt. Een zandkasteel dat wegdrijft bij het eerste golfje, daar heb je natuurlijk geen eer aan!

Maar uiteindelijk is het klaar, en tegen de tijd dat het laatste stuk van de toren de zee in zakt is er al bijna niks meer van over. Het is een mooie dag geweest.

Morgen weer.

Zo is het ook met de advent, de tijd die we vandaag begonnen zijn. Kerst begint met advent. Dat is een mooi woord voor “de tijd van de komst”, iemand komt naar ons toe. Jezus zelf. Als kind. Hij brengt licht voor de wereld.

Je kan pas licht komen brengen als het donker is om ons heen, niet eerder. Net zoals je pas opnieuw kan beginnen met bouwen nadat de vloed is gekomen en gegaan. Dat is de tijd van de advent, leren dat de vloed is geweest. Leren dat wij het niet altijd licht kunnen maken uit onszelf. Leren dat wij niet zomaar uit onszelf aan iets nieuws kunnen beginnen.

Kinderen zijn soms wijzer dan grote mensen. Ze snappen dat zandkastelen niet eindeloos kunnen blijven staan. Volwassenen zijn iets hardnekkiger. Die denken vaak dat wat zij opbouwen voor altijd gaat blijven. Voor volwassenen is dat moeilijk te begrijpen. Maar voor God maakt het niet uit of je groot bent of klein en of je je kasteeltje bouwt van zand of uit bakstenen.

We moeten leren dat niks wat wij bouwen, klaar is om altijd mee te gaan. Bij een zandkasteel is dat een dag. Als de avond komt moet je het loslaten. Bij grote mensen zijn dat grotere dingen, en die dingen gaan lang mee. Uiteindelijk moet je ze loslaten. Pas als je dat doet, als je dat erkent, is er ruimte voor iets nieuws. Is er ruimte voor iets anders. Als je je handen vol hebt, is er geen ruimte voor nieuwe cadeaus.

Daarom is deze tijd ook anders. De kleur is anders. Paars. Een beetje donkere kleur. Niet zo vrolijk als wit, goud of groen. Maar wel mooi op zijn eigen manier. Geen kleur die blijft, maar een kleur die ons voorbereidt. En hebben jullie iets gemist aan het begin van de mis? Ik wel. Er is geen wierook, want wierook is iets feestelijks! Dat bewaren we nu even voor later. En er is geen Glorialied. Dat is het vrolijkste lied dat we hebben. We zingen het elke zondag. Maar nu even niet, want deze paar weken zijn net even anders. We zetten het geluid wat zachter zodat we Jezus straks beter kunnen horen.

Pas als we niet meer doen alsof we midden in het licht staan kunnen we omhoog kijken, op zoek naar het licht. Want er ís altijd licht. Het komt er aan! Niks kan het tegenhouden! De eerste adventskaars brandt al. Die zal week na week steeds helderder gaan schijnen. Eerst één, dan twee, drie, en tenslotte vier. Dan is het al bijna kerst, je voelt al bijna geen verschil meer.

En als Jezus geboren wordt, dan is het feest. Het licht is er dan weer helemaal. De donkerte gaat weg. De dagen worden weer langer. We hebben weer zin in nieuwe dingen. Misschien gaan we weer een zandkasteel bouwen, of iets anders ondernemen. Dat hoeven we niet nu te beslissen. We gaan het zien, wanneer de dag aangebroken is.

Amen.

Sunday, 23 November 2025

Het Nieuwe Lectionarium

 

Beste vrienden.

Aan het begin van het kerkelijke jaar is er direct al een verandering merkbaar op zondag.

Er is een nieuw lectionarium, dat wil zeggen: lezingenboek uitgebracht. We zullen het per eerste advent gaan gebruiken. Wat verandert er, en waarom moesten er veranderingen in aangebracht worden?

Het lezingenboek zoals we dat sinds 1971(!) gebruiken is, het zal u niet verbazen, toch wat verouderd. En daarnaast had het ook een aantal andere tekortkomingen. Het tweede Vaticaanse Concilie heeft ons de opdracht gegeven om de liturgische boeken geheel te vernieuwen. En dit is ook gebeurd. Dit was echter een enorme operatie die veel vertaalwerk met zich meebracht. De lezingen laten dan ook nogal wat sporen zien van deze haastklus.

De Bijbelvertaling die we gebruiken als bron van de lezingen, de Willibrord '75 was nog niet geheel klaar toen de lezingenboeken moesten worden uitgebracht. Zeker de lezingen uit het Oude Testament waren nog volop in bewerking. Tevens is het zo dat 1975 ook al weer een tijd in het verleden ligt, en het Nederlands van de Willibrordvertaling inmiddels wat gedateerd overkomt.

Ik heb van één zondag de lezingen met elkaar vergeleken en dat laat zien dat de wijzigingen vrij beperkt zijn, en vooral taalkundig van aard. Het is duidelijk dat het doel van de redacteurs van het nieuwe lectionarium is om de tekst wat dichter bij het originele Hebreeuws en Grieks te brengen. Waar in het oude lectionarium gesproken wordt over de “tempel van de Heer” wordt dit nu bijvoorbeeld veranderd in het “huis van de Heer”. De vertaling wordt dus wat 'letterlijker' en zal wat minder 'verheven' of 'poëtisch' klinken. Of dit al dan niet wenselijk is, is ook een beetje een kwestie van smaak. Het is in ieder geval een duidelijke keuze. 

Verder zijn er vooral kleine grammaticale veranderingen en syntactische wijzigingen (d.w.z.: van doen hebbende met de zinsbouw).

Om eerlijk te zijn: ik denk niet dat u in de drie lezingen het verschil altijd even zeer zult merken.(Of dit een goede of slechte zaak is laat ik even in het midden)

De grote verandering die u zult opmerken is in het psalterium: de psalmen die we zullen bidden en zingen. Dit is wel een compleet nieuwe vertaling. De psalmen die tot nu toe in het lezingenboek stonden kwamen uit de zgn. Bronkhorstvertaling. Deze vertaling, van pater Ad Bronkhorst OP, was uit nood geboren. De Bronkhorstpsalmen zijn geen vertaling uit het oorspronkelijke Hebreeuws maar van een moderne Latijnse vertaling die dichter bij het Hebreeuws stond dan de oude Latijnse vertaling uit de vierde eeuw. Toen het lectionarium moest worden vastgesteld was de Bronkhorstvertaling (oorspronkelijk bedoeld voor intern gebruik bij de Dominicanen) de enige die op tijd klaar kon zijn.

Dat klinkt een beetje apart, maar zo gaan die dingen!

Hoewel de Bronkhorstpsalmen mooi zijn, is het niet wenselijk dat we deze vertaling blijven gebruiken. De nieuwe psalmvertaling is gebaseerd op het vertaalwerk van de wijlen prof. Nico Tromp, maar is zo bewerkt dat de psalmen gezongen kunnen worden op traditionele psalmtonen.. Daar komen we dus ook gelijk bij een probleem: voorlopig komt alleen het zondagsdeel A uit. Voor de weekdagen gebruiken we nog het oude (weekdagen) Deel I. Misschien is dat ook de reden waarom het gebruik pas verplicht is gesteld per de eerste zondag van de Vasten, want de nieuwe lezingen (en psalmen) van Aswoensdag zijn dus nog niet uitgebracht. 

Moge het nieuwe lectionarium in ieder geval bijdragen tot een beter begrip van de Bijbel in de liturgie. Ik hoop daar erg op.

Hartelijke groet, en veel zegen voor het nieuwe kerkelijke jaar,

pastoor Jan-Jaap van Peperstraten



Saturday, 22 November 2025

Christus Koning 2025

 

Toen Jezus aan het kruis hing,
stond het volk toe te kijken,
maar de overheidspersonen lachten Hem uit en zeiden:
Anderen heeft Hij gered;
laat Hij zichzelf eens redden
als Hij de Messias van God is,
de uitverkorene!”
De soldaten brachten Hem zure wijn,
en ook zij voegden Hem spottend toe:
Als Gij de koning der Joden zijt,
red dan uzelf.”
Boven Hem stond als opschrift
in Griekse, Romeinse en Hebreeuwse letters:
Dit is de koning der Joden.”
Ook een van de misdadigers die daar hingen hoonde Hem:
Zijt Gij niet de Messias?
Red dan uzelf en ons.”
Maar de andere strafte hem af en zei:
Heb zelfs jij geen vrees voor God
terwijl je toch hetzelfde vonnis ondergaat?
En wij ondergaan dat vonnis terecht,
want wij krijgen wat wij door onze daden verdiend hebben;
maar Hij heeft niets verkeerds gedaan.”
Daarop zei hij:
Jezus,
denk aan mij,
wanneer Gij in uw Koninkrijk gekomen zijt.”
En Jezus sprak tot hem:
Voorwaar, Ik zeg u:
vandaag nog zult gij met Mij zijn in het paradijs.”


Beste vrienden,

We staan aan het eind van het kerkelijk jaar, aan de voet van het kruis. En daar kijken we op naar de Koning, op Zijn feest. Christus Koning. Het is een vreemde koning, het moet gezegd. Niet zoals de leiders die we kennen. Laten we eens zien wat er aan de hand is.

Als we iets belangrijk vinden, ergens de aandacht op willen vestigen dan verheffen we het. Je zet het op een voetstuk. Je zet iets neer op een plek waar iedereen het goed kan zien. Wat je op een voetstuk zet kun je onderverdelen in twee categorieën: je kan presenteren wie je bent of je kan laten zien wat je in machte bent te doen.

Naast dat elk paleis een balkon heeft waarop je op het volk kan kijken heb je als machthebber ook andere dingen die je in de hoogte kunt zetten. Je kan een groot monument laten bouwen, waar mensen naar op moeten kijken. Of bij de jaarlijke parade laat je de luchtmacht in formatie over de stad heen vliegen. Dat is best indrukwekkend, en meestal onschuldig.

Maar als je minder in de gunst staat van de mensen, dan moet je ze met hoge tekens intimideren. Dan krijg je zoals vroeger in het oosten, monsterlijke beelden van Lenin op het stadsplein, of zoals in andere tijden, een dwangburcht boven op de heuvel. Of een galg, een executieplaats. Pour encourager les autres. Zo laat je zien wie er de baas is, en wat er gebeurt als je niet in de pas loopt.

Zien we iets opgericht worden, zo de hoogte in. Dan moeten we ons dat afvragen: wat is dat, wie richt het op, en wat betekent het?

Wat is dat, dat kruis. Het is geen ereplaats. Het is niet opgericht door Jezus zelf. Het is een straf van de Romeinen, het oordeel voorgesorteerd door de machthebbers onder het volk. Het is niet alleen maar een doodstraf, het is een spektakel. Of althans, zo is het bedoeld. Op een hoge plaats, langs de toekomstweg, zodat iedereen die langs komt het moet zien. En het liefst niet alleen zien.

Vroeger waren executies niet alleen maar een doodstraf, ze waren theater. Vermaak. Bedoeld om het volk te binden aan de heersers. Als de rechters iemand ter dood wilden brengen maakten ze er een theater van om zo het publiek aan hun kant te krijgen. En dat zien we hier ook, rond het kruis. Het is de bedoeling dat het een show wordt. En de overheidspersonen staan daar gereed als een soort cheerleader, slogans te schreeuwen. Want wat ze zeggen, fluisteren ze niet onder elkaar alsof ze bang zijn om gehoord te worden. Nee, het is de weg-met-Jezus show.

Maar in de oude tijden als je het er als volk niet mee eens was, met wat er gebeurde, dan stond er altijd één weg open. Je kon natuurlijk niet roepen: “ik ben het er niet mee eens” of “stop!”. Je keek toe in stilte, in stille afkeuring. Soms enkel een diepe zucht als het oordeel voltrokken werd. Toen de Engelse revolutionairen koning Charles I vermoordden op het schavot werd het ook niet het spektakel waar ze op hoopten. Een doodse stilte was hun deel. Het was het begin van het einde van hun revolutie.

Het volk stond toe te kijken, ze zeggen niks, maar de overheidspersonen lachten hem uit. Het volk doet niet mee. Hetzelfde zien we hier. Het volk laat zich niet gek maken. Eenvoudige mensen zien vaak het beste wie er authentiek is, en wie niet. Wie er echt schuld heeft en wie niet. Wie toneel speelt en wie zichzelf is.

Er wordt wel eens gezegd, het volk stond aan de kant van de machthebbers en riepen om de dood van Jezus. Dat is niet zo. Door heel Lukas heen lezen we dat waar zelfs de stemmen die roepen om de dood even sterker zijn, maar dat niks zegt over het volk zelf. Die rouwen, en zijn stil. We zijn gedrild om te denken dat stilte niks zegt. Het tegendeel is waar. De crux van vandaag is dat de leiders het volk niet meekrijgen, het volk het oordeel van de leiders afkeurt.

De leiders krijgen het volk niet mee omdat zij weten dat ze in Jezus iemand tegenkomen die écht alles is waar de leiders nooit aan kunnen tippen. Jezus alles wat zij zouden willen zijn, ten diepste.

Om te beginnen is hij een echte profeet. Hij heeft de waarheid verinnerlijkt. Hij kan spreken uit de waarheid. Hij hoeft zich niet eindeloos in te dekken. Hij hoeft niet steeds te plannen hoe hij de ander moet manipuleren. Dat zouden zij ook willen, want dat wil ieder mens. Maar zij zitten in zichzelf gevangen. Hij is vrij. Ze zijn bitter en afgunstig.

Ten tweede is hij de échte hogepriester. Zijn band met God is zo sterk dat de mensen die alleen maar de mantels, insignes en benoemingsoorkondes hebben in de schaduw staan. Ze hebben hun titels gekocht. Van Herodes, via de Romeinen. Ze doen hun best om die lege huls in hun families te houden. Maar inhoudelijk heeft het niks om het lijf. Ze weten het, en zijn bitter en afgunstig.

Ten slotte is hij de échte koning. Hij is volledig zichzelf. Zij kunnen nooit zichzelf zijn. Geen dag, geen moment. Hij heeft wérkelijk gezag: als hij spreekt zwijgt de zee. Boze geesten pakken hun biezen. Ziektes verdwijnen. De dood heeft geen kans. Het volk ziet wie hij is. Beseft het misschien niet helemaal, maar ze hebben meer door dan de adel. Herodes is een huurkoning, en de hogepriesters? Die zijn nóg minder. Huur-stadhouders. Ze treden op, is het idee, in naam van dat koningsschap dat er zou moeten zijn. Ze verlangen er naar wérkelijk gezag te hebben. Maar ze hebben het niet. En ze zijn bitter en afgunstig.

Dus maken ze hem tot voorbeeld. “Dít is wat er gebeurt als je ons voor de voeten loopt, Koning van Israël”, en nu kan iedereen je zien in je schande.

Maar ze hebben niet gerekend op wat er gebeurt als je al die dingen bent. Werkelijk profeet – in contact met de waarheid

Werkelijk hogepriester – volledig verenigd met God

Werkelijk de koning – bekleed met alle gezag.

Wie al die dingen is, kan kwetsbaar zijn. Want je bent ze niet omdat een ander mens die titels aan je geeft, tegen een tegenprestatie en zo lang als het duurt – of je je jaarlijkse functioneringsgesprek met Pilatus overleeft.

Nee. Wie al die dingen is, is ze uit zichzelf. Ze horen bij hem als mens. Hij kan niet iets anders zijn.

En als je dat weet, dan kun je je nek uitsteken. Risico lopen. Je armen wijd uitstrekken, tot aan het kruis.

Zwakke mensen zullen nooit risico lopen. Die klampen zich krampachtig vast aan wat ze denken te hebben. Staan op hun ingebeelde rechten, en weten exact wat de ander hen verschuldigt is. Elke dag worden ze iets stijver, rigider. Als ze worden geconfronteerd met iemand die het wél kan, die het wél is worden ze vijandig. Dat toont zich in houding en taal. Verkramping, pijn, bittere jaloezie, bittere woorden. Gemene grappen. Sarcasme.

Ze denken, dat zegt iets over de ander: “als ik vals ben” – zo denken zij – “wordt Hij zwak!” Ze stellen Jezus in het middelpunt van de aandacht – aan het kruis - en hopen dat Hij dan te kijk staat. Maar het straalt enkel op jezelf af. En dus mislukt het. Het werkt niet. De plek van de schande, het kruis, wordt tot plek van het heil.

Hij ís koning. Ook aan het kruis, juist aan het kruis. En de eerste die thuis mag komen in Zijn koninkrijk is de goede rover.

En hier zijn we dan, tweeduizend jaar later. We staan nog steeds om het teken van het kruis en wij brengen het de eer. We erkennen wie Hij is.

Niet in machteloze stilte, maar in lofprijzing. We zijn niet meer dat arme, vertrapte volk van Jeruzalem. We zijn een nieuw volk. Een nieuwe gemeenschap van wederkerige rechten, jegens elkaar en jegens God.

Een koninkrijk, ja.

Geen stam waar je ingeboren moet zijn, het juiste bloed moet hebben.

Geen vereniging, waar je op een goede dag bij elkaar komt om met elkaar iets te doen, en samen te beslissen wat.

Geen republiek waarin je elkaar je rechten toekent en zelf de president aanwijst.

Het is een koninkrijk, samen rondom koning Jezus. Ieder mens draagt het burgerschap al in zich. Niet omdat het volgt uit een mensenrecht, maar vanuit de menselijkheid van de Zoon van God. Zoals hij volledig verenigd is met God, zo is Hij ook volledig verenigd met de mensheid als geheel.

We hebben een staande uitnodiging. Burger te worden van zijn Koninkrijk. Om zo tot onszelf, tot ons recht, te kunnen komen. 

Amen















Thursday, 13 November 2025

33e zondag door het jaar C / "Tussen Puinhopen Opgericht"

Epistel 2 Tess. 3, 7-12

Broeders en zusters,

hoe gij ons moet navolgen is u bekend;
wij hebben bij u geen werk geschuwd
en niemands brood gegeten zonder te betalen.
Dag en nacht hebben wij gearbeid, met veel inspanning en moeite
om niemand van u tot last te zijn.
Niet dat wij er geen recht toe hebben,
maar wij wilden een voorbeeld geven ter navolging.
Ook toen wij bij u waren hielden wij u telkens deze regel voor:
als iemand niet wil werken, zal hij ook niet eten.
Wij hebben namelijk gehoord
dat sommigen bij u werkloos rondhangen
en alle moeite schuwen,
maar wel zich met alles bemoeien.
In de Naam van de Heer Jezus Christus
gebieden en vermanen wij zulke mensen,
dat zij regelmatig moeten werken en hun eigen kost verdienen.

Evangelie: Lc. 21, 5-19

In die tijd merkten sommigen op hoe de tempel daar prijkte

met zijn fraaie stenen en wijgeschenken.

Toen zei Jezus:

“Wat ge daar ziet:

er zal een tijd komen,

dat er geen steen op de andere gelaten zal worden:

alles zal verwoest worden.”

Zij vroegen Hem nu:

“Meester, wanneer zal dat dan gebeuren?”

Maar Hij zei:

“Weest op uw hoede, dat gij niet in dwaling gebracht wordt.

Want velen zullen optreden in mijn Naam

en zij zullen zeggen: Ik ben het, en: Het ogenblik is nabij.

Loopt niet achter hen aan.

En wanneer gij hoort van oorlogen en onlusten,

laat u dan niet uit het veld slaan.

Dat alles moet wel eerst gebeuren,

maar het einde volgt niet terstond.”

Toen sprak Hij tot hen:

“Er zal strijd zijn van volk tegen volk

en van koninkrijk tegen koninkrijk;

er zullen hevige aardbevingen zijn,

en hongersnood en pest,

nu hier dan daar,

schrikwekkende dingen

en aan de hemel geweldige tekenen.

Maar nog vóór dit alles geschiedt

zullen zij u vastgrijpen en vervolgen;

zij zullen u overleveren aan de synagogen en gevangen zetten,

u voor koningen en stadhouders voeren

omwille van mijn Naam.

Het zal voor u uitlopen op het geven van getuigenis.

Welnu, prent het u in,

dat gij dan uw verdediging niet moet voorbereiden.

Want Ik zal u een taal en een wijsheid geven,

die geen van uw tegenstanders

zal kunnen weerstaan of weerspreken.

Ge zult zelfs door ouders en broers,

door bloedverwanten en vrienden overgeleverd worden

en sommigen van u zullen ze ter dood doen brengen.

Ge zult een voorwerp van haat zijn voor allen

omwille van mijn Naam:

geen haar van uw hoofd zal verloren gaan.

Door standvastig te zijn zult ge uw leven winnen.”


Beste Vrienden, 


Op donderdagochtend las ik het nieuws over hoe onze buurgemeente het besluit wil nemen om het hele dorp Moerdijk in zijn geheel af te breken. Ten gunste van het industriegebied. 

Ik las op de website van de NOS over de bijeenkomst met de burgemeester. En één stukje  greep me bijzonder aan. Een vrouw van in de tachtig vroeg de burgemeester wat er ging gebeuren met het graf van haar man, op de katholieke begraafplaats van Moerdijk. De gemeente kwam eerder niet verder dan de belofte dat “belangrijke spullen virtueel bewaard zouden blijven”. 


Belangrijke spullen. 

Virtueel bewaard. 

We breken het dorp wel af, we ruimen de begraafplaats, maar we geven je nog wel een virtueel foto-album mee. Moerdijk Zoals Het Was. Punt nl. 

Inloggen via DigiD.


Die gedachte ging als een koude wind door me heen. Nee. Dat mensen boos zijn en het er nog niet bij laten zitten. Dat begrijp ik wel.


En dan horen we de lezingen van vandaag. 

Maleachi, die preekt over een oordeel dat komt. Jezus, die voorspelt dat de tempel, die onvervangbare, prachtige en belangrijke tempel in Jeruzalem volledig verwoest gaat worden. Geen steen blijft op de andere. 

En toch zegt de psalm van vandaag: Rechtvaardig bestuurt God de wereld


Ik weet niet hoe de mensen in Moerdijk zich voelen deze zondag, maar ik kan me voorstellen dat ze de rechtvaardigheid even niet op hun netvlies hebben. Waar is de rechtvaardigheid als je dorp tot de grond toe wordt afgebroken.


Wat moeten we dan aan, met die rechtvaardigheid? Is dat maar lege woorden, een praatje voor de vaak?


Normaal, beste vrienden, preek ik niet over actualiteiten. De preek is immers geen commentaar op het nieuws van alledag. We hebben allemaal meningen. Ik ook. Maar de preek moet geen Achter het Nieuws met Jezus en Maria zijn. De preek is er om ons te vertellen over wie God is, wat Hij ons zegt door de Bijbel heen en in het leven van Jezus en wat wij in het licht daarvan mogen denken en doen.


Maar toch: soms rijmt het leven, wat er allemaal gebeurt, en de lezing van de dag op zo’n manier dat je er mee aan het werk moet. Geloof bevindt zich niet ergens aan gene zijde. Het wordt geleefd hier op aarde, met beide benen op de grond. Je bent verbonden met de wereld. Je staat er niet buiten. Als onze buren pijn hebben, staan wij daar niet buiten. Als ze in hun bestaan bedreigd worden, staan wij daar niet buiten.


We moeten nadenken over wat die pijn betekent: voor hen en voor ons. We treuren met wie treurt. We zijn boos met wie boos is. Wil je dat niet doen, dan sla je je werk over, en dan word je, zo horen we vandaag van Paulus ook niet gevoed. Die woorden zijn niet enkel metafoor, geen denkbeeldige stad die we oprichten op de puinhopen van huizen, winkels, kerken en begraafplaatsen. Wil je geestelijke beloning dan zul je je eerst nuttig moeten maken voor de mensen om je heen. Dan moet je niet werkeloos rondhangen en andere mensen lastig vallen met jouw goede bedoelingen.


We zijn vandaag met Jezus in de tempel, en die tempel leeft op geleende tijd. Nu zijn daar goede gronden voor. De tempel is niet als een dorp waar gewone mensen wonen, sporten, liefhebben, trouwen en rouwen.

De tempel is gecorrumpeerd. De priesterkaste is de weg kwijt. De hogepriester zijn ambt wordt ge- en verkocht. En het middenmanagement is het volk aan het ophitsen voor opstand. Dat alles gaat eindigen in verschrikkelijk bloedvergieten. Daar hoef je niet de zoon van God voor te zijn om dat te zien. De tempel loopt op zijn eind, zij verdient het in deze vorm te verdwijnen. Het is onvermijdelijk. Ik denk dat meer mensen dat wel zagen, maar alleen Jezus had de moed om het te zeggen - één van de redenen dat hij gekruisigd werd. 


Ook in ons leven zien we dat dingen ophouden. Ook als niemand het wil zeggen. Het verschil met de tempel is: er hoeft niet eens iemand schuld aan te zijn. Doorgaans ligt de schuld - als die er is - zelden bij degenen die er het meest onder lijden. 


In ons hart willen we dat niet waar hebben. Dat iets wat ons dierbaar is ophoudt. We willen de dingen houden zoals ze zijn, ook als dat niet kan. Dat is niet iets slechts. Het is de aard van het beestje. Zo zitten we in elkaar. En steekt de wind op en beginnen de muren te kraken, of komen de graafmachines om de huizen en de kerk af te breken en de begraafplaats te ruimen, dan zijn de mensen ontsteld, verward en tot van alles in staat. Ontkenning, woede, nog willen onderhandelen met het onvermijdelijke, en dan diepe neerslachtigheid. Dat zijn allemaal emoties die daarbij horen. 


We horen het ook terug in de woorden van Jezus, als de muren kraken en het dak instort, dat is een gevaarlijke tijd. Wat het ook is: Jezus noemt strijd, nood, vervolging, haat. Allemaal dingen waar je mee te maken zou kunnen krijgen, als dat gebeurt - blijf vertrouwen. God is groter dan de dingen die gebeuren. 


God geeft wijsheid, zo horen we, en standvastigheid. 


Wijsheid, als eerste. Door wijsheid kunnen we zien naar wie we moeten luisteren en naar wie niet. Dat is belangrijk. In tijden van crisis zijn er altijd mensen die zich opwerpen als messiassen, die zich voordoen als redders - maar het niet zijn! Ze beloven je gouden bergen en zeggen dat ze het wiel van de tijd wel even terug gaan draaien. Zo brengen ze de mensen op een dwaalspoor! Wijsheid betekent: dat doorzien. Er geen geloof aan hechten als iemand zegt dat hij wel even het onmogelijke gaat doen (tenzij jij hem saboteert door hem niet op zijn woord te geloven!) 


Dan komt de standvastigheid. Dat betekent niet: je blijven verzetten voorbij alle redelijkheid. Jezus is ook niet gekomen om de dingen te redden. Als de tijd van die dingen voorbij is zegt hij dat. Hij windt er geen doekjes om. Hij roept geen guerilla-oorlog uit. Hij trekt niet met een gewapende bende de bergen in.  Hij richt niet het Heilsfront voor Tempel en Staat op. Hij wijst op de standvastigheid, dat wil zeggen blijven staan vanuit je waarden, vanuit wie je bent. Vanuit je relatie met anderen en met God.  


Hoe doe je dat? Hoe kan dat wanneer alles om je heen bedreigd wordt? 


Nu las ik daarna nog een nieuwtje over Moerdijk. Moerdijk heeft een voetbalclub. En die heet TPO. Dat staat voor Tussen Puinhopen Opgericht. Als je nu vraagt: “wat betekent standvastigheid”, denk ik dat is de beste beschrijving ervan. Hoeveel puinhopen er ook liggen, je richt je op. 


Je blijft niet voor dood liggen. Je gaat niet voor een ander kruipen door alles al bij voorbaat weg te geven. Je blijft niet in het verleden hangen. Je richt je op. Je weet niet hoe, je weet niet hoe de toekomst er uit ziet, misschien niet eens of er een toekomst is. Maar je richt je op. Omdat we geloven in Gods rechtvaardigheid, geloven we ook in de waardigheid die mensen hebben. En die waardigheid toont zich vaak in de moeilijkste omstandigheden. 


Nu is die waardigheid wel persoonlijk, maar niet individueel. Je hebt elkaar nodig om je op te kunnen richten. Je kan het niet in je eentje doen. Je moet gemeenschapszin hervinden juist als je gemeenschap wordt bedreigd, en misschien zelfs in de huidige vorm ophoudt te bestaan. Als je erover nadenkt, klinkt dat onmogelijk. Ik denk dat de mensen dat ook tegen Jezus zeiden. We kunnen dat allemaal niet, het hoofd bieden aan zoveel kwaad. 

En dat is ook denk ik de reden dat Jezus moet zeggen, de Geest geeft het je in. Als je je tussen de puinhopen opricht, dan maakt dat alleen al de dingen anders. Juist door die moed en dat vertrouwen vallen andere dingen dan op hun plaats. Ook al weet je niet hoe. 

 

In de tussentijd, laten we de mensen die we kennen die verdriet hebben om wat er dreigt te gebeuren, nabij zijn. Je kan niet zomaar tegen andere mensen zeggen, weet jij wat jij nodig hebt? Levensmoed! Het komt allemaal goed! Terwijl we tegelijkertijd de deur van ons hart gesloten houden en denken “ik ben blij dat het mijn probleem niet is”. Dat is als “kleed je maar warm aan” zeggen tegen iemand bij wie het gas afgesloten is, terwijl iedereen de hand op de knip houdt. Of zeggen: “cake is anders ook heel lekker” als iemand zegt dat zij geen brood heeft. Dat soort ‘goedbedoelde advies’ daar kunnen we wel zonder. Dat is geen werken, dat is werkeloze bemoeizucht.

En wie niet werkt, zal ook niet eten.


Nee, laten we treuren met de treurenden, boos zijn met wie boos is, bemoedigen wie moed nodig heeft, meedenken met wie de draad kwijt is. Dat betekent: mensen sterken in een terechte strijd, om het behoud van wat goed is, zolang die strijd nog niet gestreden is.


Het betekent ook: meeleven met degenen die het leven niet zien zitten. En vooral niet achterover zitten of denken: dat gebeurt ons niet. De koude adem van de eindigheid blaast immers in ieders nek! Moerdijk ligt niet daar. Ieder van ons draagt zijn of haar eigen Moerdijk met zich mee. Alles is eindig, maar de kern van alles wat goed is, een uitgestoken hand, onze werkende hoop die we geloof noemen, geloof in wat God geeft en wat God doet dragen we mee. Waarheen we ook gaan. Want door standvastig te zijn, zul je je leven winnen. 


Amen. 













Saturday, 8 November 2025

Kerkwijding St Jan van Lateranen

 Toen het paasfeest der Joden nabij was

ging Jezus op naar Jeruzalem.

In de tempel trof Hij de verkopers aan

van runderen, schapen en duiven

en ook de geldwisselaars die daar zaten.

Hij maakte van touwen een gesel,

dreef ze allemaal uit de tempel,

ook de schapen en de runderen;

het kleingeld van de wisselaars veegde Hij van de tafels

en Hij wierp die omver.

En tot de duivenhandelaars zei Hij:

“Weg met dit alles!

Maakt van het huis van mijn Vader geen markthal!”

Zijn leerlingen herinnerden zich dat er geschreven staat:

“De ijver voor uw huis zal mij verteren”.

De Joden richtten zich tot Hem met de woorden:

“Wat voor teken kunt Gij ons laten zien

dat Gij dit doen moogt?”

Waarop Jezus hun antwoordde:

“Breekt deze tempel af

en in drie dagen zal Ik hem doen herrijzen.”

Maar de joden merkten op:

“Zesenveertig jaar is aan deze tempel gebouwd;

zult Gij hem dan in drie dagen doen herrijzen?”

Jezus echter sprak over de tempel van zijn lichaam.

Toen Hij dan ook verrezen was uit de doden,

herinnerden zijn leerlingen zich dat Hij dit gezegd had,

en zij geloofden in de Schrift

en in het woord dat Jezus gesproken had.


Beste vrienden.

Eergisteren was het het feest van Willibrord, de apostel van Nederland. Dat is voor de katholieke kerk de nationale feestdag. En dan vandaag hebben we weer geen “gewone zondag”. Net zoals we de kerkwijding van onze eigen kerk vieren, het parochiefeest, zo vieren we ook de wijdingsdatum van de kathedraal - van ons bisdom - en de wijdingsdatum van de kathedraal van Rome: de St. Jan van Lateranen. 


Lokaal, regionaal, nationaal en universeel. Dat is wat de kerk is. Je kan alleen maar jezelf zijn vanuit verbondenheid met anderen. En niet alleen maar verbondenheid binnen onze eigen straat of wijk of dorp, maar veel breder nog dan dat. Buiten de parochie met ons bisdom, buiten ons bisdom, met de hele kerk in ons land. Met alle katholieken wereldwijd en uiteindelijk met alle christenen, alle mensen van goede wil, wie ze ook zijn, en uiteindelijk de hele mensheid. 


Je kan alleen maar verbindingen hebben als er plekken zijn die mensen verbinden. We kunnen geen kerk zijn zonder kerkgebouw. Die heb je nodig. Als spil. Een parochie heeft een kerkgebouw (of meer dan één). Een bisdom heeft een kathedraal, en alle bisdommen zijn op hun beurt weer met elkaar verbonden met de meest centrale spil, in Rome. 


En dat is niet de Sint-Pieter, hoe belangrijk die ook is. Maar de kathedraal van Rome, de St. Jan van Lateranen.


Want hoe belangrijk de paus ook is, hij is in de eerste plaats bisschop, herder onder de herders. Als je paus wordt krijg je geen pauswijding. Je bent alles al wat je wezen moet, en meestal al heel lang: bisschop. Je krijgt ‘enkel’ het bisdom van Rome onder je hoede en de plek waar de stoel van de bisschop staat dat is de spil die heel de katholieke wereld met elkaar verbindt. 


Spillen, om ze zo maar even te noemen, zijn kwetsbaar. Onze eigen kerk is kwetsbaar, een bisdom is kwetsbaar. Ja, Rome zelf is kwetsbaar. Dat zien we niet zomaar aan de buitenkant. Ja, soms. Als het onderhoud is overgeslagen. 


Maar dat is niet wat ik bedoel. In de tijd van Jezus was de grote spil de Tempel. Dat was de spil van alle Joden over de hele wereld. En die zag er prachtig uit. Maar elke keer als de mensen om Jezus zeiden “wat een stenen, wat een pracht!”, zag en zei Jezus iets heel anders. 

Want bij Jezus gaat het om de binnenkant hij ziet meer dan de mensen om hem heen. En we kijken met hem mee. 


Hij ziet dat het niet goed zit met de tempel. Hij ziet hoe van de dingen een handeltje wordt gemaakt. Nu was dat ook voor anderen niet onzichtbaar, maar zoals wel vaker: dingen kunnen voor je neus staan zonder dat je het echt opmerkt. Je bent er zo aan gewend geraakt dat het net zo goed onzichtbaar zou kunnen zijn. 


De tempel in Jeruzalem, dat is een soort bank geworden, een grenswisselkantoor. Dat had ooit praktische redenen. Mensen gaven kostbaarheden in bewaring bij de priesters van de tempel. Die waren immers betrouwbaar én de tempel was een veilige plek! Goed bedacht! Nee echt!

Maar alles wat praktisch begint, kan net zo goed iets anders worden. De volgende generatie is nog gewoon eerlijk, de generatie daarop weer wat minder eerlijk, en uiteindelijk wordt het hogepriesterschap iets dat gekocht en verkocht wordt, en de tempel is een corrupt hol geworden. 

Als u eens een spannend boek wilt lezen moet u eens bijlezen over de familie van Herodes, en hoe die verwikkeld was met de priesterfamilies van Jeruzalem. Dat leest als een thriller! Maar het is niet verheffend. 


Wat met de tempel gebeurt, kan overal gebeuren. Elke spil in ons leven kan iets anders worden, kan uit het lood gaan lopen, of de verkeerde kant op draaien. Dan raak je er verstrikt in! Dan maakt het niet meer uit of de stenen mooi blinken, of er een schilderij hangt uit de zeventiende eeuw. 


En het kan overal gebeuren, in een parochie. In een bisdom. In Rome. En er zijn tijden dat het ook gebeurd is. Misschien niet hier, misschien niet nu. Maar voorbeelden te over. 


Parochies die een soort eindeloze kringverjaardag worden. Iedereen is heel tevreden met elkaar, maar er gebeurt niks meer. 

Bisdommen waar al het leven uit is. Alles moet maar hetzelfde blijven, zoals we het gewend zijn! Want als je een nieuwe stap zet zou dat wel eens kunnen mislukken! Maar als je geen nieuwe stappen zet - houdt ook alles op! 


En Rome zelf. We kennen de geschiedenis. Er zijn tijden dat er hele inspirerende pausen zijn die van alles in beweging brengen. Maar ook mannen die alleen maar denken aan zichzelf. Of mannen die uit angst al het nieuwe proberen tegen te houden. Dat kan niet, maar in de tussentijd richt je wel veel schade aan.


Mensen denken soms dat niks doen, of alles uitstellen, onschuldig is. Dat is het niet. Want als de tijd gekomen is dat er stappen gezet moeten worden en je zet ze niet: dan mis je de boot. Je moet niet alleen ooit het goede willen doen, je moet het ook nog eens doen op het goede moment! 


Een spil die verstrikt, dat zijn plaatsen waar het vuur wordt uitgedaan (gevaarlijk! lastig!) maar de as wordt geprezen en verheerlijkt. Soms moet je dan die gouden reliekhouder met as maar eens een zet geven, of gewoon opruimen. Niet omdat je een hekel hebt aan oude dingen, of uit blinde vernielingsdrift, maar omdat het iets is dat verstrikt. Het verbindt niet, het bindt je vast. Dat is wat anders. 


Als paus Franciscus het had over rigiditeit, en hoe gevaarlijk dat was, dan doelde hij - denk ik - hier op. 


Wat is de maat waarlangs we de spil leggen? Hoe bepalen we of een spil een echte spil is of een strik? Die is Jezus zelf. Volgens een oude leerstelling uit de theologie is hij uiteindelijk drie dingen – zowel Priester, degen die offert, het Lam, degene die geofferd wordt, maar ook het Altaar, de offer-plaats. 


Je kan zeggen: hij is de volledige spil. Hij is degene die de spil draaiende houdt, hij de spoel die de draden verenigt, en hij is de draad zelf die ons verbindt. 


Daar kan geen gebouw tegen op. Hoe kostbaar en nodig ze ook zijn. Hun meerwaarde ontvangen ze daarvan. Geen Jezus de Heer? Dan ook geen gouden altaar in Rome! 


Jezus Christus is zelf de plaats, de offersteen, het altaar, waar de grenzen tussen God en mens doorbroken worden.  Daarmee is Hijzelf de ultieme spil geworden.


Jezus spreekt voor de omstanders mysterieuze woorden als Hij het heeft over de “Tempel van Zijn Lichaam” – ze kunnen het nog niet begrijpen – maar dit is wat ze betekenen. Elke spil die wij kennen is uiteindelijk machteloos als ze zelf niet verbonden is met de Heer, buiten God is komen te staan. 


Blijven we echter verbonden dan kunnen we – met kracht van boven – die spillen, die plekken van verbinding  herkennen. Onze kerk, het bisdom, de wereldkerk, en over de wereldkerk - met anderen waar ook op deze planeet. Met alle mensen van alle tijden.  


Vanuit hier dus - in onze kerk - verbonden met iedereen. 


Amen.