Epistel 2 Tess. 3, 7-12
Broeders en zusters,
hoe gij ons
moet navolgen is u bekend;
wij
hebben bij u geen werk geschuwd
en
niemands brood gegeten zonder te betalen.
Dag
en nacht hebben wij gearbeid, met veel inspanning en moeite
om
niemand van u tot last te zijn.
Niet
dat wij er geen recht toe hebben,
maar
wij wilden een voorbeeld geven ter navolging.
Ook
toen wij bij u waren hielden wij u telkens deze regel voor:
als
iemand niet wil werken, zal hij ook niet eten.
Wij
hebben namelijk gehoord
dat
sommigen bij u werkloos rondhangen
en
alle moeite schuwen,
maar
wel zich met alles bemoeien.
In
de Naam van de Heer Jezus Christus
gebieden
en vermanen wij zulke mensen,
dat
zij regelmatig moeten werken en hun eigen kost verdienen.
Evangelie: Lc. 21, 5-19
In die tijd merkten sommigen op hoe de tempel daar prijkte
met zijn fraaie stenen en wijgeschenken.
Toen zei Jezus:
“Wat ge daar ziet:
er zal een tijd komen,
dat er geen steen op de andere gelaten zal worden:
alles zal verwoest worden.”
Zij vroegen Hem nu:
“Meester, wanneer zal dat dan gebeuren?”
Maar Hij zei:
“Weest op uw hoede, dat gij niet in dwaling gebracht wordt.
Want velen zullen optreden in mijn Naam
en zij zullen zeggen: Ik ben het, en: Het ogenblik is nabij.
Loopt niet achter hen aan.
En wanneer gij hoort van oorlogen en onlusten,
laat u dan niet uit het veld slaan.
Dat alles moet wel eerst gebeuren,
maar het einde volgt niet terstond.”
Toen sprak Hij tot hen:
“Er zal strijd zijn van volk tegen volk
en van koninkrijk tegen koninkrijk;
er zullen hevige aardbevingen zijn,
en hongersnood en pest,
nu hier dan daar,
schrikwekkende dingen
en aan de hemel geweldige tekenen.
Maar nog vóór dit alles geschiedt
zullen zij u vastgrijpen en vervolgen;
zij zullen u overleveren aan de synagogen en gevangen zetten,
u voor koningen en stadhouders voeren
omwille van mijn Naam.
Het zal voor u uitlopen op het geven van getuigenis.
Welnu, prent het u in,
dat gij dan uw verdediging niet moet voorbereiden.
Want Ik zal u een taal en een wijsheid geven,
die geen van uw tegenstanders
zal kunnen weerstaan of weerspreken.
Ge zult zelfs door ouders en broers,
door bloedverwanten en vrienden overgeleverd worden
en sommigen van u zullen ze ter dood doen brengen.
Ge zult een voorwerp van haat zijn voor allen
omwille van mijn Naam:
geen haar van uw hoofd zal verloren gaan.
Door standvastig te zijn zult ge uw leven winnen.”
Beste Vrienden,
Op donderdagochtend las ik het nieuws over hoe onze buurgemeente het besluit wil nemen om het hele dorp Moerdijk in zijn geheel af te breken. Ten gunste van het industriegebied.
Ik las op de website van de NOS over de bijeenkomst met de burgemeester. En één stukje greep me bijzonder aan. Een vrouw van in de tachtig vroeg de burgemeester wat er ging gebeuren met het graf van haar man, op de katholieke begraafplaats van Moerdijk. De gemeente kwam eerder niet verder dan de belofte dat “belangrijke spullen virtueel bewaard zouden blijven”.
Belangrijke spullen.
Virtueel bewaard.
We breken het dorp wel af, we ruimen de begraafplaats, maar we geven je nog wel een virtueel foto-album mee. Moerdijk Zoals Het Was. Punt nl.
Inloggen via DigiD.
Die gedachte ging als een koude wind door me heen. Nee. Dat mensen boos zijn en het er nog niet bij laten zitten. Dat begrijp ik wel.
En dan horen we de lezingen van vandaag.
Maleachi, die preekt over een oordeel dat komt. Jezus, die voorspelt dat de tempel, die onvervangbare, prachtige en belangrijke tempel in Jeruzalem volledig verwoest gaat worden. Geen steen blijft op de andere.
En toch zegt de psalm van vandaag: Rechtvaardig bestuurt God de wereld.
Ik weet niet hoe de mensen in Moerdijk zich voelen deze zondag, maar ik kan me voorstellen dat ze de rechtvaardigheid even niet op hun netvlies hebben. Waar is de rechtvaardigheid als je dorp tot de grond toe wordt afgebroken.
Wat moeten we dan aan, met die rechtvaardigheid? Is dat maar lege woorden, een praatje voor de vaak?
Normaal, beste vrienden, preek ik niet over actualiteiten. De preek is immers geen commentaar op het nieuws van alledag. We hebben allemaal meningen. Ik ook. Maar de preek moet geen Achter het Nieuws met Jezus en Maria zijn. De preek is er om ons te vertellen over wie God is, wat Hij ons zegt door de Bijbel heen en in het leven van Jezus en wat wij in het licht daarvan mogen denken en doen.
Maar toch: soms rijmt het leven, wat er allemaal gebeurt, en de lezing van de dag op zo’n manier dat je er mee aan het werk moet. Geloof bevindt zich niet ergens aan gene zijde. Het wordt geleefd hier op aarde, met beide benen op de grond. Je bent verbonden met de wereld. Je staat er niet buiten. Als onze buren pijn hebben, staan wij daar niet buiten. Als ze in hun bestaan bedreigd worden, staan wij daar niet buiten.
We moeten nadenken over wat die pijn betekent: voor hen en voor ons. We treuren met wie treurt. We zijn boos met wie boos is. Wil je dat niet doen, dan sla je je werk over, en dan word je, zo horen we vandaag van Paulus ook niet gevoed. Die woorden zijn niet enkel metafoor, geen denkbeeldige stad die we oprichten op de puinhopen van huizen, winkels, kerken en begraafplaatsen. Wil je geestelijke beloning dan zul je je eerst nuttig moeten maken voor de mensen om je heen. Dan moet je niet werkeloos rondhangen en andere mensen lastig vallen met jouw goede bedoelingen.
We zijn vandaag met Jezus in de tempel, en die tempel leeft op geleende tijd. Nu zijn daar goede gronden voor. De tempel is niet als een dorp waar gewone mensen wonen, sporten, liefhebben, trouwen en rouwen.
De tempel is gecorrumpeerd. De priesterkaste is de weg kwijt. De hogepriester zijn ambt wordt ge- en verkocht. En het middenmanagement is het volk aan het ophitsen voor opstand. Dat alles gaat eindigen in verschrikkelijk bloedvergieten. Daar hoef je niet de zoon van God voor te zijn om dat te zien. De tempel loopt op zijn eind, zij verdient het in deze vorm te verdwijnen. Het is onvermijdelijk. Ik denk dat meer mensen dat wel zagen, maar alleen Jezus had de moed om het te zeggen - één van de redenen dat hij gekruisigd werd.
Ook in ons leven zien we dat dingen ophouden. Ook als niemand het wil zeggen. Het verschil met de tempel is: er hoeft niet eens iemand schuld aan te zijn. Doorgaans ligt de schuld - als die er is - zelden bij degenen die er het meest onder lijden.
In ons hart willen we dat niet waar hebben. Dat iets wat ons dierbaar is ophoudt. We willen de dingen houden zoals ze zijn, ook als dat niet kan. Dat is niet iets slechts. Het is de aard van het beestje. Zo zitten we in elkaar. En steekt de wind op en beginnen de muren te kraken, of komen de graafmachines om de huizen en de kerk af te breken en de begraafplaats te ruimen, dan zijn de mensen ontsteld, verward en tot van alles in staat. Ontkenning, woede, nog willen onderhandelen met het onvermijdelijke, en dan diepe neerslachtigheid. Dat zijn allemaal emoties die daarbij horen.
We horen het ook terug in de woorden van Jezus, als de muren kraken en het dak instort, dat is een gevaarlijke tijd. Wat het ook is: Jezus noemt strijd, nood, vervolging, haat. Allemaal dingen waar je mee te maken zou kunnen krijgen, als dat gebeurt - blijf vertrouwen. God is groter dan de dingen die gebeuren.
God geeft wijsheid, zo horen we, en standvastigheid.
Wijsheid, als eerste. Door wijsheid kunnen we zien naar wie we moeten luisteren en naar wie niet. Dat is belangrijk. In tijden van crisis zijn er altijd mensen die zich opwerpen als messiassen, die zich voordoen als redders - maar het niet zijn! Ze beloven je gouden bergen en zeggen dat ze het wiel van de tijd wel even terug gaan draaien. Zo brengen ze de mensen op een dwaalspoor! Wijsheid betekent: dat doorzien. Er geen geloof aan hechten als iemand zegt dat hij wel even het onmogelijke gaat doen (tenzij jij hem saboteert door hem niet op zijn woord te geloven!)
Dan komt de standvastigheid. Dat betekent niet: je blijven verzetten voorbij alle redelijkheid. Jezus is ook niet gekomen om de dingen te redden. Als de tijd van die dingen voorbij is zegt hij dat. Hij windt er geen doekjes om. Hij roept geen guerilla-oorlog uit. Hij trekt niet met een gewapende bende de bergen in. Hij richt niet het Heilsfront voor Tempel en Staat op. Hij wijst op de standvastigheid, dat wil zeggen blijven staan vanuit je waarden, vanuit wie je bent. Vanuit je relatie met anderen en met God.
Hoe doe je dat? Hoe kan dat wanneer alles om je heen bedreigd wordt?
Nu las ik daarna nog een nieuwtje over Moerdijk. Moerdijk heeft een voetbalclub. En die heet TPO. Dat staat voor Tussen Puinhopen Opgericht. Als je nu vraagt: “wat betekent standvastigheid”, denk ik dat is de beste beschrijving ervan. Hoeveel puinhopen er ook liggen, je richt je op.
Je blijft niet voor dood liggen. Je gaat niet voor een ander kruipen door alles al bij voorbaat weg te geven. Je blijft niet in het verleden hangen. Je richt je op. Je weet niet hoe, je weet niet hoe de toekomst er uit ziet, misschien niet eens of er een toekomst is. Maar je richt je op. Omdat we geloven in Gods rechtvaardigheid, geloven we ook in de waardigheid die mensen hebben. En die waardigheid toont zich vaak in de moeilijkste omstandigheden.
Nu is die waardigheid wel persoonlijk, maar niet individueel. Je hebt elkaar nodig om je op te kunnen richten. Je kan het niet in je eentje doen. Je moet gemeenschapszin hervinden juist als je gemeenschap wordt bedreigd, en misschien zelfs in de huidige vorm ophoudt te bestaan. Als je erover nadenkt, klinkt dat onmogelijk. Ik denk dat de mensen dat ook tegen Jezus zeiden. We kunnen dat allemaal niet, het hoofd bieden aan zoveel kwaad.
En dat is ook denk ik de reden dat Jezus moet zeggen, de Geest geeft het je in. Als je je tussen de puinhopen opricht, dan maakt dat alleen al de dingen anders. Juist door die moed en dat vertrouwen vallen andere dingen dan op hun plaats. Ook al weet je niet hoe.
In de tussentijd, laten we de mensen die we kennen die verdriet hebben om wat er dreigt te gebeuren, nabij zijn. Je kan niet zomaar tegen andere mensen zeggen, weet jij wat jij nodig hebt? Levensmoed! Het komt allemaal goed! Terwijl we tegelijkertijd de deur van ons hart gesloten houden en denken “ik ben blij dat het mijn probleem niet is”. Dat is als “kleed je maar warm aan” zeggen tegen iemand bij wie het gas afgesloten is, terwijl iedereen de hand op de knip houdt. Of zeggen: “cake is anders ook heel lekker” als iemand zegt dat zij geen brood heeft. Dat soort ‘goedbedoelde advies’ daar kunnen we wel zonder. Dat is geen werken, dat is werkeloze bemoeizucht.
En wie niet werkt, zal ook niet eten.
Nee, laten we treuren met de treurenden, boos zijn met wie boos is, bemoedigen wie moed nodig heeft, meedenken met wie de draad kwijt is. Dat betekent: mensen sterken in een terechte strijd, om het behoud van wat goed is, zolang die strijd nog niet gestreden is.
Het betekent ook: meeleven met degenen die het leven niet zien zitten. En vooral niet achterover zitten of denken: dat gebeurt ons niet. De koude adem van de eindigheid blaast immers in ieders nek! Moerdijk ligt niet daar. Ieder van ons draagt zijn of haar eigen Moerdijk met zich mee. Alles is eindig, maar de kern van alles wat goed is, een uitgestoken hand, onze werkende hoop die we geloof noemen, geloof in wat God geeft en wat God doet dragen we mee. Waarheen we ook gaan. Want door standvastig te zijn, zul je je leven winnen.
Amen.