Beste vrienden.
Aan het begin van het kerkelijke jaar is er direct al een verandering merkbaar op zondag.
Er is een nieuw lectionarium, dat wil zeggen: lezingenboek uitgebracht. We zullen het per eerste advent gaan gebruiken. Wat verandert er, en waarom moesten er veranderingen in aangebracht worden?
Het lezingenboek zoals we dat sinds 1971(!) gebruiken is, het zal u niet verbazen, toch wat verouderd. En daarnaast had het ook een aantal andere tekortkomingen. Het tweede Vaticaanse Concilie heeft ons de opdracht gegeven om de liturgische boeken geheel te vernieuwen. En dit is ook gebeurd. Dit was echter een enorme operatie die veel vertaalwerk met zich meebracht. De lezingen laten dan ook nogal wat sporen zien van deze haastklus.
De Bijbelvertaling die we gebruiken als bron van de lezingen, de Willibrord '75 was nog niet geheel klaar toen de lezingenboeken moesten worden uitgebracht. Zeker de lezingen uit het Oude Testament waren nog volop in bewerking. Tevens is het zo dat 1975 ook al weer een tijd in het verleden ligt, en het Nederlands van de Willibrordvertaling inmiddels wat gedateerd overkomt.
Ik heb van één zondag de lezingen met elkaar vergeleken en dat laat zien dat de wijzigingen vrij beperkt zijn, en vooral taalkundig van aard. Het is duidelijk dat het doel van de redacteurs van het nieuwe lectionarium is om de tekst wat dichter bij het originele Hebreeuws en Grieks te brengen. Waar in het oude lectionarium gesproken wordt over de “tempel van de Heer” wordt dit nu bijvoorbeeld veranderd in het “huis van de Heer”. De vertaling wordt dus wat 'letterlijker' en zal wat minder 'verheven' of 'poëtisch' klinken. Of dit al dan niet wenselijk is, is ook een beetje een kwestie van smaak. Het is in ieder geval een duidelijke keuze.
Verder zijn er vooral kleine grammaticale veranderingen en syntactische wijzigingen (d.w.z.: van doen hebbende met de zinsbouw).
Om eerlijk te zijn: ik denk niet dat u in de drie lezingen het verschil altijd even zeer zult merken.(Of dit een goede of slechte zaak is laat ik even in het midden)
De grote verandering die u zult opmerken is in het psalterium: de psalmen die we zullen bidden en zingen. Dit is wel een compleet nieuwe vertaling. De psalmen die tot nu toe in het lezingenboek stonden kwamen uit de zgn. Bronkhorstvertaling. Deze vertaling, van pater Ad Bronkhorst OP, was uit nood geboren. De Bronkhorstpsalmen zijn geen vertaling uit het oorspronkelijke Hebreeuws maar van een moderne Latijnse vertaling die dichter bij het Hebreeuws stond dan de oude Latijnse vertaling uit de vierde eeuw. Toen het lectionarium moest worden vastgesteld was de Bronkhorstvertaling (oorspronkelijk bedoeld voor intern gebruik bij de Dominicanen) de enige die op tijd klaar kon zijn.
Dat klinkt een beetje apart, maar zo gaan die dingen!
Hoewel de Bronkhorstpsalmen mooi zijn, is het niet wenselijk dat we deze vertaling blijven gebruiken. De nieuwe psalmvertaling is gebaseerd op het vertaalwerk van de wijlen prof. Nico Tromp, maar is zo bewerkt dat de psalmen gezongen kunnen worden op traditionele psalmtonen.. Daar komen we dus ook gelijk bij een probleem: voorlopig komt alleen het zondagsdeel A uit. Voor de weekdagen gebruiken we nog het oude (weekdagen) Deel I. Misschien is dat ook de reden waarom het gebruik pas verplicht is gesteld per de eerste zondag van de Vasten, want de nieuwe lezingen (en psalmen) van Aswoensdag zijn dus nog niet uitgebracht.
Moge het nieuwe lectionarium in ieder geval bijdragen tot een beter begrip van de Bijbel in de liturgie. Ik hoop daar erg op.
Hartelijke groet, en veel zegen voor het nieuwe kerkelijke jaar,
pastoor Jan-Jaap van Peperstraten