Beste vrienden
Alweer een hele tijd geleden las ik een spannend boek. Een historische biografie. Die lees ik altijd graag omdat ik erg geïnteresseerd ben in mensen, mensen zijn immers leuk. En dan nóg liever mensen die in bijzondere tijden leefden, die zijn nóg interessanter.
Het boek was een biografie van een Franse politicus uit de tijd van de Franse Revolutie. (Hij heette Joseph Fouché , maar dat mag u vergeten) Hij was actief tijdens de Revolutie, de Republiek, het Keizerrijk van Napoleon en later ook weer voor de Franse koning. Minister van Politie was hij. Een rasechte overlever die zich stand kon houden ookal sloeg de wind soms per dag om. En daar waren er nogal wat windvlagen in het Frankrijk van die tijd. Waar met anderen afgerekend werd, onder de guillotine of in de gevangenis, wist Fouché zich áltijd te redden. Je ziet hem altijd elegant uit beeld dansen, net voor dat zijn eerdere vrienden voor de bijl gaan.
Het was denk ik geen goed mens, maar als je over hem leest voel je toch een stukje bewondering. Alsof je naar een slimme goochelaar zit te kijken. Je denkt: nu wordt het meisje écht door midden gezaagd en dan stapt ze toch weer zonder kleerscheuren uit de goocheldoos.
Heel knap.
Meneer Fouché was, kunnen we tegenwoordig zeggen, gezegend met een flexibele ruggengraat. Ik denk dat hij het ook tegenwoordig heel goed zou doen.
Als we om ons heen kijken in de samenleving zouden we makkelijk de indruk kunnen krijgen dat zo`n ruggengraat veel voordelen heeft. Het is een belangrijke factor als je carrière wilt maken. Zo glad zijn als een paling! Je niet laten vastbinden op dit of op dat, snel kunnen meebewegen met wat er om je heen gebeurt. Alles van je af laten glijden, alsof je gemaakt bent want kunststof. Dat zijn karaktertrekken die je verder kunnen helpen.
Het is natuurlijk niet verkeerd om op een gezonde manier flexibel te zijn. Tijden veranderen nu eenmaal. Je kan in je werk, je gezin en je omgeving niet altijd álles op dezelfde manier blijven doen. Als je je heel rigide vastklampt aan “hoe het altijd was” sta je al gauw met lege handen.
Maar mensen die trouw zijn aan hun principes, die moedig blijven vasthouden aan wat goed is en waar, die de leugens van anderen niet napraten. Die bewonderen we. En terecht.
Die doen iets bijzonders. Iets wat niet iedereen kan. Dat zijn soms wel een beetje moeilijke mensen. Niet zo flexibel. Maar we kunnen veel van ze leren. Over zulke mensen gaat het in het Evangelie van deze zondag.
Jezus is met de menigte samen, het is in de tijd dat Johannes de Doper in de gevangenis is gezet omdat hij niet meeging in de leugens van koning Herodes. En Johannes de Doper, dat was toch een beetje een superster. Daar kwam stad en land voor uitlopen om hem te horen. Een beetje alsof Paus Franciscus indertijd ook naar Nederland was gekomen. Ik denk dat hij de Arena wel vol had gekregen!
Stad en land liep uit om Johannes te horen spreken. En men komt echt niet om naar de gewaden van Johannes te kijken, die zijn héél eenvoudig hoorden we vorige week. En al zeker niet om te zien in wat voor merk auto hij reed. En men komt zeker niet om te horen hoe hij ook deze keer weer meebeweegt met wat anderen vinden.
Nee, daar is Johannes niet van. Dat is een man uit één stuk.
We wéten, diep van binnen, dat we ons leven meer moet zijn dan flexibel meebewegen met elke wind. Of dat we elke dag onze mening weer aanpassen aan wat nu weer goedkeuring krijgt. Als je dat toch zou proberen te doen word je een lege huls. En ook al zijn we zelf niet altijd standvastig of overtuigd, we hebben mensen nodig die dat wel zijn.
Mensen die getuigen van de waarheid. Want we moeten een relatie krijgen met de waarheid. De diepste betekenis van ons leven kunnen we niet zelf in elkaar schroeven, die betekenis, die waarheid moeten we ontmoeten. Soms veranderen we van mening. Dat is goed. We leren. We ontwikkelen ons, onze ervaring wijst ons er op dat onze oude mening niet goed genoeg was. Dan is verandering een goed idee.
Hoe krijgen we een relatie met de waarheid? Om te beginnen hebben we mensen nodig die van die waarheid getuigen. Als we zo iemand ontmoeten merken we al, die is anders dan andere mensen. Hopelijk niet zo bezig met zijn carrière, niet zoveel verfijnde kleding, en zeker geen wuivend riet.
Dergelijke mensen getuigen van de waarheid, maar ze zijn niet zélf die waarheid. We weten dat ze oprecht zijn als ze zichzelf niet op een voetstuk zetten, als een soort goeroe. Johannes wijst niet naar zichzelf. Hij wijst naar Jezus.
En Jezus is niet zomaar iemand, hij is de Messias van God. Hij is wie wij verwachten in deze Advent. Omdat we nog niet in helder licht zien is dat soms een tastend wachten. Hij springt niet als een duiveltje uit een doosje als we het laatste deurtje van de Adventkalender open trekken, nee, je moet Hem leren kennen. Als je terugdenkt aan hoe je een vriend hebt leren kennen weet je dat dat een lange tijd kan duren.
Het gebeurt niet in één keer. Het is een proces, het duurt een leven lang. Zelfs de leerlingen van Johannes wisten het niet zeker en moesten op onderzoek uit. Wie ís die Jezus en ís hij echt degene die door Johannes verkondigd is.
Zelfs als iemand overtuigend spreekt, moet je hem of haar nog niet zomaar op zijn woord geloven. Je moet zelf op onderzoek uit. Op onderzoek naar Jezus. Dat doen ze.
Jezus zegt dan niet “ik ben het”, en komt al helemaal niet aan met wéér een nieuw verhaal, met nog meer woorden. Of door een onleesbaar document op tafel te leggen, zo één met wel honderd voetnoten, om alle discussie plat te slaan.
Integendeel: Hij laat zien wie Hij is, door wat Hij doet. Hij zegt:
blinden zien en lammen lopen,
melaatsen genezen en doven horen,
doden staan op
en aan armen wordt de Blijde Boodschap verkondigd.
Er wonderen van God gedaan en de Blijde Boodschap, de vervulling en diepste betekenis van alles wat de Joodse Bijbel voorbereidde word doorgegeven aan de mensen die daar naar hongeren.
Woorden zijn mooi, maar het gaat om de daden die die woorden inhoud geven. Een paar verzen later zegt Jezus het nog iets bondiger. Hoeveel je ook zegt, en hoe goed die woorden ook zijn:
[De] wijsheid vindt haar rechtvaardiging in haar werken.
Iemand die leeft uit een échte waarheid dan beginnen er dingen te gebeuren, omdat God dan ruimte krijgt om te werken. God kan niks met ons aan als we maandag al niet meer weten wat we op zondag nog dachten. Het geloof is een zaak van de lange adem. Dat mogen wij nu verder ontdekken in deze Advent, deze tijd van voorbereiding.
Mogen wij, van welke kant de wind nu ook weer komt, leren om op vaste grond te staan, te leven uit integriteit en trouw aan de Blijde Boodschap. Zo kunnen wij om ons heen, in het hier en het nu, Gods grote werken te leren zien.
Amen.