Broeders en
zusters in Christus
Vaak, als
mensen het moeilijk hebben, trekken ze zich terug. Geslagen door het leven,
door alle moeilijke dingen die kunnen gebeuren, trekken ze de deur achter zich
dicht en laten de andere mensen voor wat ze zijn. Ze trekken zich terug in een
eigen, veilige wereld want van buitenaf kan alleen maar narigheid komen. Ze
hebben al zoveel meegemaakt.
Of dat nu pesterijen waren, of dat je je baan bent
kwijtgeraakt, of iets anders dat zin en betekenis gaf aan je leven, dat maakt
niet uit. Je bent op jezelf teruggeworpen, de hoge muren om je heen zijn dan
vooral voor de veiligheid. Hoe hoger de muur die je om jezelf bouwt, hoe
kleiner de kans dat iemand je nog kwetsen kan, hoe veiliger je je voelt.
Dit kan
iedereen overkomen, misschien is het u ook wel overkomen, of iemand die u kent.
Als zo`n ervaring achter u ligt dan weet u, dat jezelf terugtrekken nooit echt
een optie voor de lange termijn is, het kan goed zijn om even pas op de plaats
te maken, de batterijen op te laden, maar mensen of groepen die zich vele jaren
achtereen terugtrekken, daar gaat het vaak niet goed mee.
Dan lost een je terugtrekken de problemen
niet op: het maakt ze juist erger.
Zoiets is
ook gebeurd met het Joodse volk in de jaren voor de geboorte van Christus. Het
Joodse volk is van crisis naar crisis gegaan, raakte haar onafhankelijkheid
kwijt, werd geregeerd door een corrupte buitenstaander, koning Herodes. Er
zaten overal Romeinen en andere heidenen die nu de baas over je waren. Wat een
vernedering! Veel joden kozen ervoor om zich zoveel mogelijk terug te trekken,
zo zuiver mogelijk te leven en zich verder van zo weinig mogelijk mensen iets
aan te trekken.
En het is
niet eens enkel maar een probleem van het Joodse volk, maar van iedereen.
Iedereen die het moeilijk heeft, heeft de neiging om in zijn schulp te kruipen.
Maar dat is,
zoals we weten, de oplossing niet.
In de eerste
lezing en in de Psalm zien we wat de eigenlijke opdracht is van de Messias, van
de Redder van het Joodse volk, en de hele wereld. Wat komen zal is zo groot en
belangwekkend, dat is iets waar de hele wereld bij betrokken raakt. Uit de hele
toen bekende wereld zal men komen met geschenken om dát wonder te zien, en niet
alleen maar te zien, maar ook om geschenken, cadeaus mee te nemen.
En die
cadeaus zijn heel belangrijk! De beroemde antropoloog
Marcel Mauss schreef bijna zeventig jaar geleden een boekje over “het geschenk”,
wat het betekent voor mensen om elkaar geschenken te geven. En professor Mauss
zegt: het geven van een geschenk is de meest basale manier waarop mensen een
gemeenschap met elkaar vormen. Daar begint alles mee, niet met regels met
elkaar afspreken, maar dat je een ander iets geeft.
Dat de drie
wijzen – volgens de Traditie – uit alle windstreken komen en elk iets
bijzonders meenemen wil dan zoveel zeggen als: “jij bent er ook voor ons, wij
horen ook bij jou, en jij bij ons”.
Tegelijkertijd:
als we een cadeau geven dan zoeken we iets wat bij iemand past: het kind Jezus
krijgt drie cadeaus: goud, wierook en mirre.
Goud hoort bij
koningen, dat zal u niet verrassen. We hebben al in de Kerstnacht kunnen horen
hoe dol koningen op goud en geld en goed zijn. Heel de wereld moet op drift
zodat keizer Augustus nóg beter de zakken van de mensen leeg kan schudden. Maar
dít is geen belasting, geen blauwe envelop, dit is een geschenk. De drie wijzen
geven het met liefde.
En wierook?
Wierook zien we elke zondag bij de H.Mis, het is een symbool van heiligheid , wierook brand je als offer
aan God, in de tempel. Dat geschenk wil zeggen, jij bent niet zomaar een mens
Jezus, jij bent iets heel anders, jij bent Heilig.
Mirre is een
geschenk dat vooruitloopt op het leven en het lijden van Jezus. Het is een
kostbare zalf waar overledenen mee werden gebalsemd. Een moeilijk leven dat
eindigt aan het Kruis.
Marcel Mauss
schreef over het geschenk in de samenleving en zei: elk geschenk verwacht iets
terug, het geschenk staat niet los van de verwachting dat een ander ook iets
voor jou zal doen. En dat gebeurt ook. Jezus geeft van alles terug, meer dan de
wijzen zouden kunnen verwachten.
Jezus’ cadeau
is Jezus zelf. Hijzelf gaat ook geen
veilige wereld in, hij gaat veel moeilijkheden tegemoet . Hij geeft zichzelf om
alle mensen vrij te kunnen maken. Hij geeft mensen de kracht om – wat er ook
gebeurd is – de muren om hen heen af te breken, om de deur weer open te zetten,
om de wereld weer in te gaan.
Met het
feest van Driekoningen nadert het einde van de Kersttijd, dat traditioneel ook
een tijd is waarin we elkaar geschenken geven. Mogen we ook stilstaan bij alles
wat wij gekregen hebben, gratis en voor niets:
Onze talenten, onze opvoeding, de kansen in het leven, dat we in een
veilig land wonen waar we geen angst moeten hebben om vervolging of oorlog. Het
cadeau van God zelf: het geloof waarmee we door de baren van het leven heen
mogen varen zonder het zicht te verliezen op de haven. Veel dingen zijn ons
gegeven, kleine en grote.
Als we daar
aan denken zou ik u willen vragen: geef ook wat van uzelf aan mensen om u heen,
een stukje inzet of aandacht. Houd het niet voor uzelf, goud wordt alleen maar
dof als het in de kluis blijft liggen. Doe er goed mee, en wek anderen daarmee
tot nieuw leven.
Amen.