In die tijd daalde Jezus samen met de twaalf van de berg af. Hij bleef staan op een vlak terrein.
Daar bevond zich een talrijke groep van zijn leerlingen en een grote volksmenigte uit heel het Joodse land, uit Jeruzalem en uit het kustland Tyrus en Sidon. Hij sloeg nu zijn ogen op, keek zijn leerlingen aan en sprak: “Zalig gij die arm zijt, want aan u behoort het Rijk Gods. Zalig die nu honger lijdt, want gij zult verzadigd worden. Zalig die nu weent, want gij zult lachen.
Zalig zijt gij wanneer omwille van de Mensenzoon de mensen u haten, wanneer zij u uitstoten en u beschimpen en uw naam uit de samenleving bannen als iets verfoeilijks. Als die dag komt, springt dan op van blijdschap, want groot is uw loon in de hemel. Op dezelfde manier behandelden hun voorvaders de profeten.
Maar wee u, rijken, want wat u vertroost hebt ge al ontvangen. Wee u, die nu verzadigd zijt, want ge zult honger lijden. Wee u, die nu lacht, want ge zult klagen en wenen. Wee u, wanneer alle mensen met lof over u spreken, want hun voorvaderen deden hetzelfde met de valse profeten.
Broeders en
zusters in Christus ‘
Deze zondag
lezen we een variant op de zaligsprekingen. Bij Lucas staat het er allemaal net
een beetje anders dan we gewend zijn. In het Evangelie van Mattheus staan er
acht zaligsprekingen vermeld, en hier zijn het er vier. Verder worden er naast
de vier zaligsprekingen van Lucas ook nog vier Weeroepen toegevoegd. Als er
wordt gezegd: “Zalig de mensen die arm zijn” wordt er een Wee uitgeroepen, een
waarschuwing gegeven, aan de mensen die rijk zijn, bijvoorbeeld.
Wat betekent
dit allemaal? Het is niet helemaal wat we gewend zijn. En de woorden van Jezus
zouden ons zelfs wat onrustig kunnen maken. Zeker als we straks weer teruggaan
naar ons leuk ingerichte huis en we met onze mooie auto’s nog een uitje gaan
maken. Zijn wij niet ook rijk? Wat staat ons dan allemaal wel niet te wachten?
Jezus
spreekt hier over onze relatie. Onze relatie met God en onze relaties met de
mensen om ons heen. Rijkdom en armoede moet je hier niet letterlijk nemen – het
zijn woorden die betrekking hebben over hoe we in relatie tot anderen staan.
Misschien dat het wat makkelijker uit te
leggen is aan de hand van een voorbeeld. Afgelopen donderdag was het
Valentijnsdag. Heel romantisch is dat. Een dag van de liefde, een dag om vriend
of vriendin of man of vrouw in het zonnetje te zetten iets leuks te doen – maar
vooral om dankbaar te zijn voor wat je
voor elkaar betekent. En je kan pas blij zijn met wat je voor elkaar betekent als je beseft dat liefde niet iets is
wat je verdiend hebt – omdat je er zoveel voor betaald hebt bijvoorbeeld – maar
omdat je het zomaar krijgt. Van
iemand die heel bijzonder is.
Ik denk dat
we de woorden van Jezus pas goed kunnen begrijpen als we beseffen dat God
liefde is, en liefde niet te koop is. En dat als we denken dat we er recht op hebben we meestal naast het
doel schieten.
Wat liefde
betreft is het goed te bedenken dat we allemaal arm zijn. We hebben allemaal een gat in ons hart die door iemand
anders gevuld moet worden. Door God, door andere mensen om ons heen, die om ons
geven. Maar die leegte in onszelf kan alleen door de vrijgegeven liefde van een
ander worden opgevuld. We kunnen geen hartvulsel kopen, we kunnen geen voorraadje
liefde aanleggen. Hoe rijk je ook bent, als je denkt dat je liefde kan kopen
sta je alleen maar vruchteloos met je creditcard te zwaaien.
Jezus heeft
het hier dan over de liefde van God voor de mensen. God houdt heel veel van
mensen en wil zichzelf met hen delen. Maar dat kan alleen als de mensen
beseffen dat ze God nodig hebben en hun hart voor Hem openstellen. Met andere
woorden: als ze weten dat ze arm zijn. Dat ze de gaten in hun hart niet zélf
kunnen vullen.
Er zijn
mensen die denken dat het heel anders zit, dat ze Gods liefde en aandacht
kunnen kopen. Door zich erg voor iets in te zetten, of door veel geld te geven
aan de Tempel of zo. Maar dat getuigt van de verkeerde houding. Wie denkt dat
hij God in zijn binnenzak kan stoppen komt bedrogen uit.
De woorden
van Jezus nodigen ons deze zondag uit om ons eens bezig te houden met onze
relatie met God. Zoals we Valentijnsdag hebben voor de man of vrouw van wie we
houden, zo hebben we ook ze zondag om die samen met God door te brengen, van
zijn liefde en aanwezigheid te genieten en tegelijkertijd ook om de zoveel tijd
kritisch naar onszelf te kijken.
Ben ik nog
dankbaar dat God in mijn leven is? Neem ik Hem niet te makkelijk aan. Of voel
ik misschien zelfs dat ik recht op Hem
heb. Dat Hij er altijd maar moet zijn wanneer het mij uitkomt?
Als we ons
die vragen blijven stellen dan blijven we ons altijd een beetje arm voelen.
Goed arm. Dan blijven we voelen dat we God nodig blijven hebben in ons leven, dat niet alles altijd maar om ons
eigen ego, ons eigen ikje draait.
Als we dat
beseffen, dan ligt de weg naar de vrede, de vreugde, het leven bij God wijd
voor ons open.
Amen