In die tijd ging Jezus Jericho
binnen.
Terwijl Hij er doorheen trok
poogde een zekere Zacheüs,
hoofdambtenaar bij het tolwezen en een rijk man,
te zien wie Jezus was.
Maar hij slaagde daarin niet vanwege de menigte,
want hij was klein van gestalte.
Om Hem toch te zien liep hij hard vooruit
en hij klom in een wilde vijgenboom,
omdat Jezus daar langs zou komen.
Toen Jezus bij die plaats kwam
keek Hij omhoog en zei tot hem:
“Zacheüs, kom vlug naar beneden,
want vandaag moet Ik in uw huis te gast zijn.”
Zacheüs kwam snel naar beneden en ontving Hem vol blijdschap.
Allen zagen dat en merkten morrend op:
“Hij is bij een zondaar zijn intrek gaan nemen!”
Maar Zacheüs trad op de Heer toe en sprak:
“Heer, bij deze schenk ik de helft van mijn bezit aan de armen;
en als ik iemand iets afgeperst heb,
geef ik het hem vierdubbel terug.”
Jezus sprak tot hem:
“Vandaag is dit huis heil ten deel gevallen,
want ook deze man is een zoon van Abraham.
De Mensenzoon is immers gekomen om te zoeken,
en om te redden wat verloren was.”
Terwijl Hij er doorheen trok
poogde een zekere Zacheüs,
hoofdambtenaar bij het tolwezen en een rijk man,
te zien wie Jezus was.
Maar hij slaagde daarin niet vanwege de menigte,
want hij was klein van gestalte.
Om Hem toch te zien liep hij hard vooruit
en hij klom in een wilde vijgenboom,
omdat Jezus daar langs zou komen.
Toen Jezus bij die plaats kwam
keek Hij omhoog en zei tot hem:
“Zacheüs, kom vlug naar beneden,
want vandaag moet Ik in uw huis te gast zijn.”
Zacheüs kwam snel naar beneden en ontving Hem vol blijdschap.
Allen zagen dat en merkten morrend op:
“Hij is bij een zondaar zijn intrek gaan nemen!”
Maar Zacheüs trad op de Heer toe en sprak:
“Heer, bij deze schenk ik de helft van mijn bezit aan de armen;
en als ik iemand iets afgeperst heb,
geef ik het hem vierdubbel terug.”
Jezus sprak tot hem:
“Vandaag is dit huis heil ten deel gevallen,
want ook deze man is een zoon van Abraham.
De Mensenzoon is immers gekomen om te zoeken,
en om te redden wat verloren was.”
Broeders en
zusters,
Een paar
jaar geleden was ik met de Bisdombedevaart mee naar Rome. Het was een prachtige
reis. Één van de hoogtepunten was de algemene audiëntie op het Sint Pieterplein
waar paus Franciscus de groepen begroette die naar Rome gekomen was, een
inspirerend woord spreekt, en daarna – u heeft het wel eens gezien – rijdt hij met
zijn pausmobiel over het plein.
Je neemt je
voor dat je niet als andere mensen gaat juichen en op en neer springen als hij
voorbij komt. Dat is maar overdreven. Maar dat is dus exact wat je gaat doen.
Juichen en op en neer springen. Paus Franciscus is nu eenmaal een bijzonder charismatische
man met een kostbare boodschap.
Maar stel je
nu voor dat de paus opeens zijn pausmobiel een grote bocht laat maken en hij
rijdt naar de rand van het plein. Hij laat de mensen even voor wat het is en rijdt
naar een grote boom waarin een klein mannetje zit.
En je hoort
dat het onrustig wordt om je heen, er wordt gemompeld. De Romeinen kennen hem,
het is Zachisi, de beruchte
belastinginner van Rome. Hij is meestal druk in de weer om de flitscamera’s van
Rome zo af te stellen dat je er altijd bij bent, en anders is hij wel belastingaanslagen
aan het opstellen die veel te hoog zijn. En dat grote huis, dat Palazzo waarin
hij woont, nou, dat doet hij vast niet van zijn salaris.
Hij durft
niet onder de mensen te komen, hij heeft al een paar keer een blauw oog
opgelopen! , maar wilde toch horen wat die paus nu te zeggen had.
En stel je
voor dat de paus nu Zachisi in zijn pausmobiel laat en ze samen wegrijden, naar
dat nare protserige huis van die oplichter. Om daar gezellig te gaan eten.
Misschien
dat daar toch wat commentaar op zou komen. Ik kan me daar wel iets bij
voorstellen. Dan sta je daar, na een verre reis met een pausvlaggetje in je
handen, en dan rijdt hij weg. Op weg naar die oplichter.
Ik denk dat
daar wel wat commentaar op zou komen. Weer boze stukken op Facebook. Over hoe
slecht de paus wel niet is. “Zie je wel dat hij niet deugt!”
Zo stel ik
me een beetje het verhaal van vandaag voor, maar dan met Jezus, zonder
pausmobiel, maar mét een menigte mensen en achteraf, de tollenaar Zacheus.
Allereerst
het is mooi dat er veel mensen op de been zijn om Jezus te zien. Hij brengt
mensen bij elkaar, het is een belevenis om dat mee te maken! Ik stel het me
voor als die keer op het Sint Pietersplein bij de paus, maar dan keer tien of
keer honderd.
Maar grote
mensenmassa’s kunnen je ook afleiden. Als je in een grote groep mensen bent ga
je je anders gedragen dan je normaal doet. Je kunt volledig worden meegesleurd
door de kracht van de groep. Dat groepseffect is zo sterk dat je alleen al
daardoor meegesleurd wordt, nog los van wie in het centrum van de aandacht
staat.
De kracht
van een mensenmassa kan ook beangstigend zijn, dat zullen we ook zien als we
opgaan naar Pasen. Dan is er geen juichende groep meer, maar een dreigende
menigte. En zelfs de geharde Romein Pilatus is niet tegen die macht opgewassen.
De druk van
een grote groep kan ook misleidend zijn. Het kan ons het gevoel geven dat we
ergens bij betrokken zijn terwijl dat niet zo is. Een paar dagen geleden lazen
we in het Evangelie dat de Heer tegen boosdoeners zegt: “ik ken u niet” terwijl
zij zeggen: “maar Heer weet u dan niet meer dat u in onze straat onderwezen
hebt?”. Misschien hebben ze zelfs toen Jezus door de Dorpsstraat of het Damrak liep
wel meegesprongen en -gejuicht en met een Jezusvlaggetje gezwaaid.
Maar hun
hart juichte niet mee. In hun hart is niets gebeurd, en nu staan ze voor de
dichte deur. Het enkele feit dat er vandaag heel veel mensen om Jezus heen
staan is dus wel aardig, maar niet zo belangrijk. Wat is wel belangrijk? Dat je
je kunt laten raken door wie Jezus is, en wat Hij doet.
Voor sommige
mensen is dat makkelijker dan voor anderen. Voor Zacheus-in-de-Boom is het
moeilijk. Hij is niet zo goed in goed zijn. Integendeel.
Maar hij
staat er wel voor open. Voor het goede. Voor Jezus. Hij weet niet hoe hij het
aan moet pakken. Hij staat nu eens een keer niet vooraan. Maar hij wil het wel
aan zich voorbij zien trekken.
En dan
gebeurt het ongelofelijke dat hij niet alleen Jezus ziet, maar Jezus ziet hem
ook.
Wanneer zou
de laatste keer zijn geweest dat iemand naar Zacheus had gekeken als mens? Niet
als belastinginner, of als zondaar, of als corrupte man die je weer kan
gebruiken voor je eigen plannetjes… Maar als mens? Aangezien van hart tot hart?
Wanneer zou dat geweest zijn. Misschien is het hem wel nooit eerder gebeurd.
En als Jezus
dan zegt dat Hij bij hem in zijn huis moet komen om te verblijven valt hij
haast van schrik uit de boom.
En nu Jezus bij
hem komt voelt hij zich ook vrij. Vrij om uit zijn verkeerde keuzes te stappen.
Vrij om zich niet meer te laten gebruiken door anderen. Vrij om zelf anderen
met respect en integriteit te behandelen. Vrij om nieuwe wegen in te slaan.
Dit verhaal
van Jezus is opgetekend om ons die les te leren. Je bent nooit zo slecht, zo
ver weg dat je niet meer geraakt kan worden door het voorbeeld van een ander,
door het voorbeeld van Jezus. En dat door een ontmoeting met de levende God je
de moed en de kracht kan krijgen om andere wegen in te gaan.
Het leven
met God is geen deugparade in zonneschijn, waarin wij op ons paasbest aangekleed
al vlaggetjeszwaaiend gezien mogen worden terwijl Jezus voorbij loopt. Het leven met God is vaker gevonden kunnen
worden terwijl wij ons een beetje halfbeschaamd verstoppen in een boom, omdat
we weten dat we er niet echt bijhoren, dat we niet voldoen aan de eisen die wij
onszelf opleggen, of aan de verwachtingen van de samenleving.
Maar als wij
naar Jezus opzien mogen we ook weten dat Hij terugkijkt, zijn blik op de onze
valt. En uit zijn ogen, vol van liefde, spreken zijn woorden: “vandaag moet ik
bij jou te gast zijn”
Zo vindt en
redt Hij wie verloren was.
Amen.