Sunday, 3 November 2019

Van Hart tot hart.


In die tijd ging Jezus Jericho binnen.
Terwijl Hij er doorheen trok
poogde een zekere Zacheüs,
hoofdambtenaar bij het tolwezen en een rijk man,
te zien wie Jezus was.
Maar hij slaagde daarin niet vanwege de menigte,
want hij was klein van gestalte.
Om Hem toch te zien liep hij hard vooruit
en hij klom in een wilde vijgenboom,
omdat Jezus daar langs zou komen.
Toen Jezus bij die plaats kwam
keek Hij omhoog en zei tot hem:
“Zacheüs, kom vlug naar beneden,
want vandaag moet Ik in uw huis te gast zijn.”
Zacheüs kwam snel naar beneden en ontving Hem vol blijdschap.
Allen zagen dat en merkten morrend op:
“Hij is bij een zondaar zijn intrek gaan nemen!”
Maar Zacheüs trad op de Heer toe en sprak:
“Heer, bij deze schenk ik de helft van mijn bezit aan de armen;
en als ik iemand iets afgeperst heb,
geef ik het hem vierdubbel terug.”
Jezus sprak tot hem:
“Vandaag is dit huis heil ten deel gevallen,
want ook deze man is een zoon van Abraham.
De Mensenzoon is immers gekomen om te zoeken,
en om te redden wat verloren was.”

Broeders en zusters,

Een paar jaar geleden was ik met de Bisdombedevaart mee naar Rome. Het was een prachtige reis. Één van de hoogtepunten was de algemene audiëntie op het Sint Pieterplein waar paus Franciscus de groepen begroette die naar Rome gekomen was, een inspirerend woord spreekt, en daarna – u heeft het wel eens gezien – rijdt hij met zijn pausmobiel over het plein.

Je neemt je voor dat je niet als andere mensen gaat juichen en op en neer springen als hij voorbij komt. Dat is maar overdreven. Maar dat is dus exact wat je gaat doen. Juichen en op en neer springen. Paus Franciscus is nu eenmaal een bijzonder charismatische man met een kostbare boodschap.

Maar stel je nu voor dat de paus opeens zijn pausmobiel een grote bocht laat maken en hij rijdt naar de rand van het plein. Hij laat de mensen even voor wat het is en rijdt naar een grote boom waarin een klein mannetje zit.

En je hoort dat het onrustig wordt om je heen, er wordt gemompeld. De Romeinen kennen hem, het  is Zachisi, de beruchte belastinginner van Rome. Hij is meestal druk in de weer om de flitscamera’s van Rome zo af te stellen dat je er altijd bij bent, en anders is hij wel belastingaanslagen aan het opstellen die veel te hoog zijn. En dat grote huis, dat Palazzo waarin hij woont, nou, dat doet hij vast niet van zijn salaris.

Hij durft niet onder de mensen te komen, hij heeft al een paar keer een blauw oog opgelopen! , maar wilde toch horen wat die paus nu te zeggen had.

En stel je voor dat de paus nu Zachisi in zijn pausmobiel laat en ze samen wegrijden, naar dat nare protserige huis van die oplichter. Om daar gezellig te gaan eten.

Misschien dat daar toch wat commentaar op zou komen. Ik kan me daar wel iets bij voorstellen. Dan sta je daar, na een verre reis met een pausvlaggetje in je handen, en dan rijdt hij weg. Op weg naar die oplichter.

Ik denk dat daar wel wat commentaar op zou komen. Weer boze stukken op Facebook. Over hoe slecht de paus wel niet is. “Zie je wel dat hij niet deugt!”

Zo stel ik me een beetje het verhaal van vandaag voor, maar dan met Jezus, zonder pausmobiel, maar mét een menigte mensen en achteraf, de tollenaar Zacheus.

Allereerst het is mooi dat er veel mensen op de been zijn om Jezus te zien. Hij brengt mensen bij elkaar, het is een belevenis om dat mee te maken! Ik stel het me voor als die keer op het Sint Pietersplein bij de paus, maar dan keer tien of keer honderd.

Maar grote mensenmassa’s kunnen je ook afleiden. Als je in een grote groep mensen bent ga je je anders gedragen dan je normaal doet. Je kunt volledig worden meegesleurd door de kracht van de groep. Dat groepseffect is zo sterk dat je alleen al daardoor meegesleurd wordt, nog los van wie in het centrum van de aandacht staat.

De kracht van een mensenmassa kan ook beangstigend zijn, dat zullen we ook zien als we opgaan naar Pasen. Dan is er geen juichende groep meer, maar een dreigende menigte. En zelfs de geharde Romein Pilatus is niet tegen die macht opgewassen.

De druk van een grote groep kan ook misleidend zijn. Het kan ons het gevoel geven dat we ergens bij betrokken zijn terwijl dat niet zo is. Een paar dagen geleden lazen we in het Evangelie dat de Heer tegen boosdoeners zegt: “ik ken u niet” terwijl zij zeggen: “maar Heer weet u dan niet meer dat u in onze straat onderwezen hebt?”.  Misschien hebben ze zelfs  toen Jezus door de Dorpsstraat of het Damrak liep wel meegesprongen en -gejuicht en met een Jezusvlaggetje gezwaaid.

Maar hun hart juichte niet mee. In hun hart is niets gebeurd, en nu staan ze voor de dichte deur. Het enkele feit dat er vandaag heel veel mensen om Jezus heen staan is dus wel aardig, maar niet zo belangrijk. Wat is wel belangrijk? Dat je je kunt laten raken door wie Jezus is, en wat Hij doet.

Voor sommige mensen is dat makkelijker dan voor anderen. Voor Zacheus-in-de-Boom is het moeilijk. Hij is niet zo goed in goed zijn. Integendeel.
Maar hij staat er wel voor open. Voor het goede. Voor Jezus. Hij weet niet hoe hij het aan moet pakken. Hij staat nu eens een keer niet vooraan. Maar hij wil het wel aan zich voorbij zien trekken.

En dan gebeurt het ongelofelijke dat hij niet alleen Jezus ziet, maar Jezus ziet hem ook.

Wanneer zou de laatste keer zijn geweest dat iemand naar Zacheus had gekeken als mens? Niet als belastinginner, of als zondaar, of als corrupte man die je weer kan gebruiken voor je eigen plannetjes… Maar als mens? Aangezien van hart tot hart? Wanneer zou dat geweest zijn. Misschien is het hem wel nooit eerder gebeurd.

En als Jezus dan zegt dat Hij bij hem in zijn huis moet komen om te verblijven valt hij haast van schrik uit de boom.

En nu Jezus bij hem komt voelt hij zich ook vrij. Vrij om uit zijn verkeerde keuzes te stappen. Vrij om zich niet meer te laten gebruiken door anderen. Vrij om zelf anderen met respect en integriteit te behandelen. Vrij om nieuwe wegen in te slaan.

Dit verhaal van Jezus is opgetekend om ons die les te leren. Je bent nooit zo slecht, zo ver weg dat je niet meer geraakt kan worden door het voorbeeld van een ander, door het voorbeeld van Jezus. En dat door een ontmoeting met de levende God je de moed en de kracht kan krijgen om andere wegen in te gaan.

Het leven met God is geen deugparade in zonneschijn, waarin wij op ons paasbest aangekleed al vlaggetjeszwaaiend gezien mogen worden terwijl Jezus voorbij loopt. Het leven met God is vaker gevonden kunnen worden terwijl wij ons een beetje halfbeschaamd verstoppen in een boom, omdat we weten dat we er niet echt bijhoren, dat we niet voldoen aan de eisen die wij onszelf opleggen, of aan de verwachtingen van de samenleving.

Maar als wij naar Jezus opzien mogen we ook weten dat Hij terugkijkt, zijn blik op de onze valt. En uit zijn ogen, vol van liefde, spreken zijn woorden: “vandaag moet ik bij jou te gast zijn”

Zo vindt en redt Hij wie verloren was.

Amen.