Beste mensen,
Het is mij een eer om bij te mogen dragen aan de plaatsing van dit bijzondere beeld op deze plek in Bergen. Stairway to Heaven.
Het was voor mij een verrassing om door dhr Jos de Moel gevraagd te worden voor deze gelegenheid, maar toen ik dit sculptuur van Herbert Nouwens zag gemaakt in opdracht van dhr Hans Peter Corbee werd ik er direct door getroffen. Ik hoefde er niet lang over na te denken.
Het beeld, gemaakt van Dresdens bunkerstaal en een Bergense kloostertrap confronteert ons met een kern van het leven zelf. Het menselijk leven – zowel dat van onszelf als van alle volkeren - is vol van tegenstelling en contrast. Leren leven betekent die tegenstelling leren zien en aanvaarden om dan de uitnodiging tot een hoger leven aan te nemen.
Het beeld is rauw én sierlijk. Hard én licht. Het toont zowel de ondermaanse ellende – áls de belofte dat wij niet gevangen blijven in eindeloze cirkels van oorlog en conflict. Het toont dat ook het hogere, geïnspireerde leven voor ons altijd een mogelijkheid blijft. De hemelladder wordt niet van ons weggetrokken wanneer het moeilijk wordt. Integendeel: wij zien haar pas als wij daar aan toe zijn.
Dat wil zeggen: als een grote crisis onze tevredenheid, ons valse zelfvertrouwen wegneemt. Het kwaad van oorlog is in zichzelf zinloos, maar zonder crisis is er geen nieuw inzicht mogelijk. De zinloze agressie-oorlog die de Russische Federatie tegen het Oekraïense volk voert is in zichzelf een groot kwaad, maar dit kwaad schudt ons ook wakker, confronteert ons - met nieuw inzicht.
Juist in tijden van diepe duisternis, als we neergeworpen zijn tussen het puin van onze eertijds glorieuze plannen en lege wensdromen kunnen onze ogen opengaan voor onze diepere en hogere roeping. Dit inzicht vinden we in alle geestelijke tradities. Paulus zou zeggen: waar de zonde woekerde, werd de genade mateloos. (Romeinen 5:20). De leermeesters van de geestelijke weg van de alchemie zouden zeggen: het is de kunst van het leven om lood in goud te veranderen. Kwaad, pijn en misère te transformeren in lichtend goud, het goud van geestelijk inzicht, het goud van de hoop, het goud van de kunstzinnige inspiratie die mensen bemoedigt in moeilijke tijden.
Een dergelijke transformatie is enerzijds een soort genade: het is iets wat je toevalt. Het maakt je groter dan je bent en je kan het slechts in dankbaarheid aanvaarden. Aan de andere kant is elke genade die je om niet ontvangt het resultaat van hard werken, van toewijding. Elke procent inspiratie - dat toverstof van gene zijde - moet worden verlengd met negenennegentig procent transpiratie. Je mag het diepere leven ontvangen – maar daar gaat veel inzet aan vooraf.
En ook dat is een les, zeker voor mensen die denken dat een geestelijk pad, ongeacht of dit een religieuze of een artistieke weg is, een veredelde hobby is. Een bezigheid die ons niets mag kosten.
Een goede kunstenaar maakt goud van lood, maar hij kan dit niet voor niets. Er zullen wat ook goudstukjes zijn kant uit moeten rollen, en naar de kant van mensen die zijn werk faciliteren.
De Duitse theoloog en martelaar Bonhoeffer, die door de Nazi’s werd omgebracht in het lotsjaar 1945 heeft ons veel geleerd over omgaan met crises. Hij waarschuwde de kerk van zijn tijd tegen goedkope genade. Mensen wilden wel een boodschap van hoop en vergeving, maar wilden dat voor niets. Ze wilden geen verontrustende inzichten, geen strijd met zichzelf, geen confronterend kunstwerk in hun achtertuin, geen ommekeer in hun leven. Wèl genade, géén confrontatie, geen inzet.
En Bonhoeffer zegt, dat kan niet. Genade is gratis, maar niet goedkoop.
En zo geldt dat ook voor de kunsten.
Zo gemakkelijk wordt gezegd, door mensen die ál te economisch denken: lood om goud, da’s een goede ruil. Winstgevend ook. Handig voor het toerisme, Al die Duitse geldzakken hebben dan iets om naar te kijken en dat is goed voor de middenstand. Iets voor niets! Dat zien we wel zitten!
Maar zelfs als je een toverboon in je bezit krijgt – zo een die tot in de hemel groeit - dan is dat in de eerste plaats een opdracht om een avontuur te beleven: de strijd met de genadeloze reus aan te gaan. Het is geen vrijkaartje, geen enkeltje Kokanje. Je krijgt nooit íets voor niets.
In het leven krijg je wat je faciliteert. En waar je niet voor werken wil, niet voor offeren wil, daar gaat ook niks mee gebeuren. Zonder offertjes blijft de hemel dicht. Dan blijven wij geestloos ronddraaien tussen lood en oud ijzer. Dan kun je stikken in welstand, maar je hébt ten diepste niks.
Willen we geestelijk goud, dan zullen er ook wat geldstukken moeten rollen. Ook daarom wil ik mijn steun ook uitspreken voor de ludieke actie die op de doop van dit beeld volgt. We gaan wat aflaten verkopen. Een gebaar met een serieuze knipoog.
En daarmee doop ik dit beeld …